dinsdag 25 januari 2011

GEVEL RECLAME. DE GAPER. (DEEL 2)


   GEVEL RECLAME - DE GAPER. 

                          DEEL 2.



De Gaper en de apotheker.




De Gaper is het symbool van de apotheek. Het woord 'apotheke' komt uit het Grieks en betekend bewaarplaats. De Romeinen gebruikten het woord met name voor een bewaarplaats waar jonge wijnen konden rijpen. In het middeleeuwse Europa was 'apotheker' in de eerste plaats een titel van de beheerder van kloostergoederen. In Nederland ontbreekt deze betekenis.
In ons land is de titel voorbehouden geweest aan degene die geneesmiddelen verhandeld. Maar het begrip geneesmiddel kan natuurlijk heel ruim worden opgevat!


In- en uitheemse kruiden vormen al eeuwenlang belangrijke bestanddelen van geneesmiddelen. Ze werden vroeger in gedroogde vorm bewaard, een taak die is overgenomen door de drogist de verkoper van 'drogerijen', in een vijzel fijngestampt en al dan niet als mengsel verkocht. Vaak werden de kruiden vermengd met wijn of brandewijn en zo verkocht de apotheker ook deze drank. Dit gedistilleerd werd door de apothekers verwerkt tot 'leckedranken'.
Zoals deze spreuk aanduidt: Hier koopt men zowel onder als boven dranken; het een is voor gezonden, 't ander voor de kranken.


De voornaamste vaardigheid van de apotheker was dat hij de als uiterst gezond beschouwde specerijen kon verwerken.



Door de kruistochten was men in contact gekomen met de Arabische wereld en de daar ontwikkelde kennis. De Arabische geneeskunde stond in de 16e en 17e eeuw in zeer hoog aanzien. De oosterse of Moorse man boven de winkeldeur was een zeer goed doordachte reclame. Oorspronkelijk gaapte de oosterling overigens nog niet, maar rookte een lange pijp.


Vooral in Amsterdam, wat toen het centrum was van de koloniale handel, werd het hoofd van de vreemdeling veelvuldig in de gevel gezet. De gaper werd ook wel Moriaanshoofd genoemd.
Men maakte namelijk geen onderscheid tussen een donkerbruine en een zwarte gelaatskleur.
De gaper is sindsdien het embleem gebleven van de apotheek en de drogisterij.
Aangezien ze in de regel van hout zijn gemaakt en bij weer en wind buiten staan, zijn er veel oude exemplaren verloren gegaan.

Langzaam verdween ook de Moriaanskop en liet men zijn fantasie er op los wat de voorgeving aangaat. De tulband werd bijvoorbeeld vervangen door een helm of een slaapmuts. De pijp verdween en de mond stond vaak ver open met de tong naar buiten met daarop een vergulde pil. Daar waar de gaper verdween nam de vijzel, met stamper, snel zijn plaats in.
Maar laten we niet gaan spreken ov er die goede natuurkruidengeneeswijze van vroeger, want sommige medicijnen zouden ons nu toch zeer slecht bekomen en smaken. Wat bijvoorbeeld te denken van de Antwerpse apotheker, die in 1540 reclame maakte voor een heel bijzonder, heel zeldzaam drankje dat alleen in Modena (Italië) en Tegernsee (Duitsland) werd gewonnen.
Het geniet tegenwoordig grote populariteit onder de naam ..... aardolie.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten