DE ZEE WAAR MOZES HET VOLK ISRAËL DOORHEEN
LEIDDE! NU EEN GELIEFDE VAKANTIE BESTEMMING.
De Rode Zee is een lange en betrekkelijk nauwe randzee van de Indische Oceaan. Strekt zich in een ongeveer NNW-ZZO richting uit tussen Afrika en Azië.
In het noorden loopt de zee uit in twee hoornvormige verlengingen: de Golf van Suez en de Golf van Akaba die het schiereiland Sinai omsluiten.
Het zuidelijke einde van de Rode Zee heeft door de nauwe zeestraat, van slechts 12 mijl breedte, Bab-el-Mandeb verbinding met de Golf van Aden en de Indische Oceaan.
De Rode Zee wordt aan de westelijke oever ingesloten door de landen Egypte, Sudan en Eritra, een aan de oostelijke oever door Saudi Arabië en Yemen.
Van Suez tot het zuidelijke einde van Straat Bab el Mandeb bij het eiland Perim is de Rode Zee 1212 zeemijl lang. ( 1 zeemijl=1,852 km.)
De breedte is variabel, maximaal 115 zeemijlen, doch wordt bij het zuidelijke uiteinde snel minder.
De oppervlakte is ongeveer 438.000 km², de gemiddelde diepte is 490 meter.
DE NAAM.
De Rode Zee heeft zijn naam te danken aan het roodachtig gekleurd zijn van bepaalde gebieden van de zee door een blauwwier Trichdesmium, een soort plankton.
HET ONTSTAAN.
De Rode zee werd gevormd toen een breuk ontstond die het nabije Oosten in tweeën deelde langs de lijn, gemarkeerd door de Jordaan vallei, de Wadi-el-Arab, de Golf van Akaba en verder onder de Rode Zee en enige afstand van de Afrikaanse kust. Een aantal eilanden in het zuidelijke gedeelte bestaat uit vulkanisch materiaal dat afkomstig is uit de formatie van de breukvallei. De Rode zee is aan beide zijden omsloten door hoogland dat door een lage zanderige en woestijnachtige kuststrook van de zee is gescheiden.
Aan de Arabische zijde is een doorlopende bergmassa van zandsteen en graniet achter de lage kust van zand en koraal en de steil oprijzende Tihama hoogvlakte.
Aan de Arabische zijde is een doorlopende bergmassa van zandsteen en graniet achter de lage kust van zand en koraal en de steil oprijzende Tihama hoogvlakte.
HET KLIMAAT.
Het klimaat is vooral gekenmerkt door de grote zomerse hitte. Op 16 graden noorderbreedte is de gemiddelde temperatuur in juli, augustus en september ruim 32 C, soms oplopend tot 40 C.
De laagste gemiddelde temperatuur in het noordelijke gedeelte gedurende de winter is 19 C.
De oppervlakte temperatuur van het zeewater is in de zomer op 16 graden N. boven de 31 C. In de regel waait de wind in de strekkingsrichting van de zee. In het noordelijk gedeelte tot ongeveer 18 graden noorderbreedte gedurende het gehele jaar overheersend uit noordwestelijke richting. Gedurende de zomer breidt deze noordwesten wind zich over de gehele Rode Zee uit. In het zuidelijke gedeelte is in de maanden van oktober tot april de overheersende wind uit zuidoostelijke richting. Storm is zeldzaam in de Rode Zee evenals regen en mist doch wel wordt het zicht soms slecht door zand- of stofmist, de z.g.n Rode mist.
De vochtigheidsgraad van de atmosfeer kan zeer hoog zijn.
De laagste gemiddelde temperatuur in het noordelijke gedeelte gedurende de winter is 19 C.
De oppervlakte temperatuur van het zeewater is in de zomer op 16 graden N. boven de 31 C. In de regel waait de wind in de strekkingsrichting van de zee. In het noordelijk gedeelte tot ongeveer 18 graden noorderbreedte gedurende het gehele jaar overheersend uit noordwestelijke richting. Gedurende de zomer breidt deze noordwesten wind zich over de gehele Rode Zee uit. In het zuidelijke gedeelte is in de maanden van oktober tot april de overheersende wind uit zuidoostelijke richting. Storm is zeldzaam in de Rode Zee evenals regen en mist doch wel wordt het zicht soms slecht door zand- of stofmist, de z.g.n Rode mist.
De vochtigheidsgraad van de atmosfeer kan zeer hoog zijn.
ZOUTGEHALTE VAN HET WATER.
Buiten het zoutgehalte van de Dode Zee heeft de Rode Zee het zoutste zeewater van de wereld.
De sterke zonnestraling en de hoge temperatuur van het oppervlaktewater veroorzaken een sterke verdamping, zodat het zoutgehalte 40% gedraagt.
ZEESTROMEN.
Over het algemeen zijn de stromingen in het water van de Rode Zee zwak. In de nabijheid van de kust worden sterkere stromingen waargenomen en ook bij de as van de Rode Zee zijn soms vrij sterke stromen, dikwijls dwars op de asrichting. In Straat Bab-el-Mandeb loopt over de slechts 100 meter diep gelegen drempel een oppervlaktestroom van de Golf van Aden de Rode Zee in en een onderstroom van zeer zout water in omgekeerde richting. Het totale watertransport bedraagt hier echter slechts ongeveer een zesde van dat in de Straat van Gibraltar.
VAARWATEREN.
Een diep vaarwater loopt vrijwel door het midden van de Rode Zee. Buiten het hoofdvaarwater liggen riffen en ondiepten die de navigatie in veel kustgebieden bijna onmogelijk maken voor degenen die niet beschikken over lokale kennis van de kustgebieden.
De kustwateren worden meestal slechts bevaren door Arabische zeilvaartuigen; de grotere schepen maken meestal gebruik van de bebakende en/of beboeide vaarwaters die naar de havens leiden en dan nog onder loodsadvies.
Goede en vrij goede havens zijn: Suez ( de ingang van het Suezkanaal), Eilat in de Golf van Akaba, Djeddah in Saudi Arabië, Port Soedan in Sudan en Massaoea in Eritrea. De oude haventjes zoals Mokka en Hodeida in Jemen worden nog slechts door Arabische zeilvaartuigen gebruikt.
MARITIEME GESCHIEDENIS.
Als handelsroute is de Rode Zee steeds belangrijk geweest sinds de mens de zeeën is gaan bevaren.
De Egyptenaren maakten reeds 3000 v. Chr. van deze route gebruik en later ook de oosterse potentaten en kooplieden.
Een natuurlijke verbinding met de Middellandse Zee ontbrak echter.
Door de Egyptenaren werd ongeveer 2000 v.Chr. een kanaal gegraven van de Golf van Suez naar de monden van de Nijl, doch dit verzandde; door Darius werd opnieuw gegraven, doch dit verzandde weer; ongeveer 100 n.Chr., werd dit wederom in gebruik genomen door de Romeinen, om na een paar honderd jaar opnieuw verwaarloosd te worden.
De winden in de Rode Zee hebben een beslissende invloed gehad op het gebruik dat door de eeuwen heen door de schippers er van gemaakt is. Zeilschepen uit de Golf van Aden of het zuiden van de Rode Zee hadden geen achterlijke wind gedurende de laatste 800 mijl naar Suez. Zij werden bovendien gehinderd door het feit dat gedurende het grootste gedeelte van het jaar de winden in het zuidelijk gedeelte zuidoostelijk zijn. Door deze ongunstige zeilomstandigheden maakte de vaart in dit gebied tot betrekkelijk recente tijd gebruik van galeien geroeid door slaven. Doch slaven en riemen namen laadruimte en gewicht in en zodoende ging men zeilschepen bouwen met een speciaal tuig. Het latijnzeil van de Arabische vaartuigen was speciaal geschikt om scherp aan de wind nog voortgang te maken. De vierkant getuigde westerse schepen tornden halfweg de Rode Zee tegen de windbarrière op. Maar het was het grotere gevaar van zeerovers en de langere thuisreis via de Perzische Golf (nu de Arabische Golf) maakte de route door de Rode Zee de uitverkoren weg naar het Oosten.
Om deze economische reden werden de havens Soeakin en Kossier ontwikkeld als overslaghavens voor de route over land tussen het Oosten en Europa. De lading werd van deze havens door kamelen en ezels naar de Nijl gebracht en vandaar per rivierboot naar de Middellandse Zee.
Dit transport over land verdween na de opening van het Suezkanaal in 1869.
Het scheepvaart verkeer eiste toen het aanwezig zijn van bunkerhavens voor steenkool voor de kolen stokende stoomschepen. Port Said werd een belangrijke bunkerhaven en in het zuiden van de Rode Zee het eilandje Perim in Straat Bab-el- Mandeb. In 1883 opende de Perim Coal Company een bunkerstation in de beschutte natuurlijke haven en in 1916 hadden er zich 1300 mensen gevestigd.
In 1916 deden de Turken een poging het eiland te bezetten maar deze poging werd door de Britse troepen afgeslagen.
Door het afnemende gebruik van steenkool in de scheepvaart werd in 1936 de haven gesloten. In 1967 werd het eiland door de Britten overgedragen aan Yemen. Slechts een lichttoren en een meteorologisch station bleven bestaan.
Door de Egyptenaren werd ongeveer 2000 v.Chr. een kanaal gegraven van de Golf van Suez naar de monden van de Nijl, doch dit verzandde; door Darius werd opnieuw gegraven, doch dit verzandde weer; ongeveer 100 n.Chr., werd dit wederom in gebruik genomen door de Romeinen, om na een paar honderd jaar opnieuw verwaarloosd te worden.
De winden in de Rode Zee hebben een beslissende invloed gehad op het gebruik dat door de eeuwen heen door de schippers er van gemaakt is. Zeilschepen uit de Golf van Aden of het zuiden van de Rode Zee hadden geen achterlijke wind gedurende de laatste 800 mijl naar Suez. Zij werden bovendien gehinderd door het feit dat gedurende het grootste gedeelte van het jaar de winden in het zuidelijk gedeelte zuidoostelijk zijn. Door deze ongunstige zeilomstandigheden maakte de vaart in dit gebied tot betrekkelijk recente tijd gebruik van galeien geroeid door slaven. Doch slaven en riemen namen laadruimte en gewicht in en zodoende ging men zeilschepen bouwen met een speciaal tuig. Het latijnzeil van de Arabische vaartuigen was speciaal geschikt om scherp aan de wind nog voortgang te maken. De vierkant getuigde westerse schepen tornden halfweg de Rode Zee tegen de windbarrière op. Maar het was het grotere gevaar van zeerovers en de langere thuisreis via de Perzische Golf (nu de Arabische Golf) maakte de route door de Rode Zee de uitverkoren weg naar het Oosten.
Om deze economische reden werden de havens Soeakin en Kossier ontwikkeld als overslaghavens voor de route over land tussen het Oosten en Europa. De lading werd van deze havens door kamelen en ezels naar de Nijl gebracht en vandaar per rivierboot naar de Middellandse Zee.
Dit transport over land verdween na de opening van het Suezkanaal in 1869.
Het scheepvaart verkeer eiste toen het aanwezig zijn van bunkerhavens voor steenkool voor de kolen stokende stoomschepen. Port Said werd een belangrijke bunkerhaven en in het zuiden van de Rode Zee het eilandje Perim in Straat Bab-el- Mandeb. In 1883 opende de Perim Coal Company een bunkerstation in de beschutte natuurlijke haven en in 1916 hadden er zich 1300 mensen gevestigd.
In 1916 deden de Turken een poging het eiland te bezetten maar deze poging werd door de Britse troepen afgeslagen.
Door het afnemende gebruik van steenkool in de scheepvaart werd in 1936 de haven gesloten. In 1967 werd het eiland door de Britten overgedragen aan Yemen. Slechts een lichttoren en een meteorologisch station bleven bestaan.
Dit duurde vanwege de militaire en politieke redenen tot 5 juni 1975 waarna het kanaal weer werd geopend voor scheepvaartverkeer en de vaart door de Rode Zee weer toenam.
(Vaart door het Suezkanaal vanuit de Golf van Suez naar Port Said.)
Na beëindiging van alle militaire en politieke conflicten werd het Suezkanaal verbreed en uitgediept.
De Rode Zee nam weer een belangrijke plaats in voor het scheepvaart verkeer tussen de Indische Oceaan en de Middellandse Zee. Dit zal alleen nog meer toenemen nu men anno 2015 is begonnen het gehele kanaal nog verder te verbreden en uit te diepen en tevens een tweede kanaal aan te leggen.
De Rode Zee en de Golf van Akaba zijn tegenwoordig geliefde vakantie bestemmingen om te duiken en te snorkelen in het visrijke water. Helaas lozen de hotels hun vervuilde water door middel van lange pijpleidingen ver in zee, waardoor er vervuiling optreed wat funest is voor het ecologisch systeem in de zee en koraal zal afsterven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten