EEN WANDELING DOOR
ENKHUIZEN EEN STAD MET EEN
RIJK VERLEDEN WEERGEGEVEN
OP DE GEVELS VAN DE GEBOUWEN.
( DEEL 1)
ENKHUIZEN.
Enkhuizen is een stad en gemeente in de regio West-Friesland, in de provincie Noord-Holland. De gemeente ligt zowel aan het Markermeer als aan het IJsselmeer. Enkhuizen staat bekend als de 'Haringstad' vanwege zijn verleden als centrum voor de haringvisserij, toen het IJsselmeer nog Zuiderzee was. De stad heeft een goed bewaarde historische binnenstad.
Een blijk op de kaart van Enkhuizen leert dat de oude stad eigenlijk uit twee delen bestaat. In het oosten is de middeleeuwse stad nog herkenbaar aan het wat rommelige bijna organisch gegroeide stratenpatroon. Ook de loop van de stadsmuur met daarvoor de gracht is op de kaart nog zichtbaar.
In het laatste decennium van de 16e eeuw besloot het stadbestuur de stad uit te breiden. De Enkhuizers legden een nieuwe stadswijk en een aantal nieuwe havens aan. Deze nieuwbouwwijk kreeg een veel regelmatiger straat- en kavelpatroon dan het middeleeuwse gedeelte van de stad.
De stadsmuur werd gesloopt. Een 'moderne' aardenwal, de Vest, met daarom een water, beschermede nu de stad tegen vijanden. De uitbreiding van het woon- en havengebied was noodzakelijk geworden door de enorme bloei van die Enkhuizen doormaakte.
In het stadswapen prijken drie gekroonde haringen als symbool van de belangrijkste economische activiteit van de stad, het vangen en verwerken van haring. Maar de Enkhuizers leefden niet alleen van haring. Reeds in de 15e en 16e eeuw moeten de Enkhuizer schippers actief zijn geweest in een gebied dat zich uitstrekte van de Oostzeelanden tot het Middellandse Zeegebied. In de loop van de 17e eeuw zorgden organisaties als de VOC en de WIC er voor dat die handelsactiviteiten de hele wereld omspanden. Na 1650 stagneerde de groei van de economie. De werkgelegenheid liep in alle sectoren terug, totdat uiteindelijk de VOC de enige grote werkgever was. In 1795 ging dan ook de VOC failliet.
Van deze geschiedenis herinneren de gevels, gevelstenen en ornamenten in de oude binnenstad.
1 - Drommedaris. op Google en verkrijgbaar bij de lokale VVV in Enkhuizen.
2 - Flessenscheepjesmuseum.
3 - Stadsgevangenis. Na het verlaten van het treinstation gaan we de wandeling
4 - Stadhuis. bij het volgen van de Parklaan langs het Snouck van
5 - Speeltuin Kindervreugde. Loosenpark en lopen naar de Kuipersdijk.
6 - Sow to Grow.
7 - Snouck van Loosenpark.
STADSWAPEN.
Het stadswapen werd bij besluit van de Hoge Raad van Adel van 26 juni 1816 het wapen van Enkhuizen, als volgt omschreven: een schild van lazuur (blauw), beladen met drie haringen (naar rechts gewend) van zilver geplaatst en fasce (liggend) gekroond van goud en verzeld (vergezeld) van drie sterren mede van goud, staande en pal boven (boven elkaar); het wapen vastgehouden door ene staande vrouw in het wit gekleed.
Voor 1816 kwam het wapen vaak voor met een blauw schild, waarop drie naar links gewende haringen van zilver gescheiden door twee zilveren sterren.
GEMEENTEVLAG.
Hoewel deze vlag pas officieel werd ingesteld bij gemeenteraadbesluit van 8 augustus 1949 is ze al zeer oud. De vlag komt zonder wapen al voor op een vlaggenkaart uit 1711.
De gemeentevlag heeft tegenwoordig dertien even hoge banen van rood en geel, met in de broektop, ter hoogte van vijf banen, een wit vierkant waar het stadwapenschild op staat.
VOC VLAG.
Bij de voorbereidingen van de viering van het 400 jarig bestaan van de VOC nam de nieuwgierigheid toe naar een vlag van de VOC Kamer van Enkhuizen. Na enig speurwerk werd een afbeelding gevonden. De beschrijving luidt als volgt: In sinopel (groen), drie fazen van keel (rood). Daarop afgebeeld onder in het midden het VOC logo in goud en daarboven in goud de letter 'E´ van Enkhuizen.
DE STADSWANDELING.
Uitgaande van het NS-station als beginpunt wandelen we via de Parklaan langs het Snouck van Loosenpark naar de Snouckstraat en slaan linksaf naar de Kuipersdijk..
Aan de gevel van het pand nummer 8 een fraaie gevelsteen+ ´Tussen vergankelijkheid en eeuwig- heid snelt de tijd voorbij´. Een gevleugelde zandloper.
We lopen terug naar het Waaigat en steken het water over naar de Prinsenstraat waar op nummer 12 De keizerskroon, op nummer een Haan, op nummer 23 een Woerd met de tekst 'het woord staat vast' en op nummer 3 'Het rad van avontuur' als gevelsteen staan afgebeeld.
CORTHUIS.
We slaan nu aan het einde van de Prinsenstraat links af en vinden op de hoek van de Westerstraat en Oude Gracht 'Het Corthuis' anno 1617.De prachtige classicistische gevel toont naast het cartouche met het jaartal 1617, de wapens van Oranje en van West-Friesland in het fries.
De reliëfs ter hoogte van de zolderverdieping, stellen links de Leeuw in de Hollandse Tuin met het onderschrift 'Hollandia', en rechts de geschiedenis volgens Genesis 29, met het onderschrift: 'Dit is Jacobs Waterput' voor.
De Hollandse Tuin was in die tijd een bekend motief en verwees naar de strijd van de Nederlanders tegen de Spanjaarden om hun onafhankelijkheid.
In de top van de gevel is de Enkhuizer stedenmaagd te zien.
Over de oorspronkelijke functie van het pand is niets bekend.
In 1630 komt het pand voor het eerst in de archieven voor, er zou dan een 'ijskramer' in wonen met de naam Pieter Sweers.
Op de gevel van de Westerstraat 183 een gevelsteen met een afbeelding van een poort in een muur met daarachter bomen. Boven de poort een afbeelding ven een gevleugelde engel.
'Dit is het hof" anno 1646.
Aan de gevel van de Westerstraat 195 een houten gekroond ornament, de een afbeelding van drie gekroonde wortels.
In het midden stadhouder prins Maurits van Nassau geflankeerd links door koning Karel V en rechts Filips II.
Aan de gevel van de Westerstraat 198 een ornament met twee kinderkopjes. Op de gevel van de Westerstraat een afbeelding van een walvis 3/4 in het water gelegen en 1/4 op het stand, met de ondertiteling 'De Jonas' ,vermoedelijk verwijzend naar de Bijbelse vertelling Jonas in de walvis.
Het pand met huisnummer 228-230 aan de Westerstraat heeft vijf verschillende afbeeldingen: Van links naar rechts een leeuw met daaronder fruit, een haringbuis, een afbeelding van een onbekend wapen met drie Franse lelies en drie onbekende afbeeldingen, gedekt door harnasvizier, en geheel rechts weer een leeuw boven fruit.
Aan de gevel van het pand Westerstraat 239 zijn twee mannenkoppen afgebeeld als ornament. beide voorzien van een kantenkraag en blauw vest.
Op de hoek van de Westerstraat 269 en de Korte Burgwal een gevelsteen met de afbeelding van een boogbrug met ondertiteling 'Aan de Burgwal' anno 1938.
KOEPOORT.
Aan het einde van de Westerstraat ligt de Koepoort of Westerpoort, een stadspoort die eeuwenlang de westelijke toegangspoort tot de stad Enkhuizen was en een onderdeel van de vestingweken van de stad.
Tussen 1590 en 1593 werd Enkhuizen landinwaarts, dus naar het westen uitgebreid. Er kwam een aarden omwalling met een nieuwe verdedigingsgracht en zeven bastions.
Op de plaats waar nu de Koepoort staat, kwamen een houten poort en een ophaalbrug. Een halve eeuw later wilde men de houten poort vervangen door een stenen poortgebouw.
Het was een poortgebouw waar het verkeer van en naar de stad doorheen ging. De poort werd echter niet onderhouden en raakte in verval.
In 1730 werd de poort hersteld en van een koepel voorzien, ter herinnering hieraan werd onder het fronton het jaartal 1730 geplaatst. De poort is sinds dat jaar qua vorm niet meer gewijzigd. In 1793 werd een uurwerk met slagklok in de koepel aangebracht.
Dit torenuurwerk werd rond 1940 afgebroken en vervangen door een elektrisch exemplaar van de J.H.Addiicks torenuurwerkfabriek in Amsterdam. Het oude uurwerk dat op de zolder lag opgeslagen was plotseling verdwenen.
Sinds de jaren negentig van de 20e eeuw is er een computergestuurd uurwerk aangesloten. De bel met slagtoon werd gegoten in Amsterdam en heeft als opschrift SIT NOMEN DOMINI BENEDICTUM AMSTELODAM 1708; vertaald; Gezegend is de naam van de Heer. Amsterdam 1708.
De hoofdstraat van Enkhuizen, de Westerstraat, komt uit op de Koepoort en gaat daar over in het Westeinde.
In de jaren 1936 en 1937 werd de brug over de vestinggracht naar het Westeinde vervangen en sinds die tijd gaat het verkeer niet meer door de poort, maar wordt er omheen geleid.
In 1987 staat aan de stadszijde het door Han Sterk vervaardigde beeld van de de stedemaagd van Enkhuizen.
We vervolgens onze wandeling door de Westerstraat om steeds weer nieuwe fraaie gevels en gevelstenen te ontdekken.
Op de hoek van de Westerstraat 153 aan de zijgevel een gevelsteen met de afbeelding van twee mollen die een knot garen doorzagen.
Aan de gevel van Westerstraat 127 een gevelsteen met de betekenis 'spaarzaamheid'.
Een engelenkopje aan de gevel van de Westerstraat 137.
WEST-FRIESE MUNT.
De West-Friese Munt in Enkhuizen is het enige resterende gebouw van de gelijknamige instelling. het huidige pand is in 1611 gebouwd in de stijl van de Hollandse renaissance. Het staat op de plek waar voor 1600 een pand met meerdere functies stond. Sinds1467 droeg het oude complex de naam Patershof. De panden van de West-Friese Munt dienden eerst nog als kerkelijke instelling, vandaar ook de oude naam Patershof. Na de reformatie kwamen er andere instellingen in de gebouwen. het gebouw kreeg na een bezoek van Willem I de naam Prinsenhof. Een deel van het complex werd bestemd voor de West-Friese Munt. De Munt werd op 8 augustus 1586 opgericht na het afzweren van Filips II als graaf van Holland. Een ander deel van het complex werd ingericht als vergaderruimte van de Heren van de Admiraliteit en eveneens van de Raden van de Admiraliteit.
De West-Friese steden Enkhuizen, Hoorn en Medenblik besloten zelf munten te gaan slaan bij een gezamenlijke munt.
Ook vanwege de voortdurende oorlog met Spanje in de rest van de Nederlanden, was het verkrijgen van guldens uit de officiële munt in Dordrecht erg moeilijk.
Vanaf 1609 rouleerde de vestigingsplaats; de munt was voor een periode van zes jaarafwisselend in een van de drie steden gevestigd. In Hoorn en Medenblik was de munt gevestigd in de Muntstraat.
Het huidige pand gebouwd in 1611, wat ook is weergegeven in twee gevelstenen die in de fries geplaatst zijn Naast de stenen zijn ook twee leeuwenkoppen geplaatst. Daarboven het wapen van West-Friesland en het wapen van Enkhuizen. Ook Prins Maurits is in steen weergegeven in de boog boven het middelste raam.
Westerstraat 109 is het voormalige weeshuis van Enkhuizen dat in 1551 werd gebouwd voor de opvang van wezen en dakloze kinderen.
In 1616 werd er de wezenschool gevestigd.
In 1905 werd het voormalige weeshuis of Oude Armen Weeshuis, gesloopt. het was van oorsprong een deel van een kloostercomplex, en was bouwvallig geworden.
De gevel werd in latere jaren herbouwd in de Hendrik de Keyser-trant 1616, met natuurstenenpoortje een kopie van de grote originele gevelsteen gelegen in het Waagmuseum.
In de jaren zeventig van de 20e eeuw verloor het pand zijn functie als weeshuis. Jarenlang heeft het dienst gestaan als onderkomen voor ambtenaren van Openbare Werken van de gemeente Enkhuizen, maar ook de ambtenaren verdwenen.
In het huidige pand en bijgebouwen is nu een soort van vakantie hotel gevestigd. Links van de ingang bevond zich de regentessenkamer. In die kamer is een oude schouw afkomstig uit de oude regentessenkamer van het oude weeshuis weer opgebouwd. Tot voor lort waren deze kamers behangen met zeer fraai goudleerbehang uit 1742, ook afkomstig uit het oude weeshuis. Een brand in 1995 veroorzaakte in het gebouw veel waterschade aan het behang.
Het plein voor het weeshuis wordt afgesloten door een groot smeedijzeren hek. Het inrijhek is 18e eeuws: de hardstenen hekpijlers stammen uit 1734 en gaven toegang tot de tuin van het oorspronkelijke weeshuis. De pijlers worden bekroond met het monogram OAW, Oude Armen Weeshuis en het wapen van Enkhuizen. Midden in in het toegangshek een afbeelding van twee wezen die het monogram OAW vasthouden.
Zie vervolg: ENKHUIZEN. GEVELS, GEVELSTENEN & ORNAMENTEN. DEEL 2.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten