DEEL 3.
DE GREVELINGENDAM.
De Grevelingendam is een dam tussen Schouwen-Duiveland (Zeeland) en Goeree-Overvlakkee (Zuid-Holland). Het is het vierde bouwwerk van de Deltawerken.
Aan de bouw van de dam werd in 1958 begonnen en na zeven jaar hard werken was de dam volledig klaar. De dam was met haar lengte van 6 kilometer langer dan de Zandkreekdam of de Veerse Gatdam. Caissons bleken voor dit karwei minder geschikt, daarom werd voor een deel van de dam een revolutionaire techniek gebruikt: via een kabelbaan werden grote betonblokken in het water gestort.
Voor de rest van de dam werd gebruik gemaakt van de reeds bekende technieken als het opspuiten van zand en het afzinken van caissons. Op 1 april 1965 werd de dam geopend.
Wat de dam verder bijzonder maakt, is dat hij er niet in de eerste plaats voor is om te beschermen tegen overstromingen vanuit zee. Aan de westkant van de Grevelingendam bevond zich namelijk de Haringvlietdam. Hieraan was men eerder begonnen te bouwen in 1956, m aar het wek zou nog tot 1972 gaan duren. De Grevelingendam moest de bouw van de Haringvlietdam, de Brouwersdam en de Oosterscheldekering makkelijker maken. Als men eerst de Brouwersdam had gebouwd, dan was het scenario niet ondenkbaar dat het water uit het Grevelingenmeer via het Haringvliet (in het noorden) of de Oosterschelde (in het zuiden) terug naar zee probeerde te stromen. Die extra stroming was zeker niet gewenst.
DE PHILIPSDAM.
De Philipsdam loopt van de Grevelingendam naar het Sint-Philipsland. Het is een onderdeel van de Deltawerken. Met de bouw van de Philipsdam werden de wateren Krammer en Volkerak direct afgesloten van de Oosterschelde. Men begon in 1976 eerst met de bouw van een werkeiland op de plaat van Vliet. Anderhalf jaar later werd er begonnen met het bouwen van enkele sluizen voor de binnenvaart. In 1983 was het sluizencomplex (de Krammersluizen) gereed. Zij werden pas op 2 februarie 1987 toen de dam geheel gereed was geopend.De sluizen voor de binnenvaart zijn 280 meter lang en 24 meter breed, zodat ze ook geschikt zijn voor de grote duwboten. In 1994 is er een tweede sluis gebouwd voor de pleziervaart. De sluizen zijn uitgevoerd met een mechanisme om te voorkomen dat er zoet water van het Volkerak met het zoute water van de Oosterschelde uitgewisseld wordt. Het zoet-zoutscheiding mechanisme zorgt ervoor dat bij het schutten geen zout water in het Volkerak stroomt en slechts een beetje zoet water in de Oosterschelde.
( Gegevens Rijkswaterstaat - Deltawerekn online.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten