dinsdag 21 juli 2020

ATLANTIC; DRIEMAST-WEDSTRIJDGAFFELSCHOENER.

                    WINNAAR  VAN DE 

       EMPEROR'S- OF KAISER'S CUP 

                             IN 1905.




ATLANTIC.

De driemastgaffelschoener voor toer- en wedstrijdvaart werd voor Wilson Marschall door William Gardner ontworpen en werd gebouwd door de S. and R. Company van Townend and Downey op Shoooters Island en in 1903 te water gelaten. Het schip had een lengte van 56,4 meter, breedte 9 meter en een diepgang van 5,3 meter. Tijdens de races een bemanning van 140 koppen.
Het schip had een hulpvermogen in de vorm van een triple-expansie machine. Zowel de schroef als de schoorsteen die voor de stoommachine noodzakelijk waren, konden worden verwijderd.

 (De Altantic was beslist een mijlpaal in het ontwerpen vanen racen met grote jachten.)

De gooi naar roem die met de Atlantic werd gedaan,  kreeg al in het betrekkelijke begin van haar carrière vorm.
het was een van de elf jachten die in 1905 aan de startlijn verschenen van de race om de Emperor´s Cup die door de Duitse keizer Wilhelm II was uitgeschreven en die gevaren moest worden van Sandy Hook, New York en Lizard Head, Engeland. Het deelnemers veld bestond uit acht Amerikaanse jachten, twee Britse en een Duits.
De Atlantic had een professionele gezagvoerder in de persoon van Charles Barr, een veteraan uit de races om de America´s Cup waaraan hij had deelgenomen met de Columbia (1899 en 1901) en de Reliance (1903). In 12 dagen, 4 uur, 1 minuut en 19 seconden  joeg hij de Atlantic de oceaan over waarnaar de schoener was vernoemd, ondanks een zware storm onderweg.




De 303 zeemijlen die de Atlantic op 23/24 mei in 24 uur aflegde was een record dat lange tijd ongebroken bleef en de tijd van de hele race werd niet gebroken tot de trimaran Paul Richard de afstand aflegde in 10 dagen, 5 uur en 14 minuten.







                                                                                          
(Emperor's Cup)


Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) sloeg Wilson Marshall de keizerlijke beker publiekelijk aan stukken met de bedoeling het goed te doneren aan het Rode Kruis, maar die daad onthulde alleen maar dat de trofee was gemaakt van verguld tin.





Marshall verkocht de Atlantic aan James Cox Bradley en gedurende de Eerste Wereldoorlog deed de schoener dienst als hulpschip voor onderzeebootjagers.
Na de oorlog werd het verkocht aan Cornelis Vanderbilt en daarna aan Gerard B. Lambert.
Met de laatste eigenaar was de Atlantic in 1928 favoriet voor het winnen van de transatlantische race om de King's Cup die beschikbaar was gesteld door koning Alfonso XIII van Spanje, maar ze werd verslagen door de Elena.
In 1935 escorteerde de Atlantic Lamberts jacht van de 'J'-klasse, de Yankee, naar Engeland voor een reeks races. Na deze tijd werd met de Atlantic op racegebied weinig meer ondernomen en in de Tweede Wereldoorlog werd het schip overgedaan aan de US Coast Guard voor onderzeebootsurveillance langs de kust.
Na de oorlog werd de Atlantic door diezelfde kustwacht gebruikt voor vaartrainingen. Een paar jaar later werd het de Delware River opgesleept om gesloopt te worden, maar dit werd voorkomen door Ward Bright die plannen had om de schoener te restaureren. Helaas zijn deze plannen nooit verwezenlijkt, maar de resten van de Atlantic waren op de rivieroever nog te zien nadat Ward in 1968 was overleden.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten