EEN MIDDEL TEGEN DE ZIEKTE
NA EEN STEEK VAN HET INSECT.
MALARIA.
Malaria of moeraskoorts is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een steek van de malariamuggen.
Het woord malaria is afgeleid van het latijn voor 'slechte lucht', mala aria, en heeft betrekking op de overheersende geur in moerassen.
Kenmerkend voor malaria zijn de koortsaanvallen, gepaard gaande met koude rillingen en braken.
De meest gevaarlijke soort van deze ziekte is de malaria tropica. Door een beet van deze mug kunnen rode bloedlichamen verloren gaan, wat zal leiden tot bloedarmoede, een vergroting van de milt en zelfs verstopping van de bloedvaten in de hersenen, wat de dood tot gevolg kan hebben.
In bepaalde gebieden van Afrika en Verre Oosten raakt een groot deel van de bevolking vanaf de jeugd met malaria besmet. mensen die herhaaldelijke besmettingen overleven, kunnen langzamerhand een zekere weerstand opbouwen.
Voor malaria bestaand geen anti-vaccinatie. Bij het krijgen van de verschijnselen dienen deze direct met effectieve medicijnen bestreden te worden.
Het eerste middel tegen deze ziekte was kinine, een alkaloïde dat uit de bast van de kinaboom wordt gewonnen, en door de Spaanse jezuïeten uit Zuid-Amerika werd meegebracht naar Europa.
Malariamuggen gedijen goed in warme vochtige streken, maar is bij uitstek niet een tropische ziekte. Tot in de twintigste eeuw kwam malaria ook voor in de koude noordelijke streken van Europa en Noord-Amerika. Door de rigoureuze bestrijding van de mug is deze ziekte in de ontwikkelde wereld verdwenen.
Het verspreidingsgebied ligt nu voornamelijk in de derde wereld.
Het is niet het moerasgebied dat deze mug doet gedijen, maar vooral vervuild stilstaand water en open riolen zijn kweekvijvers voor deze mug. Het is dus vaak een gebrek aan goede infrastructuur en hygiëne.
KINABOOM.
De kinaboom, Latijnse naam Cinchona, is een altijd groen blijvende boom, waarvan er 38 soorten bestaan in de familie Rubiaceae.
De boom vindt haar oorsprong in Zuid-Amerika en is door de ontdekkingsreizen uiteindelijk in India en het toenmalige Nederlands-Indië terecht gekomen, nadat de Spaanse jezuïeten dit geneesmiddel meebrachten naar Europa.
De boom vindt haar oorsprong in Zuid-Amerika en is door de ontdekkingsreizen uiteindelijk in India en het toenmalige Nederlands-Indië terecht gekomen, nadat de Spaanse jezuïeten dit geneesmiddel meebrachten naar Europa.
De naam komt waarschijnlijk uit de taal van de Quechua-indianen "kina kina", "schors der schorsen". Die dan ook op de hoogte moeten zijn geweest van de geneeskrachtige werking uit dit schors.
De botanische naam verwijst naar een zogenaamd succesvolle genezing van de gravin van Chinchon, de vrouw van de Spaanse onderkoning van Peru, in 1639.
De boom komt heden nog voor in het wapen van Peru.
(Bloeiwijze van de Cinchona pubesens met de kenmerkende aan de rand behaarde kroonblaadjes.)
De kinaboom groeit zelden als struik, meestal als boom. In de afgeplatte zijtoppen zijn de bladeren rechtopstaand en op elkaar geperst. De kort aan de tak zittende steunblaadjes zijn tongvormig tot omgekeerd eirond met een brede kant aan het uiteinde.
De geurende bloemen zijn tweeslachtig en hebben een vijftallig dubbel bloemdek. De vijf kelkbladen zijn versmolten. De vijf gele, roze, paars naar rood of soms witte bloemblaadjes zijn versmolten tot steeltjes- of trechtervormig. De kroonholte is van binnen kaal of behaard en de bloemkroonbuis steekt vaak naar buiten uit. Er is een cirkel met vijf vruchtbare meeldraden aanwezig die niet of nauwelijks uit de bloemkroonbuis uitsteken. De korte meeldraden zijn kaal.
De geneeskrachtige werking komt uit de bast van de boom, hieruit worden bitter smakende verbindingen geproduceerd.
De verbindingen werden vroeger vooral gebruikt tegen malaria, en opgenomen in de middelen tegen koorts.
Niet alle soorten kinabomen bevatten evenveel werkzame stof.
De Nederlanders probeerden op Java de Cinchona calisia te laten groeien, terwijl de Britten in India probeerden om de Cinchona succiruba te cultiveren. In beide soorten bleek de concentratie van het werkzame bestanddeel te laag om de winning economisch te maken. Toch bleef het van medisch belang.
Chemische structuur van kinine.)
Tijdens de WO-II werden veel van de Indische kinaboomplantages door het Japanse leger verwoest hierdoor werd het zoeken naar synthetische vervangers versterkt. Cloroquine was een van de eerste synthetische vervanger. Tegenwoordig is het als Nivaquine in de handel.
De botanische naam verwijst naar een zogenaamd succesvolle genezing van de gravin van Chinchon, de vrouw van de Spaanse onderkoning van Peru, in 1639.
De boom komt heden nog voor in het wapen van Peru.
(Bloeiwijze van de Cinchona pubesens met de kenmerkende aan de rand behaarde kroonblaadjes.)
De kinaboom groeit zelden als struik, meestal als boom. In de afgeplatte zijtoppen zijn de bladeren rechtopstaand en op elkaar geperst. De kort aan de tak zittende steunblaadjes zijn tongvormig tot omgekeerd eirond met een brede kant aan het uiteinde.
De geurende bloemen zijn tweeslachtig en hebben een vijftallig dubbel bloemdek. De vijf kelkbladen zijn versmolten. De vijf gele, roze, paars naar rood of soms witte bloemblaadjes zijn versmolten tot steeltjes- of trechtervormig. De kroonholte is van binnen kaal of behaard en de bloemkroonbuis steekt vaak naar buiten uit. Er is een cirkel met vijf vruchtbare meeldraden aanwezig die niet of nauwelijks uit de bloemkroonbuis uitsteken. De korte meeldraden zijn kaal.
De geneeskrachtige werking komt uit de bast van de boom, hieruit worden bitter smakende verbindingen geproduceerd.
De verbindingen werden vroeger vooral gebruikt tegen malaria, en opgenomen in de middelen tegen koorts.
Niet alle soorten kinabomen bevatten evenveel werkzame stof.
De Nederlanders probeerden op Java de Cinchona calisia te laten groeien, terwijl de Britten in India probeerden om de Cinchona succiruba te cultiveren. In beide soorten bleek de concentratie van het werkzame bestanddeel te laag om de winning economisch te maken. Toch bleef het van medisch belang.
Chemische structuur van kinine.)
Tijdens de WO-II werden veel van de Indische kinaboomplantages door het Japanse leger verwoest hierdoor werd het zoeken naar synthetische vervangers versterkt. Cloroquine was een van de eerste synthetische vervanger. Tegenwoordig is het als Nivaquine in de handel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten