dinsdag 9 januari 2018

ARMADA.

EEN VLOOT DIE AAN GEBREK 

         AAN ZEEMANSCHAP 

          VERLOREN GING.

ARMADA.

Een Armada is een gewapende, met krijgsvolk bemande vloot, in het bijzonder als benaming gebruikt voor enige Spaanse vloten ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. (1568 - 1648)
In totaal voeren er tijdens deze oorlog vier van deze vloten uit.


[De vaarroutes (bij benadering) van de vier Spaanse Armada's. De kruisjes op de route van de 4e Armada geven de plaats aan van de gevechten met de Nederlandse eskaders.]

EERSTE ARMADA (1588).

Gedurende de Tachtigjarige Oorlog had Engeland de zijde van de noordelijke Nederlanden op zee gekozen, wat een doorn in het oog van de Spaanse koning Filips II, en besloot om ook Engeland binnen te vallen en daarna de Nederlanden volledig in te nemen, waar Alva, de hertog van Parma was vastgelopen.
Voor de aanval op Engeland werd de eerste Armada vloot samengesteld in de haven van Lissabon en kreeg de naam "Armada Invencible" (onoverwinnelijke vloot).
Deze vloot onder commando van Alonso, hertog van Medina-Sidonia bestond uit 130 schepen, waarvan 65 grote galjoenen, die bemand waren  met 30.000 manschappen waarvan 2/3 soldaten.



(De posities van de Armada en de Engelse vloot in Het Kanaal, naar een ets van Ryther, Londen.)

Op 09-05-1588 vertrok de vloot uit Lissabon, dat na de val van Portugal een Spaanse oorlogshaven was geworden.
Het uiteindelijke doel was was een inval in Engeland met behulp van de meegevoerde landtroepen en het in Vlaanderen gereedstaande leger van de hertog van Parma.
In Het Kanaal  werd de Armada opgewacht door Engelse eskaders onder het bevel van Drake en Howard en werd tijdens gevechten bij Plymouth op 31 juli, Portland Bill op 2 augustus en Wight  op 4 augustus danig gehavend. Op 6 augustus ging de Armada op de rede van Calais ten anker, van waaruit het niet mogelijk bleek om de vereniging met Parma te effectueren, deels omdat het deze aan bruikbare schepen ontbrak, buiten de uitsluitend platboomde schuiten, en deels vanwege de zeer effectieve blokkade van de Vlaamse kust door de Nederlanders onder bevel van Justinus van Nassau.


(Het kleurrijke vlag vertoon van de Spaanse Armada.)

In de nacht van 7 op 8 augustus 1588 ging de Armada anker op om aan een Engelse branderaanval te ontkomen. Hierop raakte de vloot verspreid. De verspreide schepen werden voortdurend door Engelsen en Nederlandse schepen bestookt en vele gingen verloren. De Nederlanders zagen kans twee galjoenen te veroveren die zich op de Vlaamse kust op het strand hadden gezet. De wimpel van de veroverde 'San Mateo' wordt nu nog te leiden bewaard.


Nadat de Engelsen de achtervolging in Het Kanaal hadden opgegeven besloot de Spaanse bevelhebber Medina-Sidonia uit te wijken via de Noordzee en benoorden de Schotse Eilanden en Ierland thuis te varen.
Hij had alleen geen rekening gehouden met het slechte weer in deze gebieden, wat tot gevolg had dat er vele schepen stranden op de Ierse kust, waarbij het merendeel van de opvarenden verdronk of werden omgebracht door de bevolking.
In totaal gingen tijdens deze expeditie tussen de 32 en 44 schepen verloren. De  zwaarbeschadigde resten van de Armada wisten uiteindelijk Spaanse havens te bereiken.
De vaak gegeven voorstelling dat de Spaanse 'reuzenschepen' verslagen werden door Engelse en Nederlandse 'notedoppen' is onjuist; de kern van de Engelse vloot bestond uit schepen, die tegen de Spaanse galjoenen meer dan opgewassen waren. Daarbij kwam ook dat de Engelse marine beter was opgeleid.





TWEEDE ARMADA. (1596/97)

De Tweede Armada werd in 1596 uitgerust met het zelfde doel als de eerste. Reeds voor deze kon uitlopen werd ze al verzwakt door de Engelse-Nederlandse aan val op Cadiz in juni-juli 1596.
In 1597 voer deze tweede Armada uiteindelijk uit, verscheen voor de Kust van Engeland, maar behaal nauwelijks noemenswaardige resultaten.

DERDE ARMADA. (1631)

De Derde Armada werd in 1631 uitgerust in Antwerpen, dat nog steeds in Spaanse handen was. 
Deze Armada bestond uit ongeveer 90 lichte, platboomde vaartuigen, bemand met ongeveer 1300 matrozen en 4300 soldaten, het geheel onder bevel van markies d'Aytona.
Het doel van deze Armada was de verovering van Ooltgensplaat en de zuidelijke oever van het Volkerak, om zo de gemeenschap tussen Holland en Zeeland af te snijden.
Op 12 september 1631 werd de Armada door een Nederlands eskader van ongeveer 50 platbomers onder bevel van vice-admiraal Marius Hollare op het Slaak verslagen.
Vrijwel alle Spaanse schepen werden vernietigd of in beslag genomen. 

VIERDE ARMADA. (1639)

De Vierde Armada werd in 1939 in Spanje uitgerust om aanvulling voor het Spaanse leger in de Zuidelijke Nederlanden over te brengen. Intussen was het in Spanje reeds zo moeilijk op een vloot te bemannen.dat milities opdracht kregen in het binnenland mannen te ronselen, goedschiks of kwaadschiks. Zo werd de vloot bemand door gevangenen die uit gevangenissen werden gehaald en boerenknechts en zoons , alle zonder enige ervaring voor het gevecht aan boord van schepen en op zee.
Deze Armada bestond uit 75 schepen, deels gehuurde koopvaarders en andere soorten transportschepen, met een kern van grotere oorlogsschepen en vertrok begin september uit La Coruñha onder bevel van Don Antonio d´Oquendo, ´Almirante general´ van de Atlantische Oceaan.


(De 'Aemalia' van de Nederlandse vloot in gevecht met het Spaanse admiraalschip.)

Op 16 september en in de nacht van 17 op 18 september leverde de Armada in Het Kanaal gevechten met Nederlandse eskaders.
Eerst alleen die onder het bevel van M.H.zn. Tromp en Witte de With, later ook aan het einde van het tweede gevecht ook onder dat van Joost Banckert. In dit gevecht werden veel Spaanse schepen ernstig beschadigd.
Wegens de schade aan zijn vloot besloot d'Oquendo uiteindelijk niet door te breken naar Duinkerken maar een schuilplaats te zoeken op de neutrale rede van Duins aan de zuidkust van Engeland. De Engelsen vochten intussen niet meer aan de zijde van de Nederlanders en hadden zich ten opzichte van de Spanjaarden neutraal opgesteld.


De Armada werd daar door de voortdurend in omvang toenemende Nederlandse vloot onder bevel van M.H.zn. Tromp geblokkeerd.
De Engelse koning gaf geen toestemming de schepen aan te vallen maar op 21-10-1639 besloot Trop toch aan te vallen, gedeeltelijk op de rede en later in zee, waarbij de Armada werd verslagen.
Slechts elf schepen keerden naar Spanje terug, maar een groot deel, meer dan de helft van de meegevoerde soldaten bereikte dankzij de hulp van de Engelsen en Duinkerkers het vaste land.
In principe betekende dit verlies het einde van de Spaanse oorlogsvloot.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten