dinsdag 1 augustus 2017

CARTOGRAFIE HAAR GESCHIEDENIS. (DEEL 3-SLOT)

VERRE VOORLOPER 

VAN DE HEDENDAAGSE 

ROUTE PLANNER. (3-SLOT) 

15E - 16E EEUW (VERVOLG)

Een uitzondering op fraaie versieringen etc. vormden hierop de uitgaven van zeekaarten en -atlassen, dei vier generaties van het geslacht Van Keulen, later Hulst van Keulen, tussen 1680 en 1753 lieten verschijnen.
In 1682 verscheen voor het eerst van Johannes van Keulen de atlas, die in herziene edities zou uitgroeien tot een zesdelig werk. Lange tijd ontbraken aan deze atlas de zeeën en kusten van de gebieden van de Oost Indische Compagnie, daar die in haar opdracht vervaardigde kaarten van Hessel Geritszoon , Willen en Joan Blaeu en Isaac de Graaf, zoveel mogelijk geheim hield.
Toen Johannes (II) van keulen, zijn vader Gerard in 1726 als kaartmaker van de Compagnie was opgevolgd, kon hij in 1753 het zesde deel, geheel aan Oost-Indië gewijd, aan de atlas toevoegen. 



(Nieuwe Pascaert van Oost-Indië uit 1680 van J. van Keulen.)

Nog tot ver in de 19e eeuw blijft de uitgeverij van Van Keulen bestaan, zonder overigens op het terrein van de cartografie zeer actief te zijn.
Dit was wel het geval met het Etablissement géographique de Bruxelles, onder leiding van Philippe Vandermaelen (1795-1869), dat in België gedurende een 50-tal jaren een vooraanstaande plaats in de commerciële cartografie innam.








FRANKRIJK.

(Kaart met de rivieren in Frankrijk van Nicolas Sanson.)

In de 18e eeuw geeft de cartografie in Frankrijk een belangrijke vooruitgang te zien, ongetwijfeld mede onder invloed van het hoge peil van de wetenschap aan de Académie Royale des Sciences.
Reeds in de voorgaande eeuw hadden daar Nicolas Sanson (1600- 1677) en zijn zoon een grote reputatie verworven.
Zij publiceerden hun eerste atlas in 1654 en in totaal meer dan 300 kaarten. Met hen begon in 1674 Alexis Hubert Jaillot een samenwerking en publiceerde in 1693 een nieuwe zeeatlas, Le Neptune Francois, waaraan ook Jean Dominnique Cassini meewerkte. Van dezelfde Cassini was Guillaume Delisle een leerling. Op 26 jarige leeftijd werd hij in 1702 aan de Académie verbonden, later benoemd tot eerste geograaf van Lodewijk XV.
Hij publiceerde een 60-tal kaarten, die in 1730 door de Amsterdamse uitgevers Covens en Mortier bijeengebracht werden in een Atlas Nouveau.


(Pascaert van de Noort-Zee uit de Groote Nieuwe Vermeerderde Zee-Atlas of de Water-Weerelt van                                                Johannes van Keulen, Amsterdam 1685.)

ENGELAND.

(Saxton; An Atlas of the counties of England and Wales, 1579.)


De moderne cartografie in Engeland kwam eerst laat tot ontwikkeling.
De eerste Engelsman die over de kunst van de navigatie en het maken van kaarten schreef was John Dee in 1570 en het was Mercator, die in 1564 de eerste enigermate betrouwbare kaart van Engeland en Schotland liet verschijnen in vier bladen.
De landmeter Christopher Saxton voltooide in 1579 An Atlas of the counties of England and Wales, grotendeels gegraveerd door Vlaamse graveurs.

John Speed, oorspronkelijk kleermaker en amateur historicus, zette zijn werk voort en publiceerde Theatre of the Empire of Great-Britain in 1611/12, gegraveerd door Jodocus Hondius en gedrukt in Amsterdam. Speed maakte ook in 1617 de eerste Engelse algemene atlas Prospect of the famous parts of the World.

In 1600 had Edward Wright, naar de manuscript-kaarten van Engelse zeelieden, een grote wereldkaart gemaakt voor de tweede editie van Richard Hakluyts Pricipal navigations.
De eerste Engelse zeeatlas verscheen in  1646, met kaarten in de Mercator-projectie, gegraveerd en gedrukt in Florence en met een Italiaanse titel Dell' Arcano del Mare  (Mysterie van de zee), door Robert Dudley.


                                              (John Seller; New Map of the World.)


In 1670 kreeg de Londense uitgever John Seller van konin Karel II het monopolie voor het uitgeven van zeeatlassen en de invoer van 'dutch waggoners' werd voor 30 jaar verboden.
Het resultaat was dat Seller in 1671/72 The English pilot liet verschijnen, waarin het merendeel  van de kaarten kopieën waren van Nederlandse kaarten.
Gedurende de eerste decennia van de 18e eeuw werd een overheersende positie ingenomen door Herman Moll, een Nederlander die zich in 1688 in Londen had gevestigd. 
In de loop van de 18e eeuw echter bezorgden Engelse onderzoekers, geleerden en instrumentmakers (chronometer van Harrison, 1759), als ook de toenemende heerschappij van Engeland op de wereldzeeën, de Engelse kaartmakers een grote voorsprong, die voor de cartografie over de hele wereld van beslissende betekenis is geworden.
De 19e eeuw brengt, in het bijzonder met het oog op de militaire en maritieme cartografische behoeften, de oprichting in de belangrijkste landen van topografische en hydrografische diensten, die baanbrekers werden voor de geperfectioneerde wetenschappelijke methoden en de minutieuze nauwkeurigheid, waarmee tegenwoordig kaarten voor de meest uiteenlopende doeleinden worden gemaakt.

MODERNE KAARTEN.

                                      (Digitale kaart van Nederlandse Waddenkust.)

Vooral in de 20e eeuw trad er grote verandering op in het maken van kaarten. het beroep van de cartograaf werd overgenomen door de opkomst van digitale kaarten die met behulp van fotografie werden ontwikkeld.


Ook werd er steeds meer gebruik gemaakt van de elektronica en de satellietnavigatie waardoor het gebruik van zeekaarten kwam te vervallen.
Toch is het nog steeds verplicht om aan boord zeekaarten te hebben van kusten waarop de havens zijn aangeven die het schip moet aandoen om een lading in te nemen of te lossen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten