zaterdag 29 juli 2023

EDAM ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTEN, ORNAMENTEN EN SNIJRAMEN. (DEEL 2)

 


     ER IS MEER DAN KAAS 

     IN DE PLAATS EDAM.




EDAM.


STADSWANDELING.

RAADHUIS VAN EDAM.



Het voormalige raadhuis staat aan het Damplein. Het raadhuis is in 1737 gebouwd door de Meester-Huystimmerman Jacob Jongh. De eerste steen werd gelegd op 18 mei van dat jaar door Roelof Boot.

Het pand is momenteel in gebruik voor verschillende doeleinden: de oude raadszaal is in gebruik als trouwlocatie, de VVV is gehuisvest op de begane grond, rechts van de ingang, en op de eerste verdieping heeft het Edams Museum een dependance voor exposities. De hoofd vestiging van het museum bevindt zich aan de andere kant van de Dam in het oudste (ongeveer 1540 jaar) stenen huis van Edam.

De ingangspartij wordt omgeven door een gebeeldhouwde zandstenen omlijsting, met geheel bovenaan een weergaven van het stadswapen.
Dit geheel wort omgeven door een resaliet. Over de volle breedte van de voorgevel en de zijgevels loopt een loodslab, dit is een voeglood, dat inregenen moet voorkomen. het lood verspringt bij de resaliet en de hoekpilasters. Dit lood is tijdens de bouw al in de gevels aangebracht.
De hal op de begane grond, het trappenhuis en de hal op de verdieping bevatten stucwerk uit de tijd dat het pand gebouwd werd.

De raadszaal is gedecoreerd met beschilderd behang van Willem Rave. Het behang stamt uit 1738 en stelt de kroning van Saul en het Salomonsoordeel voor. Het zijn schilderingen die het recht uitbeelden en ze herinneren aan de rechtspraak van de schout van Edam in vroeger tijden. Ook de meubels en twee schoorsteenmantels, in de raadzaal en burgenmeesterkamer, zijn origineel. 
Het pand is sinds 15 november 1967 een rijksmonument.



Linksboven; Brug over de voorhaven.
Midden; Het edammer museum het oudste pandje van Edam.
Linksonder; Wapen dijkgraaf en hoogheemraden op sluismuur Damplein- Voorhaven.
Rechts; Wapen van het hoogheemraadschap op de wand damsluis Voorhaven - Damplein.











Boven; Zwaan op gevel Lutherse Kerk. Voorhaven 136 en zwaan op de top van het pand van de Lutherse Kerk.
Onder;  Tekst op de boven de deur van de Lutherse Kerk en een jaartal aanduiding in Romeinse cijfers.







Gevelsteen met rosmolen tussen leeuwenkop, anno, jaartal 1628 en leeuwenkop. Voorhaven 146.






Linksboven; Snijraam met jaartal 1584. Voorhaven.
Midden; Deurraster Voorhaven.
Rechtsboven; Kinderen op een wip
Voorhaven 130.
Rechtsonder; Eikel. Voorhaven 42.
Linksonder; Uitkijk op een zeilboot, 'Ooch inet Seyl'.






Met de klok mee:
Snijraam Voorhaven 34.
Wapen van Haarlem Voorhaven 139-141.
Non met kinderen Voorhaven 158.
Makelaar op top gevel Voorhaven 14.
Tweehonderd jaar Voorhaven.
Snijraam met pijlen Voorhaven 32. 




Rechts; Fraai deurraster Voorhaven 44.
Midden boven; Boom in snijraam met wapenschild en hart. Voorhaven 14.
Rechtsboven; Pieters hefbrug over de Voorhaven.
Rechtsonder; Zeilschip 'in de saene' Voorhaven 19.
Midden onder; Windwijzer met paard op pand aan de Voorhaven. 





Linksboven; Leeuwenkop Voorhaven.
Midden boven; Kinderkopje Voorhaven.
Rechtsboven; Vrouwenkop Voorhaven.
Rechtsonder; Snijraam met fraaie raster versiering Voorhaven.
Midden onder; Weegschaal Creemers Hofje 1989. Voorhaven 39.
Linksonder; Snijraam met pijlen en in het midden gouden bloem. Voorhaven.




Van links naar rechts:
Handelspakhuis aan Voorhaven 37.
Pakhuis Bordeaux Voorhaven 41.
Houten klokgevel aan de Voorhaven.
Jansbrug over de Voorhaven.




Van links naar rechts: 
Uithangbord De Halve Maan, voorhaven.
Snijraam met paard, Voorhaven.
Uithangbord met zwaan en huisnummer, Voorhaven 107.




Jaartal aanduiding; Anno 1621 tussen twee leeuwenkoppen. Voorhaven. 





Kaashandel aan de Voorhaven.

EDAMMER KAAS.

Edammer kaas of kortweg edammer is een bolvormige harde kaassoort, die van oorsprong verhandeld werd vanuit Edam.
De bekende kleur van de kaas is rood, daar deze voor de export een kaaskorst krijgt van rode paraffine. De kaas wordt ook met een gele kleur verkocht. De kaas is over de hele wereld bekend. Dat begon al in de Gouden Eeuw, toen hij werd verhandeld voor andere goederen. Oudere benamingen voor de kaas zijn 'cleyene kasekens' en 'klootjeskaas', dat laatste vanwege de bolvorm.
De Edammer kaas werd voorheen gekleurd met het sap van de klaproos. De aanduiding "Edam Holland" is sinds oktober 2010 volgens besluit van de Europese Commissie beschermd.


Van links naar rechts;
Wapen Vlek-Boot in snijraam Voorhaven 137.
Het huis van Haarlem en jaartal aanduiding 1925. Voorhaven 139-141.
Trapgevel van het oudste gebouw in Edam, nu het Edammer museum aan de Voorhaven.







Linksboven; Versiering aan de daknok van het muziek theater aan de voorhaven.

Linksonder; Snijraam met buitenlicht van het stadhuis van Edam Damplein 1.

Rechts; Wapen van Edam. Hoogstraat 16.  





WAPEN VAN EDAM.

Het wapen van Edam komt voor het eerst voor op een zegel in 1361. Het schild is sindsdien weinig veranderd, maar de schildhouder wel.
In de 16e eeuw werd het schild nog gehouden door twee leeuwen, maar vanaf de 17e eeuw, om precies te zijn het jaar 1626, wordt het schild gehouden door een beer in natuurlijke kleur.
Het officiële wapen van Edam werd op 26 juni 1826 vastgelegd. 
Officieel is dit ook het wapen van de gemeente Edam-Volendam.
Het wapen dat gemeente voert, de schilden van Edam en dat van Volendam naast elkaar, in nooit officieel vastgelegd of erkend door de Hoge Raad van Adel.
Na de fusie tussen Edam-Volendam en Zeevang op 1 januari 2016, heeft de nieuwe gemeente Edam-Volendam het oude wapen behouden.

LEGENDE.

Er zijn twee volksverhalen die de herkomst van de stier en de drie sterren verklaren:
Het eerste is het verhaal over de Wapenstier van Monnickendam. Deze stier zou zijn uitgebroken van een klooster in die stad. Zo kwam de stier na een dag rondrennen aan bij een weiland in Edam. Hij zou rond middernacht in het weiland verdwaald zijn geraakt. Een knecht van de boer kwam naar de stier toe, daar hij dacht een man te zien. Hij vroeg aan de stier wat die daar aan het doen was. De stier zou hierop hebben geantwoord: "Sterren", dat zou het enige woord zijn geweest dat de stier kon uitspreken.
Later begreep de knecht dat het helemaal geen man was geweest, maar de stier. Hij vertelde de burgemeester dat hij de stier had ontmoet en de burgemeester gaf Edam hierop het wapen: een stier op een groen veld met drie sterren boven de stier.

Het tweede verhaal dat de herkomst van het wapen zou kunnen verklaren, is opgetekend in de Grote Kerk van de stad:

1219.
Edam als trouwe lantsaten
Quamen die van Haerlem te baten
Wilt vreughte vaten
Sij gingen ham hard en fier
Met stoute moet met felle manier
Als verwoede stier
Paus, Keizer en al het Christenleer
Verwonderen hen met alle seer
Van die grooten eer
Alsoo kreegh Edam haar wapen
Met eer en gewelt
Drie vergulde sterren in 't root veld
En een stier daarin gestelt
1610.

De drie sterren kunnen echter ook verklaard worden door een ander volksverhaal. Een groep Edammers zou in 1219 op kruistocht een groep Haarlemmers te hulp zijn geschoten. Hierop heeft de Duitse Keizer besloten dat Edam drie gouden sterren in het wapen mocht voeren.

Het feit dat de stier zwart is en op een rood schild staat is heraldisch gezien incorrect, hierdoor is het wapen een zogenaamd raadselwapen. Een dergelijk wapen zou de aanschouwer er toe oproepen om vragen te stellen over de herkomst van het wapen. Zowel het zwart van de stier als het groen van de ondergrond mogen officieel niet op een rood veld geplaatst worden.




Met de klok mee:
Anno MDCXVI Hoogstraat.
Anno 1655. Hoogstraat.
Snijraam Het Huisje. Hoogstraat 
Snijraam en buitenverlichting Hoogstraat.





Van links naar rechts: 
Snijraam met pijlen. Hoogstraat.
Twee mooie oude pandjes aan het einde Hoogstraat en Nieuwe Haven.
Overdag luikjes open 's avonds dicht!





Van links naar rechts:
Hakkelaarsbrug naar Begijnenland.
Ridder te paard Begijnenland.
Kasteel Begijnenland.






Van links naar rechts:
De slanke speeltoren.
Doorkijkje van Schepenmakersdijk op de Lingerzijde.
In de wassende maan. Schepenmakersdijk 17.





    Wapen boven de toegangspoort van de gebouwen van de Hoogheemraadschap Noorderkwartier.

HEEMRAAD.

Het hoogheemraadschap is gevestigd in het Gemeenlandshuis Schepenmakersdijk 16 en ligt achter een monumentaal houten hek uit 1785. Het bestaat uit drie om een hof gegroepeerde gebouwen uit de 18e eeuw. In het middelste gebouw bevindt zich de oudste vergaderzaal van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen van Kennermerland en West-Friesland.
Leden van het dagelijks bestuur vergaderen hier en nadien werd de tafel gedekt om te dineren en kon men in een bedstede slapen. Uit die periode is nog één bedstede  bewaard gebleven.
De op sokkels geplaatste tuinbeelden stellen de vier jaargetijden voor.


Met de klok mee: 
Wapen van het Hoogheemraadschap.
Tuin met het middelste gebouw en de jaargetijden beelden
Het klokkentorentje op een van de gebouwen.
Fraaie windwijzer op een van de gebouwen.
Eenvoudig snijraam boven de ingang van het middelste gebouw met daarboven het wapen en omgeven door twee horens van overvloed en twee vissen.



Het hoogheemraadschap, in andere provincies beter bekend als het waterschap, zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Draagt zorg voor voldoende schoon water wat drinkbaar is.
Zorgt voor bescherming tegen te veel water en controleert de dijken langs de rivieren.


Met de klok mee;
Twee fraaie theehuisjes anno de 18e eeuw aan de overzijde van het water langs de Schepemakersdijk.
Een vrouwenkopje op een voordeur.
Snijraam met in het midden het wapen Hoogheemraadschap aan het pand voormalig scheepsbouwer Jan Meester. Scepenmakersdijk.







Met de klok mee:

Ophaalbrug na ophaalbrug.

Een slank ophaalbruggetje met op de achtergrond de Speeltoren.

Twee pakhuisgeveltjes aan Doelland.

Leeuwenkopje Doelland 1.

Snijraam aan de Schepenmakersdijk






Linksonder; Twee vrouwenkopjes Bult 25.

Midden boven; Staartaanduiding.

Rechtsboven; Zeilschip Fortuna Spuistraat. 

Rechtsonder; Uithangbord Laarzenmaker Spuistraat 

Midden onder; Uithangbord Hotel Fortuna Spuistraat.



Linksboven; Tekst boven deur Spuistraat 66. Linksonder snijraam Nieuwehaven. Midden; In de witte os Nieuwehaven 55. Rechts; De koe 1938 Nieuwehaven 54.

Boven; Dubbelpand aan de Nieuwehaven 41 met aan gevel afbeelding van kuiper.

Linksonder; Het Geloof , De Hoop en de Liefde. Nieuwehaven 40.

Rechtsonder; In wildt schut. Jager in het bos. Nieuwehaven 42.





Linksboven; Kromhout Nieuwehaven 39.
Midden van boven naar beneden; Deurkalf Nieuwehaven 39. Raaf anno 1625 Nieuwehaven 38, Pakhuis De stad Rotterdam Nieuwehaven.
Rechtsboven; Charitas Vrouw met kinderen. Nieuwehaven 29.
Rechtsonder; Deurkalf, Touwslagerij Nieuwehaven 18A.
Linksonder; Snijraam Nieuwehaven 24.

 
Met de klok mee.
Uithangbord J v d Woude met hakmes. Nieuwenhaven.

Midden boven; Kraaiende haan op hoogspanningshuisje begin Oorgat.

Rechtsboven; Mooie makelaar Voorhaven 14.

Rechtsonder; Snijraam met vinvis in touwlus Oorgat 86.

Linksonder; Initialen in touw JWM Oorgat 25.


Met de klok mee: Wapenschild met krans, Baandervesting 108.
Midden boven; Rijksappel Baandervesting 106.
Rechtsboven; Kerfbijl en passer Baandervesting 108.
Rechtsonder; Man met Jacobsstaf Baandervesting 108.
Linksonder; Stadgezicht Baandervesting 108.
Deze gevelstenen komen oorspronkelijk uit Amsterdam







 








woensdag 26 juli 2023

EDAM ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN EN SNIJRAMEN. (DEEL 1)

 

    

     ER IS MEER DAN KAAS 

      IN DE PLAATS EDAM.



EDAM.                                            


Edam vormt samen met Volendam de gemeente Edam en beide wapenschilden van deze voormalige gemeenten vormen het nieuwe gemeente logo.

Edam ontstond bij een dam aan het IJe of E, een riviertje, dat in de Zuiderzee uitmondde. Omstreeks 1230 werden de zeegaten van de Zuiderzee afgedamd. Bij de dam moesten de goederen van de schepen worden overladen en kon er tol worden geheven. Zo kon Edam tot een handelsplaats uitgroeien. Scheepsbouw, haringvisserij en kaashandel brachten Edam tot grote bloei.

Graaf Willem V verleende Edam in 1357 stadsrechten, niet in de laatste plaats uit eigenbelang. In deze tijd woedde er namelijk een strijd tussen de Hoeken en Kabeljauwen± een gevecht om de macht tussen het grafelijke gezag en de regenten in de steden.

Het was voor Graaf Willem V belangrijk om de steden aan zijn kant te krijgen. Maar ook voor de inwoners stond veel op het spel. Zo nam de rechtszekerheid voor de burgers toe, omdat schout en schepenen nu zelf recht konden spreken. Heel belangrijk is dat Edam toestemming kreeg om een nieuwehaven naar zee aan te leggen. Dit werden er twee+ de Voorhaven en het Oorgat. Daarmee ontstond niet alleen een veel betere scheepvaartverbinding met de stad, maar binnen/ en buitenlandse handelsschepen konden nu veel gemakkelijker via het Purmermeer naar andere grote Noord-Hollandse steden varen. Ook mocht driemaal per jaar een markt gehouden worden. Al deze gebeurtenissen droegen bij aan de economische groei van de nieuwe stad. 

De kaasmarkt had vanaf de zestiende eeuw in belangrijke mate de economie van Edam bepaald.
Op 16 april 1526 kreeg Edam van keizer Karel V het recht van vrije weekmarkt alsmede het recht van Waag, waarvoor jaarlijks 90 gulden aan de grafelijkheid moest worden betaald. 
Op 2 maart 1574 werd dit recht van Waag door Willem van Oranje eeuwigheid vergeven als dank voor de goede samenwerking tijdens het beleg van Alkmaar.

In 1544 bepaalde Karel V dat de open verbinding van Edam met de Zuiderzee moest worden gesloten om het achterland te beschermen tegen de werking van eb en vloed en stormen van en op de Zuiderzee.
Edam was hier fel tegen gekant, omdat het vreesde dat zonder de schurende werking van het getij de haven zou kunnen dichtslibben. In 1570 vernielden de Edammers dan ook de sluisdeuren. De sluis betekende het einde van de ambities van Edam om nog eens tot een grote havenstad uit te groeien.

STADSWANDELING.


Na een parkeerplaats gevonden te hebben, zonder parkeermeter, de oude binnenstad van Edam in gewandeld om op mijn gemak eens rond te kijken. Het werd meer een zwerftocht door straatjes en langs grachten, wat ook de rede is dat er geen patroon zit in het verslag.

Na het oversteken van de Pompsluis ophaalbrug in de Lingerzijde uitgekomen, waar een kijkje op een erfje, waar de tijd had stilgestaan.




Van links naar rechts: Pandje met een klokgevel en hijsbalk Lingerzijde. een zonnewijzer aan een gevel Lingerzijde, een bovenlicht ( snijraam) boven een deur Lingerzijde en een deurklopper op een huisdeur Lingerzijde. 







Met de klok mee: Een wapen boven het snijraam van de huisdeur Lingerzijde 33, Slingers in de vensters van het koetshuis Lingerzijde 36, gevelsteen met afbeelding kolksluis Lingerzijde 31 en twee ornamenten voor vensters', twee dikke vrouwen, Lingerzijde 41.






Met de klok mee: Zicht op een smal steegje vanuit de Lingerzijde, Een uithangbord van een muziekschool op de Lingerzijde,  onder de rand van het dak de spreuk; 'Een goede buur is beter dan een verre vriend', het snijraam van Lingerzijde 7. 








Van links naar rechts: Klokkentoren of Speeltoren van de Kleine Kerk, Klokgevel van de bloemenwinkel Kleine Kerkstraat, twee wapens aan gevel Kleine Kerkstraat, 

SPEELTOREN.

De Speeltoren is de toren van de voormalige Onze-Lieve-Vrouwenkerk, ook wel de Kleine Kerk genoemd, onderdeel van een eertijds begijnhof in de stad Edam.
De Onze-Lieve-Vrouwen-kerk werd in1310 gesticht en in 1883 grotendeels gesloopt. Twee traveeën van het schip bleven gespaard evenals de speeltoren.
De toren telt vijf geledingen en heeft een slanke vorm.
De octagonale (achtkantige) lantaarn van de toren is gemaakt van zandsteen en dateert uit de 16e eeuw. De toren werd in 1764 hersteld. Restauraties van de toren vonden ook plaats in de jaren 1922 tot 1924 en in 1972. Bij de restauratie van 1972 werd nog een oud deel van de oude kerk afgebroken, met het gevolg dat de toren dreigde in te storten.  Door het aanbrengen van de noodzakelijke ondersteuning kon het worden voorkomen, maar de toren staat niet meer loodrecht.

CARILLON.

Vandaag de dag heet het carillon 37 klokken.
Het oorspronkelijke klokkenspel werd rond 1568 vervangen door dat van de Sint Nicolaaskerk of Grote Kerk van Edam. Tot 1922 bestond dit spel uit een diatonische reeks van twee octaven.
In 1922 werden de klokken naar Taylor in het Engelse Loughborough gebracht, dat zes van de oude klokken behield in het spel en het aanvulde met 13 nieuwe klokken tot een tweeoctaafs carillon. Bij de viering van het 600 jarig bestaan van Edam bleek het carillon weer in desolate toestand te verkeren. Het restaureren en het geheel te vervangen tot een vier octaafs carillon bleef tot de zestigerjaren vorige eeuw liggen, maar werd uiteindelijk uitgevoerd door Petit & Frisen.
Een deel van de oude klokken zij te zien in de Grote Kerk van Edam.




Boven links: Vrouwenkopje en apenkopje Kleine Kerkstraat,
Leeuwenkop en mannenkop Kleine Kerkstraat,
Linksonder; Snijraam Kleine Kerkstraat 12, en rechts Wapen van Maurits van Oranje. Kleine Kerkstraat 8. 









Sonnevanck. Landschap met stralende zon. Kleine westerbuiten 6.



Links boven: Fraai uithangbord Kleine Kerkstraat.
Links onder: Snijraam met esculaap. Kleine Kerkstraat 6.
Rechts: Vrouw met boek. Mannen met globe en vrouw met Jacobsstaf en hand met gekroonde schrijfveer. Kleine Kerkstraat 2.


Van links naar rechts: Klokgevel en drie trapgevels in de Kleine Kerkstraat, Weerspiegeling in het water en gevel van de kaashandel hoek Voorhaven.





Kop, Trekschuit en kop op de gevel van Prinsenstraat 11.




KAASWAAG.

De Kaaswaag is gelegen op het Jan Nieuwenhuizenplein nummer 5.
Men krijgt er een idee van het naken van de ronde Edammer kaasjes, en kan er kaas proeven en kopen.
Op het plein wordt ook de kaasmarkt gehouden.

De kaasmarkt had vanaf de 16e eeuw in belangrijke mate de economie van Edam bepaald. Op 16 april 1526 kreeg Edam van keizer Karel V het recht van vrije weekmarkt alsmede het recht van Waag (wegen), waarvoor jaarlijks 90 gulden aan de grafelijkheid moest worden betaald. Op 2 maart 1574 werd dit recht van Waag door prins Willem van Oranje eeuwigheid vergeven als dank voor de goede samenwerking tijdens het beleg, door de Spaanse troepen, van Alkmaar.


     Versiering aan de gevel van de Waag. Handel, wapen van Edam en jaartal 1778 en Nijverheid.




Trapgevel van het pand Jan Nieuwenhuizenplein 9.
Onder de boven vensters op de gevel van links naar rechts: leeuwenkop, Anno, Struisvogel met hoefijzer in de bek, jaartal 1622 en leeuwenkop. 






De Meyrmin van Edam. Jan van Nieuwenhuizenplein 16.
In het midden in een cirkel een afbeelding van de meermin (zonder staart) en geflankeerd door twee vrouwen met een juk, kaas dragende.



PORTIERSWONING VOORMALIG WEESHUIS.

De portieswoning gelegen op het Jan Nieuwenhuizeplein nummer 12, behoorde bij het complex van voormalig weeshuis en erfscheiding.
Het voormalige protestantse weeshuis is aan de Grote Kerkstraat  gelegen. De voormalige portieswoning, gebouwd in de stijl van de Neo-Renaissanse aan het einde van de 19e eeuw en wordt gescheiden van het voormalig weeshuis door een tuin die bereikbaar is via een poort
Voormalige portierswoning, gebouwd op rechthoekige plattegrond en bestaande uit een bouwlaag en een zolderverdieping onder het zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de weg met rode Hollandse pannen, en met aan de straatkant een poort onder steekkappen met de noklijn haaks op de weg.

De voorgevel is opgetrokken in rode baksteen op een uitgemetselde plint en wordt horizontaal geleed door zandstenen speklagen. De gootlijst rust op consoles. Twee kruisvensters met tegenliggende vijftien-ruits schuiframen en negen-ruits bovenlichten en hardstenen vensterbanken onder ruime rondboog met zandstenen sluit- en boogstenen, opgevuld met siermetselwerk in boogmotief, verlichten het woongedeelte. 

De poort aan de linkerzijde heeft een risalerende trapgevel met hardstenen platen op de treden. In de trapgevel bevindt zich een twaalfs-ruitvenster. De poortingang wordt omgeven door een zandstenen omlijsting van een gebeeldhouwde rondboog op lisenen en een rondboogvormig fronton met open bovenzijde. het fronton is opgevuld met een beeldhouwwerk van een mannen - en vrouwenfiguur die het wapen van Edam vasthouden.

GROOT WEESHUIS.

Het groot of Protestants Weeshuis is gelegen aan de Grote Kerkstraat 23. Het weeshuis werd in 1558 gesticht door een katholieke priester, genaamd Matthias Tynicy Matthiaszoon. Het gebouw, dat werd gebouwd rond 1561 was dus oorspronkelijk een RK-weeshuis, gebouwd net na de overgang van de stad naar het protestantse geloof, rond 1572, gedurende de reformatie.
Het is aannemelijk dat het Weeshuis rond 1572 een protestants weeshuis werd. De voorgevel van het 16e eeuwse Weeshuis zag er anders uit dan de huidige voorgevel.





 Het oorspronkelijke gebouw had een wel een zelfde gevelindeling, maar was in de Renaissance-stijl gebouwd, met een z.g. rolwerkgevel aan de voorzijde en trapgevels wat de zijmuren betrof. Rond 1770 of in de 19e eeuw, werd de voorgevel van het gebouw "gemoderniseerd" dwz dat men de voorgevel opnieuw optrok in een stijl die doet denken aan de een zeer sobere neo-classicistische architectuur.
Het weeshuis had nog steeds een ruime binnenplaats en tuin, die doorliep tot het Jan Nieuwenhuizenplein waar ook de portierswoning is gelegen.
Thans is het een bedrijfspand.
In de gevel tussen de vensters een afbeelding van kolfspelende kinderen met daarboven het wapen van Edam.




                                        Vier mannenkoppen aan de gevel Matthijs Tinxstraat 9.

GROTE OF SINT-NICOLAASKERK.

De Grote of Sint Nicolaaskerk is de oude stadkerk en tevens de grootste hallenkerk van Nederland, in de Grote Kerkstraat 4.
In de 15e eeuw werd begonnen met de bouw van de kerk en toren. het ging oorspronkelijk om een kleinere kruiskerk die na verbreding van zijbeuken van het schip een hallenkerk werd.
Ook werd het koor uitgebreid en de portalen in laatgotische stijl toegevoegd.
De kruisarmen, het transept, zijn echter nooit verlengd, waardoor hier in de muren inhammen zijn. De kerk bereikte in 1518 met de bouw van het hallenkoor de huidige omvang.

Door een verwoestende brand in 1602 ging de kap van de kerk totaal verloren. De kerk kreeg vervolgens een nieuwe kap. Ook werden er door tal van andere Hollandse steden nieuwe vensters geschonken met gebrandschilderde glazen.
Het herstelwerk werd in 1626 afgerond. De toren werd hierbij ook niet hersteld naar de originele hoogte, de bovenste geleding werd in 1701 opgeleverd met jaartalankers.
In de kerk was ook een Latijnse school en een Librije gevestigd, gelegen boven de sacristie bij het zuiderportaal.



In de gevel van de Grote Kerk zijn lege nissen te zien, waar voor de Reformatie heilige beelden in hebben gestaan. het kerkhof aan de noord- en oostzijde van de kerk bevat een aantal grote pronkstukken van bekende Edamse families. Een van de monumenten, een stervende leeuw met daarboven een engel
(middelste afbeelding), is gemaakt door de Amerikaanse beeldhouwer Frank Edwin Elwell.





Met de klok mee:
Vrouwenkopje aan gevel Matthijs Tinxgracht 13.
Klompen uit voor het naar binnen gaan.
Snijraam met boeket rozen aan het Spui 3
Snijraam met krans aan het Spui 6.








    Zie vervolg: EDAM. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN EN SNIJRAMEN. DEEL 2.