maandag 31 augustus 2015

SAIL AMSTERDAM 2015. DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE. (DEEL 2)

EEN WANDELING LANGS DE

SCHEPEN VIA DE NOORDWAL,

DE VEEMKADE, DE JAVAKADE

EN DE SUMATRA KADE.

DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE. (2)

GLORIA.

De ARC 'Gloria' uit Colombia met haar enorme vlag en haar bemanning op de ra's gekleed van boven naar beneden in de kleuren van de vlag,is een prachtige presentatie als het schip de haven binnen vaart.
Het schip aanbesteed in 1966, werd gebouwd op de werf van Astilleros Celaya SA te Bilbao in Spanje.
Ze werd op 7 september in dienst gesteld van de Colombiaanse Marine als opleidingsschip voor zowel jonge matrozen als officieren.
De afkorting ARC staat voor ´Armada National de la República de Colombia´.
Het schip heeft een vaste bemanning van 60 koppen en kan 70 trainees meevaren.



Haar boegbeeld is een gevleugelde vrouw. De naam ´Gloria´ is afgeleid uit het Colombiaanse volkslied "Oh gloria inmarcesible" (O Unfading Glory).
Wanneer de bemanning op de ra's staan aangetreden bij binnenkomst van het schip in een haven zingen zij dit lied. 







De 'Gloria' is een bark met drie masten, de eerste twee masten zijn vierkant getuigd en de achterste is gaffelgetuigd. 
Het schip kan in totaal 1400 m² zeil oppervlak voeren en maakt daarbij een vaarsnelheid van 12 knopen.


De 'Gloria' heeft een stalen romp met een lengte van 64,7 meter; een breedte van 10,6 meter en een holte van 6,6 meter.
Het schip heeft een waterverplaatsing van 1300 ton.










GUAYAS.

Het opvallende schip behoort toe aan de Marine van Ecuador. Het werd gebouwd op de scheepswerf Astilleros Celaya SA te Bilbao in Spanje en op 23 september 1976 te water gelaten.
 Haar naam verwijst naar drie indicaties:
Zo wordt hiermee de Indiaanse Chief Guayas geëerd, de rivier de Guayas en het eerste Ecuadoriaanse stoomschip van de zelfde naam.
Dit schip werd in Zuid-Amerika gebouwd in 1841 en vind je nog terug in het wapen van Ecuador. 
De huidige 'Guayas'is een driemastbark met een bemanning van 35 officieren en 120 matrozen. Zij kan ook nog 80 trainees meenemen.


Ze is het zusterschip van de 'Gloria' uit Colombia, maar ook van de 'Simon Bilivar' uit Venezuela en de 'Cuauhtemoc' uit Mexico.
Het boegbeeld van de 'Guayas'is een vliegende condor.
Het schip heeft een stalen romp met een lengte van 56,1 meter; breedte van 10,6; holte van 6,6 meter en een diepgang van 4,4 meter. 
Haar tonnage is 834 brt. en ze heeft een waterverplaatsing van 1.300 ton.
Al sinds 1822 heeft de Ecuadorian Naval School een goede naam op het gebied van sailtraining.



CHRISTAN RADICH.

Deze mooie witte 'Lady' werd in 1937 gebouwd op de werf Framnaes Mekaniske Verksted Sandfjord in Noorwegen.

Het schip kreeg vooral bekendheid door de film "Windjammer" uit 1958 en haar rol in de televisie serie "The Onidin Line" uit de jaren zeventig.

Het schip heeft nooit als vrachtvaarder gevaren, maar werd direct gebouwd als schoolschip en heeft 78 kooien.
De initiator was een zakenman en eigenaar van een groot houtbedrijf. Hij hield van de zee en luisterde altijd aandachtig naar alle verhalen van zijn neef, die kapitein was. Dat inspireerde hem tot de bouw van het schip.


Met uitzondering van de WO-II heeft de 'Christan Radich' altijd als opleidingsschip gevaren vanuit Oslo, tevens de woonplaats van de oorspronkelijke eigenaar.

Het boegbeeld is voorstellende een vrouw in een blauw gewaad met wapperende blonde haren. 

Het schip heeft een stalen romp met een lengte van 62,5meter en een lengte overalles van 73 meter; een breedte van 9,7 meter; diepgang van 4,7 meter en een mast hoogte van 37,7 meter.


De 'Christian Radich' is een driemast volschip.
De drie masten hebben ieder 5 ra's en daarover verdeeld 5 vierkante ra-zeilen, 11 stagzeilen en 1 bezaanzeil.
Ze kan 1360 m² zeil oppervlak voeren.

De stichting die het schip in de vaart houdt heeft een contract met de Noorse Marine, waardoor de financiën van een zekere basis zijn voorzien.
Maar net als bij andere grote zeilschepen blijft het moeilijk om een schip van dit kaliber in de vaart te houden en aan de strenge Noorse voorschriften te voldoen. 








BEL ESPOIR II.

De ' Bel Espoir II' werd in 1944 gebouwd voor de vaart op de Baltische Zee. Na 1950 werd ze gebruikt op te vissen voor de kust van groenland en in 1954 deed ze dienst als veetransport tussen Hamburg en Kopenhagen..
In 1955 werd het schip overhandigd aan de "Moray Sea School"en deed toen dienst als opleidingsschip voor 24 personen.

De Bel Espoir werd in 1955 aangekocht door de Brtse vereniging "Outward Bound Trust" die het schip ombouwde als opleidingsschip voor leerlingen van openbare scholen.
Het schip werd volledig aangepast en omgedoopt tot 'Prince Lois II'.
In 1968 werd het schip aangekocht door de Franse vereniging van Michel Jaouen, een voormalig gevangenis aalmoezenier, "Amis de Jeudi-Dimanche"(AJD) om jongelui, die met justitie in aanraking waren gekomen. na een training aan boord een betere toekomst in de maatschappij terug te geven.

De 'Bel Espoir' heeft een houten romp met een lengte van 29,3 meter; lengte overalles is 38,5 meter; breedte van 7,2 meter en een diepgang van 2,6 meter.
Het is een driemast-topzeilschoener met een maximum zeiloppervlak van 650 m².
Haar thuishaven is Brest in Frankrijk.


RARA AVIS.

De 'Rara Avis' is ook eigendom van de 'Amis de Jeudi-Dimanche" en vaart met de zelfde doelstellingen als de 'Bel Espoir'.
Deze schoener werd in 1973 aangekocht.

Het schip heeft een stalen romp met een lengete  van 23 meter en een breedte van 6 meter en een diepgang van 1,5 meter.
Haar lengte overalles is 38 meter.

















NAO VICTORIA.

Het is een replica van het oorspronkelijke 16e eeuwse schip.
De 'Nao Voctoria' was het enige van de vijf schepen, die behouden terugkeerde in Sevilla (Spanje) nadat zij tussen 1519 en 1522 een reis rond de wereld had gemaakt.Het eerste schip ooit.
Het schip een Spaanse-Carrack werd in 1518 besteld en kwam in 1519 in de vaart. Het was gebouwd op de Baskische werf Gipudkao daar de Basken zeer goede ervaring hadden met de zee.
Eigendom zijnde van Ferdinand Magellaan en Sebastian Elcano begon het schip in opdracht van de Spaanse koning Karel I aan deze wereld reis onder leiding van de Portugees Ferdinand Magellaan die het commando voerde.


De 'Nao Victoria' en haar 55 opvarenden stak met de overige vier schepen de Atlantische Oceaan over en voer langs de kusten van Zuid Amerika, passeerde Straat Magellaan en stak de Stille Oceaan over totdat zij de Filipijnen bereikte en later de Molukken. Tijdens een gewelddadig treffen bij de Filipijnen werd Ferdinand Magellaan gedood.

Op de terugweg zeilde zij rond Kaap de Goede Hoop, langs de kust van Afrika totdat zij uiteindelijk Sevilla bereikte.
Een reis van 32.000 zeemijlen rond de wereld. Zo werden nieuwe landen ontdekt, kustlijnen in kaart gebracht en nieuwe gebieden ontgonnen.
Zonder de avontuurlijke en onvoorstelbare inzet van deze vroege ontdekkers zou de wereld er vandaag heel anders hebben uitgezien.
 Tijdens een reis van Sevilla naar de Antillen in  1570 verdween het schip spoorloos.


De replica is in 1992 gebouwd in Spanje om historische scheepsbouw in ere te houden.
Ze heeft een laadvermogen van 85 ton heeft een lengte overalles van 26 meter en een diepgang van 3,2 meter. Ze vaart onder de Spaanse vlag.


VAREND ERFGOED.

Aan het einde van de Veemkade in de IJhaven zijn dwars op de kade pontons geplaatst, waar het ´Varend Erfgoed´ ligt afgemeerd.
Dit ´Varend Erfgoed´ bestaat uit prachtige onderhouden schepen zoals sleepboten, botters, hoogaarsen en oude vissersscheepjes uit alle windhoeken van ons land. 
Voor de liefhebbers hiervan is het een ware lust voor het oog deze scheepjes. 
Scheepjes waarvan de eigenaars enorm veel liefde en tijd in het onderhoud ervan hebben gestoken.


Ook is er nog ´Varend Erfgoed´ afgemeerd aan de Sumatra- en Surinamekade, in het Oosterdok. de Entrepothaven en motorkanaal  bij de Noordwal.  











Al deze schepen behoren tot de cultuurhistorische waarde
van de Nederlandse binnen- en zeevaart, visserij en de Marine.








Aan de afkorting op de boeg, zoals bijvoorbeeld BU voor Bunschoten, is de oorspronkelijke thuishaven te herkennen.









Rompen, masten, masthouders, zwaarden en roeren alles glimt en staat keurig en de verf of vernis
.










Trots voeren ze de nationale driekleur aan een vlaggenstok bevestigd aan het roer met op het roer vaak een fraaie versiering.




WYLDE SWAN.

De 'Wylde Swan' lag achter in de IJhaven en was gecharterd door Delta Lloyd.

De 'Wylde Swan'is de grootste tweemast-topzeilschoener ter wereld. Met haar indrukwekkende zeiloppervlak en haar scherpe, snelle romp is de 'Wylde Swan' gecertificeerd als trainingsschip en voldoet daarmee aan de internationale eisen voor de passagiersvaart op zee. Ze heeft een vaste bemanning van 20 koppen en plaats voor 36 trainees.
De 'Wylde Swan'begon haar werkend bestaan in 1920 als haringjager, die de verse vangst van de Noord-Atlantic zo snel mogelijk naar de vismarkt moest brengen.
Het slanke schip werd tussen 2007 en 2010 omgebouwd tot de spectaculaire schoener die ze nu is.
De 'Wylde Swan' heeft een lengte overalles van 63 meter; haar stalen romp is 43 meter lang; 7,5 meter breed en ze heeft een diepgang van 4 meter.
Met haar zeven zeilen kan ze een snelheid halen van 14 knoppen.




Zie vervolg: DE SCHEPEN AAN DE JAVAKADE. (DEEL 1)






zondag 30 augustus 2015

SAIL AMSTERDAM 2015. DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE. (DEEL 1)

EEN WANDELING LANGS DE 

SCHEPEN VIA DE NOORDWAL,

 DE VEEMKADE, DE JAVAKADE

EN DE SUMATRAKADE.

DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE. (1)

STAD AMSTERDAM.

Met de komst van de 'Stad Amsterdam'  in 2000 werd de clipperhistorie weer nieuw leven ingeblazen. het schip werd gebouwd aan de hand van bouwtekeningen van 19e eeuwse klippers, maar is voorzien van de meest geavanceerde technische apparatuur.

Snelheid bezorgde de klippers begin 19e eeuw een enorm concurrentievoordeel. In Amerika dwong in die tijd harde concurrentie scheepsontwerpers te experimenteren met de snelheid van hun schepen.  Tot die tijd hadden de vrachtvaarders een volle ronde steven en een rond onderwaterschip. De klipper echter heeft een scherp gesneden holle vorm. Hierdoor snijdt het schip door het water in plaats van dat de romp omhooggeduwd wordt. tevens werd het onderwaterschip meer weggesneden, waardoor het schip minder in vaart afremde. Ook hogere en langere masten verbeterden de snelheid van de klipper sterk, hierdoor kon het schip meer zeil voeren. Dit scheepstype kon door een langere waterlijn en een gereduceerde breedte sneller en hoger aan de wind lopen dan andere fregatten. Dit ontwerp bleek briljant en werd na enige aarzeling ook in Nederland ontdekt rond 1850. Toch was de populariteit van de klipper van korte duur. Doorslaggevend was de opening van het Suezkanaal in 1869. Het kanaal was voor zeilschepen onbruikbaar en moesten de klippers rond de Kaap blijven varen, een vaartijd die erg kostbaar was.
De opkomst van stoom als voortstuwing gaf de doodsteek aan deze fraaie schepen.


Dit rijke zeilverleden gaf de oprichter van Randstad het idee om een dergelijk schip te laten bouwen. Hij vond het onwaardig voor een oude, zeevarende natie die groot is geworden door zijn handelsgeest niet een dergelijk schip te bezitten.

In december 1997 werd op de Oranjewerf in Amsterdam de eerste hand gelegd aan de stalen romp van het schip welke in in december 1998 gereed was, waarna het werd versleept naar het Scheepvaart Museum in Amsterdam voor de verdere afbouw.
In 2000 is de klipper "Stad Amsterdam' gereed om uit te varen.


In 2001 wint het schip de Cuty Shark Tall Ship Race.
In 2009 vertrek het schip vanuit Plymouth voor een acht maanden durende reis in het kader van het tweehonderdste geboorte jaar van de beroemde bioloog/natuurkundige en geoloog Charles Darwin. Van 1831 tot 1836 maakte hij op het originele zeilschip de 'beagle'een reis om de wereld.

De 'Stad Amsterdam' heeft een stalen romp met een lengte van 76 meter; een breedte van 10,5 meter een diepgang van 4,2 meter. Hoogte van 46,25 meter.
Het schip is getuigd als een driemastvolschip en kan 2200 m² zeil oppervlak voeren.
Haar thuishaven is Amsterdam en ze vaart onder Nederlandse vlag.







ALEXANDER VON HUMBOLDT II.

Sinds 2011 is dit opvallende schip met haar groene romp eigendom van de Deutsche Stitung Sail Training (DSST). Ze is de opvolger van de eerste 'Alexander von Humboldt'.
 Toen het schip in de vaart kwam had het geen groene zeilen meer zoals haar voorgangster, maar witte zeilen. Dit gaf zoveel kritiek, dat uiteindelijk besloten werd haar op 28 april 2015 ook te voorzien van groene zeilen.
De 'Alex-II' zo als het schip ook wordt genoemd wordt geheel door vrijwilligers gevaren. Van kapitein tot matroos wordt er niemand betaald. desondanks wordt het schip op zeer professionele wijze gevaren als een civiel trainingsschip.

Het schip heeft een stalen romp met een lengte van 65 meter overalles; een breedte van 10 meter en een diepgang van 4,7 meter.
Het schip heeft een waterverplaatsing van 922 ton.
Ze is getuigd als een driemastbark en kan 24 zeilen voeren met een oppervlakte van 1360 m².
Haar thuishaven is Bremerhaven in Duitsland.







SANTA-MARIA MANUELA.

De 'Sata-Maria Manuela' is een witte gafelschoener uit 1937, die opvalt door haar bijzondere romp en de viermasten. Ze werd oorspronkelijk als vissersschip gebouwd voor de vangst van kabeljauw rond New Foundland.
Tijden de WO-II werden alle schepen van deze visssersvloot wit geschilderd, omdat Portugal als een van de weinige landen neutraal bleef. Zo hoopten zij zichtbaar te zijn voor de Duitse onderzeeboten en hoopten niet getorpedeerd te worden.
 In 1993 werd het over grote deel van deze vissersvloot afgedankt, maar de romp van de 'Santa-Maria Manuela' bleek in zeer goede conditie te zijn daar hiervoor staal was gebruikt voor de bouw van marineschepen. In 2007 werd het schip aangekocht door haar huidige eigenaar en geheel opgeknapt.
De 'Santa-Maria Manuele' heeft een stalen romp met een lengte van 67,4 meter; een breedte van 9,9 meter en een diepgang van 4,5 meter. Haar masthoogte is 36 meter. Thuishaven is Aveiro in Portugal.



ESMERALDA.

De 'Esmeralda' is een grote viermaster uit Chili. Haar boegbeeld is de voorstelling van een condor.
Het is nu tevens 400 jaar geleden dat Chili en nederland elkaar voor het eerst ontmoeten, toen Kaap Hoorn werd ontdekt door zeevaarders uit Hoorn.

De komst van de 'Esmeralda' was enigszins omstreden door het feit dat het schip als gevangenisschip dienst zou hebben gedaan gedurende het dictatoriaal bewind van Pinochet.
Vreemd genoeg is bij eerdere bezoeken aan ons land daar geen woord over vuil gemaakt en waren er geen protesten.

Deze 'Esmeralda'is overigens al het zesde schip met die naam binnen de Chileense Marine. Het eerste was een fregat dat op de Spanjaarden werd veroverd, tijdens een verrassingsaanval in de nacht van 5 november 1820 bij Callao in Peru.


De huidige 'Esmeralda'uit 1946 werd oorspronkelijk gebouwd als marineopleidingsschip voor Spanje. Tijdens de bouw ontstonden er enige ontploffingen waardoor het schip werd beschadigd. 
Tijdens gesprekken in 1950 tussen Spanje en Chili over herstelbetalingen van de Spanjaarden aan Chili vanwege de Spaanse burgeroorlog werd als onderdeel de bouw van een opleidingsschip voor Chili overeengekomen.
De ontstane schade aan het schip werd hersteld waarna ze in 1953 uiteindelijk te water werd gelaten en overgedragen aan de Chileense Marine.
Het schip bezocht hierna wereldwijd vele landen.






De 'Esmeralda' oftewel "White Lady" zoals het schip ook wel wordt genoemd, is een zusterschip van de Spaanse 'Juan Sebastian de Elcano' die toebehoort aan de Spaanse Marine.

De 'Esmeralda' heeft een stalen romp met een lengte van 110 meter; een diepgang van 7 meter. Ze kan aan haar masten totaal 1,280 m² zeilvoeren bij een snelheid van 17 knopen.
Haar thuishaven is Valparaiso in Chili.
Het schip is bijna evenlang als de 'Sedow' en de 'Kruzenshtern' de twee grootste historische zeilschepen van de wereld onder de Russische vlag.




GÖTHEBORG.

De 'Götheborg' is een schitterende replica van het gelijknamige schip, dat toebehoorde aan de Swedish East India Company (1731-1813).
Deze replica werd gebouwd tussen 1994 en 2004 en vertrok enige tijd later voor een historische reis naar China in de voetsporen van haar voorgangster. De vaart naar het Verre Oosten was zeer lucratief en de schepen kwamen rijk beladen in Europa terug en in dit geval in Götheborg de thuishaven van het schip en het bolwerk van de SOIC.
De SOIC was de tegenpool van de Hollandse VOC.





In 1744 keerde het originele schip voor de 3e keer terug van haat reis naar China. het schip was afgeladen met thee, porcelain, zijde, zink, specerijen en meer exotische goederen.
De thuisreis duurde 30 maanden, doordat het schip bij Java vijf maanden lag te wachten op een gunstige wind.
Op 12 september 1745 kwam dan eindelijk de Zweedse kust inzicht en de haven van Götheborg. Terwijl de gehele stadsbevolking uitliep om het schip welkom te heten, liep het op een vlak stuk rots voor de ingang van de haven, maakte water en zonk.
Alle opvarenden werden gered, maar het schip moest als verloren worden beschouwd.


Een deel van de lading kon nog geborgen worden. Maar o.a. door de uitkering van de verzekering kon toch nog een winst van ruim 17% worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.

De huidige 'Götheborg' maakte reeds een reis naar China en terug, maar heeft in de planning in het najaar van dit jaar weer een dergelijke reis te gaan maken.
  
Het schip heeft een lengte van 58,5 meter; een breedte van 11 meter en een diepgang van 5,25 meter.


Haar masthoogte is 35 meter en ze kan een zeiloppervlak voeren van 1964 m². Ze vaart onder de Zweedse vlag.


HALVE MAEN.

De 'Have Maen' is een fraaie replica van het VOC-jacht waarmee de Engelse kapitein Henry Hudson, in opdracht van de VOC, in 1609 de Oostkust van Noord-Amerika verkende op een zoektocht naar een noordelijke doorvaart voor de rijkdommen uit Indie.
Deze ontdekkingsreis gaf de aanzet tot de stichting van de Hollandse kolonie Nieuw-Nederland met de hoofdstad Nieuw Amsterdam het huidige New York.

het oorspronkelijke schip werd waarschijnlijk gebouwd rond 1606 en opereerde voor de reis van Hudson in de houthandel op de Oostzeelanden. en in zout op Portugal.
Na de reis van Hudson deed het nog enkele jaren dienst voor de VOC in het Verre Oosten, totdat het in 161 in een zeeslag voor de kust van Java in brand werd geschoten.


Overigens is het schip de tweede replica van de 'Haklve Maen'. 
In 1909 deed de Nederlandse regering de stad New York ter gelegenheid van het 300 jarig jubileum van de reis van henry Hudson een volledig zeilwaardig replica van het jacht cadeau. In 1934 ging dit schip bij een brand verloren.
De huidige replica, in feite een museumschip, is in 1989 op initiatief van dr. Andrew A. Hendricks gebouwd in de Verenigde Staten.  
Herdricks zelf een nazaat van één van de vroegere kolonisten, wil met het schip de herinnering aan de bijdrage van de Nederlandse kolonisten aan de Amerikaanse geschiedenis levend houden.


                                                                                                   De 'Halve Maen', wordt geëxploiteerd door het New Netherland Museum/Half Moon en heeft al meer dan vijfentwintig jaar als museumschip op de Hudsonrivier gevaren.

Sinds kort is bekend geworden dat de VOC-stad Hoorn voor de komende vijf jaar de nieuwe thuishaven voor de 'Halve Maen' wordt. het New Netherland Museum geeft het schip voor deze periode in bruikleen aan het Westfries Museum dat het schip gaat exploiteren.
De 'Halve Maen' krijgt een prachtige vaste ligplaats aan het Oostereiland bij het Centrum Varend Erfgoed.







 SAGRES III.

Varend onder volle tuigage is het schip al op afstand herkenbaar aan de Maltezer Kruisen op haar zeilen.
Ze werd in 1937 op 30 oktober te water gelaten bij de scheepswerf Blom en Voss in Hamburg.
Ze is het zusterschip van de 'USCG Eagle' uit de VS, van de 'Mercia' uit Roemenië en van de 'Tovarisch' uit Rusland.
Na de WO-II werd het schip geconfisqueerd door de VS.
In 1948 verkocht aan Brazilië en daar gebruikt als trainingsschip tot 1960. In dat jaar werd ze uit de vaart genomen en verder gebruikt als een drijvende basis voor de Braziliaanse patrouilleschepen.

In deze zelfde periode was Portugal op zoek naar een vervanging van hun oude 'Sagres'  II  die nu als een museumschip ligt afgemeerd in Hamburg.


 De Portugese Marine kocht het schip van de Brazilianen en herdoopte het 'N.R.P. SAGRES', waarmee ze het derde schip werd met die naam binnen deze marine. Sinds die tijd wordt ze gebruikt als opleidingsschip voor de Portugese Marine.  

Het boegbeeld van de 'Sagres' is de afbeelding van een man. Het is een eer betuiging aan de Portugese koning welke bekend staat onder de naam "Hendrik de Zeevaarder". Zelf heeft deze koning nooit gevaren, maar was de stichter van de zeevaartschool te Sagres. Ook verplichte hij al de gezagvoerders van de Portugese schepen navigatie middelen te gebruiken, een logboek bij te houden en de ontdekte kusten in kaart te brengen.



De 'Sagres' heeft een stalen romp met een lengte van 89 meter; een breedte van 12 meter en een diepgang van 6,2 meter.  
Haar hoogte is 45 meter en ze kan een zeiloppervlak voeren van 1.979 m². Ze heeft een tonnage van 1.550 brt en een waterverplaatsing van 1.940 ton.                                                

Het schip heeft als thuishaven Sagres in Portugal.





Zie vervolg: DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE (DEEL 2).

SAIL AMSTERDAM 2015 - DE SCHEPEN AAN DE NOORDWAL.

EEN WANDELING LANGS DE 

SCHEPEN VIA DE NOORDWAL,

DE VEEMKADE, DE JAVAKADE 

EN DE SUMATRAKADE.

Na de eerste dag 'Sail In', een dag met 350.000 bezoekers, werd het tijd om de schepen van dichtbij te bekijken. Met behulp van afbeeldingen informatie over deze schepen.

DE SCHEPEN AAN DE NOORDWAL.  

POGORIA.

De 'Pogoria' is een barkentijn uit Polen en werd in 1980 in de vaart genomen. Het schip wordt gebruikt als trainingsschip voor jongeren.
Het schip werd gebouwd in Gdansk als prototype voor een serie schepen. De barken 'Iskra II' (1982) uit Polen, de 'Kaliakra' (1984) uit Bulgarijë en de 'Oceania' (1985) uit Polen behoren tot deze serie.
Het schip werd tussen 1980 en 1981 gebruikt door de Poolse Academie voor Wetenschap voor een bezoek aan het King George Island in de South Shetlands, Antartica.


Gedurende een reis naar Sint Petersburg in Rusland braken op 7 juli 2009 de twee masten van de 'Pogoria'.
De 37 opvarenden werden met helikopters van boord gehaald, omdat ook de machines schade hadden opgelopen. Niemand raakte gewond.

De 'Pogoria' is getuigd als een bark en kan 1050 m² zeiloppervlak voeren.
het schip heeft een stalen romp met een lengte van 46,8 meter; breedte van 8 meter en ze heeft een diepgang van 3,7 meter.
Haar thuishaven is Gdynia in Polen.







 TARANGINI.

De 'Tarangini' is een bark uit India. Zij is het enigste trainingsschip van de Indische Marine en werd in 1995 in de vaart genomen.
Het schip is ontworpen door Collin Muddie, een bekende architect op het gebied van scheepsbouw die veel moderne trainingsschepen ontworpen heeft.

De naam INS 'Tarangini' komt uit het Hindi. Het woord "Tarang" betekend golven.

De 'Taragini'is speciaal gebouwd voor lange zeereizen.
 Het schip kan 18 zeilen voeren met een oppervlak van 965 m².
Haar permanente bemanning bestaat uit 27 matrozen en 6 officieren.

Haar boegbeeld stelt een zwaan voor.

Deze driemastbark gebouwd op de Goa Shipyard Ltd. heeft een stalen romp met een lengte van 54 meter; breedte van 12,75 meter; een diepgang van 4,5 meter en een hoogte van 34,5 meter.

Haar thuishaven is Kochi in India. 







JOLIE BRISE.

De 'Jolie Brise' is gebouwd in 1913 om professionele zeilers zo snel mogelijk de overtocht over de Atlantische Oceaan te kunnen laten maken in dienst van de Royal Mail van Engeland. 
Ze was het laatste schip dat nog post over de Atlantische Oceaan vervoerde onder zeil.

Na haat carrière als mailschip deed ze nog kort dienst als loodsboot, doordat stoom de functie van het zeil steeds meer overnam.
Vervolgens werd ze gebruikt als vissersschip, totdat ze in 1923 werd gekocht door E.G.Martin, een van de oprichters van de Ocean Racing Club in de UK.
Na de nodige aanpassingen nam het schip meerdere keren deel aan de Fastnet Races tussen 1925 en 1930, waarbij ze drie races won in die jaren.

De gaffelschoener is een streling voor het zo geweldig als ze er nog uit ziet.

Het scheepje heeft een stalen romp met een lengte van 25 meter; breedte van 4,63 meter en een diepgang van 3,3 meter.
haar masthoogte is 24 meter en ze kan 350 Sq Ft zeil voeren.







GEORGE STEPHENSON.

De 'George Stephenson' is een eerbetoon aan de scheepsbouw uit de jaren `50. Het stoomschip in een combinatie van een nieuw casco, onderdelen en elementen van stoomschepen uit het verleden.
Het schip wordt sinds de tewaterlating mede ingezet voor de werving van fondsen ten behoeve van medisch onderzoek. het schip te te huren voor evenementen.

De kiel van het schip werd gelegd in 2006 maar het duurde tot begin 2014 voor het schip in verkeert zoals het nu is.


 Hoewel het historische schip in feite nieuw is, bestaan het interieur en exterieur uit allerlei historische schatten.
Zo heeft de kajuit een radiator die stamt uit 1020 en afkomstig is uit een Frans vissersschip. De houten vloeren zijn afkomstig uit een Engels passagiersschip dat werd gesloopt in 1935 in Hendrik-Ido-Ambacht.
Het hout op de wanden komt van deuren van een voormalig Defensie-gebouw in Parijs. De massief houten binnendeuren zijn afkomstig van de 'Kenya Castle' en 'Winsor Castle' van de Union Castle Line en de 'Norway'.
De ronde deurknoppen werden overgenomen van de Amerikaanse Marine. De bronzen ankerketting is van een Engelse mijnenveger van de klasse HAM uit 1952. Het stalen boeganker werd overgenomen van de Britse Marine.
De stoomfluit komt van een sleepboot uit New York. De teakhouten dekken komen uit een schoolgebouw dat werd gebouwd in 1888 in Bombay.


Maar het zijn niet alleen de historische schatten die dit schip bijzonder maken. Het beschikt ook over twee machinekamers. De ene machinekamer is uitgerust met een Crabtree-Compound stoommachine met een Jotem waterzuiveringssysteem, afkomstig van een Engelse mijnenveger van de Ham-klasse, en in de andere machinekamer staat een acht cilinder Gardner dieselmotor gebouwd 
in 1976.


ELFIN.

De 'Elfin' nu varend onder Nederlandse vlag is een schip met een rijke geschiedenis. het mag een wonder zijn dat dit schip vandaag de dag nog op eigen kracht door de Nederlandse wateren stoomt.
Op 12 mei 1933 werd door de Engelse Marine opdracht gegeven voor de bouw van de HMS 'Elfin'. Haar kiel werd in juni 1933 gelegd door J. Samuel White te East Cowes op het eiland Wight, onder werfnummer 1754. Op 20 november 1933 werd de 'Elfin' te water gelaten en werd op 16 januari 1934 officieel in gebruik genomen door het onderzeeboot depot te Portland.
Werf nummer 1753 was 'Elfin's' zuster schip de HMS 'Redwing', ze was bedoeld voor de torpedo school HMS 'Defiance' in Devonport.
De twee schepen werden soms aangeduid als "tender" (lichter), speciaal dienst vaartuig of als torpedo bergingsvaartuig. Vlootlijsten van de marine van 1934 tot aan de 2e Wereld Oorlog vermelden haar als een bijzonder dienstvaartuig van 222 ton en tender aan het onderzeeboot depot te Portland.
HMS 'Elfin' was voor de oorlog verbonden aan het onderzeeboot depotschip HMS 'Titania', en ondergebracht in het 6e Onderzeeboot Flottielje.
De 'Elfin' valt onder de Stichting tot behoud van het Stoomschip.  


SCHEELENKUHLEN.

De 'Scheelenkuhlen' werd in 1927 gebouwd in opdrancht van het Wasser- und Schiffahtsamt te Cuxhaven bij Johann Oelkers te Neuhof/Hamburg. Tot 1975 heeft zij dienst gedaan bij de eerste eigenaar op het riviervak Brunsbuttel-Cuxhaven inclusief de Elbemonding en de Duitse Bocht.
Het schip werd gebruikt om drinkwater te brengen naar de lichtschepen, diende als bergingsvaartuig, sleepte baggerbakken en assisteerde zeeschepen.
Na 47 dienstjaren werd het schip opgelegd in 1974, waarna het werd verkocht aan de Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer in  voorjaar 1976. In november van dat zelfde jaar kocht de heer P.Visser het schip en bracht haar na een grondige restauratie in de `80 jaren weer in de vaart. De heer P.Visser schonk het schip vlak voor zijn overlijden aan de Stichting tot Behoud van het Stoomschip te Koog aan de Zaan.
De 'Scheelenkuhlen' heeft een stalen romp met een lengte van 21,4 meter; breedte van 5,61 meter en een diepgang van 1,8 meter. Haar schroef wordt aangedreven door een  compond stoommachine in 1927 gebouwd door Christiansen und Meyer te Harburg/Elbe, met een vermogen van 220 ipk bij maximaal 220 omwentelingen per minuut. Stoom werd geleverd door een twee vuurs Schotse ketel, kolengestookt met een werkdruk van 10 atmosfeer en een verwarmend oppervlak van 60 m². Deze stoomketel werd gecontrueerd door Christiansen und Meyer te Harburg/Elbe in 1927.


Hr. Ms. HYDRA.

De Hr. Ms. 'Hydra' is één van de vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse van de Ned. Kon. Marine.
Het schip biedt ondersteuning aan duik en demonteergroepen.
Tijdens de duikopdrachten kunnen explosieven onschadelijk worden gemaakt die in het water zijn aangetroffen.
Deze marineduikers zijn opgeleid om in alle water- en weersomstandigheden te duiken. Zo kunnen zij ten alle tijde onder water een gat in een scheepsromp dichten of explosieven onschadelijk maken. het schip dient daarbij als duikplatform.
Aan boord is alle apparatuur aanwezig die de duikers nodig hebben, zoals moderne communicatiemiddelen, een tweepersoons recompressietank en een duikklok.

De 'Hydra'heeft een stalen romp met een lengte van 37,3 meter; breedte van 8,7 meter en een diepgang van 1,5 meter.
Haar waterverplaatsing is 233 ton.Haar voortstuwing wordt verzorgd door twee Volvo Penta dieselmotoren met een totaal van 760 pk.

Het schip heeft geen bewapening of een helikopterdek.













FURIE.

De stoomsleepboot 'Furie'werd in 1916 gebouwd voor eigen rekening door de Scheepswerven v.h. Gebr. G en H Bodewes in Martenshoek. Zij werd gedoopt met de naam Bodewes II.
In 1918 werd het schip verkocht aan een papierfabriek in Zweden en kreeg de naam Holmen III.

In 1976 werd het schip aangekocht door de radio omroep AVRO voor het verfilmen van het boek "Hollands Glorie" geschreven door Jan de Hartog. Bij haar aankomst te IJmuiden op 30-04-1976 kreeg het schip de naam 'Furie'.
Na de verfilming werd ze aangekocht door de Stichting Holland Glorie.

De voortstuwing wordt verzorgd door een triple-expansie stoommachine van 450 ihp. De stoom geleverd door een twee-vuurs Schotseketel, welke ook de stoom levert voor al de verdere hulpwerktuigen en een kleine turbine voor de opwekking van elektriciteit. Oorspronkelijk was de ketelinstallatie kolengestookt, maar werd in 1957 omgebouwd naar oliestook.
De 'Furie heeft een stalen romp met een lengte van 30,28 meter; lengte tussen de loodlijnen 29,49 meter; een breedte van 6.07 meter en een diepgang van 3,1 meter. Haar waterverplaatsing is 158 ton.

MARINE SLEEPBOTEN.

De A 876 'Hunse' en de A 877 'Rotte' zijn sleepboten van de Kon. Nederlandse Marine.
Bij schepen behoren tot de Linge-klasse en hebben een waterverplaatsing van 380 ton en een trekvermogen van 22 ton.
Hun rompen zijn van staal met een lengte van 27,45 meter; breedte van 8,3 meter en ze hebben een diepgang van 2,5 meter.






Zie vervolg: DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE (DEEL 1).