maandag 29 oktober 2012

HERFST PADDENSTOEL.

DE VLIEGENZWAM.



De vliegenzwam is wel een van de bekendste en meest opvallende soort onder de paddenstoelen.
De soort is zelfs bekend uit een kinderliedje met als hoofdfiguur kabouter Spillebeen, die heen en weer zat te wippen op deze paddenstoel.


De vliegenzwam komt uit de grond als een klein rood bolletje met witte stippen. Deze witte stippen zijn restanten van het omhulsel waarin de paddenstoel zat 'opgesloten' onder de grond. Bij regenval zullen deze stippen van de hoed afspoelen.



De kleur van de hoed kan varieren van diep rood tot oranje met gele tinten. De hoed kan een diameter krijgen van 5 tot 15 centimeter. Op de witte steel zit meestal een duidelijke kraagring.


Het vlees onder de hoed, de plaatjes en de sporen zijn wit. De vliegenzwam komt voor vanaf juli tot ver in de late herfst. De paddenstoel is vergiftig voor de mens om te eten, maar niet in die mate dat men er dood aan gaat.

HERFST (KLEUREN) (2)

ASPERGEPLANT. 



Het groen van de aspergeplant verkleurd in de herfst langzaam naar goud-geel om daarna af te sterven.


In het vroege voorjaar worden de bedden, waarin der wortels van de planeten zich bevinden, dicht gereden waarna de plant weer gaat uitschieten. Zo kan er dan in mei begonnen worden met het oogsten (steken) van het "witte goud"; de asperge. Een van de scheuten van de nieuwe plant voordat deze in het daglicht komt.  

HERFST (KLEUREN) (1)

HERSTKLEUREN.



Bij bladwisselende bomen, struiken en planten gaat in de herfst het blad verkleuren. Deze kleur kan verschillen per plant. 


Van groen veranderd het blad naar geel, oranje, rood of bruin. Na deze verkleuring vallen de bladeren.


Het verkleuren ontstaat doordat bij de lage temperatuur in de herfst het chlorofyl, de onder invloed van het licht gevormde kleurstof van de planten, in de bladgroenkorrels wordt afgebroken.


Zoals we in het voorjaar kunnen genieten van de opkomende verschillende kleuren groen van de bladeren is het in de herfst en vooral bij zonnigweer genieten (als je er oog voor hebt) van de kleuren van de afstervende bladeren.




Zoals in het voorjaar alles fris ruikt, zo hangt er in de herfst een humusachtige geur tussen de bomen van de gevallen en wegrottende bladeren op de grond.

woensdag 17 oktober 2012

REGENBOOG.




DE REGENBOOG.

Deze fraai gekleurde boog aan de hemel zien we bij regen of nevel bij een laagstaande zon die tegen de waterdruppels aan schijnt.
Het middelpunt ban de boog ligt recht tegenover de zon. De kleuren die naadloos in elkaar overgaan zijn; rood - oranje - geel - groen - blauw - indigo en violet.



In  oude vertellingen en folklore is er aan het einde van de regenboog een pot met goud te vinden. Het einde van de regenboog in onbereikbaar doordat deze met de waarnemer mee beweegt.
Op deze afbeelding is dan wel geen pot met goud te vinden, maar wel de prachtige gouden herfstkleuren van de boombladeren.

In het Oude Testament (Genesis 8/9) toont God aan Noach de regenboog aan het einde van de zondvloed als een teken van een belofte aan de mensheid, dat hij nooit meer zo'n vloed zal sturen om de zondige wereld te verwoesten. 

woensdag 3 oktober 2012

G & G. ( GINKGO & GOETHE.)

GINGKO & GOETHE. 



De Gingko was de lievelingsboom van Johan Wolfgang von Goethe, geboren op 28-08-1749 en overleden op 22-03-1832. Hij was een bekend Duits wetenschapper, schrijver en dichter. Over zijn lievelings boom schreef hij een sonnet.


Geothe heeft het in het sonnet over twee die samen één zijn. Doelde hij hierbij op het blad dat uit twee delen lijkt te bestaan of doelde hij op het feit dat de boom tweehuizig is? Dat wil zeggen dat op deze boomsoort uitsluitend mannelijke of vrouwelijke bloemen voorkomen. Eeen boom is dus mannalijk of vrouwelijk. Bereikt de gingko een hogere leeftijd dan komt het ook voor dat de boom zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen draagt. Dan zijn de twee dus toch samen één.

GINKGO BILOBA.

Dieses Raums Blatt, der von Osten.
Meinen Garten anvertraut,
Bibt geheimen Sinn zu kosten,
Wie 's den Wissenden erbaut.

Ist es ein lebendig Wsen.
Das sich in sich selbst getrennt?
Sinds es zwei, die sich erlesen,
Dass men sie als einen kennt?

Solche Fragen ze erwidern.
Fand ich wohl den rechten Sinn;
fühlst du nicht an meinen Liedern,
Dass ich eins und doppelt bin?



GINKGO BILOBA.

Dit blad van een boom, die vanuit het Oosten.
Mijn tuin werd toevertrouwd,
schenkt wetende een zinvol geheim,
waarmee 'ínzicht' wordt opgebouwd.

Is het één levend wezen,
dat zich binnen zichzelf verdeelt?
Zijn het twee, die ervoor kozen,
als één te verschijnen in beeld?

Zulke vragen te beantwoorden,
vond ik terecht en vol van zin,
voel je niet aan mijne verzen,
dat ik zelf één en dubbel ben?

TONDERZWAM & TONDELDOOS.

TONDERZWAM EN DE TONDELDOOS.

Beide zijn nauw met elkaar verbonden om vuur te kunnen maken. Een ding is zeker;  de zwam was er eerder was dan de tondeldoos en de tondeldoos is verleden tijd, maar de zwam niet.  


 (afbeelding de platte tonderzwam)

Voordat men het gebruik van een aansteker (benzine of gas)  en de lucifer kende om vuur te maken gebruikte men de tondeldoos met inhoud.



In deze doos die uiteraard de meest verschillende vormen kende afhankelijk van de smaak en inkomen van de eigenaar bevindt zich een stukje gedroogde tonderzwam, een stukje vuursteen en een metalen ring.
De vuursteen en de metalenring welke bestond uit koolstofhoudend ijzer waren nodig voor de vuurslag te verkrijgen.
Men verpulverde de gedroogde tonderzwam en tikte met de ijzerenring op de vuursteen en liet de vonk overspringen in het tondelpoeder wat dan ontvlamde. Uiteraard ging dit ook met gedroogd gras of jute.
Pas in de 20e eeuw raakte de tondeldoos uit gebruik door de opkomst van de lucifer die gemakkelijker in gebruik was die later weer plaats maakte voor de aansteker.


In de tijd dat men nog geen ijzer kende gebruikte men inplaats hiervan pyriet, een mineraal bestaande uit ijzer-zwavelerts om vuur te maken door en met een vuursteen op te slaan.

Vuursteen wordt vaak gevonden in brokken kalksteen en is meestal bruin of donkergrijs van kleur.
In vroegere tijden werd in Valkenburg (Limburg) rond 3300 v.Chr. reeds in mijnen vuursteen gedolven. Dit is de oudste vorm van mijnbouw in Nederland. In de prehistorie (stenentijdperk) werd er van vuursteen pijlpunten, bijlen, klingen en schrapers gemaakt.

dinsdag 2 oktober 2012

KASTEEL HEYSTERUM "GROEN VAN TOEN". (DEEL 3)

"GROEN VAN TOEN".

De varenbeuk.


Vlak naast de machtige plataan staat een unieke boom: de grootdte varenbeuk (zie boven)  van Midden-Limburg.
Deze beuk heeft diep ingesneden bladeren. Sommige lijken op het blad van een varen. Andere hebben meer de vorm van een sprietje. Deze boom is voor veel mensen dan ook nauwelijks te herkennen als een beuk. Dit soort beuk is spontaan ontstaan in 1811 in Frankrijk. Eén zaailing had heel afwijkende bladeren en daarmee is men indertijd verder mee gaan selecteren.


Beuken worden in de regel niet zo heel erg oud. Ook deze boom heeft helaas zijn langste levenstijd gehad. In de stam is een forse paddenstoel zichtbaar. Deze platte tonderzwam (zie boven) zal de varenbeuk de komende jaren helaas ten gronde richten. Verwijderen heeft geen zin en genezing is helaas niet mogelijk.  Tijdens storm en stevige wind is deze boom niet meer veilig.

De "Kathedraal".

Pal naast de toegangslaan staat het kroonjuweel van dit park: De Kathedraal" (zieboven). Pas als je onder deze boom gaat staan besef waarom hij zo heet. Het is een treurbeuk van circa 150 jaar oud. Deze treurvorm van de beuk is in 1836 in Engeland gevonden. Treurbeuken worden altijd op de stam van een gewone beuk geënt omdat ze anders geen stam maken. De stam en de entplek waar de beide beuken op elkaar zijn gezet is duidelijk herkenbaar. Op de tam zijn talrijke insripties zichtbaar in de bast. Waaronder twee uit 1936. 

Heel opmerkelijk is dat deze boom zichzelf heeft gekloond door het maken van een aflegger. Aaan de zijde van de toegangslaan heeft ooit een tak de grond geraakt en is daar wortel gaan schieten. De tak is inmiddels helaas verdwenen zodat niet meer zichtbaar is dat de beide bomen oorspronkelijk één waren.
Beide treurbeuken verkeren, in tegenstelling tot de varenbeuk in een blakende conditie.

De zeven lindes bij de Mariakapel.



Volgens de oude Germanen woonde de godin Frija in een Linde. De naam vrijdag verwijst overigens nog altijd naar deze godin. Zij was de godin van de vruchtbaarheid. Op belangrijke plekken werden vaak lindes geplant door de Germanen. Dit gebruik is later door de christenen over genoemen. ("gekerstend").
Zo worden er nog steeds vaak lindes geplant bij kruisen en kapellen. Meestal drie, een verwijzing naar de heilige dreiëenheid: De Vader, de Zoon en de heilige Geest.
In de bijbel komt echter ook het getal zeven enorm vaak voor (bijvoorbeeld de zeven dagen waarin God de wereld schiep). Het is dan ook geen toeval dat er zeven Linden (zie boven) rondom deze Mariakapel zijn geplaatst. Helaas is één boom in de loop der jaren dood gegaan. Zijn openplek is nog duidelijk herkenbaar aan de wortelopslag. Zou één van de twijgjes die hier staan weer uit kunnen groeien tot een monumentale boom dan is het getal zeven weer compleet rond de kapel.

De Japanse notenboom (Ginkgo).



Deze boom (zie boven) is een vertegenwoordiger van een oeroud geslacht. De soort bestond al ten tijde van de dinosaurussen en is in al die tijd nauwelijks veranderd. Op dit moment komt hij alleen nog voor als bos in een klein gebied van China. In Japan wordt hij vaak aangeplant in tuinen en bij tempels en wordt daarom ook wel de 'Japanse Tempelboom' genoemd. Maar is ook heden te vinden in onze Nederlandse tuinen.
In Japan staat de Ginkgo symbool voor overanderlijkheid, hoop, liefde, toverkracht, tijdloosheid en een lang leven. In 1730 is deze soort naar Europa gebracht en kwam al snel in de mode om hem op landgoederen zoals hier op Heysterum aan te planten.

De Zwarte Moerbei.


Moerbeien komen oorspronkelijk uit Zuid-West Azië. Dankzij de Romeinen kwamen ze in onze streken terecht. De vruchten van de moerbei kunnen onuitwisbare vlekken veroorzaken, maar smaken heerlijk licht zuur tot zoet en worden verwerkt in vruchtengelei, jam en wijn. Van de bast werd in het oude China papier gemaakt. 
Moerbeien kunnen tot vijf eeuwen oud worden maar hoe ouder de boom, hoe schever, krommer, grilliger maar ook mooier en karakteristieker bij wordt van vorm. Deze moerbei (zie boven) is tussen de vijftig en honderd jaar oud en begint steeds schever te zakken.



(Tekst grotendeels van Kasteel Heysterum / Gemeente Maasgouw.)
(Jose bedankt voor de afbeeldingen van de bomen, daar mijn geheugenkaart vol was.)