zondag 25 september 2022

WEST-JAVA. JAKARTA EN OMGEVING. (DEEL 1)

 

        JAKARTA TOEN NOG DE

 HOOFDSTAD VAN DE REPUBLIEK

                   INDONESIË.

                                      DEEL 1.



JAKARTA.

De naam van het nu nog huidige Jakarta kent een lange geschiedenis. Jakarta heette oorspronkelijk Sunda kelapa. de stad werd later door de Fatahillah veroverd in de 16e eeuw. Hij was degene die Sunda Kelapa, een door de Portugezen veroverde en uitgebouwde havenstad, veroverde en hem omdoopte  tot Jayakarta; wat betekend : Jaya = overwinning en karta - plaats, dus de plaats van overwinning.
Dit vond plaats op 22 juni 1527 en is nog steeds een nationale feestdag in Indonesië.


In het jaar 1613 werd de stad veroverd door Jan Pieterszoon Coen in opdracht van de VOC, en vernietigde de stad. Op de resten liet hij een nieuw fort bouwen en wenste de stad Nieuw Hoorn te noemen, naar zijn geboorteplaats. Helaas besloten de heren XVII, de hoogste van de VOC anders en werd de stad Batavia genoemd. De stad bleef deze naam behouden tot 1942 toen Indonesië door Japanse troepen werd bezet. Zij veranderden de naam in Djakarta.





Na dat het land onafhankelijk werd van de Nederlandse overheersing werd Djakarta de hoofdstad van de nieuwe Republiek Indonesia. In 1972 is de spelling van de stadnaam veranderd in Jakarta.
Het huidige Jakarta is een speciale hoofdstedelijke  regio met de status van provincie en heeft daarom geen burgenmeester maar een gouverneur.
Het geheel bestaat uit Jakarta-centrum plus Jakarta en de vier windstreken en De Duizendeilanden groep ten noorden van Jakarta ( Kepulauan Seribu.



TERUG IN DE TIJD.

Het was in 1987 toen ik de stad Jakarta voor het eerst leerde kennen. Van alle grote steden, waar ik eerder was geweest, was deze stad voor mij wel de vuilste stad, die ik ooit tot nu toe had meegemaakt, behalve Bombay in India.

Het links rijdend verkeer was compleet chaotisch, met autobussen, personenwagens, vrachtwagens, motorfietsen, fietsen, fietstaxi's en handkarren.
Iedereen dacht voorrang te hebben en het constant gebruik van de claxon was hel gewoon.
Voor iemand uit een waar alles goed gereld was, met behulp van verkeersborden en stoplichten was dit iets wat moeilijk te verwerken was.
Een politie agent die trachtte het verkeer in goede banen te regelen, was zijn leven zelfs niet zeker.
Toen ik eenmaal de weg in het centrum leerde kennen, met behulp van een stadskaart, was ik vaak lopend snellere daar waar ik ik moest zijn , dan met een taxi.

Overal langs de straten in de goten lag het vuilnis en daar waar water zichtbaar diende te zijn in de kanalen, was dit onmogelijk door het vuilnis wat er op dreef, tot dode dieren toe. Dan nog het meest verbazende, dat lokale bevolking uit deze enorme vervuilde waters vis aan het vangen is is voor de dagelijkse maaltijd.

Ik was in een heel andere wereld terecht gekomen, niet het land, dat beschreven werd als de 'Gordel van smaragd' 


Frisse lucht was is dat?
Als het windstil was hing er al vroeg in de ochtend een mist, niet zoals wij kennen na een weersverandering, maar gewoon door de uitlaatgassen van het verkeer en dan was het in stilte bidden op wat wind die dir zou verdrijven.
Een ding was voor mij zeker, dat Jakarta geengezonde stad was. Je kleren werden  meer vervuilde door de luchtvervuiling, dan door her dragen.


Het belangrijkste was het wennen aan de dagelijkse temperatuur, mijn onderkomen, tijdelijk een hotel, en in de vrije tijd alles beetje bij beetje verkennen. Ik kreeg daarbij  veel hulp van de lokale mensen waar ik mee samenwerkte, die in de week einden, net als ik niet hoefden te werken.
Mijn eerste onderkomen was het Marco Polo Hotel, een zakelieden hotel. Een redelijk hotel, maar te onpersoonlijk, wat de reden was om naar een meer persoonlijk hotelletje uit te kijken.

TAMAN MINI.

Zo werd ik in het weekend meegenomen naar een park  Taman Mini.
Het is een park, wat tegenwoordig is uitgegroeid tot een soort vakantiepretpark, zoals wij kennen hier in Europa, maar toen de cultuur van de bevolking van de Indonesische eilanden weergaf.
Een soort Madurodam, maar dan in het groot.
Hier maakte ik voor het eerst kennis met de culturele bouw van de woningen van diverse eilanden, dat wat me later tot meer reizen deed besluiten.


Op het grootte terrein lig een film theater in de vorm van een slakkenhuis, het IMAX Theater.
Hier werd een film getoond met de titel ´Kinderen van Indonesië', een waarlijk prachtige film hoe de jeugd leeft op de verschillende eilanden.

Op de terug weg naar het centrum van Jakarta bij een een klein restaurant de lunch gebruikt. Aan eetgelegenheden was in deze stad totaal geen gebrek, en het meeste voedsel wordt klaargemaakt waar je bij zit. Zo leerde ik dan ook de gang naar 'Happy Hour' kennen in het Hotel Indonesia, het tegenwoordige Hotel Indonesia Kempinski, waar je niet alleen het tweede drankje gratis verkreeg in die 'Happy Time', maar ook mensen leerde kennen met verschillende achtergronden in het bedrijfsleven, wat het contacten leggen vergemakkelijkte.
O, u bent nieuw in de stad, dan moet u voor dit daar zijn en voor dat daar. Ook dat is leuk om een te gaan bekijken en ga zo maar door. Zo ontmoette ik Amerikanen die voor de Wereldbank werkten, Duitsers in de techniek. Engelsen in diverse handel. en natuurlijk Nederlanders die overal wel een vinger in de pappot hadden, maar ook Indonesiërs van verschillende eilanden die in hun hoofdstad werkten en waar het goed was kennis bij op te doen, over hoe en wat. Zo maakte ik vrienden in het voor mij onbekende Jakarta, daar ik niets te bieden had en alleen mijn werk moest doen, waarvoor ik was uitgezonden.
Het een van de eerste bekende hotels van Jakarta lag aan de rotonde, met in het midden een waterpartij en het het 'Welkom Monument'.

MONUMENT NATIONAL.

Het Nationaal Monument ook wel afgekort MONAS staat op een enorm open terrein Medan Merdeka, het voormalige Koningsplein.
Het monument symboliseert de strijd voor de onafhankelijkheid van het land.
Onder het bewind van president Soekarno werd in 1961 met de bouw begonnen en in 1975 onder het bewind van president Soeharto kwam het gereed.
Het monument, in de vorm van een obelisk met een hoogte van 132 meter, heeft een totale hoogte van 137 meter en de vlam, van 5 meter, op de top is verguld met bladgoud. Wat het geheel gekost moet hebben is me niet bekend, maar om de vlam te bekleden met bladgoud, in een tijd dat er nog zoveel armoede was in het land, ging wel boven mijn pet. Voor een bedrag van Rp 300, - kon je met de lift naar boven en op het platform onder de vlam over Jakarta uitkijken. In het onderste gedeelte is een museum ingericht over de vrijheidsstrijd.

PASAR SENI.

Een ander heerlijk tijdverdrijf, was het rondzwerven op Pasar Seni, gelegen bij het tegenwoordige Ancol Pretpark.
Pasar Seni is een centrum voor kunstnijverheid en werd in 1977 opgericht, en werd een ontmoetingsplaats voor kunstenaars.
Het is er niet alleen maar kijken naar tentoongestelde artikelen, maar ook naar de ambachtslieden die ze maken. Een plaats om rustig op je gemak naar mooie dingen te zoeken en je geld aan uit te geven. Zo kocht ik twee fraaie wayang golek poppen en een paar kleine doosjes van djati die prachtig bewerkt waren.


SUNDA KELAPA.

Sunda Kelapa was in de 16e eeuw de naam van het huidige Jakarta en is de oude haven van de stad. De nieuwe moderne haven is Tanjung Priok.
Sunda Kelapa was de belangrijkste haven van het koninkrijk Soenda. NadaT Soenda in 1522 een bondgenootschap sloot met de Portugezen tegen het sultanaat Demak, ontwikkelde Sunda Kelapa zich tot een Portugese havenplaats.
In 1527 veroverde Demak alsnog de havenplaats en werd deze omgedoopt in de naam Jayakarta. Later werd de haven een deel van het sultanaat Bantam.
In 1619 veroverde de Hollander Jan Pieterszoon Coen de stad en liet op de resten van de stad een fort bouwen. Het was zijn wens de stad de naam Nieuw/Hoorn te geven, maar de Heren XVII, de hoogste bestuurders van de Verenigde Oostindische Compagnie besloten anders, en de stad kreeg de naam Batavia.
In de oude haven meren dagelijks nog vele Pinisi-scheepjes aan, die in Zuid-Sulawesi worden gebouwd. deze scheepjes hebben een geringe diepgang en kunnen zo de verbindingen onder houden tussen de kleine eilanden in de archipel die geen diepe haven hebben. Het is een drukke van belang in deze oude haven, waar het laden en lossen vaak nog met mankracht wordt gedaan. Het was voor mij zoal een plaats waar ik vaker naar terug zou keren, alleen al vanwege de scheepjes. Het fort en de oude VOC gebouwen verkeerden in een zeer slechte staat, maar zouden in de toekomst worden opgeknapt en als een museum dienst gaan doen.

OP ZOEK NAAR HET VERLEDEN.

Bij een oude haven hoort het verleden en zeker die uit de tijd van de VOC.
Zo staat er nog steeds een Hollandse ophaalbrug over een afwateringskanaal, waarvan de sluizen niet meer behoorlijk of helemaal niet meer werkten, wat een van de redenen is, dat bij zware regenval er overstromingen zijn in de stad.
Ook het merendeel van de oude gebouwen die er nog staan waren in groot verval, maar er waren plannen ook deze voor de toekomst en de geschiedenis van de stad te renoveren.


Maar al rondzwervend, kwam ik ook daar uit, waar je geen toeristen ziet.
Langs een waterstroom, met een kleur van bruin, ondoorzichtig, staan huizen gebouwd op palen die deels in het water staan.
Maar op de oevers en onder de huizen ligt het afval aangevoerd door het water meters hoog te rotten en te stinken. Een waarlijke bron voor ziekte verspreidende ongedierten. Ratten zo groot als katten wroeten erin naar voedsel.
Ook de bewoners zelf storten alles in het water, van keuken afval tot plastic en hun ontlastingen.
Het was voor mij onvoorstelbaar te zien, dat er mensen nog water uit deze stroom haalden om hun was in te doen. Nee dit was een enorme keerzijde van de stad Jakarta.


Die namiddag tijden Happy Hour, onder het genot van een drankje, hier met de mij reeds bekende mensen overgesproken, en ook zij waren van menig, dat de regering daar meer naar moest kijken, dan het geld uitgeven aan nutteloze monumenten en het vullen van hun eigen zakken. Dit waren wel opmerkingen die je in die tijd niet hardop moest verkondigen.
Er stond een lang weekeinde voor de deur en mij werd verzocht mee de stad uit te gaan naar het eilandje Bidadari, een van de vele eilanden uit het 'Duizendeilanden' gebied (Pulau Seribu)
Weg uit de stinkende bloedhete benauwde stad, iets wat veel welgestelde Indonesiërs en buitenlanders die er werkten regelmatig deden.

PULAU BIDADARI.

Pulau Bidadari, was het vroegere eiland, gedurende de koloniale overheersing, Purmerend Eiland.
Het is gelegen voor de kust van Jakarta en maakt deel uit  van de Duizendeilanden die daar zijn gelegen in de Java Zee.
In 1850 bouwden de Hollanders en een martellotoren als onderdeel van de fortificatie die Batavia, het latere Jakarta moest beschermen.
De toren was operationeel in 1878, waarna hij  werd gebruikt als opslagplaats.
Tijdens de uitbarsting van de vulkaan Krakatau in 1883, raakte de toren zwaar beschadigd door de daaropvolgende tsunami. Wat nog restte was de basis en enige muren van twee tot vier meter boven de grond. Het eiland kreeg later ook de naam Pulau Sakit (Ziekeneiland), daar bij een uitbraak van lepra in de zeventiende eeuw, daar de zieken naar toe werden gebracht, om verspreiding in de stad te verminderen.

MARTELLOTOREN.

Een martellotoren is een type verdedigingsfort, dat in de 19e eeuw veel werd gebouwd en vooral door het Britse Rijk. Deze bouwwerken zijn overal in de landen waar de Britten hebben geregeerd aan haveningangen te vinden, ook in het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
Het geheel is een vrij simpel bouwwerk.
De torens waren gemiddeld tot een hoogte van twaalf meter gebouwd, met muren van 2,5 meter dik.
De toegangsdeur was op ongeveer drie meter boven het maaiveld, zodat een ladder gebruikt moest worden om binnen te komen.
In de muren waren schietsleuven aangebracht. zodat neerwaarts vuur op aanvallers mogelijk was.
Het interieur bestond uit twee verdiepingen en soms was er nog een kelder aanwezig. De begane grond diende als opslagruimte voor munitie, water en voedsel. De eerste verdieping was voor het onderkomen van de bemanning, rond de 24 koppen, en één officier. Deze verdieping was onderverdeeld in verschillende kamers met open haarden in de muren voor verwarming en om te koken. De officier en de bemanning leefden in kamers van bijna gelijke grootte.
Het platte dak had een hoge borstwering en in het midden een verhoogd platform met een draaipunt voor een kanon, dat een cirkel kon maken van 360 graden.


In de tijd dat ik het eiland bezocht, met een prachtig wit strand, was het allemaal zeer eenvoudig, met een kleine bar-winkel, waar tevens duikmaskers, snorkels en zwemvliezen te huur waren. Er was een vaste bootverbinding naar het eilandje, zo laat heen en zo laat terug. Ons groepje koos ervoor om een bootje af te huren, zodat we wat verder uit de kust konden zwemmen en duiken, en niet afhankelijk waren van de tijd van terugvaart. Ook konden we zo diverse zandbanken bezoeken om naar schelpen te zoeken.
Het was een lange mooie dag, genietend van Zee, zon en frisse lucht. 
Tegenwoordig is het eilandje uitgegroeid tot een Resort met paalwoningen boven het water die onderling door steigers met elkaar zijn verbonden.







PUNCAK PASS.

Een andere manier om een "frisse neus" te gaan halen was een uitstapje naar de Puncak Pass, welke gelegen is op de route van Jakarta naar Bandung via Bogor
Het hoogste punt van deze pas bevindt zich op 1500 meter hoogte, wat de temperatuur vergeleken met het laagland een stuk koeler maakt en men ook regelmatig last heeft van mistbanken.
Het gebied was voor de WO-II al populair om hier vanuit het snikhete Batavia naar toe te gaan.
Het is aan die periode te danken dat hier Zwitserse houten chalets staan. Het is tegenwoordig een zeer geliefd vakantie gebied voor de Indonesiërs die je hier ziet rondlopen in wintersportkleding en wollenmutsen. Voor hen zijn de hier groeiende dennenbomen vreemd. Maar daar waar de Puncak Pass om bekend staat, zijn de enorme theeplantages op de hellingen.


Een goede vriend had me beloofd om naar de Puncak Pass te gaan in het weekeinde, maar hij kwam onverwachts in het ziekenhuis terecht vanwege zijn blinde darm. Hem in het ziekenhuis opgezocht en kreeg van hem de auto met chauffeur te leen, om alsnog dit uitstapje te kunnen maken. Een paar andere vrienden gingen mee.
Op de heenweg had de chauffeur de grote weg genomen en eenmaal bij de pas zat het potdicht van de mist. Tijdens onze lunch in het Puncak-restaurant klaarde het gelukkig op, en verzochten de chauffeur de landelijke route terug te rijden zodat we nog wat opnamen konden maken. Een ding was zeker; we hadden een "frisse neus" gehaald die dag. Terug in Jakarta nog langs het ziekenhuis gegaan om te bedanken en met de overige vrienden op stap gegaan. het werd die nacht 02.00 uur eer ik in bed lag.



De aanhouder wint. Dat ging dan ook op voor de fietstaxi eigenaar, die me al een paar keer als het regende gereden had naar mijn bestemming.
Zo stond hij dan bijna iedere ochtend aan de overzijde van de straat te wachten om mij te kunnen vervoeren.
Een aardige man die het constant maar had over zijn kinderen, zijn eenvoudig huisje en een vrouw die heerlijk kon koken.
Ik antwoorde maar niet steeds op, ja, daar zijn verhaal vaak de kennis van mijn lokale taal  vaak te boven ging en hij ook nog een soort dialect sprak. Maar op de foto, nee dat wenste hij niet.
Intussen kreeg ik bericht, dat ik met verlof naar Nederland moest komen, want inhield kantoorbezoek en cursussen.

Zodoende naar Sarinah Department Store gegaan om de nodige inkopen voor het thuisfront te doen, want je kan moeilijk met lege handen thuiskomen uit een land waar zulke mooie dingen te koop zijn, als houtsnijwerk en prachtige ikat- en batik stoffen.
Ik was niet van plan mijn gehele verlof in het winterse Nederland door te brengen en keerde dan ook eerder terug naar Indonesië, om daar te beginnen met het reizen en verkennen.



Zie vervolg: WEST-JAVA. JAKARTA EN OMGEVING. DEEL 2.








 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten