dinsdag 20 januari 2015

SCHEEPVAART DOOR DE EEUWEN HEEN. (DEEL 13)

GROOT - GROTER - GROOTST.

SNEL - SNELLER - SNELST.

Einde 19e- en begin 20ste eeuw nam de Trans Atlantische vaart een enorme vlucht aan. Door de bouw van  modernere stoominstallaties en scheepsturbines was het mogelijk dat de schepen steeds sneller konden varen.
Maar er kwam ook een strijd tussen zeevarende naties om het zo groot mogelijk schip te bouwen. 
Was de 'Great Eastern'  van 22.500 registerton, en met haar lengte van 211 meter in 1860 al een enorm groot schip en de de capaciteit om 4000 passagiers te kunnen vervoeren met een vaarsnelheid van 14 knopen.

R.M.S. MAURETANIA.

De Mauretania was het zusterschip van de Lusitania en had een lengte van 240 meter. Het schip had een tonnage van 31.939 registerton, kon 2165 passagiers en 802 bemanningsleden vervoeren met een vaarsnelheid van 27 knopen. 
Het schip werd gebouwd door Swan Hunter & Wigham Richardson in Newcastle upon Tyne in 1905 en officieel gedoopt op 20 januari 1906.
Ze was toen het grootste en snelste schip van de wereld, voornamelijk dankzij de revolutionaire stoomturbines. In 1909 verloor ze haar titel als grootste schip aan het 'RMS Olympic'.




( Het rms. Mauretania en haar zusterschip het rms. Lusitania.)

De maidentrip van het Mauretania begon op 16 november 1907 en later die maand brak ze het record voor de snelste oversteek van de Atlantische Oceaan met een gemiddelde snelheid van 44 kilometer per uur en won daarmee de fel begeerde 'Blauwe wimpel'.
In het jaar 1909 brak ze ook het record van de westwaardse oversteek; met een gemiddelde snelheid van 48,3 kilometer per uur. Hiermee zou tot 1929 het snelste schip blijven.


De eigenaar van de Mauretania en de Lusitania was de Cunard Line. 
In 1934 maakte de Mauretania haar laatste reis van New York naar Southamton. In 1935 werd het schip in Rosyth gesloopt.


RMS LUSITANIA.

De Lusitania werd een ander lot beschoren.
Op 7 mei 1915 werd het schip op haar terug reis van New York naar Liverpool op de Atlantische Oceaan voor de kust van Kinsale in Ierland door de Duitse onderzeeër U20 tot zinken gebracht.
Het schip zonk in 18 minuten en 1.198 opvarenden vonden de dood. Na deze ramp besloot de VS zich niet langer neutraal op te stellen gedurende de Eerste Wereldoorlog.


           








DE BLAUWE WIMPEL.

Het bezit van de Blauwe Wimpel voor de Oceaanstomers werkte prestige verhogend voor zowel de rederij als de natie. Vooral tussen Groot-Brittannië, Duitsland en later Frankrijk was veel concurrentie.
Hoewel veel rederijen beweerden dat de veiligheid van de passagiers het belangrijkste was en de snelheid pas op de tweede plaats kwam, staken ze pogingen om de blauwe wimpel te winnen niet onder stoelen of banken. Daarbij was het voor veel passagiers een 'must' om juist een kaartje te bemachtigen op een van de snelste schepen.
Als meetpunten voor deze snelheid race  werd het 'Ambrose lightschip' voor de kust van New York en Bishop Rock in zuidwest Engeland gebruikt of andersom.

DE UNITED STATES LINES.

In 1952 werd het passagierschip de 'United States' van de gelijknamige rederij in de vaart genomen.
Het schip met een lengte van 302 meter en een tonnage van 50.924 registerton kon 1930 passagiers vervoeren met een vaarsnelheid van 42 knopen.
De passagiervaart op de Verenigde Staten was in de de 20ste eeuw fors gestegen. Het waren niet alleen de welgestelden , die in de eerste klas de oversteek maakten, maar vooral honderden emigranten uit Engeland, Ierland, Duitsland en Italië die hun heil gingen zoeken in Amerika om daar een nieuwe en betere toekomst op te gaan bouwen dan welke in hun thuisland hadden.


De 'raspaarden van de oceaan', verenigd in de haven van New York tijdens de hoogtijdagen van het passagier vervoer.
Slechts de 'America' de tweede op de foto uit 1961 heeft nog jaren lang als cruise-schip dienst gedaan onder de naam Australis voor een Griekse rederij.

De volgende schepen die aan de pieren gemeerd liggen zijn: de eerste de Indenpendence, de derde de United States, de vierde de Liberté, en helemaal achteraan de Mauretania.
De vijfde is de Queen Mary, nu hotel museum schip in Californië.

De opkomst van de vliegtuigen voor het vervoer van passagiers maakte een einde aan de passagiervaart als oversteek van de Atlantische Oceaan en naar het Verre Oosten. Een tijd dat men bijna op twee passagiers één bemanningslid had voor verleende diensten en service. 
De passagierschepen die nu nog varen zijn luxe cruiseschepen waarop de passagiers in de watten worden gelegd tegen hoge kosten. Ook deze cruiseschepen worden steeds groter gebouwd.


DE GROOTSTE SCHEEPSRAMP OOIT.

RMS. TITANIC.

In wedijver met de Cunard en de Duitsers had ook de Britse White Star Line zich sinds de oprichting in 1869 op snelheid geconcentreerd. Maar het antwoord op Cunard's span renpaarden van de zee bleek toch de tewaterlating van twee sierlijke 'vierpijpers' die inplaats van snelheid ruimte en luxe boden.
De Olympic was in 1911 het nieuwste 'grootste schip ter wereld'. Een jaar later zou het gezelschap krijgen van een zelfs nog groter zusterschip, een drijvende stad met een zwarte romp, een witte opbouw en in de voor de White Star Line kenmerkende kleuren geelbruin en zwart geschilderde schoorstenen. De naam: Titanic.



Het schip werd gebouwd op de werf van Harland and Wolf te Belfast. De kiellegging vond plaats op 31 maart 1909, de tewaterlating op 31 mei 1911 en in de vaart nemen op 10 april 1912.



Het schip trok geweldig de aandacht met zijn lengte van 269 meter, breedte 28 meter en een diepgang van 10,5 meter. Hoogte van kiel tot brug was 31,7 meter en van de kiel tot top schoorsteen 53,34 meter. Het was uitgerust met waterdichte compartimenten die het schip 'onzinkbaar' moesten maken. Het schip had drie schroeven voor de voortstuwing, waarvan twee werden aangedreven door twee triple-expansie zuigerstoommachines elk 16.000 pk en één door een stoomturbine. De stoom werd geleverd door vijf single-ended Schotse vlampijpketels met een werkdruk van 15 kg/cm². Vaarsnelheid 21 knopen.


( Doorsnede van het RMS Titanic.)

S. - Zonnedek.
A. - Boven promenade dek.
B. - Promenade dek, afgedicht met glas.
C. - Boven dek.
D. - Salon dek.
E. - Hoofd dek.
F. - Midden dek.
G. - Onderste dek, lading, steenkoolbunkers,
a. - Davits met de sloepen.
b. - Bilge.
c. - Dubbele bodem.

Het schip had een waterverplaatsing van 53.310 ton, een laadvermogen van 46.328 brt.
ER was accommodatie voor 2603 passagiers en 844 bemanningsleden.
Er waren maar 64 sloepen, daar men er vanuit ging dat het schip 'onzinkbaar' was.
De pers sprak in verband met de zeer luxe aankleding van de ruimten en hutten voor de 1ste klas passagiers van de 'Millionaire Special'.

Toen het schip op 10 april 1912 de haven van Southampten verliet voor haar eerste reis werd het gade geslagen door duizenden mensen.
De Titanis maakte een rustige vooruitgang met een snelheid van 20 knopen, deed de haven van Cherbourg in Frankrijk aan en vervolge haar weg naar Queenstown (Cork) in Ierland om daarna aan haar Atlantische oversteek te beginnen.



In de avond van 14 april liep het schip met een snelheid van 22,5 knopen over een gladde zee ondanks de waarschuwing, via de telegraaf, van andere schepen dat er drijfijs was gezien.
Het was een koude nacht en door een nevel boven het water was de horizon niet goed zichtbaar.
Maar om 23.40 zag de uitkijk in de mast een object in het water drijven dat hem volledig verkilde in de toch al koude nacht. Hij luidde drie maal de bel en melde de brug; "Een ijsberg recht vooruit". 
De eerste stuurman, op de brug, gaf de roerganger bevel om onmiddellijk hard naar bakboord uit te wijken en telegrafeerde naar de machinekamer 'volle kracht achteruit'. Het schip reageerde traag en schuurde knarsend langs het brede onderwater gedeelte van de ijsberg. Het ijs maakte een scheur van 90 meter in de scheepshuid.  Het water stroomde zes van de waterdichte compartimenten binnen.


Was de uitkijk minder alert geweest, dan was het schip recht op de ijsberg zijn gevaren en waarschijnlijk niet gezonken, daar alleen het boegcompartiment vol water zou zijn gelopen.

Het schip ging om 02.20 uur ten onder, waarbij 1502 opvarenden het leven lieten, honderden emigranten, in de val op de tussen dekken en honderden welvarenden verzameld op de hoogste dekken die hun plaats in de sloepen afstonden aan de vouwen en de kinderen.
Sloepen bleven vast zitten in de katrollen van de davits of kwamen verkeerd te water.
Het ijskoude water van de Noordelijke-Atlantische Oceaan eiste zijn tol onder hen die in het water lagen.

De 'onzinkbare' Titanic duikt, terwijl de romp weergalmt van naar voren vallende machinerieën en meubilair. Hierna doofden de verlichting en verdween het schip onder de golven.


De Carpathia van de Cunard Line had het SOS van de Titanic opgevangen en telegrafeerde: "We komen snel". 
Het schip voer op volle kracht tussen de ijsvelden door en vond de overlevenden in de sloepen.
En ander schip, de Californian, lag slechts op enkele mijlen van de rampplek bijgedraaid tussen het ijs, onkundig van de ramp die zich zo dichtbij voltrok, daar haar telegrafist zijn apparatuur had uitgeschakeld en was gaan slapen.

De kop in de krant van The New York Times was nog optimistisch; slechts 675 opvarenden van het White Star lijnschip werden gered, merendeel vrouwen en kinderen.

Deze tragedie van 1912 gaf de stoot tot wettelijke bepalingen voor voldoende reddingsloepen, voortdurend radiocontact, weervoorspellingen en tot de oprichting van de International Ice Patrol.


Ter herinnering aan deze scheepsramp 100 jaar geleden gaf de Nederlandse Post een postzegelblok en een enkele postzegel uit.






[ zie vervolg; scheepvaart door de eeuwen heen. (deel 14) Twee nieuwe scheepvaart route's.]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten