M.S. CAURICA en M.S.CARDISSA
NIEUWBOUW. (1)
Het was in oktober 1980, dat de kranten er uitgebreid aandacht aan hadden besteed met vette koppen: "Shell bestelt bij RSV twee tankers".
( Deze Nederlandse Tankvaart Maatschappij bestaat niet meer, nadat Londen alle tankvaart operaties naar zich toe had getrokken. Deze vloot voer destijds wereldwijd en stond bekend voor zijn kwaliteit, veiligheid en goede kennis van haar opvarenden.)
De Rijn-Schelde- Verolme Groep krijgt een order van 140 miljoen voor de bouw van twee produkten tankers voor Shell Tankers. BV. te bouwen op de RSV werf te Heusden. De schepen komen onder Nederlandse vlag te varen voor het vervoer van smeerolie produkten.
De schepen zullen zijn voorzien van de classificatie Lloyds + 100A1, zodat ze zowel olie- als chemicaliëntanker dienst kunnen doen. Het zijn enkelschroefs-tankers met een diesel (zware brandstof) hoofdmotor van het merk Schelde-Sulzer 5RLB66 welke zorgt voor de aandrijving van een Lips scheepsschroef met verstelbare bladen.
( Het bouwnummer 986 welke later de naam m.s. CAURICA zal dragen op de RSV-werf te Heusden. 03-07-1981.)
De schepen zullen een lengte krijgen van 170 meter bij een breedte van 22,7 meter. Bij geladen toestand zullen ze een diepgang hebben van 9,15 meter, zodat ze ook kleinere havens kunnen aandoen. Het totale draag vermogen zal 19.900 ton bedragen.
De hoofdmotor zal een vermogen hebben van 9875 bhp. bij 135 omwentelingen per minuut. De service snelheid zal in geladen toestand 14,6 zeemijlen per uur zijn.
( De romp van het m.s. CAURICA nog zonder boeg op de helling van de RSV-werf te Heusden. 15-12-1981.)
Het lading gedeelte is als volgt verdeeld:
2 tanks van 555 m³, 3 tanks van 1100 m³, 10 tanks van 710 m³, 2 tanks van 100 m³, 2 tanks van 830 m³, 2 tanks van 1380 m³, 2 tanks van 1650 m³ en zes tanks van 940 m³ (inclusief 2 sloptanks). Ieder tank heeft zijn eigen hydraulisch aangedreven dompel-pomp. Al de afsluiters bevinden zich zodoende op het hoofddek. In het voorruim is plaats voor 300 drummen.
( Het m.s. CAURICA begint het aanzien van een tanker te krijgen terwijl aan de linkerzijde van haar de bouw van bouwnummer 987 het latere m.s. CARDISSA, het zusterschip, aardig opschiet.)
De opbouw bestaat uit 5 dekken, inclusief het stuurhuis.
De bediening van de machinekamer en bewaking hiervan, zoals de hoofdmotor, generatoren en andere noodzakelijke machinerieën, geschiedt vanuit de airconditioned controlekamer op het eerste dek van de opbouw. Op dit dek bevinden zich verder de algemene kantoorruimte, het kantoor van de gezagvoerder, het kombuis, de eetsalon, rooksalon en scheepsbar.
Op de overige dekken is de accommodatie van de bemanning en de officieren aangebracht. Iedere opvarende heeft hier zijn eigen zit-slaaphut met eigen koelkast, douche, toilet en wastafel. Verder heeft ieder hut een kleine schrijftafel met stoel en een gemakkelijke zit stoel en bank. Verder zijn er een ruimten voor ontspanning zoals een tafeltennisruimte en een sport ontspanningsruimte. Buiten de accommodatie is een klein zwembad. Alleen dat staff-officieren hebben een gescheiden zit-slaaphut.
Het zou dan 1982 zijn dat er eindelijk weer eens twee nieuwe schepen aan de Nederlandse Shellvloot toegevoegd zouden worden.
Het laatste schip dat op de Verolme-werf te Botlek was gebouwd voor S.T.B.V. was in 1975 het het s.ts. Lepton een vlcc. van 318.938 ton. Het schip werd in 1985 te Incheon te Zuid-Korea gesloopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten