vrijdag 28 mei 2021

OFF-SHORE VOOR FOSIELLE BRANDSTOF.

 


 WINNING VAN FOSIELLE BRANDSTOF

              VOOR DE KUST OP ZEE 

     EN  DE ONTMANTELING ERVAN.




OFF-SHORE.

Offshore, de naam zegt het al; 'uit de kust', gebruikt voor alle activiteiten die zich buitengaats afspelen.
De offshore-industrie omvat alle activiteiten die betrekking hebben op de opsporing, de winni9ng en de afvoer van de op en onder de zeebodem aanwezige minerale grondstoffen, te weten vaste, vloeibare en gasvormige.
Zij richt zich, gezien de stand van de techniek nog op vloeibare en gasvormige grondstoffen die in continentale platten aanwezig zijn; die tot in zeedieptes tot 200 meter aanwezig zijn en daar kunnen worden gewonnen.
Voor de winning van vaste grondstoffen, zoals mangaanknollen, die voornamelijk in grotere dieptes op de zeebodem aanwezig zijn, bestaan nog geen op economisch-technische methodieken, terwijl ook de juridische aspecten nog niet duidelijk geformuleerd zijn.
Voor de offshore-boringen zijn naast de booreilanden ook speciale sleep- en bevoorradingsschepen nodig en na voltooiing van de boringen zij ook speciale winning (productie) en opslagfaciliteiten ter plaatse nodig, waarvan de constructie tot de taken van de offshore-industrie behoort. 

Het winnen van olie uit met water bedekte gebieden is altijd lastig geweest. In rustig, niet te diep water was dit nog wel mogelijk.
De reserve was meestal wel te klein om echt rendabel te zijn.
Toen in het begin van de jaren zeventig de prijs van olie begon te stijgen, de uitputting van oliebronnen op land zich begon af te tekenen en het energieverbruik ongebreideld toenam, werden offshore olie- en gaswinning economische interessant.
Technologische gezien behoorde tot dan toe het boren vanaf een kunstmatig eiland of een hefeiland tot de beproefde methoden.
De oliecrisis en de daarop volgende prijsstijgingen betekenden een versnelling van de in gang gezette technologische ontwikkeling. Toen in 1974 voor de kust van Noorwegen het olieveld Statfjord werd ontdekt, stond men voor een grote opgave. Schattingen omtrent de aanwezige olie- en gasvoorraden gaven aan dat men hier te doen had met het grootste olieveld in de Noordzee en het vierde van de wereldranglijst. De reserves zouden alleen al voor Noorwegen 60 jaar de energiebehoeften kunnen dekken. Boven dien was de kwaliteit hoog en het zwavelgehalte 0,28 pct. Nog het zelfde jaar werd besloten het olieveld te gaan exploiteren.

BOOREILAND.


Gezien de omvang van de oliereserve en de kwaliteit van de olie werd besloten om een groot booreiland te bouwen met enkele enkelpunts laadboeien voor de shuttle-tankers.
Het booreiland, gemaakt van beton werd in een Noorse fjord gebouwd en later naar haar plaats in het productieveld gesleept door vijf zware zeeslepers. Een maal ter plaatse werd het afgezonken zodat het het op de zeebodem kwam te staan en ze met zware ankers werd vergrendeld op haar positie te behouden.

DE MONTAGE.



Bij de montage van de bovenbouw van het booreiland werd gebruik gemaakt van de rompen van twee oude tankers om het gevaarte te ondersteunen.
Nadat het geheel uit het dok gevaren was werd de opbouw overgebracht op twee betonnen pontons, een tot dan toe ongebruikelijke methode.
De opbouw werd op deze pontons boven de afgezonken onderbouw gesleept en op stand gebracht. 
De onderbouw met de drie betonnen kolommen werd door vermindering van ballast zover omhoog gebracht dat de bovenbouw erop steunde en definitief bevestigd kon worden. het gevaarte had bij de oplevering een gewicht van 340.000 ton en een diepte van 110 meter.



VERKLARING VAN DE CIJFERS IN AFBEELDINGEN VAN DAK EN BOVENDEK.

DAK.                                                          BOVENDEK.

  1 - Hijskamer.                                             7 - Machinekamer.
  2 - Uithouder met fakkel.                           8 - Lagedruk waterafscheiders. 
  3 - Boortoren.                                             9 - Pompen voor waterinjectie.
  4 - Werkvloer.                                            10 - Reinigingsinstallatie van de gasproductie. 
  5 - Geleiding voor de boorpijpen.             11 - Telecommunicatieruimte.
  6 - Helikopterdek.                                      12 - Werkplaats en magazijnen.
                                                                     13 - Pijpenmagazijn en kantoren.
                                                                     14 - accumulatorenbatterijen.
                                                                     15 - Controlekamer.
                                                                     16 - Woonruimten. 
                                                                     

DAK.




De verblijven voor de bemanning zijn gevestigd in een flatgebouw van zes verdiepingen en omvatten 100 kamers met bad en toilet. Bovendien zijn hierin een cafetaria en ontspanningsruimte ondergebracht.


BOVENDEK.








TUSSENDEK.





17 - Hoogspanningsschakelapparatuur.      25 - Gascompressoren.
18 - Transformatoren.                                 26 - Boorspoeling (betonniet) tanks.
19 - Laagspanningsschakelapparatuur.       27 - Waterzuiveringsinstallatie. 
20 - Waterzuiveringsinstallatie.                  28 - Centrale ruimte voor putmonden.
21 - Putmonden.                                         29 - Opslag pijpen of pijpleidingsruimte.
22 - Zoetwaterbehandeling.                       30 - Zuiveringsinstallatie.
23 - Ketelruimte.                                        31 - Koelwatertanks.
24 - Spruitstukken van de putmonden.


BENEDENDEK.




32 - Verwarmings- en ventilatieapparatuur.      38 - Regelapparatuur.
33 - Zuivering ruwe olie eerste trap.                 39 - Hulpgeneratoren.
34 - Zuivering ruwe olie tweede trap.               40 - Boorspoelingstank.
35 - Hulpdieselmotoren.                                    41 - Leidingruimte.
36 - Pijpen naar de putmonden.                        42 - Pompruimte.     
37 - Gasreinigingsinstallatie.                            43 - Ruwe-oliekoeler.

VERVOER VAN DE OLIE.

Via een pijpleiding kan de opgeslagen olie van het booreiland naar een enkelpunts laadboei worden getransporteerd voor het vervoer per tanker naar de opslag terminal van Sullom Voe op de Shetland eilanden of rechtstreek naar de raffinaderij van Rotterdam. Deze tankers worden shuttle-tankers genoemd.
De enkelpunts laadboei ligt ongeveer twee kilometer van het booreiland verwijderd. Aan boord zijn verblijven voor vier personen en een helikopterveld.


ENKELPUNTS LAADBOEI.



De enkelpunts laadboei is geïnstalleerd op een diepte van 144,3 meter en heeft een laadcapaciteit van 60.000 vaten per uur.
Tankers van 150.000 ton kunnen gebruik maken van de enkelpunts laadboei, die een laadarm van 40 meter heeft met een olieleiding van 20 inch doorsnee.
Tijden het laden kan de boei zo'n 8,2 graden overhellen. Bij golven van 5,5 meterhoogte moeten de werkzaamheden gestaakt worden. 
De boeikop kan 360 graden gedraaid worden. De enkelpunts laadboei is zo'n twee kilometer van het booreiland geïnstalleerd en verbonden via een pijpleiding van 36 inch doorsnee. De grote afstand tussen booreiland en de laadboei is om bij het losslaan van een tanker te voorkomen dat deze met het eiland in aanraking kan komen met de gevolgen van dien.
Tijdens de werkzaamheden is de boei bemand. het helikopterveld is voor het brengen en halen van het personeel.

44 - helikopterdek.
45 - Woon- en machineruimten.
46 - Laadarm.
47 - Slang.
48 - Pick-up lijn voor de tanker.
49 - Drijftank.
50 - Olieleiding (40 inch).
51 - Ballasttank.
52 - Universeelkoppeling.
53 - Fundering.







TECHINISCHE GEGEVENS.

BOOREILAND.

Totale hoogte van de zeebodem tot de top van de boortoren: 254,1 meter.
Zeediepte op de plaats van opstelling: 145,3 meter. Totaal gewicht: 290.000 ton. Gewicht van de opbouw: 50.000 ton. Gewicht betonconstructie: 240.000 ton. Golfhoogte bestendig: 30 meter.
Verblijven voor bemanning: 200 man. Capaciteit van de generatoren: 65.000 kW. (komt overeen met de behoefte van een stad met 33.000 inwoners.)

OPBOUW.

Lengte: 86,2 meter. Breedte: 83,6 meter. Grondoppervlak: 5008 m². Totaal oppervlak: 21.600 m².
Totaal hoogte tot helikopterdek: 43,2 meter. Vrijboord, afstand tussen het water en de opbouw: 28 meter. Aantal verdiepingen: 3. Aantal bouweenheden: 19. Gewicht zwaarste eenheid: 1200 ton.
Aantal hijskranen: 3.


BETONCONSTRUCTIE.

Aantal cellen: 19. (15 worden gebruikt voor olieopslag, 3 zijn tot kolommen verlengd voor de opslag van brandstof). Ondersteuningscellen: 32. Binnendiameter van de cellen: 18,9 meter. Hoogte van de cellen: 67 meter. Hoogte van de kolommen boven de cellen; 106 meter. Grootste aantal boorsleuven: 42. Opslagcapaciteit voor ruwe olie: 1,3 miljoen barrels (175.000 ton). 


DE ONTMANTELING.

Na vijftig jaar dienst gedaan te hebben op het olieveld Statfjord kwam er een einde aan deze off-shore werkzaamheden, daar het veld niet meer productief bleek te zijn.
Door het heden steeds teruglopend gebruik van fossiele brandstoffen, steenkool, aardolie en -gas worden deze enorme bouwwerken op zee afgedankt en ontmanteld.

PIONEERING SPIRIT.


Hiervoor kwam een geheel nieuw soort van off-shore werk in de plaats om deze olieplatforms te ontmantelen.
Er werd een speciaal schip ontworpen met een lengte van 382 meter en een breedte van 124 meter dat een vaarsnelheid kon lopen van 14 knopen.
Het schip werd in opdracht van het Zwitsers-Nederlandse offshorebedrijf Allseas gebouwd bij de Deawoo Shipbuilding & Marine Enginering in Zuid-Korea. Het schip kreeg de naam Pioneering Spirit.

Het schip werd in 2014 van de werf in Zuid-Korea naar Rotterdam gebracht om daar verder afgebouwd te worden.

Het schip met een bemanning van 571 koppen is het grootste schip van de wereld met deze afmetingen even groot als twee supertankers en een oppervlakte gelijk aan acht voetbalvelden. Het ontwerp werd reeds in 1987 gepresenteerd en men ging toen uit van het aan elkaar koppelen van twee supertankers.
Het schip vaart met behulp van sleepboten ok het booreiland, waarna de hydraulische liften in werking kunnen worden gesteld om het platform van het sokkel te lichten. Het schip kan een platform van zo'n 48.000 ton in één keer lichten en vervoeren naar een werf om het geheel te ontmantelen.
De Engelse dochter van Royal Dutch Shell verstrekte de opdracht om met de Pioneering Spirit drie oude olieplatforms van het Brentveld oliewingebied uit de Noordzee te verwijderen. Er stonden vier platforms, Alpha tot en met Delta, waarvan het deel boven water tussen de 16.000 en 30.000 ton woog.
Overige platforms in het gebied worden de komende jaren ontmanteld.

Een ander werk voor het schip is het leggen van pijpleidingen met een diameter van 6 tot 68 inch voor olie- en gastransport tot op een diepte van 3500 meter met een snelheid van ruim zeven kilometer per dag. 








Note: Door het gebruik van steeds minder aardolie en -gas is er een nieuw soort offshore werk ontstaan door het plaatsen van windmolenparken voor de kust in zee. Gegevens ter beschikking gesteld door: Statoil, Noorwegen en Allseas Nederland. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten