woensdag 30 januari 2013

WATERSNOOD RAMP 1953. ( DEEL 1 )

DE NACHT VAN DE RAMP.

Uit het boek 'De Ramp' 1953.

Het was een nacht die op volle maan volgde. De nacht van 31 januari. Maan en zon zogen het zilte hoog tegen de kusten van West Europa. Het was springtij.
Maar over dit hoog gestuwde water joeg ook een storm uit het noord-westen, die zaterdag al de kusten van Schotland besprong, breed en langdurig met vlagen van orkaankracht, uit schietend tot snelheden van 150 kilometer per uur. En breed en langdurig dreef hij in de smalle trechter van de Noordzee staag het water uit de westelijke oceaan, tot dit steeg, hoger dan geslachten zich konden herinneren.
Daar lage de lage kusten van Engeland, rond de monding van de Theems. Zij braken op honderden plaatsen.
Daar  lag ook, waar het stormtij recht op de kusten stond, het laag land van Holland en Zeeland, diep met zeearmen doorsneden. 570.00 hectare sinds vroege middeleeuwen deel voor deel ingepolderd.
Miljoenen leven in steden en dorpen op land, lager dan de kalmste zeespiegel en slechts door dijken en bemalingen beschermd in hun schijnbaar geborgen bestaan van alledag.
'God schiep de gehele wereld, behalve Holland, want dat hebben de Hollanders gedaan'. Het is een oud Frans gezegde.

( foto KNMI )

Maar hoger dan dit stoere werk van dijkgravers en menselijke berekening steeg op loeiende orkaankracht het water peil van de zee. Dijken op zwakker geweld gebouwd, werden overspoeld en braken, alsof een dubbele deur plotseling opensloeg. Sindsdien was Nederland, tevoren een klein vertrouwd levensgebied van weinige uren gaans, in twee mateloos ver gescheiden werelden gespleten. Een wereld van leven, waar argelozen ademden in de slaap van iedere nacht. Een wereld van dood en ellende, eensklaps dagen en nachten ver. Voor velen een leven te ver.
Een dodenwereld van 175.000 hectare zee geworden land, groter dan de grootste provincie. Maar onmetelijk het leed, de naakte ellende van eenlingen, families, als losgeslagen wrakhout te midden van nacht storm en water, vechtend om lijfsbehoud. Drie honderd duizend verloren die nacht alles behalve het leven.

Een ramp die totaal aan 1835 mensen het leven zou kosten.


Geen vinger in het gat in de dijk, maar een schip.


( foto Spaarnestad )

Toen de dijk bij Ouderkerk aan de IJssel net was doorgebroken, voer schipper Arie Evergroen zijn schip 'De Twee Gebroeders' in het kolkende gat in de dijk. Hij redde daarmee de Zuid Hollandse polders en vele mensen levens. Achter deze Schielandse Hoge Zeedijk liggen de diepste polders van Nederland. De gehele dichtbevolkte streek van Rotterdam tot Gouda en verder had meters onder water kunnen komen staan. De economische schade zou overzien te zijn geweest.  


Hulpverleners kwamen uit het gehele land, militairen, luchtmacht, diverse politie korpsen, het Rode Kruis, Leger des Heils en vrijwilligers om te redden wat er nog te redden viel. Ook veel hulp uit het buitenland.



Zo ook het Rijkspolitie team van de R.P.8 uit Venlo, waaronder mijn vader. ( hier op een afbeelding op het ijs in de bevroren haven van Venlo gedurende de winter 1953 / 1954.)




Ook ver landinwaarts kampte men met overstromingen, zoals door de overstroming van de rivier de Maas.
De Maaskade en veel winkelstraten in Venlo en Blerick op de andere oever stonden onder water.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten