HET IVOOR VAN EEN
DIER EN EEN PLANT
DIERLIJK IVOOR.
Ivoor; ook soms elpenbeen of elp genoemd, is het harde, wit gekleurde materiaal afkomstig van slagtanden van landdieren zoals olifanten, nijlpaarden, maar ook van zeedieren zoals de walrus, narval en de potvis.
De tanden van een olifant kunnen wel drie meter lang worden en een gewicht hebben van 100 kilo.
Het meeste ivoor komt uit de binnenlanden van Afrika, waar het illegaal wordt verkregen door stropers.
Ivoor wordt vooral gebruikt voor de fabricage van kunstzinnige voorwerpen welke vooral in China zeer geliefd zijn. Ook werd het vroeger gebruikt voor de productie van biljartballen en als afdekking van pianotoetsen.
Om de illegale jacht op deze dieren te ontmoedigen werd in 1989 de handel in ivoor verboden.
De naam ivoor komt van het Franse woord ivoire. De naam Elp is het middeleeuwse woord voor olifant, wat weer afgeleid is van het Latijnse woord elephas, wat weer zijn oorsprong vindt in het Grieks elephas (olifant.)
IVOORPALM.
De ivoorpalm; in het Latijn Phytelephas aequatorialis is een palm die voorkomt in het Amazone regenwoud van Zuid- en Midden Amerika. De naam betekend letterlijk "olifantenplant".
De vruchten van deze palm zijn de tangua noten, waardoor de palm ook wel tanguaboom wordt genoemd.
Deze vruchtnoten zijn het plantaardig ivoor. De noten groeien per vier stuks in een stekelige bolster.Hoe harder de noten zijn hoe weer ze waard zijn.
Deze bolster groeien als een grote klit net onder de bladeren kroon van de palm. De structuur van de noten lijkt veel op die van het ivoor van een olifant en wordt daarom veel gebruikt voor het maken van kunstzinnige voorwerpen zoals schaakstukken, dierlijke afbeeldingen en sieraden.
Goed geoogst kan de verbouw van deze palmen vijf keer zo veel opbrengst generen voor de traditionele bewoners van het regenwoud. Het verbouwen van de Tanguanoten is dan ook een belangrijke ecologische stimulans voor het behoud van het regenwoud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten