HET HEEFT MET ELKAAR
TE MAKEN!
AFMEREN.
Afmeren is het vastleggen van het schip tegen de wal of een steiger door middel van trossen.
het aantal daartoe voor en achter uit te brengen trossen hangt af van de omstandigheden: grootte van het schip, kracht van de wind, sterkte van de stroom ter plaatse, weersverwachting.
Teneinde stoten en schavielen van de scheepshuid tegen de aanlegplaats te voorkomen, moet men wrijfhouten zware willen of kurkzakken op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen hangen als er geen rubber fenders (stootkussens) aanwezig zijn.
Staat er ter plaatse te weinig water langs de aanlegplaats, dan moet men vlotten of uithouders tussen schip en de wal leggen. Ook kan tevoren het aflandige anker worden gepresenteerd, of een tros op een in de haven liggende meerboei worden uitgebracht.
Met enkele trossen over stuurboord afgemeerd schip.
Het kan wenselijk zijn (of een voorschrift) de manilla- en nylon-trossen te vervangen door stalen trossen; dit wordt vooral gedaan om beschadiging van die zoveel meer kwetsbare trossen te voorkomen. Dikwijls worden als borg stalen trossen uitgezet, de zogenaamde landvasten.
Langs ligplaatsen waar veel stroom staat en een groot verval is tussen eb en vloed, heeft men dikwijls zeer zwaar gevlochten en beklede manilla trossen gereed liggen, die reeds aan één einde aan de wal bevestigd zijn en aan het andere eind voorzien zijn van een groot stalen oog waardoor men de eigen tros kan scheren en op deze manier voor en achter afgemeerd kan liggen.
Door de grote rekbaarheid van deze rekkers gecombineerd met de grote lengte zullen zij gedurende zware stroom of groot verval niet spoedig breken.
In sommige havens waar op de ligplaats een sterke stroom staat en veel verval is, zoals te Calcutta op de rivier of te Rangoon, wordt met zware kettingen voor en achter op boeien afgemeerd. Voor dit afmeren komen speciale werkploegen aan boord die hiervoor zijn opgeleid.
Veel havens hebben voorschriften voor het afgemeerd liggen op verschillende ligplaatsen; een exemplaar van deze voorschriften wordt meestal al door de loods aan de gezagvoerder afgegeven.
Ook in het in veel havens de gewoonte de schepen voor het afmeren te keren, zodat zij met het voorschip naar de uitgang van de haven liggen afgemeerd. Mochten erg zich calamiteiten voordoen, zoals brand, dan kan het schip snel de haven verlaten.
Met enkele trossen over stuurboord afgemeerd schip.
Het kan wenselijk zijn (of een voorschrift) de manilla- en nylon-trossen te vervangen door stalen trossen; dit wordt vooral gedaan om beschadiging van die zoveel meer kwetsbare trossen te voorkomen. Dikwijls worden als borg stalen trossen uitgezet, de zogenaamde landvasten.
Langs ligplaatsen waar veel stroom staat en een groot verval is tussen eb en vloed, heeft men dikwijls zeer zwaar gevlochten en beklede manilla trossen gereed liggen, die reeds aan één einde aan de wal bevestigd zijn en aan het andere eind voorzien zijn van een groot stalen oog waardoor men de eigen tros kan scheren en op deze manier voor en achter afgemeerd kan liggen.
Door de grote rekbaarheid van deze rekkers gecombineerd met de grote lengte zullen zij gedurende zware stroom of groot verval niet spoedig breken.
In sommige havens waar op de ligplaats een sterke stroom staat en veel verval is, zoals te Calcutta op de rivier of te Rangoon, wordt met zware kettingen voor en achter op boeien afgemeerd. Voor dit afmeren komen speciale werkploegen aan boord die hiervoor zijn opgeleid.
Veel havens hebben voorschriften voor het afgemeerd liggen op verschillende ligplaatsen; een exemplaar van deze voorschriften wordt meestal al door de loods aan de gezagvoerder afgegeven.
Ook in het in veel havens de gewoonte de schepen voor het afmeren te keren, zodat zij met het voorschip naar de uitgang van de haven liggen afgemeerd. Mochten erg zich calamiteiten voordoen, zoals brand, dan kan het schip snel de haven verlaten.
AFSTOPPEN.
(1) afstoppen is een stijfgehieuwde tros tijdelijk strak houden door middel van een kort eind touw of ketting, de zogenaamde stopper, die er beknijpend omheen geslagen wordt tijdens het beleggen van die tros op een bolder.
Zodra de tros is stijfgehieuwd wordt het commando 'maken zo' of 'beleggen'de stopper aangelegd. Is dit gebeurd, dan wordt door voorzichtig vieren van de tros de spanning overgebracht op de stopper, de slagen worden vervolgens vlug van de winchkop afgenomen en de tros wordt met kruisslagen op de bolder belegd.
Daar op de betrekkelijk lichte stopper een grote kracht wordt uitgeoefend moet een en ander vlug gebeuren.
Voor manilla trossen gebruikt men een vierduims manilla-eind, voorzien van een ingesplitst oog met kous en haak; de stengen van het andere einde worden soms gevlochten tot boerenplating.
Voor staaldraadtrossen gebruikt men meestal een eind ketting, terwijl voor afstoppen van kettingen wel een manilla-eind wordt gebruikt voorzien van een stopperknoop. De vaste tamp van de stopper wordt op de bolder vastgezet of een een dekoog bevestigd.
Het losse eind neemt men zodanig rond de tros dat de slagen door de spanning worden vastgetrokken doch na het beleggen ook weer losgegooid kunnen worden.
Het plattingseinde bij afstoppen bij kettingen neemt men om de ketting en het dikke eind van de stopper.
Voor afstoppen van staaldraadtrossen zijn verschillende fabricaten verkrijgbaar, waarbij de tros beknepen wordt en minder kans op beschadiging heeft dan met de gewone ketting einden.
(2) Afstoppen is ook wel het afremmen van een schip, bijvoorbeeld in een sluis. Door middel van trossen (spring) wordt dan langs de remming afgestopt.
Zodra de tros is stijfgehieuwd wordt het commando 'maken zo' of 'beleggen'de stopper aangelegd. Is dit gebeurd, dan wordt door voorzichtig vieren van de tros de spanning overgebracht op de stopper, de slagen worden vervolgens vlug van de winchkop afgenomen en de tros wordt met kruisslagen op de bolder belegd.
Daar op de betrekkelijk lichte stopper een grote kracht wordt uitgeoefend moet een en ander vlug gebeuren.
Voor manilla trossen gebruikt men een vierduims manilla-eind, voorzien van een ingesplitst oog met kous en haak; de stengen van het andere einde worden soms gevlochten tot boerenplating.
Voor staaldraadtrossen gebruikt men meestal een eind ketting, terwijl voor afstoppen van kettingen wel een manilla-eind wordt gebruikt voorzien van een stopperknoop. De vaste tamp van de stopper wordt op de bolder vastgezet of een een dekoog bevestigd.
Het losse eind neemt men zodanig rond de tros dat de slagen door de spanning worden vastgetrokken doch na het beleggen ook weer losgegooid kunnen worden.
Het plattingseinde bij afstoppen bij kettingen neemt men om de ketting en het dikke eind van de stopper.
Voor afstoppen van staaldraadtrossen zijn verschillende fabricaten verkrijgbaar, waarbij de tros beknepen wordt en minder kans op beschadiging heeft dan met de gewone ketting einden.
(2) Afstoppen is ook wel het afremmen van een schip, bijvoorbeeld in een sluis. Door middel van trossen (spring) wordt dan langs de remming afgestopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten