woensdag 12 juni 2024

ABEL TASMAN ZEEVAARDER & TASMANIË.

 

EEN ONTDEKKEINGSREIZIGERS

    WIENS NAAM HEDEN HEDEN

 VERBONDEN IS MET EEN EILAND

                  EN EEN ZEE.

ABEL JANSZOON TASMAN.

Abel janszoon Tasman was een Nederlands zeevaarder en ontdekkingsreiziger in dienst van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en was gestationeerd in Batavia.
Abel Tasman werd geboren in 1603 in het dorp Lutjegast in Groningen en overleed op 10 oktober 1659 te Batavia (het huidige Jakarta) het toenmalige Nederlands-Indië.
 
In 1633 vertrok Tasman in dienst van de VOC vanuit Amsterdam naar Batavia en keerde in 1637 weer terug in Amsterdam. In 1639 was hij tweede man van de expeditie van Matthijs Quast, waarbij de zeeën ten oosten van Japan werden onderzocht. Daar hij een contract tekende voor tien jaar mocht hij zijn vrouw meenemen naar Batavia. In 1640 bezocht hij als schipper Nederlands Formosa (een deel van het huidige Taiwan).


Hij bezocht Japan, met geschenken voor de shogun in Edo (Tokyo), die had verordonneerd dat de handelspost van Hirado eiland naar Dejima (Nagasaki) moest worden verplaatst. 

 

TASMAN'S EERSTE EXPEDITIE.


In opdracht van de gouverneur van Batavia Antonio van Diemen en de heren van de VOC, Cornelis van der Lijn, Joan Maetsuycker, Justus Schouten, Salomon Sweers, Coienelius  Witsen en Pieter Boreel, vertrok Tasman als commandant van Batavia met twee kleine schepen,  het jacht  'Heemskerk' van 120 ton en 50 bemanningsleden en fluitschip 
'Zeehaen', van 200 ton en 50 bemanningsleden, eerst naar het eiland Mauritius ten oosten van Zuid-Afrika, om goederen af te leveren, waar de schepen op 5 september 1642 aankwamen. De schepen verkeerden in een slechte toestand en moeten gepareerd worden. Na het inslaan van voldoende voeding koersten ze op 8 oktober bij gunstige wind oostwaarts om het zogenaamde Zuidland naar ligging en grootte te bepalen.
Aan Fransçois Jacobszoon Visscher werd de wetenschappelijke leiding opgedragen.

Ze koersten vanuit Mauritius eerst om de zuid om de brave westenwinden op te zoeken, tot 50 graden  zuiderbreedte, daarna oostelijk en iets noordelijker, daar de schepen te maken kregen met sneeuw - en hagelbuien.
Na een reis van 9000 kilometer  bereikten ze de zuidwestkust van het eiland Tasmanië, dat door Tasman Antonie van Diemensland werd gedoopt.
De zuidwestkust werd in kaart gebracht. OP 1 december werd er aan land gegaan om verse groente en vooral zoetwater te vinden. Hierbij werd er geen geen zichtbaar contact gemaakt met de lokale bevolking. Met veel moeite werd er een vlag geplaatst. Hierna werd er oost gekoerst.

TASMANIË.

Tasamanië, het vroegere Van Diemensland, ontdekt door Abel Tasman op 24 november 1642. 
Aan het einde van de 18e eeuw koloniseerden de Engelsen het eiland.
Het werd een strafkolonie waar ze gevangen uit hun gevangenissen en Ieren die zich tegen het Engelse bewind in Ierland keerden deporteerden.
Duizenden werden per schip hier naar toe gebracht, maar velen overleefden deze overtocht vanuit Engeland niet door slechte omstandigheden aan boord, zoals gebrek aan goede voeding, schoon drinkwater en vooral scheurbuik.
Nadat deze deportaties vanuit Engeland werden stopgezet, verandereden de Vandiemenslanders de naam van het eiland op 1 januari 1856 in "Tasmanië', naar zijn Nederlandse "ontdekker".

In 1803 kondigde de Engelse gouverneur, John Bowen, de krijgswet af. De oorspronkelijke  bewoners, de Aboriginals werden tot 1830 bijna volledig uitgeroeid. Tegenwoordig leven er geen rechtstreekse afstammelingen van de deze bevolking meer, enkel nog mensen die afstammen van de vrouwelijke Tasmaniërs en Europeanen.

Het eiland is de kleinste deelstaat van Australië en telt het ongeveer 500 beschermde gebieden met een totale oppervlakte van 40% van de eiland oppervlakte.

De vlag van Tasmanië is een Brits bleu ensign met aan de rechterkant het badge van de deelstaat. Dit is een witte cirkel met een rode leeuw, die de band met Engeland moet symboliseren. De vlag ius in gebruik sinds 25 september 1876. Over het wapen van het eiland zijn geen verdere verklaringen bekend.

OOSTWAARTS  MET ABEL TASMAN.

Op 13 december 1642 kwamen Tasman en zijn bemanning als eerste Europeanen aan bij de westkust van het "groot hoog verheven landt", het zuidelijke eiland van Nieuw Zeeland, bij het nu geheten Okarito.
 Tasman noemde het "Statenlandt", daar hij veronderstelde dat het vastzat aan het Statenland dat door Lemaire was ontdekt bij Kaap Hoorn, en door Jacques l'Hermite zo was genoemd. 
Bij de noordpunt van het Zuidereiland  gingen ze ten anker in een baai. De lokale bevolking blies bij het binnenlopen op een soort trompet en Tasman beantwoorde deze begroeting met trompetsignalen vanaf het schip. De bevolking bleek geen interesse te hebben in ruilhandel en men kon elkaar niet verstaan. De woordenlijst van de Salomonseilanden die Tasman bezat, afkomstig van Jacob le Maire, voldeed niet.


Vier bemanningsleden van de Zeehaen trachten de volgende dag aan land te gaan of het andere schip te bezoeken. Zij werden door de lokale bevolking gedood. De trompet signalen van de vorige dag werd door de bevolking, de Maori's, waarschijnlijk als een oorlogsverklaring uitgelegd.
Tasman gaf deze plaats de naam "Moordenaarsbaai" en besloot noordwaarts de zeilen. Bij het verlaten van de baai werden de schepen achtervolgd door 22 prauwen en na enige kanonschoten van de woedende bemanning van de Zeehaen  werd de achtervolging gestaakt.
Moordenaarsbaai heet tegenwoordig "Golden Bay".



Op 20 december miste Tasman de zeestraat tussen het Zuider- en Noordereiland, die later Straat Cook zou gaan heten, daar hij er vanuit ging dat dit een baai was en dat het Noordereiland een deel was van Terra Australis.
Bij de noordpunt van het Noordereiland, die hij Kaap Maria  van Diemen noemde kwam hij weer in de Stille Oceaan terecht en voer noordoostwaarts in de richting van het door Lemaire ontdekte Cocos Eiland.
Eind januari zeilde hij verder naar de Tonga Eilanden die hij op 20 januari in zicht kreeg. Hier werden de schepen vriendelijk ontvangen. Op het eiland Amsterdam, heden Tongatapu, ruilde hij vers water, tientallen varkens, 70 kippen, kokosnoten en bananen tegen wit katoen, een stuk zeildoek, spijkers, twee spiegels en kralen.



De schepen voeren langs Vanua Levu, behorend tot de Fiji-eilanden waar ze begin februari verzeild raakten tussen de riffen.
dankzij de vaardige zeemanschap van Tasman konden ze hieruit ontsnappen. Via de Salomonseilanden kwamen de schepen na zes weken regen terecht in de Bismarckarchipel ten noordoosten van Nieuw-Guinea.
De Papoea's, die in hun versierde prauwen langszij kwamen toonden weinig belangstelling voor de ruilhandel vanaf het schip.



                                                     (Karkar eiland)

In april voeren de schepen langs het vulkanische eiland Karkar dat in 1616 door Willem Schouten en Jacob le Maire het 'hoge eiland' werd genoemd.
Op de Schouteneilanden  gelegen in de Geelvinkbaai van het huidige Indonesische deel van Nieuwe-Guinea werden ruim 6000 kokosnoten en honderd trossen bananen geruild tegen oude spijkers en messen.

De scheepsraad besloot op 24 mei vanaf het eiland Halmahera (Molukken) rechtstreeks terug te varen naar Batavia, vanwege de heersende wind en stroom. Via het eiland Button, in Zuid-Sulawesi, kwamen de schepen op 15 juni aan in Batavia.

TASMAN'S EXPEDITIE NAAR NIEUW-GUINEA EN NOORD AUSTRALIË.

Tasman's tweede expeditie samen met Visscher bleek achteraf een mislukking te zijn geweest in de ogen van de Heren van de VOC. Deze was uitgerust met de 100-tons jachten "Limmers" en "Zeemeuw", de galjoot "Bracq", en een totale bemanning van 111 koppen.  
In 1644 volgde hij de zuidkust van Nieuw-Guinea.
Hij wendde de steven al voordat hij de Straat Torres tussen Nieuw-Guinea en Australië had kunnen ontdekken, en vervolgde zijn reis westwaarts langs de noordkust van Australië, die hij volledig in kaart bracht, zoals de Carpentaria Golf en de noordwestkust tot 23,5 zuiderbreedte en enige ontdekte riviermondingen. De scheepsjournalen gingen op deze reis verloren.
Helaas waren zijn verkenningen te oppervlakkig, was te weinig aan land gegaan en had geen geschikt handelsgebied gevonden, en geen verbeterde zeeroutes naar reeds bekende gebieden. Het zou meer dan een eeuw duren, tot de tijd van de Engelse zeevaarder James Cook, dat de reis van Tasman het enige  Europese bezoek aan Tasmanië en Nieuw Zeeland  blijven. Zelfs Australië werd nog wel enkele malen bij toeval bezocht.

OORLOGS-EXPEDITIE NAAR DE FILIPIJNEN.

In april 1648 kreeg Tasman in opdracht van de Heren VOC in Batavia de leiding over een expeditie van achtschepen met 900 zeelieden en 250 soldaten die als doel had om bij de Filipijnen de Spaanse zilvervloot uit Mexico te onderscheppen.
Het nieuw van de 30 januari van dat jaar gesloten Vrede van Munster was nog nog niet doorgedrongen in het Verre Oosten en als was het enigszins bekend, was het niet onmogelijk dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op deze manier probeerde de Spanjaarden nog een flinke financiële slag toe te brengen. De expeditie slaagde er niet in een Spaans galjoen te veroveren en een Spaans schip dat werd achtervolgd zette haar kostbare lading overboord en bracht het schip tot zinken. Teleurgesteld trokken de schepen langs de kust van de Filipijnen waarbij het kustgebied werd geplunderd.

Het expeditie eskader zeilde na de mislukte operatie bij de Filipijnen naar Ayutthaya van het Siam koninkrijk (Thailand) om daar als tweede deel van de opdracht de koning bij te staan in een oorlog.
De krijgsplannen van de koning waren echter gewijzigd, krijgshulp van de VOC was daardoor niet meer nodig.
De expeditie keerde in januari 1649 terug in Batavia. Tasman werd bij aankomst aangeklaagd omdat hij zonder vorm van proces een matroos had laten ophangen aan een ra. Hij moest een grote schadevergoeding betalen en zijn reputatie was beschadigd.

In 1652 nam Tasman ontslag bij de VOC. Hij was intussen een van de rijkste inwoners van Batavia en na zijn overlijden in 1659 werd zijn vermogen verdeeld tussen zijn vrouw en dochter uit zijn eerste huwelijk. Hij schonk de kerk in zijn geboorte plaats een bedrag van 25 gulden voor de armen.

EERBETOON.

Abel Tasman kreeg het meeste eerbetoon in Nieuw Zeeland; naar hem zijn de Tasmanzee en een nationaal park genoemd, evenals een berg, gletsjer, meer, rivier en baai. Verder is in het Golden Bay Museum in Tanaka een permanente expeditie over zijn leven.
In Australië draagt het zuidelijkste eiland zijn naam, Tasmanië en in Hobart (Tasmanië) kent men de Tasman Bridge. Een van de Type 26-fregatten bestaande serie van de Australische marine draagt zijn naam.



In Nederland zijn straten in diverse steden naar hem vernoemd, een zeilschip en de zeevaartschool van Delfzijl. In zijn geboorteplaats een museum.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten