HET HART VAN
De stad Jakarta heeft een lange geschiedenis waarin ook haar naam vele keren is veranderd. Als eerste stond de vestiging bekend om zijn haven gelegen in een rustige baai aan de noordkust van Java in de monding van de rivier (kali) Berar Barat en droeg het van 397 tot 1527 de naam "Sunda Kelapa".
Van 1527 tot 1619 droeg de stad de naam "Jayakarta"en werd door de Hollanders omgedoopt tot "Batavia" (1619 - 1942 ). In 1942 gaven de vrijheidsstrijders de naam "Djakarta" aan de stad en sinds 1972 is de officiële naam 'Jakarta".
De Nederlanders vestigden zich op een verhoging in de rivierdelta, waar ze eerst een fort bouwden, maar bij het toenemen van het inwoners aantal moesten de moeras gebieden langs de rivier worden ingedijkt en drooggelegd. Het overtollige water werd afgevoerd via kanalen en getijde sluizen naar de zee.
Dus de polder kennis kwam hier in het Verre-Oosten goed van pas.
De stad lag dus eigenlijk in een laag en ongezond gelegen gebied en werd regelmatig geteisterd door koorts aanvallen en ander tropisch ziekten. Later werd de 'nieuwe' stad gebouwd in een hoger gelegen gebied meer landinwaarts.
Het oude Batavia had niet voor niets de bijnaam " Kerkhof der Europeanen" door vele doden die er vielen bij koorts epidemieën. Het was pas in het begin van de 19e eeuw dat door de bouw van de 'nieuwe stad'met brede lanen en fraaie landhuizen dat de naam veranderde in "Koningin van het Oosten".
In feite was het aantal Europese inwoners van de stad het laagste in aantal en vormde ze met de mastiezen slechts één procent van de bevolking. Het hoogste in aantal waren de Chinezen (93.000) en de Arabieren (2800) Dit tegenover 9000 Europeanen en juridisch gelijkgestelde "Indo-Europeanen".
DE "KOTA" NU.
Keren we nu terug naar de plaats waar eens de oude stad "Kota" lag dan ontdek je nog veel oud koloniale gebouwen. Soms in totaal verval en soms fraai gerestaureerd, maar je moet er wel oog voor hebben.
De massa toerist komt eerst op de toen geheten "Grote Markt" terecht waarop het oude stadhuis ( 1710-1913) van Batavia staat en wat het Historisch Museum van Jakarta is.
Het is een fraai wit geschilderd gebouw met oranje gekleurde dakpannen en een klokken toren boven op het dak en groene venster luiken tegen de felle zon. Hier was het gerecht, de politie, het hoofd van militaire zaken en de gevangenis in gevestigd.
( Een stenen leeuw met het wapenschild van de VOC.)
In de half ondergronds gelegen gevangenis voorzien van zware tralies voor de ventilatie openingen konden 300 gevangenen worden ondergebracht die met kettingen aan elkaar werden gekluisterd en meestal wachten op hun terechtstelling.
De klokken in het torentje werden geluid als er een terechtstelling ging plaats vinden. Het was dan voor familie leden een laatste afscheid en voor de anderen toe gestroomden mensen een stil vermaak.
In de oostelijke vleugel van het gebouw zat eens de Javaanse prins Diponegoro gevangen. Hij begon een 'heilige oorlog' tegen het koloniaal bewind van 1825 tot 1830 en wordt nu als een held gezien.
Het oude stadhuis werd in 1974 een museum. Er zijn in de voormalige bestuurskamers enige fraaie meubelstukken en schilderijen te bezichtigen. Verder is er een kleine collectie oude wapens.
Voor het gebouw staan nog enige oude stukken geschut uit de VOC periode.
Midden op het plein, wat nu de naam Fatahillah Square draagt staat een replica van het fontein uit 1743.
Tot 1650 werd het water voor het fontein via een pijpenstelsel ondergronds aangevoerd uit de rivier Ciliwung. het water was in die nog zo schoon dat het drinkbaar was. Niet veel jaren later raakte het water dusdanig vervuild door menselijke uitwerpselen en ander afval dat het fontein buiten werking werd gesteld.
Het was Fatahillah die in 1526 met zijn troepen het oude Sunda Kelapa plat brandde en een nieuwe stad liet bouwen welke de naam Jayakarta zou dragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten