maandag 29 augustus 2011

TORAJA - TOUR NR. 1.


EEN REIS OVER ZES 

INDONESISCHE EILANDEN.

TORAJA -TOUR.


Dinsdag 23 januari 1990.


Na een goede nachtrust en een smakelijk ontbijt reden we vanuit Rantepao naar het zuiden om naar de plaats Lemo te gaan, waar we de eerste rotsgraven van deze dagen te zien kregen en enkele goed onderhouden Toraja woningen met bijbehorende voorraadschuren.
Na de regen van afgelopen nacht, was het een stralende dag en het landschap was prachtig en fascinerend om te zien, waar we doorheen reisden.
Op de balkons bij de rotsgraven stonden zeker zo'n 55 tau-tau opgesteld.

Van Lemo reisden we verder naar Suaya, waar zeven oude koninklijke graven liggen en daar vandaan naar het er vlakbij gelegen plaatsje Tanpangallo, waar enige zeer oude rotsgraven te zien zijn. Onze volgende stop was in Buntu Kalando, alwaar de woning staat van de laatste heerser over Sangalla, het Toraja gebied, en wat nu als een soort museum is ingericht om de mensen enig idee te geven van de oude levensgewoonte van de Toraja. Vooral de zeer oude weefdoeken hadden mijn speciale aandacht.

Terug rijdend in de richting van Rantepao bezochten we het plaatsje Londa, alwaar in een enorm hoge steile rotswand graven zijn aangebracht en we met behulp van olielampen onder leiding van een van de lokale dorpsbewoners een natuurlijk gevormde grot te bezichtigen met graven er in. Hier waren de overledenen bijgezet en wachten ze op hun reïncarnatie en het nieuwe leven. Het was een enorm nauwe en donkere bedoeling in de grot, waarin half vergane en ook nieuwe grafkisten stonden opgesteld en allemaal fraai bewerkt. Duidelijk was te zien, hoe de menselijke resten wederom stof werden.Opvallend was de zeer koele atmosfeer in de grot en dat het er helemaal niet stonk.

Alvorens we de grot betraden met onze gids moesten we hem 1000 rupiah betalen voor een zakje kruidige bloemen, welke bij de ingang van de grot werden neergelegd als offer aan de geesten van de overledenen.



Voor onze lunch reden we terug naar ons hotel om in een dicht daarbij gelegenheid wat te eten. We hadden vernomen dat er deze dag een begrafenis ceremonie zou zijn en daar zegen we iets van op de onze terugweg aan de andere zijde van de rivier en verzochten onze chauffeur er heen te rijden om er iets van te kunnen zien.
Het was er een drukte van belang en we keken onze ogen uit. Niemand had er enig bezwaar dat we er rondkeken en opnamen maakten. Triest was het in het geheel niet.


Het was meer een groot afscheidsfeest, waarbij genodigden en heinde en ver er naar toe kwamen met hun geschenken en voedsel. We besloten er de volgende dag weer naar toe te gaan, daar zo'n ceremonie soms een week kan duren. Zo werd het een zeer late lunch, maar het smaakte er niet minder om. Ons laatste bezoek van deze dag zou het plaatsje Kete Kesu zijn, wat zo'n 6 km van Rantepao aflag.

Kete Kesu is een oud traditioneel dorp, wat bekend staat om zijn houtsnijkunstwerk van de Toraja. terwijl we er wat rondkeken, werden we overvallen door een enorm zware regenbui, die het zicht beperkte tot enkele tientallen meters en gelijk alles onder water zette. Om te schuilen vluchten we een van de woningen binnen en werden er onthaalt op een kop Toraja koffie die zeer goed smaakte. Ze hadden ook een winkeltje met wat handelswaar, zoals prachtig geweven doeken etc. Uiteindelijk kocht ik er een boek over Tana Toraja en zou voor de verdere inkopen de volgende dag afwachten.

Achter het dorp lag een hoge klif, waarin nog enige rotsgraven lagen en oude hangende graven. waarin de kisten langzaam stonden weg te rotten. Sommige van de kisten waren tot de rand gevuld met netjes opgestapelde botten, maar ook om de kisten lagen er de nodige doodskoppen netjes op een rijtje opgesteld.

De gevels van de huizen en de voorraadschuren in het dorp zijn voorzien van prachtig ingeschilderd houtsnijwerk en het leek wel meer op een openluchtmuseum, ondanks dat al de huizen bewoond waren.

Intussen had de lokale jeugd in een ontstane waterpoel het grootste plezier van die dag gevonden na de zware regenbui maar wij hadden intussen wel natte voeten gekregen.

Een maal terug in Rantepao, was het weer droog geworden, en lieten we de chauffeur bij de lokale markt stoppen en zo tikten we tijdens onze zwerftocht over de markt nog een paar zeer aardige souvenirs op de kop.

Deze avond aten we in ons hotel, wat ook zeer goed smaakte, terwijl het weer zachtjes was gaan regenen. Zo waagde ik me ook aan de tuak als slaapmutsje. Buiten een Frans jong echtpaar waren we de enige gasten in het hotel. Het was een prachtige en zeer interessante dag geweest, waarin we veel hadden opgestoken van de Toraja cultuur. Na met onze chauffeur her programma voor de volgende doorgenomen te hebben vertrokken we met een lokaal slokje naar onze waranda en hingen de nat geworden kleding te drogen.


















Geen opmerkingen:

Een reactie posten