zaterdag 25 januari 2025

RIDDERORDEN KONINKLIJK EN MILITAIR.

 

     VOOR MOED, BELEID, TROUW,

 DAPPERHEID IN MILITAIREDIENST, 

VERDIESTELIJKHEID EN PRESTATIE 

            IN DE SAMENLEVING.


RIDDERORDEN.

De ridderorden zijn onderverdeeld in een militaire ridderorde en twee civiele ridderorden. De ridderorden zijn ook bekend onder de naam 'lintjes'.

De Koning is Grootmeester van de ridderorden. Artikel 111 van de Grondwet bepaalt dat ridderorden bij de wet moeten worden ingesteld. De ridderorde valt daardoor onder de ministeriële verantwoordelijkheid, en wordt door de regering verleend. Het Koninklijk Besluit waarin de ridderorde vastgelegd wordt, wordt ondertekend door de Koning en de verantwoordelijk minister. De Koning reikt de ridderorde niet altijd zelf uit. Meestal doet de burgemeester van de woonplaats van de geridderde dit. De Kanselier de Nederlandse Orden is belast met de uitvoering van de Koninklijke Besluiten.

Nederland kent twee civiele ridderorden: de Orde van de Nederlandse Leeuw en de orde van Oranje-Nassau. Deze worden toegekend aan mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de samenleving. Kandidaten moeten worden voorgedragen bij de burgemeester van hun woonplaats.

ORDE VAN DE NEDERLANDSE LEEUW.

De Orde van de Nederlandse Leeuw is de oudste en hoogste civiele ridderorde in Nederland. Koning Willem I heeft de orde ingesteld op 29 september 1815. Iemand komt in aanmerking voor een onderscheiding in deze orde als iemand een prestatie van zeer exceptionele aard heeft geleverd voor de samenleving.

Er zijn drie graden in de Orde van de Nederlands Leeuw: Ridder Grootkruis, Commandeur en Ridder. Mensen die de Orde van de Nederlandse Leeuw hebben gekregen zijn bijvoorbeeld sporters met een Olympische medaille, kunstenaars of wetenschappers die uniek onderzoek verricht hebben.

ORDE VAN ORANJE-NASSAU.

De onderscheiding wordt verleend aan iemand die zich lange tijd persoonlijk verdienstelijk heeft gemaakt voor de maatschappij, de Staat of het Koninklijk Huis.

Er zijn zes graden in de Orde van Oranje-Nassau. De eerste vijf graden zijn:  Ridder Grootkruis, Grootofficier, Gommandeur, Officier en Ridder. Een benoeming in de zesde graad betekend dat iemand tot lid wordt benoemd is in de Orde van Oranje-Nassau.

In 1890 werd de personele unie tussen Luxemburg en Nederland verbroken. Hierdoor kon het Nederlandse staatshoofd niet langer de Luxemburgse Orde van de Eikenkroon toekennen. Omdat de Orde van de Nederlandse Leeuw een exclusief karakter had, en nog steeds heeft, werd een nieuwe orde ingesteld, de Orde van Oranje-Nassau. Dit gebeurde op 4 april 1892, tijdens het regentschap van Koningin Emma.

VERSIERSELEN.

De versierselen die behoren bij de civiele ridderorden blijven altijd eigendom van de Staat. Als een persoon komt te overlijden, moet de onderscheiding worden teruggestuurd naar de Kanselarij der Nederlandse Orden. De versierselen worden dan schoongemaakt en zo nodig hersteld, zodat ze opnieuw kunnen worden gebruikt.

MILITAIRE RIDDERORDE.

De enige militaire ridderorde is de Militaire Willems-Orde.
De Militaire Willems-Orde is een beloning voor daden van moed, beleid en trouw. Het is de oudste en hoogste onderscheiding van het Koninkrijk der Nederlanden. Deze onderscheiding kent de Koning toe aan individuele militairen of eenheden voor buitengewone inzet.
Volgens de wet is het een beloning voor burgers, militairen en eenheden "die zich in den strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw hebben onderscheiden".
De orde bestaat uit vier klassen: Ridder Grootkruis, Commandeur of Tweede klasse, Ridder 3e klasse en Ridder 4e klasse.
Een verzoek tot onderscheiding in de Militaire Willems-Orde moet worden ingediend bij de minister van Defensie. De minister stuurt de aanvragen en de voordrachten voor advies aan het Kapittel de Militaire Willems-Orde. Het zogenoemde Kapittel der Militaire Willems-Orde onderzoekt alle daden uitvoerig. Vervolgens adviseert het kapittel de minister van Defensie om de persoon, onderdeel of eenheid wel of niet voor te dragen bij de koning, Grootmeester van de Militaire Willems-Orde.
De Militaire Willems-Orde werd bij wet ingesteld op 30 april 1815 door koning Willem I. Deze wet bestond uit 12 artikelen en was van kracht tot 30 april 1940. OP die datum werd zij met 'handhaving van haar beginselen' herzien.



DE VIER GRADEN BINNEN DE WILLEMS-ORDE.


RIDDER GROOTKRUIS.

Ridder Grootkruis of Ridder der eerste klasse is een groot uitgevoerd kruis aan een breed lint over de rechterschouder en een zilveren ster met het kruis van de orde met het opschrift 'VOOR, MOED, BELEID en TROUW' en op de linkerborst ditzelfde kruis. 
Tevens wordt de draag baton uitgereikt voor het degelijks dragen van de Orde.




RIDDER COMMANDEUR.

Ridder tweede klasse of Commandeur heeft een  kruis van de orde aan een lint om de hals en op de linkerborst ditzelfde kruis.
Tevens wordt de draag baton uitgereikt.









RIDDER 3E KLASSE.

Ridder 3e klasse heeft een gouden kruis van de orde, met een gouden kroon aan een lint met rozet te gedragen op de linkerborst.
Tevens wordt de draag baton uitgereikt.








RIDDER 4E KLASSE.

De Ridder 4e klasse heeft een zilverenkruis met een vuurslag in goud en een zilveren kroon aan een lint te dragen op de linkerborst.
Tevens wordt de draag baton uitgereikt.







Het lint bij al deze ordes is oranje met twee Nassaublauwe strepen. Een Ridder der Orde, die opnieuw in de strijd een uitstekende daad van moed, beleid en trouw heeft verricht, kan voor bevordering in de Orde in aanmerking komen.




Het is in de heraldiek niet ongebruikelijk om het lint en het kruis ook in het wapen van een ridder op te nemen. Het grootkruis hangt in de standaard van de koning der Nederlanden om het Nederlandse wapenschild in het midden van het Nassaublauwe kruis.








ONDERSCHEIDEN EENHEDEN NEDERLANDSE KRIJGSMACHT.

De wet biedt de mogelijkheid het Ridderkruis vierde klasse toe te kennen aan onderdelen van de krijgsmacht die zich in de strijd hebben onderscheiden. Op grond hiervan zijn zes onderdelen van de Nederlands krijsmacht onderscheiden met de Militaire Willems-Orde voor acties in de Tweede Wereldoorlog:

- de Marineluchtvaartdienst van de Koninklijke Marine (1942);
- het Korps Mariniers van de Koninklijke Marine (1946); 
- de Onderzeedienst van de Koninklijke Marine (1947);
- de Koninklijke Nederlandse Brigade 'Prinses Irene' (1945), waarvan de traditie door 17e Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene wordt voortgezet;
- het wapen der Militaire Luchtvaart Nederland (1940), waarvan de traditie door de Koninklijke Luchtmacht wordt voortgezet;
- het wapen der Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands_Indisch Leger (1942), waarvan de traditie wordt voortgezet door de Koninklijke Luchtmacht; 
-aan het vaandel van 12e Infanteriebataljon (Air Assault) Regiment Van Heutsz van de Koninklijke Landmacht is sinds 1972 de Militaire Willems-Orde gehecht. Dit regiment zet de traditie voort van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), drie eenheden van het KNIL kregen de Militaire Willems-Orde voor hun optreden in Nederlands-Indië; het 7e Veldbataljon (1849); het 3e Veldbataljon (1877); het Korps Marechaussee van Atjeh en Onderhorigen (1930)


BUITENLANDSE EENHEDEN.



Twee buitenlandse eenheden zijn onderscheiden met de Militaire Willems-Orde voor hun rol in Operatie Market Garden / de Slag om Arnhem in september 1944:
- 82nd (US) Airborne Division;
- 1st Polish Independent Parachute Brigade (1 Samodzeilna Brygada Spadochronowas) (31 mei 2006), waarvan de 6th (Polish) Air Assault Brigade (6 Brygada Desantowo-Szturmova) de traditie voortzet  








Geen opmerkingen:

Een reactie posten