DRIE FANTASTISCHE DAGEN IN PARIJS.
HOTEL DES INVALIDES.
Het Hotel des Invalides en de Dôme, waren overdekt met een prachtige gouden glans door de ondergaande zon. Hier ligt het stoffelijk overschot van een van s'werelds beroemdste veldheren, Napoleon Bonaparte. in een tombe.
Op zoek naar de ingang van het Musée de L'Armee zwierven we over de galerijen, waarop diverse kanonnen stonden van verschillende jaargangen. In het museum stonden veel oude wapens tentoongesteld en er was ook veel te zien uit de periode van de veldtochten van Napoleon, zoals vlaggen en vaandels. Ook veel bekende plaatsnamen uit Nederland kwamen we er tegen. Maar uiteindelijk waren we hier om de tombe van de beroemde veldheer-keizer te zien.
Napoleon, begaan met het droevige lot van zijn afgedankte invalide soldaten, die aangezien sociale voorzieningen nog steeds tot de onbekende grootheden behoorden, grotendeels van bedelen moesten leven, gaf hij Lodewijk de 14e in 1670 opdracht Hotel des Invalides te bouwen.
In vijf jaar tijd was het enorme bouwwerk, dat 7000 invalide soldaten onderdak kon verschaffen gereed; door zijn uitvoering en doel een monument voor 's konings grootheid en weldadigheid.
Het imposante gebouwen complex, waarvan maar een gedeelte is te bezichtigen, bedraagt aan oppervlakte 127.000 vierkante meter, een lengte van 450 meter en grootste breedte van 390 meter. De lengte van de voorgevel aan de Place des Invalides meet 210 meter.
Het militaire element valt gelijk op, daar het voorplein is omgeven door een droge gracht met muren. Thans wonen er nog slechts een kleine honderd oorlogsgewonden en in de vrijgekomen ruimtes zijn nu bureaus van- en het militaire museum ondergebracht.
De vroegere soldatenkerk St. Louis werd omgebouwd en de Dôme des Invalides genoemd, naar de machtige koepel die de kerk overwelft. De koepel is geheel met bekleed met loden platen, een gewicht van 260.000 kilogram, en bedekt met bladgoud. Het interieur van de in de vorm van een Grieks kruis gebouwde kerk is indrukwekkend door zij grootte luister aan schilderijen, beeldhouwwerken en de kostbare materialen. De kerk wordt soms nog wel eens voor godsdienstige plechtigheden gebruikt, waarop het pompeuze hoofdaltaar met zijn gedraaide kolommen en baldakijn wijst, maar het is in werkelijkheid een mausoleum.
In de zijkapellen van de kerk zijn graftomben ondergebracht van de broers en enkele generaals van Napoleon, als mede o.a. van generaal Foch en Vauban.
Het centrale punt is echter het graf van de grote Franse Keizer Napoleon.
Eind 1840 werd het stoffelijk overschot van Napoleon overgebracht naar Parijs en na een triomftocht via de Arc de Triomphe en de Champs Elys'ees op een ongehoorde koude vijftiende december voorlopig geplaatst in de soldatenkerk St. Louis van Hotel des Invalides.
Eenentwintig jaar lang bleef de kist daar staan tot de definitieve rustplaats van de keizer gereed zou zijn. Dit moest worden in het centrum van de Dôme des Invalides, onder de koepel.
Om de harmonie niet te verstoren van het gebouw en het uitzicht op het hoofdaltaar niet te belemmeren, werd een open crypte uitgegraven, op de bodem waarvan het praalgraf staat, een graftombe, 4 meter lang, 2 meter braad, en 4,5 meter hoog, die men kon zien door een grote ronde opening.
Aan de altaarzijde gaat een trap naar de galerij, onderin de crypte, aangelegd rond de sarcofaag.
Het voetstuk bestaat uit groen graniet uit de Vogezen en de sarcofaag uit een enorm blok rood porfier, wat met veel moeite uit Engeland werd gehaald.
Achter de crypte bevindt zich de laatste rustplaats van het "Adelaarsjong", de zoon van Napoleon. Het werd hierheen overgebracht uit Wenen op 15 december 1940, precies een eeuw na zijn vader. Dit was een geschenk van de zich de 'erfgenaam van Napoleon' noemende Adolf Hitler, in de ijdele hoop het Franse volk hiermee gunstig voor zich te stemmen.
AVOND IN PARIJS.
Zo viel langzaam de duisternis over de stad Parijs. Het was te laat om nog een bezoek te brengen aan het museum van Rodin en wandelend langs de Seine, op weg terug naar het hotel, kwamen we langs het Assemblée Nationale wat zwaar bewaakt werd door politie. Wandelend over Boulevard St.Germain was het etalages bekijken waarin mooie artikelen te zien waren, maar ook zeer aan de prijzige kant. Onderweg nog een paar flessen wijn gekocht om de smaak ervan niet te vergeten en als opwarmertje terug op de hotelkamer.
Ondanks het gevoel dat we onze benen tot aan onze knieën hadden afgesleten gingen na ons opgeknapt te hebben een hapje eten. Een klein restaurantje in een heel oud pandje met een smakelijk dagmenu en goede huiswijn deed ons goed. Schaaltje leeg, het werd bijgevuld en zo ook het wijnglas en de rekening viel 100% mee. We waren dan ook met recht verzadigd toen we in de richting van de Notre Dame liepen om een paar nachtelijke opnamen te maken.
( De Notre Dame de Paris in de schijnwerpers.)
Terwijl we meer slenterden, want stevig doorlopen was het niet meer te noemen, zagen we op de banken bij de Notre Dame de Paris de eerste clouchard van die dagen liggen slapen in de tevens eerste sneeuw die uit de grauw geworden lucht viel. Ook bij nacht hadden in de schijnwerpers staande gebouwen hun charme.
Zo verder wandelend kwamen we weer bij het stadhuis uit, wat ook prachtig verlicht was, met op het voorplein sierlijke lantarens met gekrulde armen.
Zo heeft Parijs met vele wereldsteden gemeen, dat het stadhuis niet bepaald tot de meest interessante monumenten behoort. Het wel imposante gebouw met zijn blanke muren tegen over Ile de la Cité is op een wijd plein gelegen op de rechter oever van de Seine.
Het is een 19e eeuwse imitatie van een oorspronkelijk renaissance stadhuis, dat er sinds het midden van de 16e eeuw stond.
Het plein voor het Hôtel de Ville heeft een historische geschiedenis die bij de Romeinen reeds is begonnen, maar een lugubere rol gespeeld heeft in de Franse geschiedenis. Hier vonden de nodige executies plaats, waarbij gebruik werd gemaakt van het schavot, de galg, het rad en later de guillotine. In 1830 kreeg het plein pas zijn huidige naam, die voorheen Place de Gréve was, om alle bloedige herinneringen uit het geheugen te bannen. Nu het Place de l'Hôtel de Ville.