DEEL 5.
HARINGVLIETDAM.
De Haringvlietdam is het zesde bouwwerk van de Deltawerken. De dam sluit het Haringvliet af en ligt tussen Voorne-Putten (aan de noordzijde) en Goeree-Overvlakkee (aan de zuidelijke zijde).
Omdat de rivieren Rijn en Maas in het Haringvliet uitmonden kon het Haringvliet niet zonder meer worden afgesloten. Er werd daarom gekozen voor de aanleg van een spuisluizen complex met een lengte van ongeveer een kilometer, dat per seconde circa 25.000 m³ water kan doorlaten. Tevens werd er een schuit sluis gebouwd voor de scheepvaart.
Na een bouwperiode van 14 jaar werd de dam in 1971 voltooid.

Om het sluizencomplex te kunnen bouwen werd er een gedeelte van het Haringvliet ingepolderd, waardoor er een soort bouwput ontstond. Deze bouwput had een lengte van 1400 meter, breedte van 600 meter en was 10 meter diep. Het grondwater werd kunstmatig weggepompt.
Omdat de slappe ondergrond (bodem) het zou begeven door het gewicht van de sluizen, werden er eerst 22.000 betonnen palen de grond ingeheid. Sommige plakken waren meer dan 20 meter lang. Boven op de palen werd een drie meter dikke betonlaag gestort. De eerste peilers voor de dam waren vier jaar na voltooiing van de bouwput klaar.
De pijlers werden naast elkaar over de lengte over de lengte van 18 pijlers neergezet. Tussen de pijlers werden met een speciale kraan liggers geplaatst. Onder de liggers kwamen grote stalen armen, die de liggers konden bewegen in geval van hoge waterstanden.



De dam heeft een lengte van 5 kilometer en is 56 meter breed. Hij heeft in totaal 17 sluizen die ieder 56,5 meter breed zijn. Jaarlijks wordt er 30 miljard m³ water gespuid.
Om een natuurlijke delta te creëren, werden in 2010 de Haringvlietsluizen op een kier gezet. Dat betekend dat de sluizen niet allen bij eb, maar ook bij vloed beperkt open staan. Op die manier kan zeewater het Haringvliet instromen, waardoor er een natuurlijk overgangsgebied van zee water en rivierwater ontstaat. De maatregel zorgt er ook voor dat trekvissen, zoals zalm en forel, de spuisluizen kunnen passeren. Door de maatregel worden de paaigebieden voor de vissen die stroomopwaarts zwemmen weer beter bereikbaar.
Voorwaarden hieraan waren de volgende:
1. De veiligheid tegen overstromingen is en blijft in de nieuwe situatie het belangrijkste doel van de sluizen.
2. De aanvoer van zoet water voor de landbouw en drinkwater mag niet in gevaar komen.
3. Het zoute water mag niet verder het Haringvliet instromen dan tot de denkbeeldige lijn Middelharnis - monding Spui. Een meetnet, van palen en boeien - voorzien van apparatuur om het zoutgehalte te controleren.
4. Voor de scheepvaart wordt gestreefd naar een waterstand (bij Moerdijk) die hoger is dan nul meter NAP.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten