zaterdag 30 mei 2020

SKERRY BOAT.


        KUSTPATROUILLE- EN 

     VERDEDIGINGSVAARTUIG

            MET DRIE MASTEN.




SKERRY BOAT (1768).

Meestal wordt de Engelse skerry boat gerekend tot de langsscheeps getuigde schoeners, maar men gelooft dat er al in 1768 een Noorse variatie van bestond, een driemastvaartuig met vierhoekige zeilen aan grote en fokkenmast en een klein bezaan met giek en gaffel aan de achterste mast.
het vaartuig had een relatief lange boegspriet, waardoor zowel een binnen- als buitenkluiver kon worden gevoerd. Ze had een lengte tussen de 16,5 en 20 meter, haar breedte  en diepgang zijn onbekend. De bemanning bestond uit 50 koppen.

( Het geheim van het zeilplan van de skerry boat was haar grote eenvoud.)


De belangrijkste elementen van de dwarse tuigage waren heel eenvoudig omdat er aan geen van de masten voorzieningen waren voor mars- of bramzeilen.
Het schip was uitgerust met paalmasten zonder voorzieningen voor stengen of zelfs vlaggen,asten en zijn grootzeilen waren trapezoïdaal gesneden, zoals bij Noorse zeilen van dit type heel vaak heel vaak het geval was.
De zeilen werden gehesen aan eenvoudige ra's die door twee brassen in bedwang werden gehouden en waren voorzien van twee rijen reefschinkels die hoog in het zeil waren aangebracht en niet, zoals meestal het geval was, lager bij het voetlijk. Een dergelijke tuigage werd in de laatste jaren van de 18e eeuw in Groot Brittannië geïntroduceerd voor transportschepen van zwaar geschut, zij het dat deze iets verschilden van de Noorse schepen doordat de plaats van de gaffelbezaan een torenzeil aan de een hogere bezaansmast werd gevoerd.

De skerry boat was ook in gebruik in Zweden, waar het type onder andere werd aangeduid als skaerbaat en omschreven als 'een klein. bewapend vaartuig waarvan er verscheidene patrouilleren tussen de riffen bij Stockholm om de haveningang te beschermen'. 
De skerry boat  werd als onderdeel van een gewapende macht ter bescherming van belangrijke toeganggevende wateren en daaraan gelegen installaties ook toegepast door de andere Scandinavische landen. Ook als kernonderdeel van patrouilles en inspecties op de binnenwateren leende  het vaartuig zich bijzonder goed dankzij haar geringe diepgang en haar wendbaarheid, meer speciaal bij het overstag gaan, terwijl ook het lage vrijboord van niet meer dan 90 centimeter sterk in haar voordeel sprak.

( Ondanks haar eenvoud zorgde het zeilplan van de skerry boat voor een goede prestatie zowel bij veel als bij weinig wind.)

De eerste ontwikkeling van de skerry boat kan worden gedateerd rond de jaren zestig van de 18e eeuw en het type dat uit dit proces voortkwam was niet veel anders dan de snelle brigantijnen van de zeemachten aan de Levantijnse kusten. Hoewel het echte zeilvaartuigen waren, waren de skerry boats ook uitgerust met tien tot twaalf paren riemdollen om te kunnen worden geroeid wanneer de wind het liet afweten of volledig tegen was. Als zodanig, maar ook in zijn patrouille- en inspectietaken, was de skerry boat in zekere zin de Baltische opvolger van de geroeide en gezeilde galeien van het Middellandse Zee-bekken, die immers al wel 100 jaar en tot aan het einde van de 18e eeuw eenzelfde soort diensten deden, zij het dat tegen het einde van de periode de geleien nog werden ingezet voor defensieve taken.
Er is wel gesuggereerd dat de skerry boat niet aangetroffen wordt voor 1785, maar het Deense vaartuigtype waarop deze suggestie is gebaseerd was eerder een kanonneerboot dan een skerry boat, met een grotere breedte en een kanonbewapening van twee 18-ponders.

DE SKERRY BOAT HEDEN.

Tegenwoordig kent men in de watersportwereld ook een vaartuig met de naam skerry boat.
Het is een klein zeilvaartuig met een enkele mast met daaraan een klein grootzeil. het scheepje heeft een intrekbare scheg en een afneembaar roer en wordt gevaren door één of twee personen.
Het scheepje kan ook geroeid worden.























Geen opmerkingen:

Een reactie posten