maandag 3 december 2018

LUCHTKUSSENVAARTUIG. (LKV)




  ZWEVEND VOORTBEWEGEND 

      OVER WATER EN LAND.


LUCHTKUSSENVAARTUIG.

(Principe luchtkussenvaartuig; boven de drukkamer, onder de rand-straalprincipe.)

Luchtkussenvaartuig (LKV), ook luchtkussenvoertuig is een transportmiddel dat drijft op een door zichzelf geproduceerd luchtkussen, waardoor het zich met zeer geringe wrijving kan voortbewegen over land, water, ijs, moeras- en waddengebieden en dergelijke.


1. Voortstuwing propellers.
2. Aangezogen lucht.
3. Motor.
4. Rok.


Het luchtkussen wordt gevormd door een grote hoeveelheid lucht met vrij geringe overdruk verticaal naar beneden te blazen uit de bodem van het voertuig.
Een rubber of nylon schort of rok of een combinatie van schorten zorgt er voor dat de lucht niet direct weer ontsnapt van onder het voertuig.
Aangezien het gewicht van het voertuig verdeeld wordt over het gehele kussen-oppervlak, is de benodigde druk op de ondergrond laag. De voortstuwing geschiedt meestal door luchtschroeven, aangedreven door motoren of (gas)turbines, die ook voor het luchtkussen zorgen.
Er worden verschillende principes gebruikt om het kussen te vormen; de meest toegepaste zijn het randstraalprincipe, de drukkamer en de vaste zijwanden.


Pionier was de Britse Sir Christofer Cockwell (links) die, in 1950 begonnen, zijn uitvinding voor het eerst demonstreerde op 25 juli 1956.
Hij paste het randstraalprincipe toe, waarbij lucht naar beneden wordt geblazen uit een spleet langs de rand van het voertuig, zodat er een gordijn van lucht ontstaat dat het luchtkussen onder het voertuig vasthoudt.

De Fransman J. Bertin had succes het het drukkamerprincipe, waarbij de in een kamer onder het voertuig gepompte lucht naar buiten lekt door een vrij nauwe spleet tussen de rand van het voertuig en de ondergrond.

Op het eiland White bouwde de Britisch Hovercraft Corporation de eerste LKV's waarin zij de naam SRN 1, 2, 3 enz. gaf. Zij kreeg hierbij voor verbeteringen belangrijke steun van het Ministery of Technology. In 1959 stak de eerste hovercraft het Kanaal over.
De eerste geregelde dienst tussen Dover en Boulogne werd ingesteld door 'Seaspeed', een onderneming van de Britisch Railways. Samen met de in april 1969 ingestelde Hoverlloyddienst tussen Ramsgate en Calais vervoerden deze twee diensten in 1970 meer dan 500.000 passagiers en ruim 100.000 auto's. Beide maakten gebruik van de SRN 4; deze woog 100 ton, afmetingen 40 x 24 x 13 meter, snelheid 90 km/uur. capaciteit 250 passagiers en 30 auto's. De overtocht duurde korter dan 40 minuten



Luchtkussenvaartuig de SRN 2. Kan maximaal 70 passagiers vervoeren met een snelheid van 135 km/uur. Gewicht 27 ton; 4 gasturbines met een totaal vermogen van 3260 pk drijven 2 lift-stuwdrukventilatoren en twee luchtschroeven aan.



Een spectaculaire tocht van 8000 km maakte een expeditie in 1865 met een SRN 6 door West- en Centraal Afrika.
Hierbij werd onder meer de beruchte Kinsoeka stroomversnelling in de Kongo (Zaïre) met 12 man overgestoken en het drijvende gras van het Tjaadmeer geëxplodeerd.
Een zelfde voertuig overwon de stroomversnellingen van de Orinoco in 1969.
Ook werd een SRN 6 gebruikt door een oliemaatschappij bij exploratiewerkzaamheden in de Waddenzee.In de poolgebieden maakt men met groot succes gebruik van LKV's voor het vervoer van personeel en materiaal over ontoegankelijk  terrein.
De LKV's worden tegenwoordig in verscheidene landen gefabriceerd, o.a. in Nederland, en voor velerlei doeleinden toegepast, waaronder militaire.
Het LKV kan op zee varen op golven tot 1 à 1,5 meter hoogte. Voor passagiers zijn ze wat oncomfortabel door het lawaai en het zich schokkend over de golven voortbewegen.

DE NAAM.

De benaming hovercraft, die veel wordt gebruikt voor een LKV, is afkomstig van het Engelse werkwoord 'to hover', dit is in de lucht stilhangen.
In de Verenigde Staten gebruikt men de naam 'ground effect' machine (GEM).

DE STATUS.

(s'Werelds grootste passagiers hovercraft de BHC SR-N4.)

In het begin stadium heerste er nogal verwarring over de status van het LKV: was het een vaartuig, voertuig of een vliegtuig?
Afwisselend werden de woorden voertuig en vaartuig gebruikt. Over het algemeen spreekt men over een vaartuig als het een eigen drijfvermogen heeft en dus met gestopte machines in het water blijft drijven.
Een voertuig zal met gestopte machines op het land moeten rusten en heeft geen drijfvermogen.
In 1967 besloot de ICACO (Intern. Org. van Civiele Luchtvaart) dat het luchtkussenvaartuig geen vliegtuig is omdat het niet instaat is in de atmosfeer gebruik te maken van luchtreacties.
Lloyd's Register of Shipping geeft het LKV een aparte categorie en classificeert het 'air cushion vessel' (ACV) als zichzelf voortstuwend voertuig (vehicle) dat amfibisch of alleen boven water opereert en in staat is 75% van zijn beladen gewicht zowel stationair als onderweg op één of meer luchtkussens te dragen. Deze kussen moeten zonder ophouden van binnen uit het voertuig worden opgewekt en voor hun doeltreffendheid afhankelijk zijn van het oppervlak waarover zij zich voortbewegen.
Op zee is een LKV gebonden aan de Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee. Als kenmerkend teken voert het een bruingeel zwaailicht dat 5 mijl zichtbaar moet zijn.
Over de LKV te land bestaat nog geen jurisprudentie.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten