OP JAVA BESTONDEN DE
GELOVEN SAMEN,
ZO OOK HIER OP BALI,
IN VREDE.
BALI VERKENNEN.
PURA ULUN DANU BRATAN.
Voor dit verslag moet ik wel jaren teruggaan in de tijd dat ik Bali aan het verkennen was in de periode dat ik er, het werden er acht jaar, heb gewoond. Zo kreeg ik een lift van een paar medewerkers van een bedrijf, wat daar cherie tomaatjes teelde in kassen, naar Bedugul waar in het Bratan Meer de Pura Ulun Danu Beratan, of Pura Bratan is gelegen.
Het Bratan Meer is een ondergelopen caldera van de Bratan vulkaan.
Het was in die tijd een vrij droge periode en ook de Bratanrivier leverde zeer weinig water aan het meer.
Het tempelcomplex was een enorme drukte met Balinezen die offers kwamen brengen, dus liet het maar zoals het was om later nog een keer terug te keren. Zo keerde in maanden later weer terug naar deze tempel en de demonen en boze geesten waren verdreven en de tempels lagen weer op eilandjes. Dit tempelcomplex werd gebouwd in 1633 en wordt gebruikt voor offergaven en ceremonies ter ere van de Balinese water-, meer- en riviergodin Dewi Danu. het meer is de belangrijkste irrigatie bron in Midden-Bali. De 11 verdiepingen tellende pelinnggih meru in het complex is gewijd aan Shiva en zijn echtgenote Parvathi.
Al in alle rust en vrede wandelend over het tempelterrein ontdekte ik tot mijn verbazing een boeddhistische stoepa.
Het bestaan hiervan is vrij uniek en interessant gezien de ligging vlakbij de gebedshuizen van de Balinese hindoes. In deze stupa bevindt zich een Boeddhabeeld.
Deze stupa staat symbool voor de religieuze harmonie en is op het zuiden gericht.
De stupa ligt net buiten het hindoe tempelterrein (er is geen afscheiding) en wordt door de lokale bewoners net als hun terrein goed onderhouden.
Dit was de eerste kennismaking van twee geloven zo dicht bij elkaar, welke beide de oorsprong vonden op Java.
PURA TANAH LOT.
Zo volgde ik op een zekere dag, met de auto, de zuidelijke kustweg om een bezoek te brengen aan de zeetempel Tanah Lot, gelegen op een koraalachtige rots voor de kust. Deze tempel heeft niets met het Boeddhisme te maken, maar wil ik toch even onder de aandacht brengen. In de tijd dat ik deze reis ondernam was de weg daar naar toe een slecht onderhouden landweg, waren er nog geen winkeltjes of eetgelegenheden en amper toeristen. Op dat moment was het eb in de Indische Oceaan.
De geschiedenis van deze zeetempel dateert uit de 16e eeuw, toen de priester Dang Hyang Nirartha de tempel stichtte die gewijd is aan de zeegod Dewa Baruna. De tempel staande op een rots is een van de zeven zeetempels aan de zuidkust ban Bali. Ze vormt een spirutuele beschermingsketen rond het eiland.
De zee geeft en de zee neemt, en zo ook de rots waarop de tempel staat gebouwd. Door zware erosie door de blootstelling aan de golven vanuit de Indische Oceaan werd de rots zwaar geërodeerd. In de jaren 80 werden er rotssteunen geplaatst om de tempel te ondersteunen en werd rond de rots zogeheten viervoeters geplaatst om de kracht van de golven te breken, welke op de afbeelding duidelijk te zien zijn. Zo werd deze plaats van aanbidding voor de Balinese Hindoes veiliggesteld.
In de rots van het eiland bevindt zich een zoetwater bron, ondanks dat het gehele eilandje omringt is door zoutwater.
Ook dit is voor de Balinees weer een heilige bron, waaraan natuurlijk ook weer offers worden gebracht.
In de rotsen aan de vasteland zijde zijn openingen waarin zeeslangen leven, ook hier is een priester aanwezig die je tegen betaling de slang uit zijn hol haalt en als je dan de kop van de slang aait zou dat geluk in het leven moeten brengen.
Tegenwoordig is door het stijgen van de zeespiegel het eilandje alleen nog bij laagwater te bereiken via een landtong. De tempel is niet te bezichtigen en is alleen op voor Balinese ceremonies.
Waar tegenwoordig de toeristen voorkomen, nadat ze eindelijk hun weg gevonden hebben langs de nodige stalletjes met toeristische rommel en eetgelegenheden is om van zonsondergang te genieten. Het zou niet mijn laatste bezoek zijn aan deze zeetempel.
Ik verlaat de zuidelijke kustweg om nu noordwaarts te rijden naar Singaraja Gillimanuk door een prachtig berggebied met de rijstvelden op de berghellingen van Papuan in het regentschap Tabanan.
Het mooie is, dat men op Bali twee tot drie rijstoogsten in het jaar kent. Zo heb je de kans om de sawa's in verschillende stadia te zien. Een beeld waarvan ik niet genoeg kon krijgen.
Of het zo moest zijn, een klein bord maakte melding van de Boeddhistische klooster, en dat wekte mijn belangstelling. Volgde de weg en kon vlak bij het klooster de auto parkeren en wandelde naar de ingang, waar in door twee jonge vrouwen werd ontvangen. Wat ik kwam doen bij het klooster en ik vertelde hen dat het gewoon belangstelling was, onder het genot van een flesje koud water, wat ze aanboden.
DHARMA GIRI VIHARA.
Het is het jaar 1994, en alleen het klooster was in gebruik als gebedshuis voor boeddhisten van de Dharma Giri Vihara stichting. Het geheel lag op een stuk landbouw gebied, dat werd gebruikt voor de teelt van chilipepers.
Het geheel zou met de jaren uitgroeien tot een groot tempel complex. Nu was er slechts een klein gebedshuis en een winkeltje waar Boeddha artikelen te koop waren. Het zou jaren duren eer ik er weer een bezoek zou afleggen en dit zo schone religieuze geheel zou aanschouwen.
Eenmaal binnen kwam ik in oog te staan met een gouden (vergulde) liggen boeddha en twee andere beelden. Ervoor stond een tafel met diverse relikwieën den wierook. Het klooster was omringt door een goed onderhouden tuin, maar niet veer daarvan was men druk bezig met een nieuw project, wat enige jaren van werken in beslag zou nemen. Het was dan ook in 2015, dat ik weer eens terug keerde naar deze plaats, die enorm was uitgebreid en een drukke toeristische attractie was geworden vanwege de enorme liggende boeddha.
Ashoka de Grote was de heerser van het Mauryarijk van 268 tot 232 v.Chr. Na een bloedige en gewelddadige overwinning in de oorlog om Kalinga kreeg hij spijt van het leed dat hij met deze oorlog anderen had aangedaan en bekeerde zich tot het boeddhisme.
De stichting had het klooster opnieuw ontwikkeld door de braak liggende grond eromheen te gebruiken, die destijds nog als tuin fungeerde.
In 2010 werd begonnen aan het geheel opnieuw inrichten van het terrein, eerst met een gebouw met meerdere verdiepingen, wat dienst moest doen als kantoor en daarna met het geheel opnieuw inrichten van het terrein en de bouw van de slapende boeddha.
Aan de ingang was in alle jaren niets bijzonders veranderd, maar het gehele terrein was intussen opgebouwd uit drie niveaus. Een lange trap geflankeerd door twee drakenmonsters leidt naar een gespleten poort.
Op deze niveaus bevindt zich onder andere een kleine copy van de Borobudur met kleine stupa's; een gebouw dat als gebedsruimte dienst doet meet een liggende vergulde boeddha en een tuin voor boeddhistische beelden met offerplaatsen.
Maar het meest indrukwekkende is het helderwitte beeld van de liggende Boeddha, met een lengte van 15 meter en een hoogte van 3 meter, met een geweldig uitzicht over het landschap en op de vulkanische bergtoppen. Ambachtslieden uit Klungkung besteden veel vakkennis aan het creëren van dit kunstwerk.
De toegang tot de tempel is gratis, maar een donatie is zeer welkom. Er is voor het betreden van het terrein wel een kleding voorschrift; schouder en benen dienen bedekt te zijn, hiervoor zijn sarongs beschikbaar. De heilige gebieden dient men blootvoets te betreden. De sfeer in het klooster is erg koel en vredig, en is zeer geschikt om te mediteren of om de geest te verhelderen.