dinsdag 29 augustus 2023

LEIDEN ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. (DEEL2)

 

      HISTORISCHE SLEUTELSTAD, 

  STAD VAN HOFJES EN STUDENTEN.

                                          (DEEL 2)





LEIDEN ONTDEKKEN. (2)




Van links naar rechts Oude Singel: Gevel met bedrijfsnaam;  Leeuwenkop nr. 216; Garen winder nr. 242.

We steken bij Klokpoort de Oude Rijn over en wandelen een kort stukje over de Oude Vest via het Havenplein naar Haven en de Zijlpoort.

ZIJLPOORT.

De Zijlpoort nummer 100A,  gelegen aan het einde van Haven is in 1667 in classicistische stijl opgetrokken volgens een ontwerp van de Leidse bouwmeester Willem van der Helm en voorzien van beeldhouwwerk van Rombout Verhulst.
De klok is in 1668 gegoten door Hemony.
Doordat de poort zowel op de stadswal als op de brug ervoor moest aansluiten, heeft het gebouw de vorm van een parallellogram.
De Zijlpoort en de Morspoort zijn als enige twee overgebleven van de oorspronkelijke acht stadspoorten. 
Langs de Zijlpoort stroomt vanaf het nabij gelegen riviertje de Zijl, de Oude Rijn de stad Leiden binnen.
De voormalige Zijlpoort stond 300 meter westelijker aan de Haarlemmerstraat, tussen de Koestraat en het Havenplein; daar was vroeger de oude stadsmuur.
In haar bestaan heeft de poort, en dan met name de zaal boven de doorgang, verschillende functies vervuld, van vergaderzaal, school voor arme kinderen en als opslag voor stadsgoederen.
In het laatste kwart van de 20e eeuw is de \zijlpoort tweemaal grootscheeps gerenoveerd. Tegenwoordig is er een horecabedrijf in gevestigd.



 Met de klok mee Zijlpoort: Klokkentoren van de Zijlpoort; Wapen van Swanenburch en Meerman aan stadszijde; Wapen van Willingen en Staveren aan de stadszijde. Zijlpoort gezien van buiten de stadswal met wapen van Leiden, Haec Libertas Ergo: Kanonnen, vaandels en trommels en geschut aan de stadszijde van de poort; Een kanon buiten de Zijlpoort.


Van links naar rechts: Fraaie poort van de Zijlpoort begraafplaats. Paard, Haven 42 - 44.

We wandelen terug naar het Havenplein en lopen de Oude Vest op, slaan onder weg de Jan Vossensteeg en lopen tot het einde van de Oude Vest om terug te lopen  naar de Lange Mare. Halverwege de Lange Mare gaan we de Caecilliastraat in om via de Turfmarkt op de Haarlemmerstraat uit te komen.  


Met de klok mee Oude Vest:

Poortje naar Leidsche Stoom-Bierbrouwerij De Posthoorn. nr. 171

Naam boven poortje en biervat. nr.171.

Iets met de inwendige mens? nr.73.

Stichting Groeneveld 1882. nr. 41.

Wapen Elisabeth van Thüringen. nr.25.



Van de Oude Vest lopen we even de Korte Mare in naar de Langegracht.

Van links naar rechtsLangegracht:

De druiventros nr. 65.

De Fransche Kroon van v.m. jeneverstokerij nr 65.

Wapen van Leiden. nr. 70C.  

VAN ASSENDELFTSHOF.

Van Assendelftshof ook wel hof van Bartholomeus van Assendelft is gelegen aan de Langegracht 49.
Het hofje is gesticht in 1624 bij testament van houthandelaar Bartholomeus Willemsz. van Assendelft. Dit testament werd pas in 1681 uitgevoerd. Er werden 15 huisjes gebouwd, bestemd voor onvermogenede huisgezinnen.
In de 20e eeuw heeft het enige tijd leeg gestaan en is het in gebruik geweest door de nabij gelegen destilleerderij. In 1974 ingrijpend gerestaureerd.



Duizend vrees. anno 1640.
Jan Vossensteeg 62.





Met de klok mee Lange Mare:

Bovenlicht; In de oude Marenpoort. anno 1615.

Koepel van de Marekerk. nr. 48.

Binnenzijde van de koepel Marekerk.

Wapen van Leiden. nr. 50.

Ossenkop in medaillion. nr. 51.

Koeienkop met bel nr. 60.

MAREKERK.

de Marekerk is gelegen aan de Lange Mare. De bouw van de kerk begon in 1639 en werd in 1649 voltooid.
De kerk is gebouwd in het Hollands classicisme.
De zandstenen gevel van de kerk met de hoofdingang, gelegen aan de Lange Mare, is van iets later datum na 1657.
Het is de eerste kerk die voor de protestantse eredienst is ontworpen.
De kerk heeft een bijzondere vorm, namelijk een achthoekige centraalbouw. De marekerk beschikt over drie portalen: aan de oostzijde, aan de noordzijde onder het orgel en aan de westzijde. Het portaal aan de westzijde is in gebruik als hoofdingang. Het orgel dateert uit 1560 en werd gerestaureerd van 2008 tot 2010. In die periode werd ook het plafond in de vermoedelijk oorspronkelijke kleuren teruggebracht.


Met de klok mee Haarlemmerstraat. Uithangbord "De Vergulde Kruik" nr. 22; Snijraam van café "De Vergulde kruik". nr.22; Snijraam, Boerin met kaashandelaren. nr. 56; Uithangbord lederwinkel. nr. 36;
Vrouw met schildje. nr. 42; Ingang St. Stevenshofje. nr. 50; Hofleverancier.



Met de klok mee Haarlemmerstraat: Gaper nr. 68; Laurens Janszoon Coster. nr. 86; Sint Franciscus. nr. 110.; Vat. nr. 204; St. Janshof 1504-1901. nr. 264; Oorlogherdenking 1940-1945 aan gevel kerk nr. 106.


Adelaar op hoek van pand Haarlemmerstraat en Havenplein.

We zijn weer terug op het Havenplein en volgen de Oude Rijn slaan af naar de Hooigracht en via de Nieuwstraat naar de  Hooglandsekerkgracht en weer terug naar Oude Rijn om bij de Visbrug uit te komen. Van de Visbrug via de Hoogstraat naar de Koornbrug, en lopen de Aalmarkt op.

 


Met de klok mee: 

Reclame boven winkeldeur. Oude Rijn 75.

Bovenlicht "Hoppezak" Oude Rijn.

Barmhartige Samaritaan. Hooigracht 27.

Gans. Gansoordbrug Hooigracht-Nieuwe Rijn.  



SINT ANNAHOF.

De Sint Annahof ook wel Sint Anna Aalmoeshuis is gelegen tussen de Hooi Gracht en de Middelste Gracht.
Het naar de heilige Anna vernoemde hofje is in 1492 gesticht op het erf achter het huis van de een jaar eerder overleden brouwer Willem Claesz aan de Hooigracht.
Het hofje bezit een eigen laat-middeleeuwse kapel. Bijzonder aan deze kapel is dat het interieur de Beeldenstorm van 1566 ongeschonden heeft overleefd. In de kapel bevindt zich nog altijd een origineel altaarstuk: een drieluik met de Aanbidding der Koningen. In de ramen van de kapel bevindt zich een aantal van de oudste gebrandschilderde glazen van Nederland: verschillende wapenmedaillons die dateren uit 1492.

Op de afbeelding van met de klok mee: Naam van het hof.; De kapel op de binnenplaats; Gebrandschilderde ramen; Altaarstuk met drieluik; Waterpomp op het erf; Ingang, een klein deurtje in een deur, aan de Hooi Gracht.

ROGGEBROODHOFJE.

Het Roggebroodshof is een klein complex van oorspronkelijk vier woningen op een klein pleintje achter de Middelste Gracht.
Het ontstaan van het hofje is gekoppeld aan de komst in de 19e eeuw van nieuwe industrie naar dit stadsdeel, zoals textielfabrieken en een conservenfabriek. Tussen deze fabrieken werden hofjes of poortwoningen gebouwd voor de arbeiders.
Na sluiting van de fabrieken raakten deze in verval. In 1970  stond ook de Roggebroodshof leeg en zou gesloopt worden.

In 1979 gaf B&W toestemming voor het renovatieplan, wat in 1983 werd uitgevoerd, waarbij de nummers 3 en 4 gecombineerd werden tot één woning.

Van links naar rechts:

Steegje naar het Roggebroodshof.

Binnenerf van het hof.

 



Van links naar rechts Nieuwstraat:

Wapen van Leiden. Accijnshuisje nr. 22-26.

Mannenhand en vrouwenhoofd nr. 49.


Met de klok mee Hooglandse Kerkgracht:

Doorkijkje van binnenplaats weeshuis naar de straat. Nr. 17.

Wapens van de regenten rond venster op binnenplaats weeshuis. nr.17.

Gevelsteen. Heilige Geest op binnenplaats.

Waterpomp op de binnenplaats. nr.17.

Esculaap. Nr 11a. Fraai bewerkte ingang aan de Hooglandse Kerkstraat. 



Met de klok mee Hooglandse- kerkgracht: 

Bovenlicht met margriet nr. 16.

Snijraam. Initialen voormalig weeshuis. nr. 17.

Fraaie decoratie boven deuringang.

Ingang Heilige Geestweeshuis. nr. 17.



Boven deur van H.Geestweeshuis kinderen die de heilige geest aanroepen.  Ingang van het Mierennesthofje nr.38

MIERENNESTHOFJE.

Het Mierennesthofje gelegen aan de Hooglandse Kerkgracht 38 gaat schuil achter een eenvoudige deur.
Het hofje telt vijf huisjes en is echter alleen toegankelijk voor de bewoners.
De geschiedenis van het hofje gaat terug tot 1386 toen het Sint Pancrasbegijnhof werd gesticht door Katrijne Jacobsdochter in een huis aan de 'Hooglandsteeg'. Het begijnhof bevond zich vanaf 1402 op de huidige plaats aan de oostzijde van de Hooglandse Kerkgracht.
Toen na de Reformatie en het Beleg van Leiden (1573-1574) de stad Leiden het begijnhof in bezit kreeg, liet het stadsbestuur aan aantal gezinnen in het hof wonen. De intensieve bewoning leidde tot de bijnaam Ruypennest (rupsennest) of Mierennest en heeft die naam behouden.
In 1590 kwam het hofje in handen van het protestants kerkbestuur. In 1732 werd het verkocht aan een rijke Leidenaar die er in 1760 een formeel hofje van maakte met een college van regenten. 
In 1967 werd het verwaarloosde hofje verkocht aan de gemeente Leiden, welke het in 1977 overdroeg aan de Stichting Diogenes Leiden. De stichting liet get tussen 1981-1982 volledig opknappen en beheerd en verhuurt de woningen.

VISBRUG.

Wapen van Leiden aan de Visbrug. Aan de andere zijde staat een zelfde wapen afgebeeld. De brug verbindt beide oevers van de Nieuwe Rijn tussen Hoogstraat en de Aalmarkt, net daar gelegen waar de Nieuwe Rijn samenvloeit met de Oude Rijn. De Visbrug is de oudste brug van Leiden+ de eerste die op deze locatie werd gebouwd in de 12e eeuw. Samen met de St. jansbrug vormde de Visbrug op dat moment de enige vaste oeververbinding over de Rijn tussen Utrecht en de Noordzee. vanwege het belang van de brug, moesten alle plaatsen in de omgeving van Leiden meebetalen aan de bouw en het onderhoud.

In 1518 werd de brug verbreed en in 1532 vernieuwd. Uit die tijd dateren ook de twee wapenschilden met de wapens van Leiden en de baljuw van Rijnland.
De Visbrug dateert in zijn huidige vorm uit 1637. In dat jaar bouwde men een nieuwe stenen boogbrug, die hoger was dan zijn voorganger.
De brug dankt zijn naam aan de vishandel die er plaats vond  door handelaren uit Katwijk en Noordwijk.
In 1652 werd de borstwering weggebroken en vervangen door een kleine 
borstwering met ijzeren leuning.
In de verder loop der eeuwen is de brug nauwelijks veranderd.


Links: Het wapen van Leiden aan de Koornbrug.

Rechts: Zwaan en wapens van Wassenaar, leiden en Holland.
Koornbrugsteeg 2.



KOORNBRUG.

De Koornbrug of Koornbeursbrug is een vaste stenen boogbrug met dubbele overkapping over het water van de Nieuwe Rijn. De brug is een verbinding tussen de brugsteeg en de Koornbrugsteeg.

Koorn (koren) werd eeuwenlang op de brug verhandeld en de eerste vermelding dateert uit de 15e eeuw.
In 1642 werd deze brug vervangen door de huidige Koornbrug met drie bogen en een chique natuurstenen fronton. De eerste steen werd gelegd op 15 december 1642. De onderkant van de brug stamt nog uit deze tijd. In de 17e eeuw werd de brug vernieuwd. In 1824 werd de overkapping geplaatst om zo de koopwaar te beschermen. De twee overkappingen in neoclassicistische stijl. In de overkapping bevindt zich het stadswapen van Leiden omgeven door korenaren. Onder het dak werd koren opgeslagen. De gaten in het plafond dienden als ventilatie. In 1978 werden de overkappingen ingrijpend gerestaureerd en werden alle zuilen vervangen en vond er een gedeeltelijke vernieuwing van de kapconstructie plaats. In maart 2007 werd de brug gerestaureerd na het ontdekken van houtrot en schimmels.

DE WAAG.


De Waag is gelegen aan de Aalmarkt. Het gebouw is rond 1657 gebouwd naar een ontwerp van Pieter Post op de plaats van het oude, houten waaggebouw.
Het oude waaggebouw stond sinds 1455 op de plaats waar de Oude Rijn, de Nieuwe Rijn en de Mare samenkomen.
De Waag is gebouwd in de stijl van het Hollands classicisme en is boven de poort voorzien van een reliëf, gemaakt door beeldhouwer Rombout Verhulst, dat het waagbedrijf afbeeld.
Voor het gebouw ligt het zogenaamde Waaghoofd, de kade waar vroeger de schepen werden gelost.
De kranen die hiervoor werden gebruikt zijn niet meer aanwezig.
Het Waaghoofd was een aanlanding van de de Waaghoofdbrug, een brug voor langzaam verkeer tussen de Aalmarkt en de Stille Mare. Naast de Waag ligt de Mandemakerssteeg. 



HANDEL EN WANDEL.

Anders dan de meeste Oud-Hollandse steden kent Leiden geen centraal marktplein.
Het water van de Rijn was door de eeuwen heen een levensader voor Leiden en goederen kwamen eeuwenlang op platte boten de stad binnen.
Vervolgens werd de waar aan de kade uitgeladen, gewogen en verkocht.
Alle namen langs de Nieuwe Rijn herinneren hier nog aan, zoals Aalmarkt, Botermarkt, Koornbrug en Visbrug. Het was dus logisch om langs dit water een Waag te bouwen, waar de marktwaar werd gewogen. In 1455 werd op de huidige plaats een houten waaggebouw opgetrokken, dat rond 1657 werd vervangen door het huidige stenen gebouw.
In de tijd dat er nog driftig gesjoemeld werd met gewichten vervulde de Waag een belangrijke functie. De gewichten werden officieel geijkt en koper konden er zeker van zijn dat ze niet werden bedrogen. De kraan die voor het gebouw op de kade, het Waaghoofd, stond werd door de stad verpacht. De kraanmeester hielp iedereen die dat wilde met het uitladen van de waar en ontving daar natuurlijk een vergoeding voor.

Met de klok mee: 

Afbeelding van het wegen in de Waag boven de hoofdingang.

Handel in boter op de zijgevel van de Waag.

Vogels. Aalmarkt 22.

Reiger op nest met jongen. Aalmarkt 22.


Nog even de Stille Rijn opgelopen waar deze gevelsteen aan de huisnummers 14 - 15 is geplaatst. 

Wilt u verblyden den hier het paert laet ons ryden.
Den os is tyt geslagen. Hy is vet. Hy cant niet langer drage


Zie vervolg: LEIDEN. GEVELS, GEVELSTENEN. ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. DEEL 3.





zaterdag 26 augustus 2023

LEIDEN ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. (DEEL 1)

 


     HISTORISCHE SLEUTELSTAD, 

STAD VAN HOFJES EN STUDENTEN.

                                     (DEEL 1)




                                

LEIDEN.

In deze ontdekkingsreis door de stad Leiden heb ik getracht zoveel mogelijk gevels, gevelstenen, ornamenten en snijramen vast te leggen en gelijk alles van informatie te voorzien. Het was een ware zwerftocht door deze prachtige stad en ik weet dat ik niet alles heb kunnen vastleggen, dat ik mij gewenst had in één dag tijd. Ik gebruik in dit verslag dan ook zoveel mogelijk de volgorde van mijn opnamen die ik gemaakt heb. Dus Leiden ontdekken van 'honk naar haar'.



Leiden is een gemeente en stad in het noordwesten van de provincie Zuid-Holland. Het is een plaats waar drie rivieren samen stromen. De stad kent een historische geschiedenis, wat op de plattegrond duidelijk is te zien aan het water dat om de stad ligt als een vestinggracht.
Dankzij de lakennijverheid behoorde Leiden van de late Middeleeuwen tot in de 17e eeuw tot de grootste steden van de Noordelijke Nederlanden.
De stad ontstond als een dijkdorp aan de zuidzijde tegenover een kunstmatige heuvel  aan de samenvloeiing van de Oude Rijn en de Nieuwe Rijn. Omstreeks 860 sprak men over het dorp Leithon.


Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten werd Leiden verschillende malen belegerd, zo werd de stad in 1420 veroverd door hertog Jan van Beieren en in 1481 door keizer Maximillisaan.
Op 1 maart 1512 stortte de ruim 100 meter hoge toren van de Pieterskerk in bij een storm. De toren, een van de hoogste van Nederland, werd nimmer herbouwd.
Ondanks dit alles was Leiden in 1514 uitgegroeid tot ruimschoots de grootste stad van Holland.




In 1572 koos de stad de zijde van de anti-Spaanse opstand.
De Spaanse landvoogd Requesens belegerde in 1574 de stad. Van de 15.000 inwoners verloor tijdens het beleg ongeveer een derde deel het leven. Leiden hield stand en werd op 3 oktober 1574 ontzet door de prinselijke troepen vanuit Delft.
Het hongerige volk kreeg haring en witte brood, wat Leiden hielp uit de nood.




In 1575 kreeg de stad met de Universiteit Leiden  de eerste universiteit van Nederland. De universiteit voert als motto Praesidium Lebertatis, dat 'bolwerk van de vrijheid' betekend.

In de 17e eeuw kwam de stad opnieuw tot grote bloei, dankzij de impuls  dei de vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden gaven aan de lakennijverheid met hun kennis van nieuwe technieken voor het maken van lichter laken.
In de Gouden Eeuw was Leiden op Amsterdam na de grootste stad van Nederland.. De bevolkingsgroei maakte aanleg van nieuwe grachten en singels noodzakelijk. Het huidige centrum van Leiden, herkenbaar aan het singelpatroon, werd in 1659 voltooid. 

Op 12 januari 1807 vond de Leidse buskruitramp plaats, waarbij ongeveer 150 burgers om het leven kwamen. Koning Lodewijk Napoleon bezocht persoonlijk de stad om hulp aan de slachtoffers te coördineren.

In de kademuur van het Steenschuur is een gedenkplaat geplaatst op de plaats waar het befaamde kruitschip lag afgemeerd.

In 1842 werd de voor Leiden zeer belangrijke spoorlijn naar Haarlem in gebruik genomen.

Leiden speelde een grote rol in het vierde kwartaal van de 19e eeuw in de vooruitgang in de Nederlands wetenschap. z0 zeer, dat men deze periode als de Tweede Gouden Eeuw aanduidt.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Leiden zwaar getroffen door geallieerde bombardementen. het historische centrum bleef gespaard.
Het huidige Leiden profileert zich als een centrum van wetenschappelijke kennis en nieuwe technologie. Daarnaast speelt ook het toerisme een steeds belangrijkere rol in deze historische vesting stad.

WAPEN VAN LEIDEN.

Het huidige wapen van Leiden werd op 25 januari 1950 bij koninklijk besluit vastgelegd. het toont een strijdbare, rode leeuw op een vestingmuur met de Latijnse wapenspreuk "Haec libertas ergo". (Dit omwille van de vrijheid), dat verwijst naar de tijd van het Nederlandse verzet tegen de Spanjaarden in de 16e eeuw. De linker klauw van de leeuw rust op een zilveren schild met twee gekruiste rode sleutels In zijn rechter klauw bevindt zich een opgeheven, zilveren zwaard met gouden gevest. 

Het wapen verwijst naar Sint Pieter, de schutspatroon van de stad en naamgever van de voornaamste kerk, de Pieterskerk. Petrus zou van jezus de sleutels van de hemel hebben ontvangen en was daarmee in de opvatting ven de R.K.-Kerk de grondlegger van het pausdom, dat wil zeggen dat hij na de hemelvaart van Jezus dien plaatsvervanger was op aarde, evenals de de daarop volgende pausen. Vandaar dat de vergelijkbare sleutels als die van Leiden voorkomen in het wapenschild van het Vaticaan.

Gedurende de Franse Tijd, 1794 - 1814, kreeg Leiden het recht om een vrijkwartier aan het wapen toe te voegen. Dit vrijkwartier bestond uit een blauw veld met daarop een gouden N. Het vrijkwartier stond symbool voor de steden van de tweede klasse van de bonne villes de l'empire behoorde. Dit was de Franse aanduiding voor de goede steden van het Rijk. ook kreeg het wapen een zilveren muurkroon.


Na het einde van de Franse tijd kreeg de stad een nieuw wapen dat sterk leek op het wapen dat gebruikt werd voor de invoering van het Napoleontische wapen.
Dit nieuwe wapen kreeg een aantal aanpassingen ten opzichte van het oude wapen: de twee aanziende leeuwen in het rood als schilddragers staande op een grasveld en de kroon weer boven op het schild.
Het oude wapen voerde geen kroon en het nieuwe voert een gravenkroon van goud, met vijf fleurons. Dit wapen werd op 16 juli 1816 bij Koninklijk Besluit verleend.

LEIDEN ONTDEKKEN. (1)



Vanuit het NS-station de Stationsweg gevolgd en de brug over de Mare Singel overgestoken en kwam zo uit op de overgang van 2e Binnenvestinggracht naar Lammermarkt, waar de stellingmolen De Valk staat.

De Zwarte Ruiter. Stationsweg 7 - 9.

DE VALK.

De Valk is een stellingmolen en museum. De huidige stenen stellingmolen is de derde molen die er op deze plek heeft gestaan.
In 1611 werd op het Valkenburger bolwerk de standerdmolen "De Valck" gebouwd.
In 1667 werd hier een houtenstellingmolen neergezet.
In 1743 werd een hogere stenen stellingmolen gebouwd.
De Valk was oorspronkelijk uitgerust met zes koppels stenen.
In de molen bevonden zich twee woningen, aanvankelijk voor beide eigenaren, naderhand voor de molenaar en zijn knecht.
Stichter in 1743 was Adrianus van Deventer en zijn zoon Pieter plaatste de eerste steen.
In 1869 werden de beide woningen weer verbouwd tot een woning:; de huidige inrichting stamt grotendeels uit die periode.
Sinds 2000 is de De valk weer maalwaardig.

De molen werd gebouwd in 1743. Het is een ronde stenen stellingmolen. Stellinghoogte is 14,6 meter en de wieken hebben een vlucht van 27 meter.


Van links naar rechts: Een gedenkplaat aan de bouw van de molen; Geen wind dan toch malen bij de rosmolen; Ook te veel wind is niet goed, een gebroken wiek.

We volgende Steenstraat, komen uit op de Beestenmarkt en steken via de Blauwpoortsbrug de Oude Vest over om later verder te gaan via de Turfmarkt en de Oude Singel te volgen naar het Havenplein en Haven.


Van links naar rechts: Naamsteen van het Sint Salvatorshof aan de Steenstraat; Verspieders in het land Kanaän, het beloofde land. Beestenmarkt 2; Wapen van Woudendorp. Beestenmarkt 3.

SINT SALVATORSHOF.

Het St. Salvatorshof werd gesticht in 1625 bij testament van priester H.Pauwels Claeszoon van de Velde, met de bijnaam "De Goede". Hij kwam uit een zeer welgestelde familie en legde in zijn testament vast, dat het hofje alleen bewoond mag worden door ongetrouwde vrouwen en weduwen.
In 1639 werd de bouw van het hofje voltooid.

Opvallend in de bouwstijl zijn de spitse bogen boven de ramen. In 1809 werden vier huisjes gesloopt wegens bouwval en in 1884 weer herbouwd. In 1891 werden ze aangesloten op de gasleiding en in 1895 op de waterleiding. De kwaliteit van het putwater zou zeer slecht zijn geweest. In plaats van een waterpomp kwam er één waterkraan.
In de jaren 1931 -1932 volgde een volledige renovatie, waarbij het oude aanzien, met de spitsbogen boven de ramen en deuren en enkele kruiskozijnen bewaard bleef. Door verval was het hofje in de jaren '60 van de 20e eeuw niet meer geschikt voor bewoning door senioren en nam de Stichting Leidse Studentenhuisvesting (DUWO) , het hofje over Een grondige renovatie vond plaats in de periode 1978 - 1982. het hofje staat nu onder beheer van DUWO.

BLAUWPOORTSBRUG.

De Blauwpoorstbrug is een rolbasculebrug, een brug die open gaat door een rolbeweging, en ligt over de Oude Vest in het verlengde van de Morsstraat en de Haarlemmerstraat, nabij de Beestenmarkt.
De contragewichten zijn bij deze brug niet aan de buitenzijde aangebracht maar in de kelder van een afgedichte aanbrug ter hoogte van het wachthuisje, over een rolbaan wordt geschoven, dus uit het zicht.


Gevelstenen aan Blauwpoortsbrug brugwachtershuisje:
links : Wapens van leiden en Holland.
Rechts: Gezicht op Blauwpoort.





Jan Klaassen en Katrijn.
Turfmarkt 4.









Met de klok mee, Oude Singel 32: Wapen van Leiden boven poortje. Gevel van museum De Lakenhal met voorstellingen lakenbewerking en wapen van Leiden. Molen boven de ingang van het museum.
Kop van ram en festoen aan gevel. 

LAKENHAL.

Het huidige museum Lakenhal was het voormalige Laecken-Halle uit 1640 gelegen aan Oude Singel 32.
In de 17e eeuw was meer dan de helft van de Leidse bevolking werkzaam in de lakenindustrie.
Op 8 mei 1639 besloot het stadbestuur om de beroemde architect Arent van 's-Gravesande de opdracht te geven een representatieve lakenhal te ontwerpen voor de lakenindustrie in Hollands classicistische stijl. Het gebouw werd op 8 augustus 1641 officieel geopend.
In de Lakenhal kwamen gouverneurs en staalmeesters van het lakengilde bijeen. Lakenhandelaren leverden er hun stoffen af op het voorplein, waar de staalmeesters het keurden. In de grote gildezaal, ook wel Grote Pers genoemd, kregen de balen een loden zegel als waarmerk.
Door het verval van de lakenindustrie in 1820 verloor het gebouw haar functie en werd het zelfs een cholerahospitaal. Op 28 december 1868 besloot het bestuur van de stad de Laecken-Halle te verbouwen tot een oudheidkundig en kunstmuseum. Op 1 mei 1874 werd het gehele gebouw in gebruik genomen als museumgebouw. In 1890 werd het museum uitgebreid aan de achterzijde met de Harteveltvleugel. In 1918 wederom met de Papevleugel. In 2019 werd het Van Steijn Gebouw aan het complex toegevoegd en de Laecken-Halle gerestaureerd.


Met de klok mee: Wapens aan de gevel van de Laken Hal van: Simon Vliedhoorn, rentmeester; Meester Jacob van der Stoffe; Pieter van Assendelft; Meester Jacob van Marck en Meester Ysbrant de Bey.

(Oude grafzerk op binnenplaats Lakenhal.)


Op de binnenplaats van het Lakenhal museum heeft men een collectie gevelstenen aangebracht die van gesloopte panden uit de binnenstad van Leiden afkomstig zijn. Deze zal ik niet vermelden.
Buiten deze gevelstenen zijn er ook oude grafzerken te zien.




                         Dit is in den vergulden -- gekroonden hou hamer. Oude Singel 72 - 72A.


Van links naar rechts Oude Singel: Wolwassen anno 1638 nr. 88; Hond nr. 96. De blauwe klok anno 16.. nr. 174.


Zie vervolg: LEIDEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. DEEL 2.