donderdag 15 mei 2014

DORDRECHT HET ONTDEKKEN WAARD.

OP HET PUNT VAN DRIE RIVIEREN.

Dordrecht, toen nog aangeduid met de naam Thuredrech, werd voor het eerst vermeld in de 12e eeuw en kreeg in 1220 stadsrechten. De naam is afgeleid van het riviertje de Thure dat in een moerasachtig gebied uitmondde en de eerste nederzetting werd gebouwd.


De oude historische binnenstad ligt op de plaats waar de rivier de Merwede zich splitst in de Noord en de Oude Maas.
In de middeleeuwen werd de stad een belangrijke handelsstad en doorvoerhaven voor de ladingen die door de zeeschepen werden aangevoerd. Door de strategische ligging aan de belangrijke waterwegen had de stad hoge inkomsten door tolheffing. Het was een van de zes grote steden van Holland en de oudste stad.
Bij de opkomst van Rotterdam als zeehaven nam het belang van Dordrecht af. De historische binnenstad getuigd nog van de rijke verleden.



Het wapen van de stad is ontstaan in de 13-14e eeuw, maar dit is niet met zekerheid vastgesteld. De kleuren rood-wit-rood op het wapenschild zijn de zelfde als die in horizontale banen van de stadsvlag.
Schepen die uit de stad vertrokken in de 13e eeuw voerden reeds banieren met rode en witte banen.
Die kleuren zijn vermoedelijk afgeleid van de heerlijkheid Merwede, dat een wapen voerde van rood met een zilveren dwarsbalk.
De oudste afbeelding van het wapen dateert uit 1430 op een schilderij. De twee griffioenen zijn waarschijnlijk verleend door hertog Jan van Beieren welke de stad verscheidene privileges verleende. Met de tijd verschilde ook de kroon boven het wapen. Tijdens de Franse periode werd getracht het wapen te veranderen maar dat hield geen stand en sinds 1815 is het gewoon het stadswapen.


Over de herkomst van de kleuren rood-wit-rood bestaat nog een bloedige sage. Deze kleuren zouden zijn ontstaan gedurende de slag op de Maas in 1351. Bij deze slag, beter bekend als de slag tussen de Hoeken en Kabeljauwen, vloeide zoveel bloed, dat de oevers rood gekleurd waren, waartussen zich een zilveren rivier kronkelde.




DE GROTE KERK.

De Grote Kerk of de Onze Lieve Vrouwe kerk is het hoogste bouwwerk in Dordrecht en is gebouwd in de 14e en 15e eeuw.
Rond 1540 was het werk aan de bouw van de kerk gevorderd tot de omloop van de toren na de nodige tegenslagen.
In 1457 werd bij een grote stadsbrand de kerk en de toren zwaar beschadigd. Bij de herbouw werden gelijk de bouwplannen gewijzigd en besloot men de kerk te voorzien van een achtkantige torenbekroning van natuursteen. De toren zou een hoogte van 108 meter moeten krijgen en zo hoog als die van de Dom van Utrecht, maar door verzakkingen ontstaan door een constructie fout werd deze hoogte nooit bereikt.
In plaats van de voorgenomen torenspits werd in 1626 op de top van de toren vier kolossale wijzerborden van het uurwerk geplaatst.
Zo kreeg de toren een hoogte van 72 meter.
Dit is tot nu toe het silhouet van 'de Dordtse Dom' die bijna net zo groot is als de Notre Dame in Parijs
De toeren stat 2,25 meter uit het lood en zet zich met zijn gewicht van 12 miljoen kilo schrap tegen het  weer uit het noordwesten. Een symbool van Hollands oudste stad en haar relatie tot wind en water.
Bij de restauratie van 1953 tot 1973 werd het verzakken van de toren tot staan gebracht.





 HET STADHUISPLEIN.

Grenzend aan de Houttuinen ligt het stadhuisplein wat dateert uit 1679. Op het plein staat het standbeeld van de gebroeders De Wit welke een 'kijken' op het fraai gerestaureerde rijksmonument De Gulden Os uit 1525.
Het stadhuis werd in 1383 gebouwd door Vlaamse kooplieden en werd in 1544 in gebruik genomen door de stedelijke bestuurders van Dordrecht. 



DE MUNT VAN  HOLLAND.

Aan de Voorstraat ligt tussen de panden verscholen een kleine poortdoorgang welke uitkomt bij één van de vele monumentale panden van Dordrecht, de Hollandse Munt.
In Dordrecht was de eerste regering gevestigd van de ´Verenigde Nederlanden´.

In 1366 werd op last van hertog Albrecht van beieren een stuk grond met opstallen in Dordrecht aangekocht ten behoeve van de vestiging van 'de Munt van Holland'. Albrecht was graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen.
In 1555 werd het geheel op last van keizer Karel V grondig verbouwd en kreeg het pand de vorm zoals het er heden ten dagen nog staat.

De Munt heeft haar ingang aan de Voorstraat en haar achterkant aan de Doelstraat, over een lengte van 110 meter.


De Franse bezetting betekende in 1795 het einde van de ´Dordtsche Munt´als instelling. De werkzaamheden werden gestaakt en het bedrijf werd in 1806 definitief opgeheven.
Op 17 september 1806 werd door koning Lodewijk Napoleon, bij koninklijk discreet no. 18 bepaald dat er in het koninkrijk slechts één muntgebouw zou zijn en wel in Amsterdam.
Het munthuis van Utrecht, dat beter was uitgerust, werd aangewezen om de Koninklijke Munt te Amsterdam provisioneel te vervangen.
Uiteindelijk werd De Munt in 1807 verplaatst naar Utrecht.

In de zeventiger laren zijn de panden van de´Dordtsche Munt´ zowel van binnen als van buiten grondig gerestaureerd.






( Het smalste pandje van Dordrecht.)

Bij het wandelen door de straten van Dordrecht is het opletten dat je niet veel fraaie bezienswaardigheden voorbij loopt, doordat deze vaak bijna schuil gaan tussen de winkelpanden.
Het is vaak een kwestie van rustig wandelen en op z'n tijd op hoog kijken.
We wandelen naar het Statenplein.


                                                  ( Een zeer fraai gerestaureerde gevel.)

HET HOF VAN DORDRECHT.

Aan het Statenplein ligt de ingang van het Hof.

Het Hof is een Augustijnenklooster aan het gelijknamige plein in de binnenstad en werd gesticht in 1275.
Aan het Hof is ook een Augustijnenkerk gelegen. Op deze huidige plaats werd in 1275 door de augustijnenmonniken een klooster gesticht. Het klooster kwam tot stand door een geschenk van Floris V.
 Rond het binnenplein waren een ziekenhuis, een brouwerij, een bakkerij en andere dienstgebouwen gevestigd. Na een zware brand in 1512 werd het gehele complex in Renaissancestijl herbouwd.


Het Hof heeft in de loop der tijd meerdere functies gehad. Het fungeerde als gemeentehuis, er werd recht gesproken en er werden hoge gasten ontvangen. Het heeft ook dienst gedaan als woning van Willem van Oranje en de Graaf van Leicester. Onder de periode van Maurits en Frederik Hendrik werd het klooster verfraaid en kreeg het de naam Prinsenhof.
In het gebouw is de Statenzaal te vinden, waar in 1572 de Eerste Vrije Statenvergadering werd gehouden.
Twaalf steden onder leiding van Dordrecht zwoeren het hoofd van de Spaanse bezetting, Fillips II, af en erkenden alleen Willem van Oranje als hun stadhouder en begon de opstand tegen de Spanjaarden.
In de glas in lood ramen zijn de wapenschilden van de twaalf steden nog te zien.
Bij de vredesonderhandelingen met Spanje in 1648, wat het einde van de 80-jarige oorlog betekende, speelde de Statenzaal nog een rol als plaats van onderhandeling. Hierna raakte het Hof langzaam buiten gebruik en raakte het in verval. In 1835 werd het opgekocht door de gemeente Dordrecht.
Het gehele complex werd van 1969 tot 1972 gerestaureerd.

GRACHTEN, HAVENS EN KADEN.

Een wandeling over de kaden van de Nieuwe Haven, de Kuipershaven en de Wolwevershaven is zeer aan te raden.
In de Wolwevershaven liggen nog de nodige oude historische zeil-  en stoomscheepjes. 

Langs het water van deze havens staan nog de statige koopmanshuizen uit de tijd dat Dordrecht een belangrijke haven was.
Boven op de top van de fraaie trapgevels staat sierlijk siersmeedwerk, waaraan de zeevaart is terug te vinden, zoals aan de huizen langs de Kuipershaven is te zien.













We steken de Dalmiate ophaalbrug over en wandelen verder in de richting van het Groothoofd, daar waar de Merwede zich splitst in de Oude Maas  en de Noord.

DE GROOTHOOFDSPOORT.

Het Groothoofd is een historisch grondgebied. Het wordt ook wel het Dalmiate bolwerk genoemd.
Dit was eeuwen lang de plaats waar de vreemdelingen die per schip aankwamen Dordrecht binnenkwamen. Ook de prinsen van Oranje zetten hier voet aan wal en werden op de kade vorstelijk onthaald.
Maar ook hun tegenstander zette hier voet aan wal, zoals de hertog van Alva. Het Groothoofd ligt aan het drukst bevaren rivierenkruispunt van Europa.

De Groothoofdspoort was de belangrijkste stadspoort. Deze poort uit de middeleeuwen werd rond 1350-1400 gebouwd en kreeg in 1618 haar huidige vorm. 

 Aan de waterzijde van de Groothoofdspoort is een reliëf te zien met daarop de Dordtse Stedenmaagd. De maagd is gezeten in een omheinde tuin, wat haar ongehuwde staat symboliseert, maar anderzijds verwijst naar de onneembaarheid van de stad Dordrecht, daar ze is omgeven door water.
In haar linkerhand heeft zij een palmtak en in haar rechterhand het wapen van Dordrecht. Rondom haar afbeeldingen zijn andere wapens aangebracht van Nederlandse staden waarmee Dordrecht een relatie had.

Het beelhouwwerk op de poort is voor het grootste deel werk van de beeldhouwer Gilles Hüppe (1576-1650), welke oorspronkelijk uit Luik kwam en vanaf 1615 in Dordrecht woonde. 

De kern van de poort heeft zijn oorsprong in de 14e en 15e eeuw, wat te zien is in de poortdoorgang.
Het gewelf van de poort herinnert aan de laatgotische bouw. Boven de poort aan de stadszijde is het wapen van Dordrecht afgebeeld met de twee griffioenen.
Tijdens de verbouwingen van 1618 en 1640 kreeg de poort een renaissance-uiterlijk. In 1618 werd er de toren op de poort gezet. De koepel dateert van een latere tijd.
Het geheel is van historische en oudheidkundige waarde.




                  ( De Catharijnepoort aan de Hooikade met er achter het oude pakhuis "Rusland'.)

DORDRECHT VANAF HET WATER BEKIJKEN.

Moe van al het slenteren over de kaden en door de straten en zin om ook eens de historische stad vanaf het water te bekijken dan is dat mogelijk met de 'fluisterboot'.
Je bekijkt dan de panden aan de achterzijde en passeert je de nodige oude bruggen en doorgangen onder de huizen.

( In de verte de toren van het Stadhuis.)





De Wolweverskade (links) en de Kuipershavenkade (rechts) met de historische panden, pakhuizen en scheepjes, gezien vanaf de 'fluisterboot'.



Dat Dordrecht een rijk en historisch waterverleden heeft is ook terug te vinden in de nodige fraaie snijramen boven de deuren van de historische panden aan de kaden.

Vanuit Dordrecht vertrekt ook de 'waterbus' naar Papendrecht en Zwijndrecht. Daarvandaan een fraai uitzicht op de stad Dordrecht. Het is ook mogelijk bij de halte Alblasserdam uit te stappen en ( als je op de fiets bent ) zo naar de molens van de Kinderdijk te gaan.
(info; www.waterbus.nl)







Geen opmerkingen:

Een reactie posten