woensdag 17 augustus 2022

NUSA LEMBONGAN & NUSA PENIDA.

 


      DRIE KLEINE EILANDEN 

     TUSSEN BALI EN LOMBOK.




STEEK DE BADUNG STRAAT EENS OVER.


Als je reist maak je vrienden als die de zelfde belangstelling hebben als jezelf. Zo werd op een avond na een een goede hap eten en een koud biertje besloten om eens de Selat Badung over te steken en een lang weekeinde door te brengen op Nusa Lembongan, dat door een brug wordt verbonden met Nusa Ceningan, en het grotere eiland Nusa Penida. Het werd uiteindelijk een uitstapje midden in de week om de weekeinde drukte te vermijden, van alle dagjes mensen vanuit Bali. Zo bleek er iemand uit de groep ook een kennis te hebben die in het bezit was van een boot en wel eens oversteken maakten naar deze eilanden. Natuurlijk bestaan er ook reisorganisaties die in de vroege ochtend heen varen, ten anker gaan en in de namiddag weer terug varen.

NUSA LEMBONGAN.

Nusa Lembongan is gelegen ten zuidoosten van Bali in de zeestraat Badung en in het westen door een smal water grenzend aan het eiland Nusa Penida.. Het rotsachtige eiland heeft een oppervlakte van 8 km² en zo'n 5000 bewoners. In het zuiden is het eiland verbonden met Nusa Ceningan door een brug, waarover geen auto's mogen rijden. De eilanden vallen onder het bestuur van Bali.
Het noordelijke kustdeel van het eiland heeft uitgestrekte mangrovebossen en aan de zuidkust ligt Devil's Tears, een plaats waar de woeste golven vanuit de Indische Oceaan zich op de rotsen beuken, waardoor en grotten zijn ontstaan.

De bewoners zijn net als de Balinezen hindoes.

Onze schipper zette ons af bij een prachtig wit strand, wat bekend staat onder de naam 'Dream beach'. Het is met recht een strand waar je weg kan dromen met het ruisen van de zee op de achtergrond. Hier is het in de weekends vreselijk druk.
Het was niet alleen zwemmen en zonnebaden het was ook lange wandelingen maken langs de kust.
De stranden werden telkens onderbroken door in zee stekenkliffen, waarachter weer kleine baaitjes lagen. Zo belanden we in een klein dorpje, waar we genoten van verse klapper vruchtsap en het zachte vlees. De bewoners leefden van de zeewier teelt.


Het zeewier wordt in bedden gekweekt langs de kust, waar het water door de getijden regelmatig wordt ververst. De diep gelegen bedden worden met een bootje bereikt.
Bij laag tij wordt de volgroeide plant geoogst in grote manden die dan door vrouwen, op hun hoofd gedragen, naar het dorp worden gebracht.
In het dorp wordt de zeewier gescheiden op kleur; groen, bruin, rood en zwart, waarna deze te drogen wordt gelegd in de zon.
Het merendeel van deze zeewier oogst van het eiland wordt geëxporteerd naar Japan.



Buiten het oogsten van zeewier werd er door de dorpsbewoners ook aan vissen gedaan. Zo werd besloten om een stevige portie kreeft, garnalen en vis in te kopen, om deze na terugkeer op ons strand te grillen boven een vuurtje. Na het overeenkomen van de prijs, werd door de verkoper een jonge geroepen die onze koopwaar in een mand op zijn hoofd voor ons vervoerde. Een mooie tip en een paar blikjes cola deden hem grijnzen van oor tot oor. Een aanbod van hem om de volgende dag nog zo'n zeebanket te leveren moesten we, tot zijn teleurstelling, afslaan, daar we zouden vertrekken.
Ons natje hielden koel door te begraven in het natte zeezand, en dat wel goed te markeren, daar de zee neemt bij het getijden verschil. Het werd een overnachting in de open lucht met het geruis van de branding op de achtergrond.

De volgende dag, de laatste dag op Nusa Lembongan, ontdekten we weer een ander dorpje meer landinwaarts.
Hier hielden de vrouwen zich bezig met het weven, op traditionele wijze, van schouderdoeken.
De prijs die ze ervoor vroegen was schrikbarend, maar toen ze merkten dat we zouden vertrekken en niets zouden kopen, daalde de prijs behoorlijk. Het afpingelen lieten we aan onze Balinese vrienden over, en kregen uiteindelijk dat doek wat we gewenst hadden.
Zo vergingen bijna twee dagen op Nusa Lembongan, en keerden laat in de avond tevreden terug naar Bali.

NUSA PENIDA.

Na een kort tweede bezoek aan Nusa Lembongang, wat we bereikten met een vleugelboot vanuit Sanur naar Jungutbaty. Hier splitste de groep zich, zij die op het eiland achterbleven en zij die de volgende dag met een andere boot doorreisden naar Toya Pakeh op Nusa Penida.
Het eiland werd langzaam ontdekt door de toeristen die de drukte van Bali achter zich wensten te laten.


Het eiland Nusa Penida is ongeveer 20 kilometer lang en 12 kilometer breed. het eiland bestaat uit kalksteen met karstverschijnselen, heeft weinig regenval en in tegenstelling tot Bali is er zeer weinig rijstbouw. De landbouw die er is bestaat hoofdzakelijk uit de teelt van granen. Met als op Nusa Lembongan is ook hier de teelt van zeewier van economisch belang, gericht op de export naar Japan en Europa.
Het eiland draagt de bijnaam 'dieveneiland'. De bevolking is afkomstig van het eiland Bali. De toenmalige vorsten en de hoogste rechtbank van Klungkung gebruikten dit eiland als gevangenis en verbanningsoord. Tevens was er ook het plaatselijke gebruik van het kliprecht waarbij gestrande schepen werden leeggeroofd.

Het was even zoeken naar een onderkomen (losmen), en eenmaal dat gevonden boekten de vier Australische koppels maar voor één nacht, daar ze de volgende ochtend terug zouden keren naar Nusa Lembongan. Ze hadden gedacht vanaf Nusa Penida naar Lombok te kunnen varen met een ferry.
Helaas i9os dit niet mogelijk. Zo bleef ik met drie vriendinnen, twee uit Duitsland en één uit Zwitserland achter, en besloten bij het avondeten niet op elkaars lip te blijven zitten, en ieder zijn weg te gaan. Ik besloot het eiland rond te reizen, maar kwam er snel achter, dat hier waar het toerisme nog in de kinderschoenen staat, het regelen van vervoer een stuk moeilijker was dan op Bali. Maar met gebruik van het Bahasa Indonesia, Engels en zelfs Nederlands lukte het me om 'transport' te verkrijgen, al was het altijd comfortabel en schoon, tussen manden vol vis of kippen.

PURA PENATARAN PED.

Het is een hindoeïstische tempel in het noorden van Nuas Penida bij het dorp Ped. Het is een zeer belangrijke tempel voor de lokale Balinezen in het spirituele leven.
Het is een van de Kahyangan Jagat tempels, waarvan de naam betekend "universele tempel".
De tempel is een van meest bezochte tempels van het eiland.
Het geheel is opgetrokken uit witte kalksteen, de vervaagde witte kleur geeft het gebied een griezelig gevoel en sfeer.

De Penattaran Ped-tempel zou een donkere geschiedenis hebben. Blijkbaar was het gebouwd als een plaats om de beschermers van het eiland te aanbidden, de wong samar (heilige onzichtbare mensen voor het oog). 500 van deze wong werden ooit bestuurd door een kwaadaardige heerser, Ratu Gede Nusa, die met zijn zwarte magie aan hem gegeven door de leyaks (heksen en sjamanen) ziekte en kwaad verspreidde.
Het Watu Renggong-koninkrijk daagde Ratu Gede Nusa uit, ook bekend als I macaling de mens met een boze geest. Na vele mislukte  pogingen kwam een Watu Rengggong-generaal met de tand van Naga Basuki, een draak, en versloeg I Macaling en nam het eiland in bezit. De Pura Dalem Ped aanbidt nu deze wong samar om ze op afstand te houden, en respecteert ze om te voorkomen dat verdere ziekten en plagen het eiland teisteren.

Het was een jonge pick-up chauffeur met een laadbak vol met manden met kippen die me wees op de Karengsari grot. Zoals hij uitdrukte; "you must see, very holy, bring you luck", en zette me niet ver  van de ingang af. Toen ik hem een vergoeding wilde geven voor het transport zie hij; "God wil bless me to bring you here". Vreemd genoeg zou ik hem nog een keer tegen komen op mijn rondreis.

KARENGSARI GROT - GOA GIRI PUTRI.

Deze voor de hindoes heilige grot is gelegen aan de kustweg tussen Pidada en Angkal, aan de oostkust van Nusa Penida in het plaatsje Banjar Karengsari.
De grot staat beter bekend onder de naam Goa Giri Putri.
De ingang van de grot is een smalle opening in een rotswand, die je bereikt door een trap van ongeveer 100 treden. Je moet je diep bukken om er doorheen te kunnen komen en komt dan eerst in een kleine grot.
Een maal binnen in de grot ontdek je een complete tempelbinnenplaats. De vloeren van de heiligste delen in de hoek van de grot zijn gedeeltelijk belegd met marmer.

Het woord "Giri Putri" werd om een bepaalde reden aan de grootste grot op het eiland Nusa Penida gegeven. Het woord "giri" betekend heuvel en het woord "putri" betekend vrouwelijk. Deze woorden werden gegeven om te verwijzen naar de grot als een heilige plaats van Shiva op de manifestatie als een godin die de aard en de macht bezit om mensen te beschermen, te koesteren en lief te hebben. Het is een plek voor meditatie.

De kleine grot met een diameter van 80 centimeter is duidelijk door natuur erosie ontstaan, hier vandaan is het ongeveer 5 meter kruipen om in de hoofdgrot uit te komen, waar plaats is voor ongeveer 500 mensen.

In de hoofdgrot zijn zes tempels onder gebracht die elk een andere functie hebben.
Bij de uitgang van de grot is er een tempel met een standbeeld van Dewi Kwam Im met typische ornament pagoda, versierd met vele lantaarns aan het plafond van de grot.

Er waren amper buitenlandse toeristen in de grot en het geheel vroeg om stilte en respect.
Ook hier was het dragen van een sarong verplicht, een kledingstuk dat ik ten alle tijden bij me had.



Hierna wist ik een lift te krijgen naar het dorp Pejukutan, waar ik op de markt werd afgezet en eerst wat te eten en drinken opzocht.
Hier was het de weg te vragen naar de volgende twee tempels aan de oostkust van het eiland, de Pura Batu Madan en de Pura Batu Kuring. Deze namen stonden op een oude kaart van Bali, maar wanneer wist niemand me te vertellen, waren de namen veranderd. Na veel heen en weer geloop en gevraag, werd ik door een koopman naar twee pick-up's verwezen vol met vrouwen in traditionele dracht en manden voor tempeloffers. Het bleek dat ze naar deze tempels gingen voor een kleine ceremonie. Er was geen enkel bezwaar dat ik mee mocht rijden en was tijdens de rit het onderwerp van vele vragen. Het was een leuke ervaring.

PURA BATU MEDAWU.

De tempel is gelegen aan de oostkust van Nusa Penida bij de plaats Suana. het is een van de grootste tempels op het eiland.
De naam "Medawu"is afkomstig van de woorden "perahu medah batu" of het schip dat de steenrots splijt.
Dit woord wordt sterk geassocieerd met het verhaal dat genoemd wordt in Babad Nusa. 
Ten tijde van de pujawti die op een woensdag valt, Buda Kliwon Pahang, elke zes maanden, komen veel hindoes om te bidden en aan te roepen voor de leiding van wijsheid.
De huidige tempel bestaat uit drie hoofdtempels, waaronder Pura Segara als een plaats van de eerste aanbidding, Pura Taman, de tweede tempel, en de Pura Batu Medawu als een plaats van de laatste aanbidding, ook wel Pura Penataran genoemd.
Er is een uniciteit in Pura Taman, bootvormig is, vanuit de zijkant gezien.



Op deze tempel-locatie staan veel kokospalmen en op de binnenplaats buiten de tempel staan veel baldakijnbomen.
Bezoekers kunnen hier genieten van het prachtige kustlandschap, de uitgestrekte zee met het blauwe water, en bij helder weer is in de verte het eiland Lombok te zien.






PURA KARANG KUNING / BATU MAS KUNING.

Pura Batu Mas Kuning ligt niet ver van de Pura Batu Medawu vandaan. Het is voor de hindoes een zeer heilige plaats.
In het gebied rond de tempel zijn er "gepuh-bomen" die zeer hoog en groot worden, en verder veel ander soorten bomen.
De Batu Mas Kuning-tempel  bestaat uit vier hoofdtempels, waaronder Pura Song Babuan, Purta Song Beten, Pura Payogan Bhatara Baruna Manunggat Ring Sang Hyang Tiga Sakti en Pura Taman. 
Ook deze tempel heeft een legende volgens de lokale bevolking. Het zou gaan om een enorm grote vis die aangespoeld was, terug gebracht naar zee en wederom weer aanspoelde. Dit alles had invloed op de zeewierteelt van de lokale bevolking. Het is een vreemd onbegrijpelijk verhaal voor een westerling. Vlak bij de tempel ligt een droge bedding van een regenriviertje, dat alleen in de regentijd water heeft.

Na het bezoek aan deze tempels wist ik een lift te krijgen achterop een motorfiets, waarvan de vering volledig kapot was, en het lokale wegdek deed me uit elkaar schokken. In het plaatsje Soyor nam ik afscheid van mijn bestuurder en besloot eerst wat te eten op te zoeken, wat in Indonesië geen probleem is, en eens rustig te overdenken hoe verder te gaan en waar te overnachten.
Tot mijn stomme verbazing hoorde ik een stem die riep "hallo mister Olland" , het was de chauffeur van de kippen-pick-up. Onder het genot van een glas thee kwam van hem de vraag; "Where you want go".
Ik legde uit dat ik naar de Pura Puncak Mundi in het midden en hoogste punt van het eiland wenste te gaan. "No problem we go, I drive and you pay petrol". Zo vertrokken we ver in de namiddag en vroeg me af waar te overnachten. We bereikten het dorp Rata Klumpa en daar werd de achterbak van de pick-up vrij van enige kippenmanden gemaakt, schoongeveegd, voorzien van rotanmatten waarop we de nacht doorbrachten afgedekt onder de sarong. Geen regen, maar een prachtige sterrenhemel.
De volgende ochtend na een eenvoudig ontbijt in het dorp, bezocht ik de tempel.

PURA PUNCAK MUNDI.


De tempel ligt op een hoogte van 521 meter boven het zeeniveau en bij helder weer heeft men een geweldig uitzicht over het eiland van kust tot kust.
In deze tempel vindt eens in de 210 dagen een heilige ceremonie plaats, namelijk op Umanis Anggarakasih Prangbakat dag, gebaseerd op de Balinese kalander.
Het aanbiddingsritueel wordt in deze tempel drie keer gedaan.
De eerste aanbidding wordt gedaan in de Beji-tempel en vervolgens in de Kerangkeng-tempel en de Puncak Mundi-tempel.



Daar het vroeg in de ochtend was, hing er nog een nevel tussen de meru's, waarvan de hoogste  negen verdiepingen telde.

Hier moest ik even wachten op mijn chauffeur die zijn gebed en offer ronde aan het maken was.
Een maal weer terug bij de wagen begon hij een verhaal over een mobil-tempel die heel oud was, en die ik ook zeker moest gaan bekijken, gelegen op een klif aan de westzijde van het eiland. 

PURA PALUANG MOBIL.


De Pura Mobil, gelegen op een hoge klif aan de westkust van Nusa Penida, zoals deze tempel door de lokale bevolking wordt genoemd ziet er aan de buitenzijde uit als iedere andere hindoe-tempel, maar eenmaal binnen valt je mond open van verbazing. Hier staan modellen van oude auto's.
De tempel ligt in een bos waar veel apen leven en je kijkt uit over de Indische Oceaan en de grillige klakstenen  rotswanden van het eiland.



Het complex is opgetrokken uit witte zandsteen en de auto's staat op verhoogde consoles. Het zijn geen echte auto's, maar het zijn heiligdommen.
Tussen twee auto's in het binnenste heiligdom staat een klein gebedshuis, het zijn een Jeep en een VW-kever.
De oudsten van het dorp weten niet hoe de tempel tot stand is gekomen en beweren dat hij er al stond voordat er auto's in Indonesië waren. Om het mysterie nog groter te maken, beweert de lokale bevolking dat ze 's nachts de geluiden van automotoren horen die uit de tempel komen.

Zo wordt beweerd dat de tempel er staat zins mensenheugenis. Niemand weet wanneer het voor het eerst is gebouwd.
Er zijn ook geweldige oude beelden die heel vreemd zijn, en die volgens archeologen 500 jaar geleden werden gemaakt.
Het is een plaats voor meditatie voor de Balinezen, dat bescherm wordt door de apen uit het omringende woud.


Vanaf de tempel heeft men een zeer mooi uitzicht op een in de Indische Oceaan uitstekende klif, omringt door het blauwe water.

Zo werd het tijd om terug te rijden naar het beginpunt van deze reis, de plaats Toyapakeh, waar ik de veerboot terug naar Bali zou nemen. 
Aldaar aangekomen moest ik eerst kennismaken met de vrouw en zoontje van mijn chauffeur en kon pas weg als ik goed had gegeten.
Na afgerekend te hebben, werd ik door de familie naar de veerboot gebracht, waar we afscheid namen van elkaar in vriendschap. In stilte verlangde ik naar een bed met een goede matras om eens lekker uit te rusten van de rondreis.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten