donderdag 27 februari 2014

HERODES I DE GROTE. 'DE KONING DER JODEN'. (SLOT)

'HERODES ARCHITECT VAN PALESTINA'.  (SLOT)

HERODIUM.

Herodes overleed in 4 v.Chr. in zijn winterpaleis Masada bij Jericho. Hij leefde als een vorst en liet net als de Romeinse keizers aan een graftombe bouwen ter zijne ere na zijn overlijden.
De Romeinse geschiedschrijver Flavius Josephus schreef; "Hij liet niets achterwege wat kon bijdragen aan zijn grootsheid". 


                                                    ( Een tekening van het Herodium.)

Op een 91 meter kunstmatig opgeworpen hoge heuvel, ten zuiden van Jeruzalem, liet Herodes gedurende zijn leven op de top een burcht bouwen, rond 23 v.Chr. Het bouwwerk was zichtbaar vanuit Jeruzalem.
Het was een ronde vesting met vier torens. Een gedeelte van deze vesting was zelfs ondergronds in de heuvel gebouwd. In deze vesting bouwde hij een paleis met slaapkamers en een badhuis.
Ook liet hij op deze heuvel een mausoleum voor hem zelf bouwen.



                                                  (Resten van een van de vier ronde torens.)


            ( Een lucht opname van de heuvel waarop de burcht en het mausoleum was gelegen.)

Daar Herodes zeker wilde zijn dat hij  bij een eventuele aanval op de burcht deze kon verlaten werd er een uitgebreid gangen stelsel aangelegd, zodat hij kon ontsnappen naar de woestijn,




De toegang tot de vesting was alleen mogelijk via een 120 meter lange trap welke 6,5 meter breed was en gedeeltelijk ondergronds liep. Zo was de vesting goed te verdedigen. Naast de trap lagen ook ondergrondse waterreservoirs met een inhoud van 2500 m³.


( Een afbeelding van hoe het complex er moet hebben uitgezien. Op de achtergrond de Dode Zee en de bergen in het land Jordanië.)

Het  Herodium bestaat uit verschillende delen. Op de top van de heuvel de burcht met het paleis en aan de voet van de heuvel het beneden paleis. Het waren twee paleizen en het grootste was 130 meter lang en 55 meter breed. Het tweede paleis weer lager gelegen bevatte een zwembad van 70 bij 46 meter en 3 meter diep. Het zwembad was omgeven door een fraai aangelegde tuin van 125 bij 105 meter welke weer was omgeven door een fraaie  imposante zuilengalerij.



In de hoek van de tuin lag nog een Romeins badhuis voorzien van fresco's en vloer mozaïek. Verder bevatte het 'Laag Herodium' nog villa's voor belangrijke bestuursleden welke ook waren voorzien van een eigen badhuis. Verder nog ontvangstruimten voor bezoekers. Het geheel was rijkelijk aangelegd met waterpartijen.
Het geheel had een oppervlakte van 15 hectare.
Water voor dit enorme complex werd via een 6 kilometer lang aquaduct aangevoerd vanuit bronnen gelegen bij Bethlehem. 



                                             ( Resten van het mausoleum van Herodes.)

Flavius Josephus, de Romeinse geschiedschrijver, vermelde dat het van het begin af de wens was van Herodes met veel pracht en praal in Herodium begraven te worden. Hij liet hiervoor een mausoleum bouwen halverwege de helling van de heuvel. (Deze plaats is pas in 2007 ontdekt door de joodse archeoloog Netzer)
Herodes werd na zijn overlijden vanuit het 'Laag Herodium' in een begrafenis stoet, waarbij zijn lichaam op een gouden baar werd gedragen, omgeven door honderden familieleden, soldaten en bedienden, in zijn gang naar het mausoleum in het Herodium  begeleid.

Een zes en halve meter brede trap werd speciaal aangelegd welke leidde naar het graf van Herodes, waar hij werd bijgezet in een fraaie tombe.


Ondanks dat in de oudheid de graftombe geheel werd verwoest, werden er honderden brokstukken gevonden, om en nabij het podium waarop het mausoleum was gebouwd. Uit deze resten kon men de sarcofaag, van 2,5 meter lengte, weer groten deels herstellen.

Na de dood van Herodes bleef zijn zoon Herodes Archelaüs gebruikmaken van het paleis.


Tijdens de Joodse Opstand ( 66 - 70 n.Chr.) viel het complex in handen van de Sicariërs. Na de val van Jeruzalem ( 70 n.Chr.)  raakte het in handen van de Zeloten, net als Machaerus en Masada. In deze periode werd vermoedelijk dat wat herinnerde aan deze 'Koning der Joden' door hen die hem zeer haten een groot deel van het complex verwoest.
Na de nodige opstanden tegen de Romeinse overheersing, waarbij het Herodium als een vesting werd gebruikt door de vrijheidsstrijders, raakte het Herodium verlaten en in verval.

In de 5e - en de 7e eeuw was het Herodium weer bewoond door een gemeenschap van Byzantijnse monniken. Zij bouwden drie kerken op het lager gelegen complex en een kapel op de top van de vesting. Vanaf de 7e eeuw is het gehele complex volledig verlaten

woensdag 26 februari 2014

HERODES I DE GROTE. 'DE KONING DER JODEN'. (DEEL1-C)

'HERODES ARCHITECT VAN PALESTINA'. (DEEL -3)

MASADA.

 Ten zuiden van de stad Jericho niet ver van de oevers van de Dode Zee liet Herodes tussen 36 en 30 v.Chr. op een aan alle zijden bijna 440 meter hoge verticale rots zijn winterpaleis bouwen.
Het was hem dat wat hij wenste; een onneembare vesting, waar hij zich veilig kon voelen.  
Deze vesting was bijna onneembaar, omdat het plateau waarop het lag erg hoog was, en maar via één weg welke kronkelend en steil omhoog loopt ( het slangenpad) is te bereiken. 
Rondom de berg lagen diverse Romeinse legerplaatsen en ook op het plateau waren Romeinse soldaten gevestigd.
Het geheel was een staaltje van architectonisch vernuft.   





Op het plateau werden vestingen, paleizen, opslagplaatsen voor graan en levensmiddelen gebouwd. Waterbekkens en ondergrondse opslagplaatsen werden uit de rots gehouwen.

Het 'slangenpad' komt uit bij de Slangenpadpoort gebouwd in de 1400 meter lange muur met kazematten welke het gehele gebied omsloot.
Deze muur was ongeveer 8 meter hoog en had een breedte van 6 meter.


Op de noordelijke punt van de berg liggen de thermen, het luxueuze badhuis met de met mozaïek versierden ruimten van het tepidarium (afkoelings ruimte), het frigidarium (koudwaterbad) en het caldarium (heetwaterbad), die door het hypocaustum (systeem van kanalen voor de heteluchtverwarming) werden verwarmd.


  
                                  ( De badruimte met de heteluchtverwarming voor de vloer.)


                                      ( Reconstructie van het noordelijke paleis van Herodes.)

Op het uiterste puntje op een lager gelegen plateau ligt het noordelijke paleis van Herodes. De noordelijke zijde was gekozen daar daar overdag geen zon op staat en het dus koel is door de wind die er waait.
In dit paleis waren de privé vertrekken van Herodes gevestigd. Vanaf het hoogste terras had de vorst een prachtig uitzicht.



                                                     ( Resten van het ronde zuilenpaleis.)

Een trap loopt naar het 20 meter dieper gelegen middelste terras met daarop een rond zuilenpaleis, dan gaat het nog eens 15 meter naar beneden naar het onderste terras met het vierkante paleis.
Het westelijk paleis, dat halverwege de noord- en zuidpunt staat, diende als officiële residentie van de vorst en was dienovereenkomstig prachtig versierd om indruk te maken op de bezoekers.
Op de zuidelijke punt was een kleine citadel gebouwd ter bescherming, daar de rots hier niet zo steil omhoog gaat.
Vlak bij dit punt loopt een steile trap omlaag naar een gigantisch waterreservoir (cisterne).



Dit ie een van de vele cisterne welke in de rots zijn uitgehouwen. Als het regende en dat gebeurde in die tijd meer dan heden ten dagen, dan viel het water ook met bakken uit de hemel. Het water werd door een ingenieus aangelegd waterleidingsysteem dat vaak mans hoog was, afgevoerd naar de opslag reservoirs.



Deze reservoirs waren weer te betreden via een trap die tot op de bodem liep. Zo kon men bij een eventueel beleg het maanden uithouden.

Na het overlijden van Herodes bleef het een Romeinse vesting. In 66 n.Chr. toen de eerste opstand tegen de Romeinen uitbrak, overrompelde een groep Zeloten - een radicale politieke minderheid met een sterk joods nationaal gevoel - het Romeinse garnizoen op Masada en bezette de burcht en bouwden de synagoge. In 72 n,Chr. braken de Romeinen het verzet en veroverden de burcht weer.

Note: De Byzantijnse kerk dateert van latere periode. In januari 2009 bezocht ik zelf Masada.

HERODES I DE GROTE. 'DE KONING DER JODEN' (DEEL 1-B)

'HERODES ARCHITECT VAN PALESTINA'.  (DEEL 2)

DE STAD CAESAREA.


                             ( Een tekening hoe de stad er oorspronkelijk moet hebben uitgezien.)

Herodes liet aan de kust van de Middellandse Zee de stad Caesarea bouwen in volledige Romeinse architectuur. De havenstad werd in de vierde eeuw v.Chr. gesticht door de Feniciërs. Later ging het deel uitmaken van het rijk van Alaxander de Grote. De reden is waarschijnlijk omdat aan de noordelijke kust van Judea geen natuurlijk diepzee haven lag. Ten tweede omdat het klimaat aan de kust aantrekkelijker was dan die in het binnenland waar de hoofdstad Jeruzalem ligt.
De stad werd enorm uitgebreid en verfraaid. De bouwwerkzaamheden vonden plaats tussen 22 en 10 v.Chr.
Hij gaf de stad de naam Caesarea ter ere van keizer Caesar Augustus.
De stad kreeg een theater, een renbaan (hippodroom) en verschillende Romeinse tempels en was net als de haven ommuurd.


Om de stad van water te voorzien werd er een enorm lang aquaduct gebouwd om water vanuit het Karmelgebergte van Judea naar de kust te laten stromen.
Op een landtong liet Herodes zijn zomerpaleis bouwen dat aan drie zijden van een zuilengalerij was voorzien.  Een ruime binnenplaats voorzien van fraai mozaïek keek men uit op een zwembad wat via kanaaltjes werd voorzien van zoet water. Het paleis was verder voorzien van kunstig versierde plafonds en een badhuis met warm- en koud water.


( Op deze luchtopname zijn duidelijk het theater, de landtong van het paleis, de renbaan en de vorm van de oude haven te herkennen.)

In de ommuurde haven moet plaats geweest zijn voor 60 schepen in die tijd en moeten de twee torens aan de ingang van de haven zelfs een lichtbaken van vuur hebben gehad. De stad was in feite een vrijwel onneembare vesting gebouwd met daarin nogmaals een paleis als een vesting.

DE TWEEDE JOODSE TEMPEL.


                   ( Een tekening hoe eens de tweede Joodse Tempel er zou hebben uitgezien.)

Herodes was zich er zeer van bewust dat hij niet geliefd was bij de Joodse bevolking. Om aan populariteit te winnen liet hij begin maken met de wederopbouw en renovatie van de verwoeste eerste Joodse tempel.
Hij riep hier de hulp in van duizend priesters en hun medewerkers.
Het heiligdom gelegen op de Tempelberg werd voorzien van gepolijste witte kalksteen en gouden versieringen schitterden in het zonlicht.
Men begon met de bouw in in 19 v.Chr en deze duurde tot 9 v. Chr. maar toen was Herodes reeds overleden.



                                 ( Een maquette van hoe de tempel er moet hebben uitgezien.)

Ondanks de wederopbouw van de tempel bleef Herodes gehaat door de Joden en wel zo erg dat hij zich zelf nergens veilig voelde Hij wantrouwde een ieder die maar enigszins een gevaar voor hem kon zijn en hoede zich voor iedere vorm van een staatsgreep. Zo liet hij 45 leden van de joodse Hoge Raad vermoorden die hem kwalijk namen dat hij de Romeinse adelaar boven de ingang van de tempel had laten aanbrengen.
Voor de joden een symbool van overheersing en vernedering, maar ook als godslastering omdat in de Tien Geboden het maken van een afbeelding van mens of dier verboden was.
Herodes kreeg zoveel last van paranoia dat hij zelfs het merendeel van zijn familie liet ombrengen waaronder drie van zijn zoons. Toen keizer Augustus dit hoorde, sprak hij volgens de overlevering: "Je kunt beter Herodes varken zijn, dan zijn zoon". Herodes trok zich terug op de berg Masada waar zijn winterpaleis was gebouwd.



In 70 n.Chr. werd de tempel volledig verwoest door keizer Titus. Na de opkomst van de Arabische overheersing werd op de zelfde plaats op de tempelberg de Al-Aqsamoskee gebouwd.
Het enige wat nog rest van de tempel is de Westelijke Muur wat nu voor de joden de 'Klaagmuur'  is.


HERODES I DE GROTE; 'DE KONING DER JODEN'. (DEEL 1-A)

 'KONING DER JODEN'

'ARCHITECT VAN PALESTINA'.



( Herodes I de Grote, de Vazalkoning van Palestina van 37 v.Chr - 4 v.Chr. bijgenaamd de 'Koning der Joden'.)

Als er wordt gesproken over Herodes, ( 73 v.Chr  - Jericho, 4 v. Chr.)  dan denken we vooral aan de 'Kindermoord in Bethlehem', beschreven in het boek van Matteüs in de bijbel. Dit om het kind Jezus om te brengen dat volgens de profetie de 'Koning der Joden' zou worden. Vreemd genoeg maakt alleen Matteüs gewaar van dit gebeuren.
Dat er bloed kleefde aan de handen van Herodes is zeker. Zo liet hij drie van zijn zoons ombrengen en ontnam ook het leven van zijn vrouw, zijn schoonmoeder en talrijk anderen die hem de weg naar meerdere glorie in de weg stonden



                                    ( Het gebied waarover Herodes heerste tijdens zijn leven
                                                de torentjes zijn door gebouwde vestingen.)

Herodes was een vazal van het Romeinse Rijk en wist zich in zijn gehele leven op een gluiperige, onderdanige manier en op een slinkse wijze met intriges geliefd te maken bij de Romeinse overheerser.
Hij werd door gebruik te maken van de onderlinge machtsstrijd in het Hasmoneese Rijk en de ondergang ervan, zich tot koning uit te laten roepen over Galilea en Judea.
De Romeinse senaat verleende hem met toestemming van Marcus Antonius, als keizer Octavianus, de titel 'Koning der Joden'. 

Helaas kon de 'Koning der Joden' niet de volledige macht over het volk uitoefenen, daar hij geen hogepriester kon zijn door zijn Idumeese afkomst. De Hasmoneeën hadden naast hun koningschap ook het ambt van hogepriester bekleed.  Het was dus voor Herodes van belang ook de macht van de hogepriester betreffende de publieke opinie en de politieke macht in te dammen. Zo eigende hij zich het recht toe dat hij alleen de hogepriester kon benoemen en ook kon ontslaan. Zo verkreeg hij uiteindelijk ook de macht over het volk. Doordat hij ook zeer gehaat was leed Herodes aan paranoia, wat aan de door hem ontworpen gebouwen duidelijk was te herkennen.
Door zijn bezoeken aan Rome was Herodes duidelijk geïnspireerd  door de Romeinse bouwkunst. Dit is goed te zien in de door gebouwde stad en haven van Caesarea, Fort Antonia, de burcht Masada en het Herodium. Hij was de 'Architect van Palestina' en liet de tweede Joodse tempel bouwen op de resten van de oude tempel.



                                             ( Een reconstructie van het vestiging Antonia.)

De vesting Antonia werd gebouwd in opdracht van Herodes de Grote in het jaar 36 v.Chr. ter ere van zijn vriend Marcus Antonius. Deze burcht lag vlakbij de tempel van Juruzalem. De vesting werd verwoest in 70 n.Chr. door Titus.
Het enorme  bijna vierkante bouwwerk had vier torens. In het westelijke deel lag een met grote stenen geplaveid plein (litostrotos) dat door de legionairs voor oefeningen en spelen werd gebruikt.
Het werd ook gebruikt voor de rechtspraak (praetorium) en men gaat er vanuit dat ook hier Jezus door de Romeinse procurator Pontius Pilatus werd veroordeeld. 



donderdag 20 februari 2014

ARABISCH VERTELSEL.

DE NACHTEGAAL EN DE ROOS.



In Arabië zegt men; dat er een tijd was, dat alle rozen wit waren.

 


Op een nacht streek een nachtegaal, bij afnemende maan, neer bij zo'n roos - een grote witte roos - en toen hij haar zag, werd hij opslag verliefd.                     Nu had niemand tot die tijd ooit een nachtegaal horen zingen. Nachtegalen brachten hun leven door in stilzwijgen, van het begin tot het einde.

De liefde van deze nachtegaal voor de witte roos was zo diep, dat er een lied van wondere schoonheid aan zijn keel ontsnapte. Hij sloeg zijn vleugels om haar heen in een hartstochtelijke omhelzing en sloot de roos aan zijn borst, maar met zo'n wilde hartstocht, dat de doornen zijn hart doorstaken en hij stierf met de vleugels om haar heengeslagen.

Het bloed van de nachtegaal maakte vlekken op de       witte bloemblaadjes van de roos.

Sindsdien zijn sommige rozen rood en ook de veren       op de borst van de nachtegaal.

EEN TEKEN VAN HARTSTOCHTELIJKE LIEFDE!


 


woensdag 19 februari 2014

SHELL LOGO.

EEN LOGO DAT MEER DAN HONDERD JAAR OUD IS.

VEELAL WORDT ER VANUIT GEGAAN DAT HET LOGO VAN SHELL HAAR OORSPRONG VOND BIJ DE EERSTE OLIEBORING GEDAAN DOOR DRAKE IN 1859 EN EEN SCHELP VOND IN HET GRONDMONSTER.       HELAAS IS NIETS MINDER WAAR!


Het was de Engelsman Marcus Samuel (I) van de firma M.Samuel and Co. die een bedrijf had dat oorspronkelijk handelde in antiquiteiten en curiositeiten, waaronder als specialiteit sierschelpen uit Japan. Als ondernemend handelsman pikte hij vanaf 1830 een graantje mee van de bloeiende handel tussen het Westen en het Verre Oosten.
In het 1878 nam zijn zoon, met de zelfde naam als zijn vader, het intussen wereldwijd hoog aangeschreven in- en exporthuis over. Zijn firma handelde in alles wat ook maar winst opbracht; van pakjes spelden naar Japan en rijst terug naar Engeland. In 1880 vestigde hij een kantoor in Japan.

In de Victoriaanse periode werden schelpen veelal gebruikt om sieraden van te maken of sieradendoosjes mee te versieren en het werd een winstgevende handel vanuit het Verre Oosten. 

Door de stijgende concurrentie tussen de handelshuizen en de opkomende industrialisatie van Japan begon hij aan de handel in  lampolie om deze in bulk vanuit Rusland naar Japan te vervoeren.
Bij het kiezen van een naam voor zijn opgerichte tankvaart maatschappij bleef hij het product trouw waarmee zijn vader in het begin kapitaal had gemaakt; de schelp.


De schelp kreeg in 1897 de status van zijn bedrijfsnaam, toen Marcus Samuel  II de 'Shell Transport and Trading Company' oprichtte. Het eerste logo uit 1901 was een mosselschelp.

 




Het was in 1904 toen werd gekozen voor een kamschelp om de bedrijfs- en merknaam meer uitstraling te geven.





Zo ontstond de bedrijfsnaam "SHELL" en ook al de tankers van de vloot van Marcus Samuel kregen de naam van een schelp. Een van de eerste tankers van deze vloot was de 'Murex'.


Marcus Samuel had een zakelijke partner, de heer Graham, die de kerosine van Samuel in India importeerde en die directeur werd van The Shell Transport and Trading Company. Deze familie had de 'Sint-Jakopsschelp' als familiewapen dit vanwege het feit dat hun voorvaderen een pelgrimstocht hadden gemaakt naar Santiago de Compostella in Spanje.

 
Stadswapen van Santiago de Compostella.





De vorm van het Shell-symbool is in de loop der jaren veranderd en met de tijd meegegaan. Steeds weer werden er door grafische ontwerpers vernieuwingen aangebracht, want het oog wilde ook wat.


Ook het vroegere zwarte loge kreeg kleur. Het was in 1915 toen Shell Company in Californië haar eerste benzinestations bouwde, welke moesten concurreren met andere bedrijven. Felle kleuren bleken de oplossing, maar wel kleuren die de Californiërs mooi zouden vinden. Zo werd gekozen voor het rood en geel van de Spaanse vlag, daar deze staat daar sterke banden mee had.
In 1955 koos Shell voor haar eigen nieuwe kleuren Shell-rood en Shell-geel.
Het Shell-embleem, of ge kamschelp is zelfs nu in de 21e eeuw nog een van de succesvolste merksymbolen. 

Het zou het logo blijven ook toen op 17 mei 1902 een samenwerking werd aangegaan tussen de 'Koninklijke'en de 'Shell', welke de nieuwe maatschappij 'The Shell transport and Royal Dutch Petroleum Company' zou worden. Tegenwoordig de 'Royal Dutch Shell Company'.  

dinsdag 18 februari 2014

TANKVAART; HAAR ONTSTAAN.

VERVOER VAN VLOEIBARE LADING.

Veelal gaat men er vanuit dat er zonder aardolie er ook geen tankschepen zouden zijn gebouwd. Ook voor het transport van andere vloeibare ladingen dan aardolie worden tankers gebruikt zoals; wijnen, walvisolie, spijsolie en sojaolie, zeewater en zoetwater.
Maar het de tankvaart voor het vervoer van aardolie welke een revolutie teweeg bracht in de bouw van tankers.

Een van de eerste vloeibare ladingen, in bulk, dus onverpakt, is vermoedelijk water geweest. Chinese jonken vervoerden lang geleden zeewater de rivier op naar het binnenland, om uit dit zeewater zout te winnen. 



Ook vervoerden zij naar plaatsen gelegen diep landinwaarts levende zeevis in een ruim met bulk zeewater.
Deze vis was voor het keizerlijk hof en welgestelden om ze zo vers te verkrijgen.
Zoetwater werd uit het binnenland in bulk vervoerd naar de zeehavens om de zeeschepen er van te voorzien welke het in houten vaten vervoerden.
Zo werd ook in bulk soja-olie vervoerd.

Het vervoer van aardolie over zee, in grotere hoeveelheden, werd pas nodig naarmate in Pennsylvanië, in de Verenigde Staten van Amerika, de productie van aardolie zulke afmetingen aannam dat er meer beschikbaar kwam dan in Noord-Amerika nodig was. Men begon te denken aan export naar Europa waar in de tweede helft van de 19e eeuw behoefte was gekomen aan aardolie en de producten die er uit gemaakt konden worden.
Zelfs in het begin van de 18e eeuw werd er in open boten onverpakte aardolie over de Wolga vervoerd, olie die nabij de Kaspische Zee naar boven sijpelde uit de aardbodem.  

Het eerste stoomschip ontworpen voor vervoer van olie in bulk, was de 'Vaderland' van de Red Star Line, een Belgische maatschappij (1872).



Bij de bouw van het schip hadden de eigenaars vastgehouden aan het principe dat het schip altijd lading moest vervoeren. Het schip werd daarom ontworpen voor het vervoer van olie in bulk, stukgoederen en passagiers. De 2748 bruto ton metende 'Vaderland' had haar machines in het achterschip. Voor het vervoer van de olie waren de daarvoor bestemde tanks waren de zijden ervan 60 cm van de scheepswand verwijderd. Deze tanks hadden expansietanks die reikten tot het bovendek, waarnaast de passagiers verblijven zich bevonden. De scheepvaartautoriteiten achten deze situatie zo gevaarlijk, dat zij het veiligheidscertificaat pas af wensten te geven na een schriftelijke verklaring van de reders dat het schip nooit olie zou vervoeren. In principe was de 'Vaderland'slechts in theorie de eerste stoomtanker.

Men besefte dat wilde men de oversteek van de oceaan op een veilige manier maken, dat de olie vervoert moest worden in daarvoor speciaal ontwikkelde schepen.
Tot de eerste hiertoe behoren de zeilschepen 'Ramsay' en 'Atlantic'.



De 'Atlantic'.

De '' Atlantic' ontworpen voor de trans-Atlantische vaart, had vier tanks, waarbij twee van haar masten de expansie van de lading moesten op-
vangen.



De 'Ramsay' had een laadvermogen van 1400 ton, waarbij de laadruimte door één langscheeps schot en verscheidene dwarsscheepse schotten in luchtdichte tanks was verdeeld. Het schip had een gepatenteerd expansiesysteem: de door temperatuurstijging of- daling veroorzaakte expansie of contractie van de lading werd opgevangen door een met water gevulde aangrenzende tank waarin een uit de ladingtank komende sifon uitmondde. 

Bij de 'Atlantic', met een langsscheeps en drie dwarsscheepse schotten om te grote slingering te voorkomen, werd de expansie opgevangen door twee van de drie masten. Bij volumevergroting steeg de lading in de holle ijzeren m asten. Dat betekende geen verlies van laadruimte, zoals op de 'Ramsay'. De 'Ramsay' en de 'Atlantic' waren wel de eerste schepen die eigen ladingpompen aan boord hadden.


In 1885 werd stoomzeilschip de 'Glückauf' van de German-American Petroleum Company te water gelaten.
Haar voorstuwing een triple-expansie-machine was achteruit geplaatst, haar kampanje was lang en de bak kort. De brug was nog maar een kleine opbouw, maar midscheeps geplaatst. 
Het schip was 2307 BRT en had acht ladingtanks, elk door een langsscheepsschot verdeeld in twee compartimenten.  


Haar pompkamer diende tevens als cofferdam en scheidde dus de ladingtanks van de kolenbunkers en de machinekamer. De expansietank liep over de gehele lengte van het ladinggedeelte. Het schip had zelfs elektrische verlichting.


Hoewel het schip na een stranding in 1893 verloren ging, hadden de acht jaren van de voorspoedige vaart aangetoond, dat dit min of meer het juiste concept was voor een tanker.
 Zeer snel hadden de reders, olieproducenten en scheepsbouwers meer identieke schepen gebouwd.
In 1886 was het aantal schepen met een stoomvoorstuwing voor het vervoer van olie in bulk nog maar 12: in 1891 waren het er op de Atlantische vaart reeds tussen de 80 en 90.

Hierna is de bouw van tankers enorm toegenomen en werd het ladingvermogen steeds groter om aan de vraag wereldwijd aan aardolie te kunnen voldoen.
De grootste tanker die na de WO II ooit is gebouwd is de Franse tanker s.s.'Batllus', gebouwd op de Franse werf Chandiers de L'Atlantic in 1976 met een laadvermogen van 553.662.BRT voor Societe Maritime Shell Francis. Het schip werd in 1985 gesloopt.









maandag 17 februari 2014

MAC. OF HULPVLIEGKAMPSCHIP.

MERCHANT AIRCRAFT CARRIERS.

Een nieuwe taak voor tankers in de WO II oorlogsjaren, met name vanaf 1943, vormde de Merchant Aircraft Carriers, afgekort tot MAC.
Negen tankers van de Shell, waaronder twee van de Nederlandse Groepsvloot, namelijk de 'Gadila' en 'Macoma' ondergingen een transformatie die hen in staat stelde én olie te blijven vervoeren én bescherming te bieden aan het konvooi waarin ze waren opgenomen. 




( De tanker 'Gadila' voordat ze werd omgebouwd tot een MAC.)


( De 'Gadila' omgebouwd tot een MAC.)

Dat juist tankers voor deze taak werden gekozen had o.a. te maken met hun constructie. Zo'n verbouwing duurde ongeveer vijf maanden. Niet alleen het vliegdek moest er erop en het stuurhuis naar opzij, maar de gehele accommodatie werd vertimmerd: immers, 40 à 50 man van de vliegdienst voer extra mee.


( De 'Macoma ' voordat ze werd omgebouwd tot een MAC.)

Een operatiekamer werd ingericht, de ziekenboeg vergroot, een medische staf aan boord geplaatst en natuurlijk uitbreiding van het civieledienst-personeel. Het aantal opvarenden werd aldus, inclusief extra kanonniers voor de zwaardere bewapening, ongeveer 115.


( De 'Macoma' omgebouwd tot een MAC.)

Voor het vervoer van vliegtuigen, al zij het dan niet operationeel, waren tankers uitermate geschikt. In 1944 bouwde men in één extra dag een dek op een tanker in New York, waarop 28 vliegtuigen werden vastgesjord, bestemd voor de bevrijde havens in de Middellandse Zee.


( Een opname van de MAC 'Gadila' genomen vanuit een 'Swordfish-vliegtuig'.)

Deze MAC's vervoerden tijdens de konvooivaart niet alleen de gebruikelijke olielading, wat door de verbouwing was beperkt tot 1000 ton, maar boden met de drie tot vijf vliegtuigen die ze aan boord hadden, bescherming aan het konvooi.
Het dek was evenwel 460 bij 60 voet groot, hetgeen ertoe leidde dat terugkerende vliegtuigen wel eens zo ver doorschoten dat zij in het veiligheidsnet belanden dat buiten het schip hing.


( Op deze afbeelding zijn de kabels zichtbaar waarmede het vliegtuig werd afgeremd.)

De 'Swordfish' vliegtuigen waren uitgerust met twee dieptebommen en vier kleiner bommen of met zeer sterke vernietigings raketten tegen de onderzeeboten die jacht maakten op de konvooien.

Deze beide schepen werden pas in 1946 bij de werf Wilton Feyenoord en de Rotterdamse Droogdok Maatschappij weer naar hun oorspronkelijke gedaante verbouwd. Ze deden nog dienst als tanker tot de jaren 1958/59.



zaterdag 15 februari 2014

SHELL TANKERS EN DE VARENDE AGRARIËR. (DEEL1-B)





(VERVOLG)



ESSO.

Iedere gezinsuitbreiding in de veestapel van boer Houben wordt keurig gemeld aan het schip waarop werktuigkundige Kees op dat moment dienst doet. Zijn gewoonte is het dan om de geboorte-aankondiging op het mededelingenbord te prikken, opdat een ieder hiervan kennis kan nemen.
Doch vragen wij ons af of hij ook de geboorte van het stiertje "Esso"  aldus op een Shell-tabker heeft bekend gemaakt.
Met een enigszins verontschuldigend gezicht verzekert boer Houben, dat deze naamgeving uitsluitend plaatsvond ter wille van de de overbuurman in dienst van de genoemde firma, omdat ook hij wel burenhulp verleent. En om dan onze nauwelijks verborgen teleurstelling weg te nemen voegt hij er aan toe, dat de naam "Esso" aan het stierkalf werd gegeven, dat toch spoedig in de verkoop ging.



Ze staan op een rij, de "Capisteria", Kopionella"en al die andere naar schepen vernoemde stuks vee.










Toch hebben zich al eens echte moeilijkheden voorgedaan bij de naamgeving. Alle schepen waarop Kees had gevaren, waren al aan de beurt geweest en toch kwam er weer een kalf. Tegenhouden kon men het niet meer en noodgedwongen heeft men het beest "Shellina" gedoopt  Men is de Shell dus verder wel trouw gebleven.


ACTIEF.

Tijdens verlof in de zomermaanden is er voor Kees uiteraard meer werk op de boerderij dan in de winter. 
Het worden zelfs wel eens lange dagen, vooral als het hooi binnengehaald moet worden. De grootste prestatie waar de Houbens het nu nog over hebben , is het gemeenschappelijk klaarmaken, opladen en stouwen van maar liefst 1100 pakken hooi op één dag. Maar dat is ook een werkdag geweest van 's morgens zevenen tot middernacht, waarbij ten slotte werd gewerkt bij het schijnsel van de koplampen van de trekker. Een voertuig overigens, waar onze werktuigkundige goed - en ook graag - raad mee weet.
Het bloed kruipt uiteindelijk, afijn , u weet wel.


Met  boerin Houben in de stal,
die de administratie bijhoudt
van het bedrijf.

















Inmiddels heeft hij de verworven agrarische kennis en zijn foto-hobby weten te verenigen. Een prachtige diaserie van het steken van asperges is samengesteld, maar ook een serie waarop de geboorte van een kalf tot in detail wordt weergegeven. Deze laatste wordt zelfs op de dorpsschool vertoond - over sexuele voorlichting gesproken! Maar ook zijn vaartijd alsmede de landen waar de Shell-tankers aanlopen zijn in kleur in beeld gebracht, tot grote vreugde van de plaatselijke schooljeugd, die vertoning daarvan als een welkome afwisseling van het cijferen beschouwt.
Thans staat een dia-verzameling van kastelen en ruïnes uit de omgeving op stapel, terwijl tijdens het eerstvolgende zomerverlof een film zal worden geschoten van het werk van de veearts. Ook heeft de molenstichting van Midden-Limburg hem gevraagd van alle  wind- watermolens en rompen, een diaserie samen te stellen.
Het zou verkeerd zijn nu de conclusie te trekken dat de werktuigkundige Kees zijn roeping heeft gemist.
Al weet hij veel van het boerenbedrijf door zelf mee te werken, al kan hij nu assisteren bij het "afschuren" en opensnijden van geslachte varkens en ook al weet hij de geheimen om balkenbrij te maken, of hoofdkaas of leverpaté, hij beschouwt dit alles als een soort ontspanning tijdens de verlofdagen. Zijn werkkring op zee boeit hem evenzeer. En tijdens de verlofdagen wordt hij er ook dagelijks aan herinnerd door de parkiet te zijnen huize, die steeds haar naam roept: nota bene Kopi o'Nella.




REACTIES OP SCHEEPSNAMEN.

Het artikel "De varende agrariër' in het maart-nummer heeft nogal wat reacties opgeroepen. Wij wisten natuurlijk wel, dat er in Nederland huizen zijn die de namen dragen van onze schepen. Net zo goed als ons bekend was, dat er allerlei plezierjachtjes, enz rondzwalken over de binnenwateren, gesierd op de boeg en achtersteven met de naam ven een onzer (ex) tankers. Sterker nog, er zijn zelfs kinderen die de naam van een onzer schepen dragen. Dat er echter zoveel verschillende soorten dieren waren die kwispelen, rechtop gaan zitten of naar de voedende hand van de eigenaar rennen zodra je een schip noemt, was ons niet bekend.
Kanaries, honden, hamstertjes, poezen en konijnen, verspreid over het gehele land blijken de faam van onze vloot uit te dragen. Overigens ontvingen wij uit Sint Odiliënberg bericht, dat er weer een vaarskalf in de stal van boer Houben bij is: "Onoba"!

Note: De heer Wouters was de trein naar Roermond gereisd en met een taxi naar Sint Odiliënberg gekomen.
Helaas moest hij zijn reisschema aanpassen terug naar Rotterdam, daar hij eerst een hapje moest mee eten, waarna hij voorzien van enige Limburgse specialiteiten met de auto naar het station in Roermond werd gebracht voor zijn treinreis terug naar Rotterdam.
Ik beloofde hem dat als zich iets zou voorvallen aan boord wat interessant zou zijn voor het plaatsen in ons maandblad "Tussen Schip en Ka" ik hem van kopie zou voorzien.