woensdag 31 mei 2023

LEVEN TUSSEN VULKANEN. SUMATRA - INDONESIË. (DEEL 3)

 

   LEVEN, DOOD EN MYTHES. 

                   DEEL 3.

       EEN GORDEL VAN VULKANEN.


VULKANEN VAN NOORD TOT ZUID.

PATAH.

Patah of Gunung Patah, wat betekend 'gebroken berg' is de hoogste berg in de Indonesische provincie Benkulu , Zuid-Sumatra.
De berg met een hoogte van 2.852 meter is zwaar bebost en ligt ten zuidoosten van de vulkaan Dempo.
Patah ligt in een beschermd bosgebied Raja-Mansara, met een totale oppervlakte van 42.567 hectare. De top van de berg ligt op de grens van de provincie Bengkulu en Zuid-Sumatra. Het westelijke deel van de top is een zwavelkrater die zich in de regio van de provincie Bengkulu bevindt op een hoogte van 2.600 meter, in het zuidelijke deel van de krater bevindt zich een vulkanisch meer met een hoogte van 2.550 meter boven zeeniveau. In 1989 werd nabij de top van de vulkaan een fumarole-activiteit waargenomen. De exacte locatie van de krater, de datum van zijn vorming en de geologische relatie in niet bekend.

BUKIT LUMUT BALAI.

Bukit Lumut Balai is een zwaar geërodeerde startovulkaan op Zuid-Sumatra.
het geheel bestaat uit drie uitbarstingscentra, twee op de Bukit Lumit en ëén aan de noordoostkant van de Bukit Balai.
Het hoogste punt van deze vulkaan ligt op 2055 meter boven zeeniveau.
Aan de noordkant van Bukit Balai vindt een grote lavastroom plaats. Actieve fumarole-velden zijn te vinden in twee crescentrische bekkens ten noorden van Bukit Lumut.
De Indonesische staatsoliemaatschappij Pertamina doet olieboringen aan de voet van de vulkaan.


BESAR.

Gunung Besar, wat betekend 'Grote berg', is een stratovulkaan in het zuidoosten van Zuid-Sumatra.
De vulkaan heeft een hoogte van 1899 boven zeeniveau.
In de krater is een kleine zwavelafzetting te vinden. 
Een groot solfatara=veld genaamd Marga Bayur bevindt zich langs de Noord-zuidwestelijke flanken of het Semangko-breuksysteem.




RANAU.


Ranau is een slapende stratovulkaan in Zuid-Sumatra met een hoogte van 1880 meter boven zeeniveau.
In de vulkaan ligt een caldera met een afstand van 8 bij 13 kilometer wat gedeeltelijk gevuld wordt door een halvemaanvormige meer. 
Gunung Semuning is een mogelijk nog actieve vulkaan, gelegen aan de zuid00stelijke zijde van de caldera.

SEKINCAU BELIRANG.


Sekincau is een vulkaan met twee caldera's, Belirang en Balak en is gelegen in de provincie Lampung, het zuiden van Sumatra. Op de top bevindt zich een krater met een breedte van 300 meter.
De vulkaan heeft een hoogte van 1.719 meter boven het zeeniveau.
Fumarole -activiteiten zijn te vinden aan de voet van de caldera's.


SUWOH.

Suwoh of Suoh is een vulkaan-caldera op Zuid-Sumatra, met een hoogte van 1000 meter.
Het complex bevat een gebied van 8 bij 16 kilometer die een aantal overlappende caldera's bevat.
De randen van de Suoh worden gemarkeerd door een aantal lavakoepels.
De laatst bekende eruptie vond plaats van 10 juli tot 5 augustus 1933, wat samenging met een zware tektoninsche aardbeving.


HULUBELU.

Hulubelu is een vulkanische caldera gelegen op een hoogte van 1.040 meter, gelegen in Zuid-Sumatra.
De vloer van de caldera ligt ongeveer 700 meter boven de zeespiegel en wordt omgeven door steile wanden.
Post-caldera vulkanisme vormde centrale kegels en basaltische en andesitische flankvulkanen. 
Solfatarische gebieden, moddervulkanen en warmtebronnen komen op verschillende locaties voor.
Thermische gebieden zijn uitgelijnd ten noordoosten  van een parallel een de Grote Sumatraanse breuklijn, die over de gehele lengte van Sumatra loopt. Laatst bekende uitbarsting was in 1836.

RAJABASA.

Rajabasa is een geïsoleerde kegelvormige vulkaan van 1281 meter hoogte gelegen aan de Straat Soenda, in de meest zuidoostelijke punt van Sumatra, in de provincie Zuid-Lampung.
De vulkaan heeft een goed bewaard gebleven topkrater van 500 bij 700 meter met een moerassige bodem. De flanken zijn bedekt met vegetatie. Fumarolische activiteit vindt plaats aan de voet van de flanken. De laatste activiteit werd gemeld in april 1863 en mei 1892, maar haar laatste uitbarsting was in 1798.

KRAKATAU.

Krakatau is een kleine archipel van vier vulkanische eilanden gelegen in Straat Soenda tussen Sumatra en Java, en valt onder de Sumatraanse provincie Lampung.
De vulkaan Krakatau barste in 1883 uit, waarbij een groot deel van de vulkaan door de zee verzwolgen werd.
In 1928 kwam op de plek waar een deel van de vulkaan had gestaan een veel kleinere vulkaan boven de zeespiegel uit, en kreeg de naam 'Anak Krakatau', 'Kind van Krakatau', met een huidige hoogte van 813 meter boven de zeespiegel.
Rondom de Anaka Krakatau bevinden zich in de kleine archipel drie eilanden. De offici"le namen zijn: Pulau Panjang (Lang eiland), ook Krakatau kecil (Klein Krakatau) genoemd; Pulau Sertung (Verlaten eiland) en Pulau Rakata, ook Krakatau Besar (groot Karakatau) genoemd, dat tot 1883 onderdeel uitmaakte van de grotere vulkaan die buiten Indonesië Krakatau genoemd wordt. De Krakatau Archipel ligt in het nationaal Ujung Kulon park.




DE NAAM.

Het woord 'Krakatau' komt van het woord 'karkata' in het Sanskriet voor 'krab'. men gaat er vanuit dat de oorspronkelijke vulkaan met bijbehorende atollen ooit de vorm van een krab heeft gehad of iets wat daarop leek.
De naam verscheen voor het eerst in 1676 door een Nederlandse schrijver van het boek Oost-Indische Voyagie, waarin hij spreekt over 
"passerende het hooge, boomrijeke eilant Crakatouw"
De Portugezen gebruikten de naam 'Krakatao', een naam die bij de Engelsen ingeburgerd  raakte.




MOEDER VAN DE ANAK.

Na een winterslaap van twee eeuwen stijgt plots gerommel op uit de buik van Krakatau op 20 mei 1883, een eiland met liefst drie vulkanische uitlaten in het hart van de smalle waterweg, Straat Soenda, tussen de twee Indonesische eilanden Sumatra en Java
In de daarop volgende maanden, bleef Krakatau met regelmaat van de klok onheilspellende geluiden uitstoten. De druk in de vulkaan stijgt en tegen de zomer bereikt die een hoogtepunt. Op 11 augustus beginnen de vulkanische uitlaten as te spuwen, een voorbode van een epische catastrofe.
Op 26 augustus stijgt de aswolk tot een hoogte van 32 kilometer in de lucht en bevingen veroorzaken verschillende tsunami's.
De volgende ochtend, even na middernacht begon de uitbarsting van de vulkaan en om 05.30 uur gaat het dak van de vulkaan de lucht in; in de loop van 4,5 uur vinden er vier krachtige uitbarstingen plaats met catastrofale gevolgen.
Bij de laatste uitbarsting om 10.02 uur rees de berg op , scheurde open en stortte in, waarna de zee in het gapende gat stortte, met als gevolg een catastrofale explosie. Deze had een geschatte vulkanische-explosiviteitsindex van 6.

Door een pyroclastische stroom die voor de tsunami uit over de Straat Soenda heen raasde kwamen ongeveer 1,000 mensen om het leven in Ketimbang aan de zuidkust van Sumatra, 40 kilometer ten noorden van de Krakatau.
De tsunami zelf was tot meer dan 30 meter hoog en vloedgolven overspoelden de kusten van Sumatra en Java. Naar schatting verloren 36.417 mensen het leven en complete steden en dorpen werden weggespoeld.

 Pulau Rakata, wat overbleef van de Krakatau na de uitbarsting.


Door de enorme hoge golven werden zeeschepen, zoals het Nederlandse marineschip Berouw, vele kilometer landinwaarts geslingerd. De uitbarsting werd over de gehele wereld waargenomen en gingen de golven 3,5 keer de aarde rond.
Er rees een aswolk uit de berg die tot een hoogte van 50 kilometer steeg en zijn omgeving in een diepe duisternis dompelde. Door deze enorme hoeveelheid stof in de atmosfeer, een wolk van 400 kilometer breed, daalde wereldwijd het volgende jaar de gemiddelde temperatuur 1,2 graden.  
Meer dan 160 dorpen werden van de kaart geveegd en tussen 35.000 en 40.000 mensen kwamen om het leven

ANAK KRAKATAU.

In 1927 ontstond door een vulkanische uitbarsting op de plaats waar een deel van de Krakatau had gestaan een nieuw vulkanisch eiland, maar dit werd door de zee weer snel verzwolgen.
Dit proces herhaalde zich twee keer, maar sinds 12 augustus 1930 is de aanwas sterker dan de erosie.
Het is dit laatste eiland dat de naam Anak Krakatau ('Kind van de Krakatau') kreeg.
Met de jaren groeide het eiland en kreeg de vulkaan op haar flanken aanwas van vegetatie.


Op 22 december 2018 vond er een tsunami plaats in de Straat Soenda, die met name de westkust van Java trof en honderden doden eiste. Het was het gevolg van de uitbarsting van de Anak Karakatau en een daaropvolgende onderzeese aardverschuiving.
De vulkaan had voor de uitbarsting een hoogte van 338 meter en na de uitbarsting nog maar 110 meter.
De tsunami veroorzaakte verwoestingen op de eilanden voor de westkust van Sumatra en de kust van Atjeh. 



HET LEVEN TUSSEN VULKANEN.

Tijdens mijn rondreizen in Indonesië vroeg ik vaak een de lokale bewoners hoe het is te leven tussen de vulkanen. Dan wordt je vaak aangekeken alsof je iets vreemds vraagt. Zij leven vaak hier al generatie na generatie tussen de vulkanen. Voor hen is het gewoon een dagelijks iets waar ze gewoon niet bij stilstaan, maar ze kunnen er wel over vertellen. Zo heeft iedere vulkaan wel een mythe, een verhaal dat van generatie op generatie wordt doorverteld. Verhalen die verbonden zijn met het dagelijkse leven van de mens.


De vulkaan heerst over leven en dood; dood bij een uitbarsting en leven in de vorm van vruchtbare aarde, die vaak twee oogsten per jaar opbrengt.
Zo brengen de mensen offers aan de vulkaan om deze goed te stemmen en te bedanken.
De vulkaan beheerst in feite het dagelijks leven van de bevolking; hij slaapt als alles vredig is, hij rommelt als waarschuwing dat er iets fout is gegaan en hij komt tot uitbarsting om zijn woede
als men niet goed heeft geleefd. Maar vaak ziet men het ook als een voorteken.

Oud presidenten van Indonesië gingen naar de top van de vulkaan om te bidden en de geesten wel te stemmen.




                           Zie vervolg: LEVEN TUSSEN VULKANEN. JAVA - INDONESIË. 







vrijdag 26 mei 2023

LEVEN TUSSEN VULKANEN. SUMATRA - INDONESIË. (DEEL 2)

 

LEVEN, DOOD EN MYTHES. 

                   DEEL 2.

    EEN GORDEL VAN VULKANEN.


VULKANEN VAN NOORD TOT ZUID.

IMUN.

Imun of Dolok Imun is een kleine dacitische en rhyolitische lavakegel met een hoogte van 1.800 meter, gelegen op 20 kilometer ten zuiden van het Toba-meer en 6 kilometer ten noorden van de stad Situmeang, in het regentschap Noord-Tapanuli, Noord-Sumatra.
Dolok Imun is een heuvel waarvan wordt aangenomen dat het het cenmtrale oorsprongsgebied is voor de afstammelingen van koning Naipospos. In de Batak-taal kan ook dolok worden geïnterpreteerd als een piek, heuvel of berg.
Imun is begroeid met bossen en omringt door dorpsnederzettingen aan de voet.

Volgens de legende die zich ontwikkelde in de Batak-gemeenschap, nadat Tuan Sorbadibanua's afstammelingen van zijn vrouw Sibasopaet, namelijk de koningin van Sumba, koning van Sumba en koning van Naipospos gescheiden waren, ging koning Naipospos naar Bahalbatu, verhuisde toen en vestigde zich en opende het eerste dorp Dolok Imun. De koning van Naipospos is de verenigde voorouder van de zeven clans die afstammen van Naipospos. Er wordt aangenomen dat de zonen en dochters van de koning zijn geboren en getogen in Dolok Imun.

SIBUALBUALI.

Sibualbuali is een stratovulkaan met een hoogte van 1.819 meter en is gelegen in het regentschap Zuid-Tapanuli, Noord-Sumatra.
De vulkaan waarvan de laatste uitbarsting niet bekend is, heeft twee solfatara-velden (fumarolen) op de oostelijke flank.
Er is een rhyolitisch - dacitische lavakopel uitgebarsten uit de Toru-Asik breuklijn.
Laatste datum van uitbarsting is niet bekend.



 STRATOVULKAAN.

Een stratovulkaan is een hoge kegelvormige vulkaan die is opgebouwd uit lagen van gestolde lava en tefra. Stratovulkanen hebben relatief steile hellingen en worden gekenmerkt door regelmatig explosieve uitbarstingen.
De naam stratovulkaan is afgeleid van het Latijnse woord voor "laag"; stratum, meervoud strata.
Doorsnede van een stratovulkaan.
A - aanvoer van magna. B - centrale vulkaanpijp. C - vulkanische kegel op de flank van de vulkaan.
D - lavastroom. E - sill. F - Pyroclastische afzettingen. G - krater met opvulling. H - oude pijp.
 
Stratovulkanen worden meestal gevormd boven subductiezones, als ketens of bogen langs de randen van tektonische platen waar oceanische kort onder continentale korst duikt.

LUBUKRAYA.

De Lubukraya is een stratovulkaan in het regentschap Zuid-Tapanuli, Noord-Sumatra.
De vulkaan heeft een hoogte van 1.862 meter.
Het is een inactieve vulkaan, waarvan de laatste uitbarsting niet bekend is.
Er is geen vulkanische activiteit op het oppervlak van de berg, maar sporen van de uitbarsting verschijnen in de vorm van een gescheurde kraterwand die zich uitstrekt naar het zuidwesten.



SORIKMARAPI.


Sorikmarapi is een actieve stratovulkaan met een hoogte van 2.145 meter. De vulkaan maakt deel uit van het National perk Batang Gadis, gelegen in het regentschap Mandailing Natal in Noord-Sumatra.
De krater van de vulkaan heeft een diameter van 600 meter en in de krater ligt een meer.
De vulkaan kwam voor het laatst tot uitbarsting in 1986. De eerste geregistreerde eruptie was in 1879, en latere in 1892, 1893, 1817 en 1970.

TALAKMAU.

Talakmau ook bekend als Talamau of Ophir is een complexe vulkaan in West-Sumatra ten westen van de stad Lubuksikaping.
De vulkaan heeft een hoogte van 2.919 meter. De datum van de laatste eruptie is niet bekend.







COMPLEXE VULKAAN.

Een complexe vulkaan is een vulkaan met meer dan één karakteristiek.
Dergelijke vulkanen ontstaan door veranderingen in hun uitbarstingskarakteristieken of meer door aanwezigheid van meerdere openingen in de aardkost in het gebied.
Stratovulkanen kunnen complexe vulkanen vormen, doordat ze een andere vulkaan kunnen overlappen door explosieve uitbarstingen, lavastromen, pyroclastische stromen en door herhaaldelijke uitbarstingen, waardoor meerdere toppen en openingen ontstaan.
Hoewel het een ongewone vulkaanvorm is, komt de complexe vulkaan zeer veel voor in de wereld en in de geologische geschiedenis. 

SARIK-GAJAH.


Sarik - Gajah bestaat uit twee pyroclastische kegels die precies op de lijn van de evenaar zijn gelegen, 6 kilometer van de stad Lubuksikaping, in West-Sumatra.
De eerste kegel, een andesitisch / basalt begroeide kegel. De andere is een andesic- dacitische kegel, 10 kilometer zuidwesten van de eerste en bevat lavastroom.
Het gehele complex heeft een hoogte van 2271 meter.
Er is nooit een uitbarstingsgeschiedenis geregistreerd van dit vulkanische complex.







MERAPI.

Gunung Merapi in het Indonesisch, in het Minangkabaus: Gunung Marapi, en verder bekend onde de naam Marapi of Berapi, is een complexe vulkaan gelegen ten zuiden van de stad Bukittnggi en ten noordoosten van de stad Padang Panjang.
De vulkaan met een hoogte van 2891,3 meter is de actiefste vulkaan van West-Sumatra.
De laatste uitbarsting van de vulkaan was op 5 augustus 2004.
De naam betekend 'Vuurberg'.


Er zijn in Indonesië meerdere vulkanen met een soort gelijke naam, zoals de vulkaan Gunung Merapi bij de stad Jogjakarta op Java.

TANDIKAT & SINGGALAN.

De vulkaan Tandikat staat ook bekend onder de namen Tandikai en Tandikek.
Het is een stratovulkaan met een hoogte van 2.438 meter en vormt een tweelingvulkaan met de Singgalang, die ten noordoosten ligt van de Tandikat. De stad Padang Panjang ligt aan de voet van deze vulkaan op 7,5 kilometer afstand.
Laatste eruptie was in 1924.







De vulkaan Singgalang gezien vanuit de Sianok canyon, in het Minangkabaus Gunang Singgalang, is een vulkaan met een hoogte van 2877 meter gelegen in de buurt van de steden Bukittingi en Padang Panjang. Van deze vulkaan is geen uitbarsting gedocumenteerd. In de caldera van de vulkaan ligt een meer, dat geheel omringt is door bosachtige begroeiing.

TALANG.


Gunung Talang, ook bekend onder de namen Sakasi en Sulasi is een actieve stratovulkaan in het regentschap Solok. op 35 kilometer van de stad Padang, op West-Sumatra.
De vulkaan heeft een hoogte van 2597 meter en heeft twee kratermeren. Het grootste van de twee is het Talangmeer, in het Indonesisch Danau Talang. De vulkaan vormt met de uitgedoofde vulkaan Pasar Arbaa een tweeling vulkaan.
Tussen 1833 en 1968 hebben er acht uitbarstingen plaats gevonden. Bij de laatste kleine uitbarsting op 11 april 2005 moesten er meer dan 25.000 mensen worden geëvacueerd uit het gebied.
In 2006 werd de alarmfase van de vulkaan verhoogd wegens verhoogde activiteit. 

KERINCI.


Kerinci, in het Indonesisch Gunung Kerinci, ook wel Gunung Kerenci, Gadang, Berapi Kurinci, Korinci of Puncak Indrapura is de hoogste berg op het eiland Sumatra en de hoogste vulkaan, met 3.805 meter, van Indonesië. Het is de op vierna hoogste vulkaan van de wereld.
De vulkaan maakt deel uit van het Barisangebergte en ligt 130 kilometer ten zuidoosten van de stad Padang in het regentschap Zuid-Solok, West-Sumatra.
De vulkaan is het meest opvallende kenmerk van het gebied van Kerenci Seblat National Park, de thuisbasis van verschillende bedreigde diersoorten, waaronder de Sumatraanse tijger.
Op de kegelflanken van de vulkaan groeien pijnbomen die 2.400 tot 3.300 meter hoogte groeien, een gebied van 13 kilometer breed en 25 kilometer lang, in de noord-zuid richting. Op de top ligt een diepe 600 meter brede krater, vaal gedeeltelijk gevuld door een klein kratermeer gelegen aan de noordoostkant van de krater bodem. De laatste uitbarsting van de vulkaan was op 22 juni 2004.

SUMBIMG.



De vulkaan Sumbing met een hoogte van 2.507 meter is gelegen ten zuiden van de stad Sungaipenuh.
Deze srtatovulkaan heeft een gecompliceerd topgebied met verschillende kraters en een 180 meter lang kratermeer.
Warmwaterbronnen komen voor op de zuidwestelijke flank van de vulkaan.
In de historie van de vulkaan hebben er slechts twee uitbarstingen plaats gevonden, een in 1909 en de andere in 1921.

KUNYIT.


Mount Kunyit, in het Indonesisch Gunung Kunyit, "Turmeric Mountain"; ook bekend onder de naam Bukit Sulptur, is een fumarolische stratovulkaan bij Talang Kemuning Village in het Gunung Raya Disitrict, Kerinci Regency, Jambi, West-Sumatra.
De top bevat twee kraters; het bovenste is een krater meer. De vulkaan in in de krater met het meer dicht begroeid met vegetatie. De fumarolen vormen fraaie creaties.

FUMAROLE.

Een fumarole, in het Latijn: Fumus wat rook betekend, is een opening in de aardkorst in de nabijheid van vulkanen of in een vulkanisch actief gebied, waar warme tot zeer hete gassen en dampen uit ontsnappen.
Dewze gassen of dampen bestaan voornamelijk uit waterdamp en kooldioxide, maar er kunnen ook giftige bij zitten zoals waterstofchloride, waterstof-fluoride of waterstofsulfide.
Fumaroles die zwavelgas uitstoten, worden solfatara genoemd, wat is afgeleid van het Italiaanse woord solfo, zwavel.

Soms wordt er zuivere zwavel afgezet op de randen van de solfatare. 
Voorwaarden voor het bestaan ban fumarolen is de aanvoer van water. Dit kan zowel van neerslag afkomstig zijn die snel door de, in het algemeen poreuze, grond verdwijnt als van een ondergrondse aanvoer. In het water kunnen allerlei stoffen oplossen, en na verhitting van dat water zoekt het zich een weg omhoog. Bovendien is de oververhitte stoom met de opgeloste gassen in staat om onderweg chemische reacties met mineralen die hij tegen komt aan te gaan, waardoor er met name zwavelhoudende producten ontstaan.
Fumarolen kunnen decennia of eeuwen aanhouden als ze boven een aanhoudende warmtebron staan, of binnen enkele weken of maanden verdwijnen als ze zich op de top van een jonge, snel afkoelede vulkanische afzetting bevinden.

BELIRANG-BERITI.




Belirang-Beriti is een vulkanisch complex dat uitsteekt boven de Semalako-vlakte in het zuidwesten van Sumatra.
Het vulkanische complex met een hoogte van 1.958 meter, bevat een 1,2 kilometer brede vulkanische krater.




BUKIT DAUN.



Bukit Daun is een stratovulkaan met een hoogte van 2.467 meter.
De vulkaan is gelegen in een dunbevolkt gebied in Zuid-Sumatra.
Op de top bevindt zich een 600 meter breed kratermeer.
In de zuidwestelijke flank bevindt zich een kleiner kratermeer, Tologo Kecil.
Datum van laatste uitbarsting is niet bekend.



KABA.

De Kaba is een stratovulkaan met een hoogte van 1940 meter, en gelegen in Zuid-Sumatra, in de regentschappen Rejang Lebong en Kepahiang, in de provincie Bengkulu.
De Kaba vormt samen met de Hitam een tweelingvulkaan.
Op de top heeft de Kaba een langwerpig kratercomplex waarin zich drie grote kraters bevinden, waarvan een met een meer.
De Kaba is een actieve vulkaan die in de 19e en 29e eeuw verschillende freatische erupties heeft gehad, veelal met een waarde van 2 in de vulkanische-explosiviteitsindex.
De eerste uitbarsting dateert uit 1833 en de laatste was in augustus 2000.

DEMPO.


Dempo is de hoogste stratovulkaan in de provincie Zuid-Sumatra, gelegen in het regentschap Paga Alam. De 3.173 meter hoge vulkaansteekt uit boven de Pasumah-vlakte welke grenst aan de provincie Bengkulu.
Rond de top zijn zeven kraters te vinden. Aan de noordwestkant van het kratercomplex bevindt zich een 400 meter breed meer.
Activiteit was aanwezig in 2009 en de meest recentelijke op 31 mei 2022. Op die laatste datum deed om 01.54 lokale tijd zich een kleine freatische explosie voor, waardoor kleine pyroclastische stromen een paar honderd meter langs de noordwestelijke helling naar beneden stroomden. Buiten schade aan de vulkaan, was er geen schade aan het omringede landschap en geen gewonden en doden onder de burgerbevolking.


               Zie vervolg: LEVEN TUSSEN VULKANEN. SUMATRA - INDONESIË. (DEEL 3)

dinsdag 23 mei 2023

LEVEN TUSSEN VULKANEN. SUMATRA - INDONESIË. (DEEL 1)

 

LEVEN, DOOD EN MYTHES.

                    DEEL 1.



EEN GORDEL VAN VULKANEN.

Begrenst door de Indische Oceaan, het vasteland van Azië en Australië en zich aan beide zijden van de evenaar uitstrekkend over een oppervlakte van meer dan twee miljoen km² bevindt zich het grootste eilandenrijk ter wereld, bekend als de Indonesische Archipel.
De Indonesische Archipel kunnen we in vier groepen onderverdelen: (1) De grote Sunda-eilanden, waartoe Sumatra met de daarbij gelegen eilanden Simeuluë, Nias, de Mentawei-eilanden en Enggano behoren, Java en Madura, Kalimantan en Sul;awesi; (2) de kleine Sunda-eilanaden, van Bali tot en met Timor; (3) de Molukken, en het westelijke deel van Nieuw Guinea dat in 1962 aan Indonesië werd toegekend en de naam Irian Barat kreeg. 

Het landschap van de Indonesische Archipel wordt gevormd door twee bergketens, welke uitlopers zijn van het Arakan-gebergte uit West-Myamar.
De twee evenwijdige bergketens beheersen het eilandenrijk: die zich grotendeels onder water uitstrekkende buitenste keten loopt over de Andamanen en de Nicobaren, over de eerdergenoemde eilanden voor de Sumatraanse kust on daarna weer bij Sumbawa te verschijnen, een grote boog maken langs Timor, de Tanobar-eilanden en Seran, om uiteindelijk te eindigen op het eiland Buru. Deze keten is niet vulkanisch en ontstond al halverwege het Mioceen, terwijl de andere keten wel vulkanisch is en ontstond in het laat-Plioceen, wat 10 tot 2 miljoen jaar geleden is. Deze keten kronkelt langs de grote Sunda-eilanden en rond de eilanden in de Banda Zee tot aan de Filipijnen. Uit deze keten steken meer dan 300 vulkanen omhoog en staat ook bekend onder de naam "Ring of Fire".

SUMATRA EN DE VULKANEN.

Sumatra is het op vijf na grootste eiland van de wereld met een oppervlakte 470.000 km² en een lengte van 1750 kilometer.
Het eiland wordt in in de breedte in tweeën gedeeld door de evenaar.
Vanaf het noorden, het eiland Weh, wat ook door een vulkaan is ontstaan, loopt de bergketen Bukit Barisan met soms een breedte van 150 kilometer, tot het zuiden grenzend met zijn vele vulkanen aan Straat Sunda telt het eiland 35 soorten van vulkanen, dode vulkanen. slapende vulkanen, actieve vulkanen en vulkanische-velden, waarvan de meesten aan de westelijke zijde van het eiland zijn gelegen. Het noordelijke gedeelte van de bergketen heeft nog verscheidene zijgebergten.
Men onderscheid de vulkanen aan hun vorm; stratovulkaan, complexe vulkaan, supervulkaan, complexe vulkaan, vulkaan kegel, caldera en fumaroleveld.

TOBA SUPERVULKAAN.

Tussen twee evenwijdige bergketens ligt op een hoogte van 900 meter boven de zeespiegel de schitterende Toba-vlakte en het gelijknamige meer, met daarin het Samosir eiland met een hoogte van ruim 300 meter en een oppervlakte van 1000 km². Dit is dat wat eens is ontstaan bij de uitbarsting van de supervulkaan Toba. Pas hier rond reizend besef je pas dat je tussen vulkanen leeft.



Ruim 74.000 jaar geleden barste de vulkaan Toba uit, was de laatste en grootste uitbarsting, en geldt zelfs als de grootste vulkaanuitbarsting op aarde van de afgelopen twee miljoen jaar.
Door deze vulkaanuitbarsting kwam het grootste noordwestelijke deel van het eiland onder een dikke laag lava en as te liggen. Ruim 2790 km³ as werd in de lucht geblazen.
De uitbarsting en de daarop volgende verduistering van de hemel door de asdeeltjes welke zwavelzuur bevatten werd het zonlicht geblokkeerd.
Dit had enorme invloed op de natuur, dieren en de mensen.
Dat wat overbleef was een enorme caldera die gevuld werd met water, het Toba-meer, 100 kilometer lang en 30 kilometer breed en een tot heden peilbare diepte van 505 meter. Het water in de caldera wordt gevoed vanuit de noordelijk van het meer gelegen Sipiso-piso waterval die op een hoogte van 120 meter uit rotswand van de caldera ontspringt vanuit een ondergrondse rivier. In het meer het eiland Samosir gelegen. Dat dit eiland vulkanisch is blijkt dat op sommige plaatsen zwavel uit de rotsen druppelt.
Een mythe gaat dat door de uitbarsting de verre voorouders van de Batak zijn ontstaan.

PUSUBUKIT VULKAAN & HELATOBA-TARUTUNG.

Ten zuiden van het Toba-meer ligt de Pusubukit vulkaan met een hoogte van 1.100 meter.
In de uitlopers van de deze vulkaan liggen een groep zwavelhoudende warmwaterbronnen Helatabo-Tarutung.
Het gebied strekt zich uit over 40 kilometer langs de geologische breukzone Renun-Toru.
De laatste uitbarsting van de vulkaan vond plaats tijden het Pleistoceen.
 


VULKANEN VAN NOORD TOT ZUID.

WEH.

Het eiland Weh, in het Indonesisch Pulau Weh, ook wel bekend onder de naam Sabang naar de grootste stad op het eiland, is een klein actief vulkanisch eiland ten noordwesten van Sumatra. Het is een fumarolische vulkaan van 617 meter hoogte.
Het eiland is te bereiken per snelboot, 45 minuten of per veerboot, wat twee duurt vanaf het vasteland van Banda Atjeh.
Weh was oorspronkelijk verbonden met het vasteland van Sumatra maar werd bij de laatste uitbarsting van de vulkaan in het Pleistoceen van het vasteland gescheiden.
Het eiland ligt in de Andamanse Zee en is de meest noordelijke buitenpost van Indonesië.

SEULAWAH AGAM.

Seulawah Agam is een stratovulkaan met een hoogte van 1810 meter, en is gelegen in het noordwestelijke puntje van Sumatra.
De vulkaan heeft van de bevolking verschillende namen gekregen: Seulawah Agam, Seulawain Agam, Solawa Agam, Solawaik Agam, Selawadjanten en Goldberg. 

De berg heeft een grote caldera, Lam Teuba genaamd. In deze caldera ligt weer een kleine caldera van acht bij zes kilometer.
De vulkaan bevat verschillende heuvels: sedimentaire heuvels, oude vulkaanheuvels, een vulkanische kegel en schiervlakte.
De vulkanische kegel werd gevormd door lava en pyroclastische stromen. Er zijn drie krater. De Tanah Cempago-krater is gemakkelijk te herkennen, terwijl de andere twee bedekt zijn met weelderige vegetatie.
De laatste uitbarsting van de vulkaan was in 1839, maar sinds januari 2013 vertoont Seulawah Agam tekenen van nieuwe activiteit.

PEUET SAGUE.

De Peuet Sague is een complexe vulkaan in het noorden van Atjeh, in het regentschap Pidie, op Sumatra.
De vulkaan met een hoogte van 2.801 meter heeft een viertal toppen.
De Peuet Sague is een actieve vulkaan die in haar bestaan freatische erupties heeft voortgebracht, veelal met een waarde van 1 tot 2 in de vulkanische-explosiviteitsindex.
De laatste eruptie was in december 200.
Eerdere erupties werden geregistreerd in 1918-1921, 1979, 1986, 1991, 1998 en 1999.

BUR ni GEUREUDONG & BUR ni TELONG

De Geureudong is een stratovulkaan gelegen in de provincie Atjeh ten noorden van de stad Takenghon en het meer Tawar, op Sumatra.
De laatste eruptie van deze vulkaan dateert uit het Pleistoceen.
De vulkaan heet twee toppen, Bur ni Geureudong en Bur ni Telong in een stratovulkanisch complex.
Twee andere vulkanische kegels zijn Salah Nama en Pepanji, en verder zijn er kleine sedimentheuvels.
De Bur ni Geureudong is geërodeerd sinds jet Pleistoceen, maar heeft solfatara en warmwaterbronnen op de flanken.


Bur ni Telong ligt in het zuiden van Bur ni Geureudong en heeft een actieve krater die lavastromen veroorzaakt op de zuidelijke flank. Laatste eruptie was in 1937.







KEMBAR.


Kembar betekend in het Indonesisch 'tweeling'.  Het zijn dus twee schildvulkanen centraal gelegen ten noordwesten van de hoofdstad Medan op Sumatra.
Het vulkanische complex bevindt zich op de kruising van twee geologische breuksystemen en bevat een fumaroloveld, Gayolesten genaamd.
De 2245 meter hoge vulkaan stoot gloeiend hete gassen en vulkanische as de lucht in. De laatste eruptie vond plaats in het Pleistoceen.

SCHILDVULKAAN.

Een schildvulkaan is een type vulkaan dat vlakke hellingen heeft. Ze worden gevormd door uitbarstingen waarbij mafische lava vrijkomt. Omdat mafische lava een lagere viscositeit heeft, en het makkelijk stroomt, dan felsische lava kan het snel over grote oppervlakten uitstromen en worden vulkanen met een kleine hellinghoek gevormd.
In tegenstelling tot de stratovulkanen, komt bij de schildvulkanen weinig explosieve activiteit voor. De helling van de flanken van een schildvulkaan bedraagt normaal maar enkele graden. Rond de krater kan dit oplopen tot 10 graden. Schildvulkanen hebben relatief een grotere omvang dan de andere vulkanen.

SIBAYAK.


Sibayak, in het Indonesisch Gunung Sibayak, is een stratovulkaan, met een hoogte van 2212 meter, gelegen op het Karo-plateau van het Karo regentschap op Noord-Sumatra ten noorden van het Toba-meer. Vanaf de vulkaan heeft men een uitzicht op de stad Brastagi. De laatste eruptie was in 1881.
De vulkaan heet een geothermische activiteit in de vorm van stoomopeningen en warmwaterbronnen hoog en rond de vulkaan. De ventilatie openingen produceren kristallijne zwavel een product wat vroeger werd gewonnen door de lokale bewoners.
De vulkaan heet een kratermeer en door het doorsijpelen van zwavelhoudende gassen heeft het water een een zure verkleuring.
Sibayak is een term uit de Karo Batak-taal die verwijst naar een stichtende gemeenschap. 

CALDERA.



Een cadera (Spaans) of caldeira (Portugees) is een grote komvormige krater, gevormd door vulkanische activiteit.
Een caldere ontstaat wanneer grote hoeveelheden pyroclastisch materiaal door een vulkaan wordt uitgestoten, waardoor het dak van de magnakamer niet meer ondersteund wordt. Hierdoor zakt het dak en valt het in de magnakamer. Deze gang van zaken kan geruime tijd duren en vindt vaak plaats in een zogenaamde uitgedoofde vulkaan. Vroeger ging men er van uit dat een caldera ontstond als de top van de vulkaan eraf geblazen werd.
Dat gaat slechts op voor een paar caldera's die zo zijn ontstaan.

Als de spanning in de vulkaan opnieuw stijgt kan deze op twee manieren tot uitbarsting komen:
1 - er vormt zich een nieuwe vulkaan boven op de caldera, bijvoorbeeld bij de vulkaan Rinjani op Lombok.
2 - de gehele top van de vulkaan wordt eraf geblazen in een nieuwe uitbarsting, bijvoorbeeld Mount Saint Helene.

SINABUNG.

Sinabung of Gunung Sinabung is een 2.460 meter hoge stratovulkaan gelegen op het Karo-plateau van het Karo-regentschap, in Noord-Sumatra, bij de plaatsen Kabanjahe en Brastagi. De vulkaan heeft een hoogte van 2.460 meter met een laatste eruptie op 2 maart 2021.
De vulkaan was gedurende vele jaren inactief (slapende) en kreeg in 1600 een eruptie waarna er geen grote erupties werden waargenomen tot 8 augustus 2020.
De vulkaan bestaat uit lavastromen met de samenstelling van andesiet en daciet. In de zomer van 1912 waren er fumaroles, uitbarstingen van stoom, gas en lava die langs de breuken in de flanken van de vulkaan vrijkwamen en werden waargenomen.
Vanaf 23 november 2013 werd de vulkaan zeer actief en barstte hij negen keer uit. De vulkaan spuwde hete gaswolken uit en stootte op 25 november een 3000 meter hoge gaswolk uit. In totaal moeste er 15.000 mensen worden geëvacueerd uit de op de flanken gelegen dorpen.
 In februari voltrok zich een nieuwe eruptie van lava en stenen, waarbij een wolk van vijf kilometer hoogte ontstond, Wederom moesten mensen die weer waren teruggekeerd naar hun dorpen op de flanken worden geëvacueerd.


              Zie vervolg: LEVEN TUSSEN VULKANEN. SUMATRA - INDONESIË. (DEEL 2)