zondag 23 juli 2023

ENKHUIZEN ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN & ORNAMENTEN. (DEEL 4)

 

              EEN WANDELING DOOR

     ENKHUIZEN EEN STAD MET EEN 

    RIJK VERLEDEN WEERGEGEVEN

  OP DE GEVELS VAN DE GEBOUWEN. 

                                                 (DEEL 4)

ENKHUIZEN.


Vanuit het station gekomen langs de Drommedaris gelopen, de hefbrug over het Spui over gestoken en via de Wierdijk naar de Zwaanstraat gewandeld.



Op de gevel van het pand Havenweg 3 twee gevelstenen: één met Sint Pieter met schepnet en gevangen vis en één met het wapen van Enkhuizen met jaartal 1946.





STAVERSE POORTJE EN ZEEMUUR.

Het Staverse Poortje is een onderdeel van de gemetselde Zeemuur, die de waterkering vormt voor het oostelijke deel van de binnenstad.
De muur is in 1608 gebouwd op een lagere dijk die dateert ui 1567, en had zowel een zeewerende als een verdedigende functie. De dijk waarop de zeemuur staat, is zoals de meeste delen van de Westfriese Omringdijk oorspronkelijk een wierdijk geweest, wat nu de huidige naam is.
In 1615 werd de zeemuur, ter hoogte van de huidige Compagniestraat, het Staverse Poortje gemaakt, van oudsher de enige doorgang in de muur. Het poortje raakte in verval, maar werd in 1833 herbouwd. Boven in het poortje werd het wapenschild van Enkhuizen aangebracht
Door de eeuwen heen is de zeemuur meermalen beschadigd bij stormvloeden, de laatste maal bij de watersnood van 1916. Ook het Staverse Poortje raakte hierbij beschadigd.  De zeemuur is nog steeds een primaire waterkering in eigendom bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.


Schip met op de achtergrond Enkhuizen. Wierdijk 26.

Tussen Hemel en Aarde. 1977.
Wierdijk 25.




Drie gevelstenen uit de Sint Jansstraat.
Links: De gekroonde bakkersoven Anno 1639

Rechts:  Sint Jansstraat 9.Een kopje met daaronder het wapen van Enkhuizen en daaronder het wapen van Enkhuizen met jaartal 1639






Twee ornamenten met vrouwenkoppen aan de gevel van Venedie 12.

Een fraai bovenlicht boven de voordeur van de Torenstraat 38.






Aan de gevel van het pand Harpstraat 4 twee gevelstenen; Twee kantklossende vrouwen en een musketier met geweer en laadstok.





STADSGEVANGENIS.


In de Zwaanstraat, gelegen achter het stadhuis staat een scheef historisch gebouw, de stadsgevangenis van Enkhuizen
Achter de scheve gevel gaat een voormalige gevangenis schuil, waarvan de zeven cellen nagenoeg onveranderd zijn gebleven. Gedurende de laatste restauratie zijn restanten van een dak op de onderste drie cellen ontdekt welke rond 1570 moeten zijn gebouwd. In 1612 werd de gevangenis capaciteit verdubbeld. De groeiende bevolking, intussen méér dan verdubbeld, maakte die uitbreiding noodzakelijk. De gevangenis is nog in originele staat. In de cellen zijn nog tekeningen en teksten van gevangenen te zien. In de vloeren hebben ze schaakborden en speelborden van het zo genaamde 'molenspel' gekrast.

Het blokvormige gebouw is opgetrokken uit baksteen en wordt afgedekt door een zadeldak tussen de topgevels. Op de eerste verdieping is boven de deuren het bouwjaar 1612 aangebracht. In 1905 werd een nieuwe fundering aangebracht om het verder overhellen tegen te gaan. Een gevangenis als deze werd niet gebruikt voor een langdurige opsluiting. Het was meer een huis van bewaring. De verdachten wachtten hier hun berechting af. De lijfstraf werd vaak voor groot publiek voltrokken. Veel toegepaste straffen in die tijd waren: geseling, brandmerken, aan de schandpaal gezet te worden en verbanning.


                                                  Maagd van Enkhuizen met stadswapen.
                                                                     Zwaanstraat .


Boven: twee gevelstenen met gereedschappen; beitel en bijl - passer en bijl op de gevel van het pand Torenstraat 1.




Linksonder: Gevelsteen van het pand Torenstraat 9, Meermin en centaur (paardmens).


Rechtsonder Ornament met jaar tal 1689 op de gevel van het pand Torenstraat 20.




ZUIDERKERK OF PANCRASKERK.


Deze laatgotische, tweebeukige hallenkerk werd gebouwd tussen 1423 en 1524. In 1422 kregen de bewoners van Enkhuizen toestemming van de landsheer hun kapel, ten oosten van het huidige Enkhuizen af te breken. Door het stijgende water, of dalende bodem, was het oorspronkelijke Enkhuizen onbewoonbaar geworden. Het nieuwe Enkhuizen werd binnendijks gebouwd, veilig achter de Westfriese Omringdijk.

De fraaie Zuiderkerktoren met een hoogte van 75 meter, gebouwd tussen 1450 en 1524. De spits werd in 1533 geheel met koper bekleed. In de toren hangen 52 klokken. De grootste klok weegt 3940 kilo en heeft een diameter van 183 centimeter en een klepel met een gewicht van 75 kilo.

Rechts: Dakraam met fraaie klauwstukken uit 1686 en daaronder het wapen van Enkhuizen boven een ingang.

Bijzonder zijn de plafondschilderingen uit 1484. In 1609 werden deze taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament met een kalklaag bedekt. Waarschijnlijk vonden de protestantse gebruikers van de kerk deze schilderingen te Rooms Katholiek. Drie eeuwen later werden ze herontdekt en weer met veel moeite blootgelegd. Bij de restauratie in 1954 zijn ook enkele muurschilderingen te voorschijn gekomen, waaronder die van St. Joris en de Draak en Christophorus.

De preekstoel dateert uit 1610 en de trap uit de 18e eeuw.
Het orgel is 16e eeuws, maar is in de loop der eeuwen vergroot, veranderd en vernieuwd. De grote orgelkast werd gemaakt in 1621. Bij de laatste restauratie in 1988-1990  werd de toestand van 1799 hersteld, ook wat de kleuren betreft.


ZUIDERZEE BINNENMUSEUM.


Het Zuiderzee-binnenmuseum is gelegen aan de Wierdijk nummer 12 t/m 22. 
Het Zuyiderzeemuseum is een cultuurhistorisch museum, waar de cultuur en de maritieme geschiedenis van de voormalige Zuiderzee, nu het IJsselmeer, Markermeer en de Waddenzee, in beeld wordt gebracht.
Het museum bestaat sinds 1948. Het is in 1983 uitgebreid met het buitenmusem.
De aanzet tot het stichten van het Zuiderzeemuseum was een tentoonstelling die rond 1930 gehouden werd in het Wilhelminaplantsoen in Enkhuizen. In deze Zuiderzeevisserij-tentoonstelling werden huisjes van karton opgezet en er liepen bewoners in hun originele klederdracht rond, en ook uit de dorpen van rond de Zuiderzee.
Door de Tweede Wereldoorlog werden de plannen voor een Zuiderzeemuseum opgeschort. Op 27 mei 1947 werd de Vereniging Vrienden van het Zuiderzeemuseum opgericht en op 16 januari 1948 werd het Koninklijk Besluit getekend waarmee officieel de start werd gegeven om het Rijksmuseum Zuiderzeemuseum mogelijk te maken.
De gebouwen, pakhuizen van de zaadhandel Sluis en Groot aan de Wierdijk werden voor een symbolisch bedrag van één gulden aangekocht. Het Rijk nam deze gebouwen over en restaureerde ze en onderhoudt ze sindsdien. De gebouwen van het binnenmuseum zijn eigendom van de Rijksgebouwen dienst.


Toegangspoortje op de binnenplaats van het Zuiderzeemuseum.
In de top een leeuw met vermoedelijk een gouden wereldbol, er onder een wapenschild geflankeerd door horens van overvloed, op het wapen schild op een lichtblauw veld in het wit een soldaat en een vrouw met een anker. (standvastigheid en hoop).
Tussen de jaar aanduiding, anno 1625 een blauw veld met de volgende tekst: D-B-N-E-A-D
S-P-F-D-O-S  U-E-U-S-S-T (wat ditr ook mag betekenen?)


Boven de ingang een zwarte ramskop, zuilen halverwege versierd met bloemen, en onder aan een vergulde leeuwenkop.


Twee leeuwen in het goud, de aanduiding anno 1625, flankeren de gevelsteen met een schip met haar opvarenden op de Zuiderzee.
Buitengevel Wierdijk 12-22.








Een leeuwenkop met ring, een mannenkop, een vrouwenkop en een mannenkop flankeren de gevelstenen met de aanduiding Anno 1626.
Buitengevel Wierdijk 12-22. 








Jaartal 1775 zomaar ergens los op de buitengevel van het Zuiderzeemuseum, Wierdijk 12-22.

Een gevelsteen met er boven een gevlegelde engelenkop, geeft weer twee schepen bezig met de visvangst op de Zuiderzee. 
Tekst; 'Kost gaet voor de baet uit'.
Zijgevel; Zuiderzeemuseum Wierdijk 12-22.





Van links naar rechts: Wapen van Maelson. Wierdijk 11 aan gevel Compagniestraat, Monogram VOC Enkhuizen Kade 1, en Minkowsky Joodse familie naam in  de Hoogstraat.

Boven; Als het godt behaegt beter beniet als beclat moeten laeth en mei benieden en niet ein gheven.
Tekst in oud Hollands Oosterhavenstraat 8. 

Links; Zeilschip. Oosterhavenstraat 11.

Rechts; Dits int waterschip. Anno 1583. 
Oosterhavenstraat 18.





Drie ornamenten op de gevel van de Nieuwstraat 8. Kinderkopje, ?, en kinderkopje.





Nieuwstraat 15.
Een buste van ? en gereedschappen.





                        Ornament met een vrouwenkopje.
                                       Nieuwstraat 12





Twee bovenlichten uit de Westerstraat; nummer 17 van een sigaren-, koffie-, thee- tabakswinkel, en een met de afbeelding van en tekst 'Sleutel'.






WESTERSTRAAT 9.

Westerstraat 9  heette tot in de 18e eeuw Int. Kleinschol, naar de familie die jarenlang het pand bewoonde. Veel huizen hadden toen nog namen. De gewoonte om huizen nummers te geven stamt uit de 19e eeuw. In 1839 is er bij het verdelen van de erfenis een inventaris opgemaakt. Doordat de notaris kamer voor kamer beschreef, kunnen we ons een beeld vormen van de inrichting in die tijd. De voorkamer lag uiteraard aan de Westerstraat. Door een gang kon je de zogenaamde binnenkamer bereiken. Gezien het beddengoed wat de notaris daar aantrof, is dat een slaapkamer geweest. Via de zelfde gang kwam je in een zijkamer die uitkeek op de Nieuwstraat. De tafel met schrijfgerei doet vermoeden dat het de werkkamer van meneer is geweest. Die zijkamer is ooit als aparte woonruimte verkocht.

De voorgevel heeft een traditionele trapgevel. De baksteen van de onderpui is grauwer van kleur dan de steen daarboven. De onderpui is oorspronkelijk van hout geweest, met een deur in het midden en veel glas. In de 19e eeuw is die onderpui versteend.
Het kleur verschil zie je bij veel trapgevels. De frisse helderrode bakstenen zijn uit de 17e eeuw.
Veel ornamenten in deze trapgevels zijn niet alleen versiering. De horizontale lijsten bijvoorbeeld dienen om het water zo snel mogelijk van de gevel af te leiden. De bogen bogen de ramen moeten er voor zorgen dat het gewicht van de gevel niet op de kozijnen drukt.
In 1902 kocht de familie Koolhaas het huis en hebben er ruim een eeuw gewoond. In 2016 nam n.v. Stadsherstel Enkhuizen het pand over om het te restaureren, waarna het weer in de verkoop ging.

WESTERKERK.

De oudste officiële vermelding van de naam Gommerkerspel is uit 1311. Maar in een dagregister van de Abdij van Egmond wordt al in 1204 een kerkje in deze contreien genoemd, dat aan Sint Gommarus was genoemd.
Met de bouw van de huidige kerk werd rond het jaar 1470 begonnen. Het is een zogenaamde 'driebeukige hallenkerk', in drie fasen gebouwd. Men werkte daarbij van oost naar west. Het is een grote kerk geworden; dertig meter breed, zeventig meter lang en inwendig zeventien meter hoog.


In de kerk, welke staat op de Unesco-lijst van Nederlandse monumenten, vinden we een aantal bezienswaardigheden: het koorhek uit 1547, is een heel vroeg voorbeeld van renaissance kunst in de Lage Landen. De maker hiervan is onbekend. Maar de stijl van de ornamenten verraden de hand van een Italiaanse kunstenaar. Naast het koorhek moeten ook de preekstoel en de orgelkast genoemd worden.
In het oorspronkelijke bouwplan moet aan de het westelijk eind van de hoofdbeuk een toren opgenomen zijn geweest. Die is er echter nooit gekomen. Wel werd ten oosten van de kerk een losstaande houten klokkentoren gebouwd rond 1533. De klokkentoren staat er nog steeds en is één van de laatste van Nederland. De meesten zijn door brand verwoest.


(Met de klok mee: Het koorhek, de preekstoel, het orgel en de vloer van de kerk.)

De vloer van de kerk is nog geheel bedekt met stenen grafzerken. Ze zijn allemaal genummerd, het zijn er meer dan zestienhonderd. behalve een nummer zijn de meeste zerken gemerkt met een uniek onderscheidingsteken. Vaal zijn het zogenaamde 'huismerken', eigenlijk een soort handtekening. Verder zijn er ook zerken met beroeps symbolen zoals een troffel (metselaar), een kompas (zeeman), of een 'speet' haringen (visserman). Er zijn ook veel zerken met opschriften. Er zijn nog twaalf grafzerken van voor de Reformatie in 1572. De oudste voorkomende bewerkte steen is uit 1503. Bij de Reformatie is de kerk overgenomen door de protestanten. De kerk zal toen zijn sobere interieur gekregen hebben. Opvallend is dat het katholieke koor toch een speciale plek in de kerk is gebleven. Hoewel het geen enkele rol speelt in de protestante eredienst vinden we juist in het oude koor de graven van de rijkste families. In de Franse periode zijn de titels en wapenfiguren weggehakt. Ook in de dood moest toen een ieder gelijk zijn.
De grafzerken liggen overigens niet meer op hun oorspronkelijke plaats. In 1845 schonk mejuffrouw Johanna Margaretha de Vries een groot geldbedrag om de vloer van de kerk te egaliseren.
De kerk is bijna geheel uitgegraven, de menselijke resten zijn geruimd en met een meters dikke laag schoon zand is de vloer weer opnieuw op niveau gebracht. Begraven werd er niet meer in de kerk.
In de Franse periode was het verbod op begraven in de kerk al een revolutionaire maatregel geweest.
In 1829 was al besloten bij de Noorderpoort een Algemene Begraafplaats aan te leggen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten