KAAP DE GOEDE HOOP
EN WISSELEN VAN DE WACHT (1).
Het is een veel voorkomende foutieve veronderstelling dat Kaap de Goede Hoop het zuidelijkste punt van het werelddeel Afrika is. Daar het vroeger aan goede zeekaarten ontbrak aan boord van de zeilschepen maakten zij ook vaak deze navigatie fout met alle gevolgen van dien.
Komende vanuit de Indische Oceaan passeerden zij het het zuidelijkste punt van Afrika, Kaap Agulhas. Vooral in het winterseizoen was dit een gevaarlijke onderneming. Als eerste komen hier de stromingen van de Indische Oceaan en de Atlantische Oceaan samen wat een hoge zeegang tot gevolg heeft. De winterse stormen konden in dit gebied golven creëren van meer dan 25 meter hoogte. Was het dan gelukt om deze kaap te passeren, dan werd vaak de fout gemaakt om er van uit te gaan dat Kaapstad spoedig in zicht zou komen. Zo voeren veel schepen de verkeerde baai binnen en leden daar schipbreuk. De naam Valsbaai zegt dan ook meer dan genoeg. Ook vanuit de Atlantische Oceaan komende werd deze navigatie fout vaak gemaakt.
De naam Agulhas komt van het Portugees voor "naald". Dit vanwege de scherpe rotsen en kliffen die bij deze kaap liggen. Vanaf Kaap Agulhas was het nog ruim 100 zeemijlen ( één zeemijl is 1648 meter.) varen eer men Kaap de Goede Hoop kon passeren en men uiteindelijk de Tafelbaai bij Kaapstad kon bereiken.
( Een NASA foto van Kaap de Goede Hoop met Cape Point en de Valse Baai. Linksonder het bekende Robbeneiland in de Tafelbaai voor Kaapstad.)
KAAP DE GOEDE HOOP.
De eerste zeevaarder die deze kaap passeerde op zoek naar een route overzee naar de "Oost" was de Portugees Bartolomeuz Diaz in 1488. Hij gaf deze kaap de naam Cabo das Tormentas, Kaap der Stormen.
Het was koning Johan II van Portugal die de naam liet veranderen in Cabo de Bõa Esperança, Kaap van de Goede Hoop, daar door de ontdekking ervan de zeeroute naar de "Oost" mogelijk werd.
Door de steeds drukker wordende vaart vanuit Europa op de "Oost"werd de Tafelbaai vaak aangedaan om vers water en eten in te nemen. Ook de schepen van de VOC die snel de Portugese route hadden ontdekt maakten hier gebruik van. Zo ging in 1652 in opdracht van de 'Heren van de VOC', schipper Jan van Riebeeck hier aan land met zijn bemanning en stichtte er een verversingsstation. Er werd een nederzetting gebouwd met een klein ziekenhuis en een scheepsreparatiewerf. Meegebrachte planten en zaden werden in aangelegde tuinen gepoot en zorgden voor verse groente en fruit. Zo kwam dan ook de druif in Zuid-Afrika terecht. Met de lokale bevolking de Khoi-khoi oftewel de Hottentotten werd handel gedreven voor het verkrijgen van vee voor melk en vlees.
In de latere jaren breidde de VOC de nederzetting uit met de bouw van een kasteel en werd het een vestigingskolonie. Door de komst van kolonisten uit Nederland, Duitsland en Frankrijk, slaven, bannelingen, fortuinjagers en niet VOC medewerkers groeide het aantal inwoners en zo ontstond de stad Kaapstad aan de Tafelbaai, genoemd naar de afgeplatte bergtop van de Tafelberg.
In 1795, na de 'Kafferoorlog' en de Britten de 'Slag om Muizenberg' wonnen kwam dit gebied onder hun beheer.
Op zijn Zuid-Afrikaans spreekt men van: Kaap die Goeie Hoop en in het Engels: Cape of Good Hope. Het zuidelijkste punt van deze kaap heet Cape Point.