zondag 1 september 2024

INDONESISCHE BANKBILJETTEN 1000 RUPIAH MET VERHAAL.

 

               ER ZIJN MUNTEN EN 

BANKBILJETTEN VAN 1000 RUPIAH

                  IN DE OMLOOP.




1000 RUPIAH BANKBILJETTEN MET VERHAAL.


Op het banbiljet van seribu rupiah (1000) uit 1960 , staat aan de voorzijde de eerste president van Indonesië afgebeeld, Sukarno, en op de achterzijde twee Ramayana dansers.

SUKARNO.

Sukarno 1916.
Achmed Sukarno, geboren op 06-06-1901 te Surabaja en over leden op 21-06-1970 te Jakarta, was een Indonesische politicus.
Sukarno studeerde bouwkunde aan de Technische Hogeschool te Bandung en stichtte in 1928 de Partai Nasional Indonesia, die volledige zelfstandigheid van Indonesië nastreefde.
Van 1929 tot 1932 zat hij wegens nationalistische activiteit gevangen en van 1933 tot 1942 was hij geïnterneerd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog trachtte hij door samenwerking met de Japanse bezetters zijn nationalistische streven te verwezenlijken. Na de Japanse capitulatie riep Sukarno met Mohammed Hatta op 17-08-1945 de republiek Indonesië uit. In 1950 proclameerde hij de unitaristische Republiek Indonesia, die in de plaats kwam van de in 1949 gevormde federale staat.

In 1957 schakelde hij het parlement uit en voerde een zogenaamde geleidde democratie in, waarbij de meeste politieke partijen verboden werden. Hij begon toen tevens met zijn confrontatiepolitiek tegenover Nieuw-Guinea en vervolgens in 1962 met een zelfde politiek tegenover Maleisië, dat hij als een kunstmatig product van het Brits imperialisme beschouwde. Zijn politieke oriëntatiepunt werd steeds meer de Volksrepubliek China. Zijn rol bij de mislukte staatsgreep op 30-09-1965 is onduidelijk. Zijn positie werd daarna steeds zwakker. OP 12-03-1966 droeg hij zijn bevoegdheden over aan Suharto; een jaar later werd hij in feite ontslagen.
Zijn vrijheid van beweging bleef tot zijn door beperkt
Sukarno was een groot redenaar met een magische aantrekkingskracht op het volk, was de verpersoonlijking van de Indonesische onafhankelijkheid en eenheid.
Hij formuleerde de fundamenten van de Indonesische staat in de zgn. Pantja sila (vijf zuilen): Geloof in God, volkssoevereiniteit, nationalisme, sociale rechtvaardigheid en gelijkheid van de mens.

RAMAYANA.

Ramayana, het tweede grote Sanskriet epos van de Indiërs, toegeschreven aan de mythische dichter Valmiki, ontstaan tussen ongeveer 300 v.Chr. en ongeveer 300 n.Chr.


Het Ramayana verheerlijkt de daden van de nationale held Rama, die beschouwd wordt als een incarnatie (avatara) van de god Vishnu. Rama is de oudste zoon van koning Dasaratha te Ayodhja, die vrijwillig in ballingschap gaat naar het zuiden waar zijn vrouw Sita wordt geschaakt door Ravana, de demonenkoning van Lanka (Sri Lanka).
Met behulp van een apenleger onder de apengeneraal Hanuman legt hij een dam van het vasteland naar Lanka, overwint de doodt Ravana en bevrijdt Sita.

Van de zeven omvangrijke boeken waaruit het Ramayana bestaat, zijn één en zeven, waarin Rama een verschijningsvorm van Vishnu is, blijkbaar latere toevoegsels.
Om zijn nobele inhoud en mooie vorm neemt het Ramayana een voorname plaats in onder de oudere Sanskriet literatuur. De sage van Rama is ook door latere Indische dichters behandeld; bovendien bestaan er tal van bewerkingen in de talen van Voor- en Achter-Indië en Indonesië, die vaak min of meer afhankelijk zijn van Valmiki's heldendicht. In Indonesië waar het verhaal als ballet wordt uitgebeeld is duidelijk een verschil tussen de steden op Java en op Bali in de uitvoering.
De Ramayana levert ook stof aan de beeldende kunst.


Op het 1000 rupiah biljet uit 1968 staat aan de voorzijde het hoofd van een Javaanse arbeider afgebeeld.
Op de achterzijde de projecten waaraan deze arbeiders werketen, de modernisering van de stad Jakarta.

JAKARTA.

Jakarta, officieel de Speciale Hoofdstedelijke Regio Jakarta (Daerah Khusus Ibukota Jakarta) afgekort DKI, is de huidige hoofdstad en regeringszetel van de Republiek Indonesië, gelegen aan de noordwestkust van het eiland Java. Het is de grootste metropool van Zuidoost-Azië.

(Een beeld van de nog bestaande en gerestaureerde  oude gebouwen van het oude Jakarta (Sunda Kelapa).

De stad heeft een lange geschiedenis, waarin ze onder verschillende namen bekendstond: Sunda Kelapa van 397 tot 1527, Jayakarta van 1527 tot 1619, Batavia van 1619 tot 19499 en Djakarta van 1949 tot 1972 en sinds 1972 de huidige naam.
Sinds Indonesië onafhankelijk werd, is Jakarta de hoofdstad van het land.
In april 2019 maakte de regering van Indonesië bekend dat er een nieuwe hoofdstad wordt aangewezen in de provincie Oost-Kalimantan op het eiland Kalimantan (Borneo).

(Het huidige beeld van Jakarta.)

In de zestigerjaren werd er begonnen met het moderniseren van de binnenstad en verrezen de eerste hoogbouw projecten. Hiervoor moesten vaak hele oude woonwijken met de grond gelijk gemaakt worden. Woonwijken waar ook de arbeiders woonden die mee bouwden aan een moderne stad. Regeringsgebouwen, bankgebouwen, hotels en luxe woonappartementen, en overdekte winkelcentra verrezen als paddenstoelen uit de grond. Jakarta barst uit haar voegen, kampt met een overbevolking, overstromingen en aardbevingen daar ze een vulkanische gordel is gelegen.


Op het bankbiljet van 1000 rupiah uit 1980 staat aan de voorzijde een afbeelding van Raden Sutomo en op de achterzijde een afbeelding van de Sianok canyon in West-Sumatra.

RADEN SUTOMO.

Dr. Raden Sutomo werd op 30 juli 1888 te Nganjuk geboren en overleed op 30 mei 1938 te Surabaja. Hij was een Indonesisch arts en nationalist.
Sutomo begon in het jaar 1903  met een school voor de opleiding van artsen in Jakarta. Samen met studie genoten richtte hij in 1908 de vereniging Budi Utomo op, de eerste nationalistische beweging in het voormalige Nederlands-Indië. Na beëindiging van zijn studie werkte hij als overheidsarts in verschillende streken op Java en Sumatra. Hij huwde in 1917 een Nederlandse verpleegster en van 1919 tot 1923 vervolgde hij zijn artsenstudie in Nederland. Na terugkeer in Indonesië richtte hij zich niet op partijpolitiek maar op het verbeteren van de directe economische en sociale welvaart van de inheemse bevolking.

Sutomo speelde een duidelijke en cruciale rol in de ontwikkeling van het Indonesische nationalisme.
Die rol lag vooral in het vormgeven van een Indonesische sociale identiteit, gesterkt door de economische voorspoed. 
Hij was boven alles erop gericht het sociale en culturele niveau van de inheemse gemeenschap te verhogen door hen de mogelijkheden te geven om hun economische situatie te verbeteren.



SIANOK CANYON WEST-SUMATRA.

Vlakbij de heuvelstad Bukittinggi in de Minangkabau hooglanden, ligt een enorme kloof in het landschap, die door de lokale bevolking Ngarai Sianok wordt genoemd, die steile kliffen heeft.
Aan beide zijden heeft de kloof steile wanden die tegenover elkaar staan en b ijna verticaal aflopen naar een vlakke bodem waar een rivier kronkelt tussen groene rijstvelden.
De hoogte is ongeveer 100 tot 120 meter en de kloof heeft een lengte van 15 kilometer.
De kloof scheidt de steden Bukittinggi en Kota Gadang aan de andere kant.

Ngarai Sianok is het mooiste en indrukwekkende landschap van West-Sumatra.







Op het bankbiljet van 1000 rupiah uit 1987 staat aan de voorzijde Raja Sisingamangaraja  XII afgebeeld. Op de achterzijde Siti Hinggil Kraton Yogyakarta.

SI SINGAMANGARAJA XII.

Zijn eigenlijke naam was Ompu Pulo Batu.
Hij werd in 1849 geboren en overleed op 17 juni 1907 in de strijde tegen de Nederlandse kolonisatoren.
Hij was van 1875 tot zijn dood in 1907 de laatste "koning" van de Batak, een volk op het noordelijke deel van het Indonesische eiland Sumatra.
Hij wordt in Indonesië  vereerd als "Held van de vrijheidsstrijd".
De titel Singamangaraja betekent: "De grote Leeuwenkoning".


Si Singamangaraja  was een kind uit een Batakse priesterfamilie en de twaalfde en laatste Singamangaraja (hogepriester en spiritueel leider).
Hij wordt ook wel aangeduid als "priester-koning" of "priester-vorst".
Hij was geen koning in de zuivere betekenis van het woord. De Bataks vormden ook niet één volk in de huidige zin; veeleer waren zij een groep van 140 verwanten maar autonome stammen, die in het toen voor buitenstaanders nog weinig toegankelijke binnenland van Noord-Sumatra gevestigd waren.


Als leidende geestelijke en rechter had hij echter ook wereldrijke invloed, vergelijkbaar met die van een koning. Die invloed werd bevestigd door twee factoren: het conflict tussen de Bataks en de opdringende kolonisatoren, alsook de sterke islamitische overtuiging van Sisinggamangaraja en zijn volgelingen, waarmee hij lijnrecht tegenover de Nederlandse kolonisatie en de westerse zending van de christelijke kerk stond. Hij was overigens niet vanaf zijn geboorte moslim geweest, maar had dat geloof aangenomen. Vanouds hingen de Bataks een natuurgeloof aan.

SITI HINGGIL KRATON YOGYAKARTA.


Siti Hinggil is een gebouwen complex op een binnenplaats aan de zuidzijde van het Pagelaran-complex.
Siti Hinggil (Sitingggil) betekend "verheven land" dat de functie heeft om te kunnen zien en zien. 
Een ander woord voor Siti Hinggil is Siti Bentar of Siti Luhur.


De hoogte van het grondoppervlak op de Siti Hinggil-binnenplaats in Kraton Yogyakarta bedraagt 2,85 meter vanaf het maaiveld dat bereikbaar is via trappen aan de noord- en zuidzijde van de binnenplaats.
het tuinplan is rechthoekig met een noord-zuidzijde van 77 meter en een oost-westzijde van 88 meter, met een omheining van 2,40 meter hoog, waarbij de voorkant noordzijde van het hek is gemaakt van gaten die een "trancangan-hek" worden genoemd. Die functioneert om naar het Pagelaran-complex en Alun-Alun Lor te kunnen kijken en omgekeerd. Op het terrein van Siti Hinggil bevinden zich acht gebouwen en een structuur die zijn gesorteerd op basis van de hiërarchie van de gebouwfuncties.



Op de achterzijde van het 1000 rupiah biljet uit 1992 staat het Tobameer uit Noord-Sumatra afgebeeld en op de voorzijde het Lombat Batu Pulau van het eiland Nias gelegen voor de kust van Noord-Sumatra in de Indische Oceaan.

LOMBAT BATU PULAU NIAS.

Lombat Batu, vrij vertaald 'stenen kubussen' is het springen over een muur opgebouwd uit rotsblokken.
Dit wordt tijdens het festival Ya'ahowu gedaan op het eiland Nias gelegen op ongeveer 85 zeemijlen van Sibolga, Noord-Sumatra.
Over dit eiland, haar bevolking en gebruiken zal een aparte editie aangemaakt worden.




DANAU TOBA.

Danau Toba, het Tobameer, is 's werelds grootste kratermeer ontstaan als caldera, gelegen op het noordelijke deel van het eiland Sumatra.
Het geheel is ontstaan in de oertijd door de explosieve eruptie van de supervulkaan Toba zo'n 70-75.000 jaar geleden.
Het meer ligt 905 meter boven de spiegel van de Indische Oceaan, het heeft een lengte van ongeveer 100 kilometer en is 31 kilometer breed. Het heeft een oppervlakte van 1146 km² en hat diepte punt is 505 meter.
In het Tobameer ligt een schiereiland, Samosir, dat ongeveer 30.000 jaar geleden is ontstaan als gevolg van een vulkaanuitbarsting, Dit eiland dat nog zo'n twee- tot driehonderd meter hoog boven de de waterspiegel van het Tobameer uitsteekt meet 46 kilometer bij 21 kilometer en is de woonplaats van de Toba Batak. Hoog boven op het eiland ligt nog een klein meer.


Op de voorzijde van het 1000 rupiah bankbiljet uit 2013 staat de afbeelding van Kapitan Pattimura, op de achterzijde van het biljet staat Pulau Maitara dan Tidore.

KAPITAN PATTIMURA.

Pattimura, werd als Thomas Matulesi op 8 juni 1783 geboren op het Molukse eiland Saparua.
Hij overleed door ophanging in Fort Victoria op Ambon op 16 december 1817.
In 1810 werd het bestuur over de Molukken overgenomen door de Britten en trad Thomas in Britse militaire dienst, waar hij opklom tot sergeant-majoor. Na de terug keer van het Nederlandse koloniale bestuur vluchtte hij met vierhonderd Molukse soldaten naar Saparua. 

Bij protesten aldaar werd hij door de bevolking als aanvoerder gekozen. Op 3 mei 1817 werd besloten tot een gewapende opstand en werd het Fort Duurstede ingenomen waarbij op één na, een kind, deze overval overleefde.
Een Nederlands detachement van 242 soldaten werd vanuit Ambon naar Saparua gestuurd maar werd verslagen. Een half jaar later stuurden de Nederlander weer twee expedities naar Saparua waarbij de opstandelingen werden verslagen.
Op 12 november 1817 werd Pattimura gevangen genomen , veroordeeld en op 16 december 1817 opgehangen in Fort Victoria te Ambon.


Door de Molukse gemeenschap in-, maar vooral buiten Indonesië wordt hij vooral gezien als een held van het Molukse volk en niet zozeer als een "held van Indonesië" wat toen nog niet bestond.
In 1973 werd hij geëerd met de titel Nationale held van Indonesië door president Suharto.
Het vliegveld op Ambon en de Universiteit zijn naar hem vernoemd.

PULAU MAITARA DAN TIDORE

Maitare eiland is een eiland in de Noordelijke Molukken en ligt slecht op een afstand van 30 minuten met een speedboot  van het eiland Ternate met de hoofdstad Halmahera.
Maitare eiland is een klein eiland tussen Tidore en Ternate. 
Het eiland wordt grotendeels omringt door witte zandstranden en strekt zich uit voor de onderwaterwereld met een diversiteit aan vissen en koraal wat goed bewaard is gebleven.




Op het bankbiljet van 1000 rupiah uit 2016 staat aan de voorzijde het gezicht afgebeeld van Tjut Meutia, op de achterzijde staat een Tifa danser uit Banda Neira afgebeeld.

TJUT MEUTIA.

Tjut Nja Meuthia, in de huidge spelling Cut Nyak Meutia, werd geboren in 1870 te Parlak, Noord-Atjeh.
Zij had verschillende huwelijken na scheiding en overlijden van echtgenoot.
Van het begin af aan was zij tegen de kolonialisering van Atjeh door de Nederlanders en steunde hierin haar echtgenotes.
In 1899 leidde haar echtgenoot Teuku Cik Tunong een succesvolle aanval tegen de Nederlanders, hielden zich rustig, maar in 1901 vielen zijn troepen plotseling opnieuw aan en vernietigden zij de Nederlandse verdediging ter plaatse.
 In 1905 werd hij gevangengenomen en nog datzelfde jaar gefusilleerd.. Cut Nyak Meutia kwam in contact met de nieuwe commandant Pang Nanggroe, die haar laatste echtgenoot werd.
Pang werd ook gedood in de strijd op 26 september 1910.
Door zijn dood werd Meutia de nieuwe commandant.

                                                                        
Als commandant had zij slechts de beschikking over 45 manschappen en 13 vuurwapens.
Nog diezelfde m,aand werd Cut Nyak Meutia gevonden door de Nederlanders in haar schuilplaats in Paya Cicem.
Zij verweerde zich met een rencong in haar hand (links op afbeelding). Zij werd gedood door schotwonden in haar hoofd en borst.

In 1964 werd zij uitgeroepen tot Nationale held van Indonesië. In Atjeh wordt zij geëerd met een monument met een afbeelding van haar laatste strijd en dood.


BANDA NEIRA.

Banda Neira is een Indonesisch eiland van vulkanische oorsprong gelegen in de Banda Zee, onderdeel van van de Banda eilanden, behorend tot de zuidelijke Molukken.
Banda Neira is het hoofdeiland van de eilandengroep waarop ook in het zuiden de gelijknamige nederzetting is gelegen.
Het eiland draagt overal sporen van de geschiedenis onder het bewind van de Vereenigde Oostindische Compagnie.
Het gerestaureerde Fort Belgia uit 1611 bevindt zich op het eiland.



Aan de bouw van het Fort Belgia, in het midden van de afbeelding,  was dit twee jaar eerder in 1609, voorafgegaan van de bouw van het Fort Nassau.
Van 1609 tot 1798 was Banda Neira het centrum van het Nederlands Gouvernement Banda-eilanden.
Banda Neira was ooit het wereldcentrum van de handel in nootmuskaat.
De hoogste berg op het eiland is de Papenberg met een hoogte van 250 meter op een eiland  met een een oppervlakte van 3 km².
Het eiland kent als  zo veel eilanden haar eigen lokale danscultuur, de Tifa dans, een dans die terug gaat in het verleden, met muziek, traditionele kleding en wapengekletter. Het is een jaarlijks terug kerend feest.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten