donderdag 2 augustus 2018

SUIKERRIET.


EEN NATUURLIJKE ZOETSTOF.


Tijdens ons busreis; 'Rondreis Zuid-Afrika', door Kwazulu-land zagen we uitgestrekte velden met suikerriet aanplant. Van oorsprong is het geen Afrikaans gewas.

SUIKERRIET.

In India kende men reeds ver voor onze jaartelling het suikerriet en ontdekte men door het sap er van droog te koken, dat men een zoete vaste substantie verkreeg die men lang kon bewaren en in gerechten kon verwerken.
Een van de generaals, Nearchos, van Alexander de Grote, leerde suiker kennen tijdens de veldtocht in India omstreeks 300 v.Chr. Hij beschreef zijn ervaring als volgt; "een riet dat honing produceert zonder bijen".
 Het waren de Arabieren die de kennis van de verbouwing van het suikerriet en de bereiding van suiker hieruit, in de Middeleeuwen over  het Middellandse Zeegebied brachten.
De naam "suiker" in verschillende Europese talen, komt van het Arabische  "sukar" , wat weer ontleend is aan het Sanskriet woord "sjakara".

De ontdekking van dit zoete rietsoort ligt weer in de tijde van de ontdekkings-zeilvaart. Het kwam reeds als een wild gewas voor in Nieuw-Guinea en delen van Indonesië, waar de bevolking op de stengels kauwden en het zoete sap dronken. Ook liet men het zoete sap gisten tot een alcoholische drank.

Het waren vooral in de eerste plaats de Portugezen die dit riet in de 15e eeuw meebrachten naar Europa. Samen met de Spanjaarden gingen zij dit verbouwen op de kort tevoren gekoloniseerde Canarische eiland en Madeira. 

Het werd duidelijk dat het riet vooral goed gedijde in een vochtig klimaat en zo werd het overgebracht naar het Caraïbische gebied en Brazilië.
Het riet wat in die tijd nog met kapmessen werd geoogst was zwaar werk en de lokale bevolking zag geen heil in deze arbeid op de suikerrietplantages.
Zo werden de eerste slaven uit Afrika gehaald voor dit zware werk.
Ook het aanplanten van nieuwe plantages ging in die tijd nog met de hand. In een voor werd met een stok een gat gestoken waarin men de nieuwe stengel van 50 cm stak, en het gat afdekte met aarde. Hierna was het van belang dat deze jonge aanplant voldoende water kreeg, wat ook weer met de hand door de slaven werd gedaan. De planten groeien op tot meer dam manshoogte en de stengels zijn na een jaar oogstrijp. De stengels kunnen 6 meter land en 5 cm dik in doorsnede worden.


DE HOLLANDERS.

De leden van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) zagen in dit product al snel een handel. Alhoewel de handel in suiker in die tijd in handen was van de Portugezen en beheerst werd door de productie uit het Caraïbische gebied, was de suiker uit Nederlands-Indië niet concurrerend.
Het ingekookte sap van het suikerriet bleek echter goed bruikbaar als ballast voor de zeilschepen die naar Japan en China voeren. Het was in balen gemakkelijk te verstouwen om de schepen te trimmen en de verkoop bracht tevens nog geld in het laatje.



( Op het kaartje is paars Nederlands-Formosa, groen is Spaans-Formosa en het wit is koninkrijk Middag Taiwan.)

Aanvankelijk werd suiker geïmporteerd uit Bengalen, Nederlands-Formosa en Batavia.Na het verlies van Formosa werd Batavia de belangrijkste haven.
De suikermolens waren grotendeels in handen van de Chinese inwoners van Nederland-Indië. In 1740 vond er een grote moordpartij plaats op deze inwoners en stortte de suikerproductie bijna volledig in.
 Pas in de napoleontische tijd , door invoering van het verplichte cultuurstelsel in 1830, bloeide de productie weer op.
Na 1870 werd de suikerproductie in Nederlands-Indië geleidelijk geprivatiseerd. Einde 19e eeuw daalde de productie tot een diepte punt als gevolg van plantenziekte.
Veel geld werd geïnvesteerd in plantkundig onderzoek en het verbeteren van het gewas.
Het waren dan ook de Engelsen of de Hollanders die het suikerriet introduceerden in de Zuid-Afrikaanse landbouw halverwege de 19e eeuw.
In de 20e eeuw was Java  lange tijd de op een na grootste suikerproducent ter wereld, na Cuba.

( Het uitpersen van een suikerriet-stengel tot een drinkbaar zoet sapje.)


SUIKERRIET EN POLITIEK.

Suikerriet werd uiteindelijk het meeste verbouwd in het Caraïbische gebied, vooral in de tijd dat de West-Europese landen hun koloniën uitbaten voor dit product. Frankrijk beschouwde de eilanden waar suikerriet werd verbouwd als dermate waardevol, dat het Canada, aan het einde van de Zevenjarige Oorlog, bij de Britten inruilde om de eilanden terug te krijgen. De Nederlanders verging het niet anders en dachten er net zo over, en hielden vast aan de op de Britten veroverde kolonie Suriname, in plaats van te proberen Nieuw-Nederland , het tegenwoordige New York, terug te krijgen.
Het was in de 20e eeuw dat de Sovjet-Unie , het eiland Cuba een gegarandeerde prijs, en ruime afname garandeerde van het rietsuiker. Na de val van de Sovjet-Unie betekende dit ook de sluiting van het grootste deel van de Cubaanse suikerindustrie.
De Europese Unie geeft een voorkeursbehandeling voor de productie van rietsuiker aan de volgende landen vanwege hun economie; Barbados, Guadeloupe, Jamaica, Dominicaanse Republiek, Granada en nog enige kleine Caraïbische eilanden
Suikerriet wordt nu in meer dan 100 landen verbouwd, De grootste producenten zijn Brazilië, India, China en in opkomst Zuid-Afrika.

PRODUCTIE EN OOGST.

De oogst van het suikerriet was een zeer zwaar werk. Alvorens men hiertoe overging werden eerst de op de bodem liggende droge bladeren in brand gestoken om zo de daar levende dodelijke slangen te verdrijven. Dit wordt nog steeds in Zuid-Afrika gedaan, behalve bij dichte bevolkte centra of dichtbij gelegen bossen. De suiker bevattende stengel wordt hierdoor nauwelijks aangetast.
Het oogsten van het suikerriet was vroeger een intensieve en zware arbeid, maar is tegenwoordig overgenomen door moderne landbouwwerktuigen.



Moderne oogstmachines versnipperen reeds de stengel tijdens het oogsten, waarna de oogst in enorme trucks wordt afgevoerd naar de verwerkende fabrieken.


Het geoogste suikerriet wordt in de suikerfabriek verwerkt door het sap eruit te persen. Hierna wordt de suiker uitgekristalliseerd, waarna een dikke stroop (melasse) achterblijft, die nog een deel van het suiker bevat. De melasse wordt gebruikt voor het maken van rum.
De overblijvende stengelresten (bagasse) worden gebruikt als grondstof voor veevoer, de productie van papier of als brandstof voor de opwekking van stoom voor de fabriek of elektriciteit. 

BRANDSTOF.

Buiten de productie van suiker, wordt er uit het suikerriet alcohol gewonnen voor het produceren van een mengsel van benzine en alcohol (ethanol). Ook wordt er bio-diesel van gemaakt. 
Deze behoefte aan brandstof is vooral voor Zuid-Afrika van belang daar het land geen eigen aardolie productie heeft en deze producten moet invoeren.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten