zondag 29 september 2019

HMS SUSSEX. BRITS LINIESCHIP. 17e EEUW.


    

    DE EERSTE MET DEZE NAAM 

         BIJ DE BRITSE MARINE, 

    MAAR VELE ZOUDEN VOLGEN.



HMS SUSSEX.


Het systeem van in zes rangen onderbrengen van oorlogschepen op basis van het aantal kanonnen dat ze voerden, is in Groot-Brittannië alleen officieel gehanteerd in de eerste periode (1751-1756) waarin admiraal lord Anson de First Lord of the Admirality was.
Maar het systeem is nu en dan met terugwerkende kracht gebruikt als handig hulpmiddel om uit de voorgaande periode van ongeveer 150 jaar oudere oorlogsschepen te categoriseren. In zijn oorspronkelijke vorm omschreef het rangensysteem vaartuigen  met honderd of meer kanonnen als schepen van de eerste rang, die met 84 tot tien kanonnen van de tweede rang, van zeventig tot 84 kanonnen van de derde rang, en zo verder naar beneden. Bij een retrospectieve toepassing van dit systeem moet de Sussex met zijn tachtig kanonnen dus worden aangemerkt als een oorlogsschip van de derde rang.
Het schip werd ook omschreven als een 'tweedekker' omdat het grootste gewicht van de bewapening gevoerd werd op een hoofdbatterijdek.
Het schip had een tonnage van 1263 ton, lengte 47,9 meter op het batterijdek, breedte 12,6 meter en een diepgang van 5,22 meter.
De bewapening bestond uit: 26 24-ponders op het batterijdek, 28 12-[ponders op het halfdek, 6 6-ponders in het voorkasteel en 4 3-ponders in het achterkasteel. Het schip had een bemanning van 500 koppen. De opstelling van het geschut op verschillende dekken voorzag in de mogelijkheid zware bewapening te voeren op een relatief klein schip en zorgde er daarbij voor dat het grootste gewicht laag in de romp stond opgesteld, zodat de instabiliteit ervan zo laag mogelijk bleef.















De evolutie van het oorlogsschip met verschillende dekken is pas mogelijk geworden na de ontwikkeling van de geschutpoorten. Deze poorten in de brede zijden van het schip werden waterdicht afgesloten met luiken die aan de bovenkant scharnierend waren opgehangen en met een takel konden worden geopend, waarna de tromp van het kanon voor het vuren naar buiten werd gestoken.
De terugslag bracht het kanon op zijn rolpaard weer naar binnen tot het door de broeking werd gestopt waarna zijn ziel werd schoongeborsteld, het wapen herladen werd en weer naar buiten gereden voor het volgende schot.
De behoefte aan oorlogsschepen met veel vuurkracht is de aanleiding geweest voor de 'klassieke' dwarsdoorsnede van de romp: een grote breedte vlak boven de waterlijn en vanaf hier een duidelijk invallen van de flanken naar binnen roe, zodat de dekken in toenemende mate minder breed werden om de kanonnen zo dicht mogelijk bij de middellijn van de langsrichting te houden.



De Sussex werd gebouwd op Chatham Dock Yard onder toezicht van een meesterscheepsbouwer die Lee heette en op 11 april 1693 te water gelaten om een jaar later te worden toegevoegd aan de Britse marine. Minder dan een jaar later raakte het schip in storm bij de Straat van Gibraltar verloren.


De Sussex was een van de 27 schepen; vier driedekkers van de derde rang met tachtig kanonnen, dertien tweedekkers van de derde rang met tachtig kanonnen en tien tweedekkers van de vierde rang met zestig kanonnen, die behoorden tot het in 1691 aangekondigde marineprogramma.
De schepen van de vierde rang voldeden naar verhouding heel goed, maar dat kon niet worden gezegd van de schepen van de derde rang in hun aanvankelijke afbouw, want daarbij had de prijs en niet de kwaliteit als criterium gegolden. Om de kosten te drukken waren de schepen ontworpen naar het ietwat achterhaalde concept van de 'great ships' van de jaren 1650 in plaats van te kijken naar wat de 18e eeuw zou kunnen bieden. Zo werd de verlenging die eigenlijk nodig was voor de benodigde bewapening niet doorgevoerd en werden toegevoegde kanonnen in plaats daarvan op de bovendekken geplaatst als naar voren en achteren vurend geschut. Hierdoor kwam een disproportioneel groot gewicht te rusten op voor- en achtersteven die door hun smalte minder drijfvermogen hadden, met gevolg dat ze de neiging hadden door te zakken en daarmee hun constructie te verwringen, wat lekkages opleverde.

                                                       

DE MISSIE VAN DE HMS SUSSEX.

Het vergaan van de Sussex vond plaats terwijl het als vlaggenschip van admiraal sir Francis Wheelers smaldeel naar de Middellandse Zee was uitgestuurd om tijdens de 'War of the Grans Allianca'  van 1688 tot 1697, het de Franse strijdkrachten in die omgeving lastig te maken.
De Sussex had echter nog een tweede opdracht, de aflevering van een zeer grote hoeveelheid goud en zilver; verscheidene tonnen aan goudstaven en mogelijk voor 3 miljoen ponden aan zilveren munten, aan Eugene, de hertog van Savoy.
De bedoeling van deze betaling is omstreden en bij afwezigheid van enig sluitend bewijs zijn de twee meest waarschijnlijke verklaringen dat het om een poging ging de Oostenrijkse heerser over te halen de kant van de Engelsen te kiezen tegen de Fransen, of hem er juist toe te bewegen zich bij de Fransen te voegen en dus tegen de Engelsen te zijn. De eerste verklaring heeft de steun van de moderne Britse historici die het geval beschouwen als een poging om Eugene ertoe te verleiden een kapersvloot en landstrijdkrachten op de been te brengen teneinde Frankrijk ter zee en te land aan te vallen.
De tweede verklaring is favoriet onder hen die een gecompliceerder oorzakelijk verband zien: de poging zou een politieke machinatie zijn, gemotiveerd door de dood van de zeer populaire koningin
Mary II (1689-1694) waardoor de impopulaire koning Willem III (1689-1702) alleenheerser van Engeland werd.
De complottheoretici zien de voorgenomen betaling aan Eugene als een poging van de gevestigde politiek om de druk op Willem III te vergroten en daarmee de weg vrij te maken voor de terugkeer van koning James II (1685-1688) die na de 'Glorieuze Revolutie' van 1688 in gedwongen ballingschap in Frankrijk leefde. De opinie van hen die in dit complot geloven, wordt versterkt door het feit dat admiraal Wheeler bekend stond als een fervent voorstander van James II.


                                
                                (Voorschip, overzicht hoofddek en achterschip van de Sussex.)

 DE ONDERGANG VAN DE SUSSEX.

Wat ook de reden is geweest voor de buitengewone kostbare vracht van de Sussex, deze viel letterlijk in het water toen het schip in de storm van 19 februari 1694 ten onder ging.
Wheelers smaldeel werd gegrepen door het plotseling opsteken van de levantijn, een krachtige mediterraanse wind, overgaand in een storm uit het oosten of noordoosten, met de rotsachtige Spaanse kust juist aan lij. De schepen van het eskader probeerden onder zeer moeilijke omstandigheden in de wind op te kruisen om genoeg hoogte te winnen om terug te vallen op Gibraltar en eventueel door de Straat in de Atlantische Oceaan te geraken als dit nodig mocht zijn.

(Een afbeelding van de Sussex die zijn fokkenmarssteng al kwijt is en geopende geschutspoorten, in een poging door de wind te gaan, water maakt en op het punt staat vol te lopen.)

De geschutspoorten van de Sussex stonden echter op en bij het overstag gaan maakte het schip zoveel slagzij dat het water door de onderste poorten naar binnen stroomde.
Het schip stond al snel vol water en zonk zo snel dat de admiraal in zijn kooi verdronk. Met hem gingen nog vijfhonderd anderen met hun schip ten onder. Het verlies werd destijds toegeschreven aan het slechte ontwerp van de klasse waartoe de Sussex behoorde, maar helemaal eerlijk was dat niet, want de storm was zo hevig geweest dat in dezelfde ramp de Britten nog vijf andere oorlogsschepen en zes koopvaardijschepen verloren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten