FRANSTALIGE PROVINCIE
VAN WALLONIË MET DEZELFDE
NAAM ALS DE HOOFDSTAD.
LIÈGE - LUIK.
DEEL 2.
SOUGNÉ-REMOUCHAMPS.
Het is een drukke toeristische stad die vooral bekend staat om zijn grotten en de heuvel La Redoute.
Zoals de naam al doet vermoeden, bestaat Sougné-
Remouchamps uit twee dorpen, ieder met de zelfde naam. Tot de opheffing van het hertogdom Limburg hoorden deze dorpen tot de Limburgse hoogbank Sprimont. Net als de rest van het hertogdom werden de plaatsen bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde departement Ourthe.
GROTTEN VAN REMOUCHAMPS.
De ingang van deze grotten ligt aan de N666 aan de oostkant van het dorp. Een bezoek aan de grotten kan men zowel te voet doen, door onder andere een zaal die 8000 jaar geleden door mesolitische jagers bewoond werd en door de grote zaal 'de Kathedraal'. Een andere optie is een rondvaart te maken in een van de kleine bootjes.
Het groten complex werd in 1828 ontdekt en sinds 1912 opengesteld voor het publiek. In die periode was de enige verlichting door het gebruik van fakkels. Tegenwoordig is er elektrische verlichting aangelegd. In de grotten zijn er afzettingen, stalactieten en stalagmieten gevormd door het kalkrijke insijpelende water. De natuurkundige grootheid bedraagt tussen de 500 en 600 kubieke meter.
De grotten zijn gevormd door de onderaardse rivier Rubicon, deze wordt gevoed door de Vallei der Chantoirs.
We zijn nu op de helft van onze provincie Luik route. Via de E25 kan u hiervandaan naar Luxemburg rijden, maar wij vervolgen onze tocht door het Luikse land en een totaal veranderd landschap naar de stad Spa.
SPA.
Het wapen van Spa is geheel van zilver, inclusief de afbeelding. Doordat alles van zilver is, betreft het een raadselwapen.
Het wapen van Spa werd op 2 september 1878 officieel toegekend.
Het wapen toont het vorige gebouw van de Peter-de Grote bron. het gebouw dat in 1656 werd gebouwd staat op 17e eeuwse zegels en sinds 1878 ook op het gemeentewapen. Boven de bron staat een blauw lint met gouden letters: "Spa . Pouhon".
We nemen een landelijke route door de bossen om Spa te bereiken..
Wie kent Spa niet? Het Spa-water in flessen is al een eeuwenlang begrip in Europa.
In de middeleeuwen behoorde Spa tot het markgraafschap Franchimont, genoemd naar de burcht in het naburige Theux. Spa kreeg in 15945 stadsrechten. Spa was tot ongeveer 1980 het belangrijkste toeristische centrum van de Ardennen. Bezienswaardigheden in de stad zijn:
Het Voormalig Badhuis van Spa, een monumentaal Neorenaissancegebouw uit 1868 en lange tijd het belangrijkste kuuroord van de stad.
De Peter-de-Grote bron een achthoekig prieel uit 1880.
De Protestantse kerk, een neogotische gebouw uit 1876.
De neoromaanse Sint---Remacluskerk, herbouwd in 1885.
De Waux-hall, een casino uit 1770.
In de bossen rondom Spa kom je gauw de wegwijzers tegen van de Route des Sourcers (de bronnen route). Behalve langs Soa voert deze route langs de bronnen in Géronstère en Sauvenière.
We vervolgen onze route en de N629 gaat over Jalhay naar de N672, en zo bereiken we het gebied de Hoge Venen.
HOGE VENEN.
De Hoge Venen het 'dak van België', met het hoogste punt van 649 meter boven de zeespiegel, in een beschermd Europees Natuurpark
Door de hoge ligging van het gebied, dat een éénheid vormt met de Duitse Eifel, kan men hier in de winter langlaufen.
Het klimaat kan er guur en hard zijn: er valt ruin twee keer zoveel regen als in ons eigen land.
Toch is het een gebied dat een uitnodiging waard is om er lange wandeltochten te maken.
Een typerend veendorp is Ovifat.
ABDIJVORSTENDOM STAVELOT-MALMEDY.
Het abdijvorstendom Stavelot-Malmedy was van de 12e eeuw tot 1795 een klein zelfstandig abdijvorstendom van het Heilige Roomse Rijk in het huidige België.
het gebied werd geregeerd door de abt van de rijksabdij Stavelot-Malmedy, die als geestelijke vorst zitting had in de Rijksdag van het heilige Roomse Rijk. Daarbinnen behoorde het gebied tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits.
In Stavelot-Malmedy waren de geestelijke en wereldlijke macht in één hand verenigd, net zoals het geval was bij de rijksabdij Thorn en het prinsdom Luik.
Na een neergang kwamen er in 1438 nieuwe hervormingen. Door de onafhankelijkheidsstrijd in de Nederlanden en de Reformatie werd ook de rijksabdij Stavelot-Malmedy bedreigd. Om de [positie te versterken werden sinds de 16e eeuw regelmatig belangrijke vorsten tot abt gekozen, zoals in 1589 toen Ernst van Beieren en in 1612 Ferdinand van beieren gekozen werden, die tegelijk keurvorst van Keulen waren. In 1792 vluchtten de monniken voor de Franse troepen, die het gebied op 1 oktober 1795 annexceerde en het lieten opnemen in het departement Ourthe. Een jaar later werden de abdijen opgeheven de kerk in Stavelot gesloopt, er resteert alleen nog een toren.
STAVELOT.
Het gemeente wapen van Stavelot is officieel nooit aangevraagd, echter het wapen is wel officieel in gebruik.
Het schild is van lazuur beladen met van boven het borstbeeld van de Heilige Remaclus van goud, en van onderen met een wolf van goud beladen met een korf met vruchten. Het schild wordt gedekt door een gouden kroon.
Volgens de legende zou de wolf bij de bouw van de Abdij van Stavelot geholpen hebben.
Volgens de legende zou de wolf bij de bouw van de Abdij van Stavelot geholpen hebben.
Stavelot is gelegen aan de rivier de Amblève in de provincie Luik, arrondissement Verviers. Zo'n vijf kilometer te noordoosten van de stad ligt het racecircuit Spa-Francorchamps. De stad heeft in de WO-II zwaar te lijden gehad, in de Slag om de Ardennen.
De Sint-Sebastiaankerk is de parochiekerk van Stavelot. De bouw hiervan ving aan in 1750 en werd in 1754 ingewijd.
Een deel van het meubilair is uit de 18e eeuw, in de Luiks-Akense barokstijl en uit de omstreeks 1795 door de Franse revolutionairen gesloten abdij van Stavelot.In de kerk staat een doopvont uit de 16e-17e eeuw.
De kerk verwijst meer naar Remaclus dan naar Sebastiaan, want ze herbergt in het koor het schrijn van Remaclus uit 1268.
De abdij van Stavelot, van de benedictijner monniken had in de middeleeuwen een grote reputatie als centrum van kunst en wetenschappen, en werd gesticht door Remaclus in 648. Na de komst van de Franse troepen werd de abdij verlaten, geplunderd en daarna afgebroken. In de 17e en 18e eeuw werden er nieuwe abdijgebouwen gebouwd gedeeltelijk in de Maaslandse renaissance stijl en in de Luikse barokstijl. Resten van oude gebouwen liggen naast de nieuwere. Tegenwoordig herbergt dit complex drie musea.
MALMEDY.
Het wapen van de stad Malmedy is het gemeentelijk wapen. het werd in 1926 erkend en in 1990 bevestigd. Het wapen wordt als volgt omschreven: een draak van sabel op een veld van sinopel staande op groene ondergrond. Het schild is geplaatst voor een zilveren zwaard gevest van goud, met de punt naar beneden, en een bisschopsstaf van goud kruislings geplaatst. en gedekt met een mijter van goud.
Malmedy had in de 9e eeuw Sint-Quirinus als heilige. Hierdoor verscheen hij op stadszegels als symbool. Op deze oude zegels staat hij afgebeeld terwijl hij op een monster staat. In plaats van de heilige met het door hem overwonnen monster, of een draak, wordt alleen de draak op het schild getoond.
Malmedy is gelegen op de plaats waar de Warchemme uitmondt in de Warche. en is de zusterstad van Stavelot, en heeft ongeveer dezelfde geschiedenis van het Abdijvorstendom.
Verder zijn er de voormalige Benectijnenabdij uit 648 en opgeheven in 1796 en de abdijkerk (177775-1784), die na de trekking van de nieuwer staatsgrens in n1920 zetel van de bisschop van Eupen-Malmedy werd. Na de opheffing van het bisdom in 1925 bleef de kathedraal deze titel behouden. De kathedraal bewaart de relieken van de heilige Quirinus.
Na de N68 gaan we verder via de N633 naar Coo. Bij Trois Ponts (De drie bruggen) vloeien de stromen van de Amblève, Salm en Balleur samen.
TROIS-PONTS.
Op het wapen staat centraal op het blauwe veld de heilige Jakobus de Meerdere afgebeeld op zijn pelgrimstocht naar Santiago. Aan iedere zijde staat een Jacobsschelp afgebeeld.
Trois-Ponts bestaat uit de deelgemeenten Fosse, Wanne en Basse-Bodeux
COO.
Coo is een klein dorpje. In het midden van de 18e eeuw ontstond er door het afsnijden van een meander een dubbele waterval van 15 meter hoogte. Bij de watervallen werd het attractiepark Télécoo gebouwd.
Wij vervolgen onze route naar Fonds de Quareux.
FONDS DE QUARREUX.
De laatste plaats op onze route is van romantische schoonheid. Fonds de Quarreux is een dalengte waardoor de Amblève, gehinderd door vel rotsblokken zich woest en wild een weg baant.
Het ontstaan van de plek kent verschillende verschillende legendes.
Aan de molenaar Hubert Chefneux was een mooie windmolen beloofd als hij zijn ziel zou verkopen aan de duivel. Zijn bezorgede echtgenote verstopte zich echter in de molen met een medaille van Onze-Lieve-Vrouw van Dieupart, waarop de molenwieken stopten met draaien. De woedende duivel maakte daarop de molen kapot; de overblijfselen bleven als rotsblokken in de Amblève liggen.
Hier werd ons reisgezelschap op gesplist: een gedeelte besloot via Luik weer terug te rijden naar Nederland. Wij besloten om naar de stads Vaals te rijden, dat bekend staat om het drie landen punt: België-Nederland-Duitsland, maar wat eens het Vierlanden punt was.
NEUTRAAL MORESNET.
Moresnet, officieel het Onverdeelde Gebied van Moresnet, was een neutraal gebied van 1816-1920, met een oppervlakte van 3,44 km².
Het gebied behoorde zowel aan het Verenigd Koninkrijk de Nederlanden (vanaf 1830 aan de nieuwe staat België) als aan Pruisen (vanaf 1871 Duitsland).
Het gebied in de vorm van een stompe driehoek, lag ten zuiden van de Vaalserberg en reikte tot aan de hoofdweg van Aken naar Luik.
In de WO-I werd het bezet door Duitsland en na afloop door België. Uiteindelijk werd het officieel bij België ingelijfd en maakt het nu deel uit van de provincie Luik. In 1914 werden alle inwoners genaturaliseerd tot Duitser. Dit alles had te maken met de vondst aan het begin van onze jaartelling van een kostbaar erts, zinkspaat.
Neutraal Moresnet ontstond na de definitieve val van Napoleon, nadat de Nederlanden en Pruisen het bij de herindeling van Europa het niet eens werden over het bezit van de zinkgroeve en fabriek bij Kelmis.
We verlaten neutraal Moresnet en het gebied van de oude zinkmijnen en rijden naar Vaals om deze tocht door de provincie Luik af te sluiten met een bezoek aan het (Vier) Drielandenpunt.
Over de herkomst van de kleuren bestaan twee theorieën. De eerste gaat ervan uit dat de kleuren zijn gekozen naar het blauw van de Nassaus en het zwart van de Pruisen, om zo de oorspronkelijke beheerde landen weer te geven. Een andere door vele als waarschijnlijker verklaring gezien is dat de kleuren afkomstig zijn uit het embleem van Vieille Montagne of het wapen van Kelmis.
KELMIS.
De vlag van de gemeente Kelmis is een verticale driekleur, in de kleuren zwart, wit en blauw, met in de witte baan het wapen van de gemeente.
De kleuren van de vlag zijn afgeleid van het gemeente wapen.
Het gemeente wapen heeft bovenin een zwarte balg met daarop afgebeeld de mijnwerkers gereedschappen en drie gouden sterren in de positie één twee. Het onderste deel is verticaal in tweeën gedeeld; links op een blauw veld de leeuw van de Nederlanden, goud genageld en tong; op het rechter deel op een wit veld de Duitse adelaar met gouden snavel en poten. De naam van de gemeente werd in 1973 gewijzigd van "Kalmis" naar Kelmis. In het Frans bleef de naam "La Calamine" ongewijzigd,
In de stad ligt het Museum Vieille Montagne, over het zinkbedrijf en de geschiedenis.
.svg.png)




















.png)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten