KASTEEL VAN SINT JORIS.
LISSABON.
CASTELO DE SÃO JORGE.

Het kasteel van Sint Joris, liggend op de hoogste heuvel in de stad Lissabon, is een van de bekendste kastelen van de stad en kijkt uit over de rivier de Taag en de oude stad.
Archeologisch onderzoek van de heuveltop heeft uitgewezen dat hier al mensen woonden in de 6e eeuw voor Christus. De heuvel werd gebruikt door lokale stammen zoals; de Kelten en Iberiërs, maar later ook door de Feniciërs, Grieken en Chartagen. Ook de Romeinen, Suevians, Visigoten en de Moren lieten hier hun sporen na.
Tijdens de Reconquista (herovering) werd het kasteel en de stad Lissabon, in 1147, heroverd op de Moren die het kasteel grotendeels gebouwd hebben. Dit gebeurde gedurende de 2e Kruistocht, door koning Alfonso Heriques met hulp van de Noord-Europese kruisvaarders.

Het kasteel stelde Lissabon in staat zich te beschermen tegen de Moren in de 12e eeuw. In 1255 werd Lissabon de hoofdstad van het koninkrijk en werd het kasteel omgebouwd tot een paleis, het zogenaamde Alcáçova. In 1300 liet koning Dinis I het renoveren.
In 1373 werd het kasteel een deel van de vestingmuur, welke koning Ferdinand I liet bouwen ter vervanging van de oude Moorse muren. Dit lukte binnen twee jaar tijd. De muur had een lengte van 5,4 kilometer en telde 77 wachttorens. Het kasteel en de stad wist zodoende het Castilliaanse leger af te slaan in de strijd van 1373 en 1384. Er zijn slechts enkele stukken van de muur bewaard gebleven.
Pas in de 14e eeuw werd het kasteel gewijd aan Sint Joris, door koning João I die getrouwd was met de Engelse prinses Philippa van Lancaster. Van de 14e tot de 16e eeuw werden in de torens het koninklijk archief opgeborgen.
Als koninklijk paleis was het kasteel het middelpunt van belangstelling voor de receptie voor Vasco da Gama bij zijn terugkeer uit India. Koning Manuel ontving hem hier in 1798 als een nationale held.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten