EEN REIS OVER ZES
INDONESISCHE EILANDEN.
JAKARTA - UJUNG PANDANG.
21 januari 1990.
Met de Garuda vlucht GA732 van 13.25 uur vertrokken uit Jakarta naar Ujung Pandang, alwaar we te 16.45 uur aankwamen. met een tijdverschil van plus één uur.Het was een rit van zo'n 22 kilometer van het vliegveld naar het centrum van de stad waar we in het Ramayana hotel zouden overnachten. Eenmaal in het hotel getracht verbinding te krijgen met de mensen die ik zou willen bezoeken, maar deze bleken weg te zijn voor familie aangelegenheden. Zodoende besloten door te reizen naar Rantepao de volgende dag.
Vlak tegenover het hotel lag het agentschap van Liman Express, de bus onderneming die verbinding onderhoud met Tana Toraja en waar we plaatsen reserveerden voor de volgende ochtend.
Daar de dag al zo goed als ten einde liep eerst de dorst gelest en een hapje gegeten in een klein lokaal eethuisje en omdat we om 06.00 uur de volgende morgen afgehaald zouden worden werd het vroeg naar bed. Ook de nachtrust werd verstoord door zware regen buien met hevig onweer.
UJUNG PANDANG - RANTEPAO.
22 januari 1990.
Na een vroeg ontbijt werden we keurig op tijd door een klein busje afgehaald, wat ons naar de busterminal bracht, alwaar we ons bij de overige passagiers voegden.We vertrokken pas een uur later uit Ujung Pandang en reden va de kustweg naar Pare Pare om vandaar land inwaarts te gaan en via Enrekang en Makale naar Rantepao.
Buiten de stad Ujung Pandang stond alles langs de hoofdweg onder water door de enorme regenval van de afgelopen dagen en de bevolking moest door het water waden of bootjes gebruiken om hun woningen te bereiken. Het zag er allemaal maar triest uit.
Later veranderde het landschap en werd het wat heuvelachtiger met bergen op de achtergrond. Het was een heel ander landschap, dan op de andere eilanden zoals Java en Sumatra. Tijdens de rit hadden we genoeg om naar te kijken en om van te genieten met daarbij prachtig zonnig weer. Aan de linker zijde vaak de kustlijn met uitzicht op zee en rechts een afwisselend berglandschap. Regelmatig werd er gestopt om passagiers in - of uit te laten stappen met hun meest uiteen lopende bagage. De weg was goed berijdbaar maar slingerde erg. Na Pare Pare werd het pas een interessante rit, toen we de bergen in gingen en we klimmend en slingerend over de smalle weg, steeds een ander uitzicht over het landschap hadden.
Diepe dalen en steile rotswanden wisselden elkaar af. Het landschap was over het algemeen prachtig groen en overal stroomden kleine riviertjes. Na een korte lunch pauze, waarbij we konden genieten van een prachtig uitzicht, vervolgden we onze weg naar Rantepao.
Na elf uur reizen over een afstand van 318 kilometer werden we voor ons hotel in Rantepao afgezet.
Na in het Indra-Hotel ingeboekt te hebben was het eerst tijd om een lekker op te frissen na zo'n busrit en zochten we een gelegenheid voor een koele dronk en wat te eten.
Na in het Indra-Hotel ingeboekt te hebben was het eerst tijd om een lekker op te frissen na zo'n busrit en zochten we een gelegenheid voor een koele dronk en wat te eten.
Het hotel bestond uit diverse kamers met een waranda en een restaurant onder een traditioneel Toraja dak, gelegen om een aardige tuin. Van diverse personen kregen een aanbod, welke zeer varieerde in prijs, voor het vervoer voor de komende dagen. Maar na de uitdaging van het hotelpersoneel om een partijtje schaak te spelen kwamen we met hen overeen om vervoer met chauffeur van het hotel te huren, wat uiteindelijk het goedkoopste bleek te zijn.
Daar de chaufeur goed de weg wist hadden we geen gids nodig en wisten we met behulp van een kaart en onze reisgids de route samen te stellen voor de komende dagen.
Helaas kregen we te horen, dat we niet verder over de weg noordelijk de bergen in konden, daar door de zware regenval van de afgelopen tijd de wegen zelfs voor een jeep amper begaanbaar waren. Vertrek te volgende ochtend om 08.00 uur. Intussen was het weer gaan regenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten