vrijdag 8 november 2013

WASA HET OORLOGSSCHIP. (DEEL - 1)

WE SPREKEN VAN DE 'WASA' DAAR DE EIGENLIJKE NAAM VAN HET SCHIP 'VASA' ZO WORDT UITGESPROKEN.


DERTIGJARIGE OORLOG.

In 1625 gedurende de Dertigjarige Oorlog (1618 - 1648)  gaf de Zweedse koning Gustaaf II Adolf opdracht tot de bouw van vier oorlogsschepen om zijn vloot uit te breiden tegen de vloten van de Baltische staten.
Deze Dertigjarige Oorlog was in feite een godsdienstoorlog toen het katholieke Spanje en Oostenrijk hun Heilige Roomse Rijk gingen vergroten in noordelijke richting en streden tegen verschillende coalities van voornamelijk protestantse staten.
Het lutherse Zweden bestreed samen met de Noord-Duitse lutheranen de Spaans-Oostenrijkse legers en zeevloten. In die periode startte Frankrijk weer zijn oorlogen met Zweden. Ook de Zuidelijke-Nederlanden waren betrokken in de dit oorlogsgeweld. De zeeslagen vonden hoofdzakelijk plaats op de Middellandse Zee, in de Golf van Biskaje en op de Oostzee. 



                                                         ( De Zweedse Marine vlag.)

BOUW VAN DE VASA.

De Nederlandse scheepsbouwer, Hendrik Hybertsson, kreeg de opdracht om deze vier schepen voor de Zweedse oorlogsvloot te bouwen op de scheepswerf in Stockholm. Het eerste schip zou het vlaggenschip worden de 'Vasa'.


In 1626 werd de kiel van het schip gelegd en in 1627 werd het te water gelaten voor de verdere afbouw aan de kade.
Eikenhout was het materiaal voor de bouw van het schip, maar al snel bleken er problemen te zijn met het leveren van de juiste vorm van het hout, daar het moeilijk was bomen te vinden die in deze vorm waren gegroeid op het eiland Ängsö in het meer Mäler. Zodoende werd de romp uit steeds kleine stukken opgebouwd die door verhitting in de juiste vorm waren gebogen.
Ook bestonden er in die tijd geen duidelijke bouwtekeningen en was het de ervaring van de scheepsbouwer die de tekening van het schip in zijn hoofd had het schip te bouwen.


De 'Vasa' werd een driemaster en was aan de buitenzijde op de romp, haar voorsteven en op haar spiegel rijkelijk versierd met houtsnijwerk. Op de achterspiegel werd het wapen van de koning afgebeeld.
Het schip moest uitgevoerd worden met 64 stukken scheepsgeschut verdeeld over twee dekken.
De lengte van het schip werd; 60 meter.
De lengte over alles ( met de boegspriet); 69 meter.
De grootste breedte; 11,7 meter.
De totale hoogte; 51 meter.
De diepgang; 5,8 meter.
De hoogte van het achterschip; 19,5 meter.
Totaal gewicht; 1200 ton.
Zeil oppervlakte; 1.275 m².

Tijdens de operationele vaart zou het schip een bezetting hebben van 437 opvarenden:
3 officieren, 12 onderofficieren, 12 handwerklieden (scheepstimmerlieden, zeilmakers en smeden), 90 matrozen, 20 kanonniers en 300 soldaten.



1) Het hoofddek.
2) Het bovenste kanonnen dek.
3) Het onderste kanonnen dek.
4) Bemanning verblijven dek.
5) Scheepsruim met daar onder de ballast ruimte.
In het midden de mastkoker van een van de drie masten.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten