donderdag 25 december 2025

NOORD-SUMATRA RAMPGEBIED. 2025. BALIGE. (DEEL 2.)

 

   MIJN LAATSTE REIS NAAR EEN MIJ

 GELIEFD GEBIED VAN DE BATAKKERS,

       WAT EEN RAMPGEBIED WERD.

                                               DEEL 2. 



NOORD-SUMATRA.


BALIGE.

Donderdag 11 december om zeven uur opgestaan, een koudwater stortbad genomen en mijn ontbijt genuttigd en daarna de nodige bagage ingepakt, want we gaan op stap. Het ligt in de bedoeling dat we negen uur vertrekken, maar dat zal wel weer 'jam karet' een elastische tijd worden. Zo vertrokken we een uur later naar het gebied ten zuiden van het Toba Meer, het grootste kratermeer ter wereld.


We reden in de richting van de stad Parapat, maar verlieten deze vaste route, om om de stad heen te rijden. Een zeer mooie rustige route die slingerde door een bergachtig gebied vol met Eucalyptus bomen en afgewisseld door gewone wouden. Deze Eucalyptus bomen worden gebruikt voor de houtindustrie, papierindustrie en voor de productie van olie een zalfjes tegen alle mogelijke kwalen. 
Zo plotseling een mooi zicht op het Toba Meer en de valleien gelegen kleine dorpjes.
Even voor de stad Balige, de hoofdstad van het regentschap Toba, kwamen we weer op de oude weg met een zicht op de bergen van de kraterwand waar de regenwolken langzaam naar beneden rolden.

In Balige passeerden we de aan de hoofdweg gelegen traditionele gebouwen van de overdekte markt. De gevels zijn opgebouwd in de traditionele stijl met versieringen van de Toba-Batak woningen.
We besloten eerst het Batak Museum te gaan bezoeken, wat even buiten de stad bleek te liggen.
Het complex zelf bevindt zich in het dorp Jl.Pagar Batu nr. 88 Silalahi. 
Het is opgericht door- en vernoemd naar- de prominente Batak-persoonlijkheid: Tiopan Bernhard Silalahi die een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van Noord-Sumatra en Indonesië.
Hij was van 1993 tot 1998 minister van Bureaucratische Hervormingen van de regering en is momenteel lid van de adviesraad van de president voor Leger en Defensie.
het museum is officieel geopend voor het publiek sinds 18 januari 2011 en is gebouwd op het concept dat de etnische Batak al sinds de oudheid hoge culturele waarden kenden. Dit wordt bewezen door het feit dat de Batak hun eigen specifieke schrijf- en gesproken taal bezitten, waar ze traditionele democratische principes van hebben Dalihan Natolu, en het gebruik van doorgegeven clan- of familienamen. Al deze waarden staan bekend als een verbindend symbool van de Batak-clans, namelijk: de Batak Toba, Batak Simalungun, Batak Mandailing, Batak Angkola, Batak Pakpak/Dairi en de Batak Karo. 


Bij het betreden van het complex moest toegang betaald worden, en het was niet verwonderlijk dat ik als buitenlander 50.000 rp moest betalen en de lokale medereizigers maar 15.000 rp per persoon. Ach verschil moet er zijn.
Op de begane grond is ruimte voor traditionele Batak-steensculpturen, een klein traditioneel Batak-dorp met drie typische Batak-huizen, replica's op werkelijke schaal van de Rumah Bolon en de Rumah Batak.


Verder is er aan aparte hal met de politieke geschiedenis van Indonesië, met foto's van alle presidenten, militaire onderscheidingen etc. 

Weer buiten gekomen en het Batak-dorp bezocht te hebben komt met uit op een midden terrein met nog een Batak woning van de Simalungun Batak en heeft men een mooi uitzicht op het Toba Meer.
In het hart van het terrein staat majestueus het Batak-museum met zijn moderne ontwerp, geaccentueerd door een composiet aluminium buitenkant op hoge versierde zuilen, die een futuristisch gevoel geeft aan de traditionele motieven. Voor de ingang staat een 7 meter hoog bronzen beeld van de Batakkoning.


Boven in het gebouw zijn de belangrijke tentoonstelling ruimtes van het museum.
Hier worden alle waardevolle collecties getoond, met één bijzonder hoogtepunt op de , de eeuwen oude traditionele Batak geweven doeken, waarvan de oudste vermoedelijk 500 jaar oud is. Verder geschriften, traditionele wapens en werktuigen, sieraden en klederdrachten.



(Met de klok mee: De versierde zuilen van het museum; Muziekinstrumenten; Een houten watervat; Voorbeeld van een kookplaats; Beelden van voorouders; En de vlag die de Batakkers gebruikte in hun strijd tegen het koloniale bewind van de Nederlanders.)

Helaas was het niet mogelijk goede afbeeldingen te maken van de Batak traditionele klederdrachten die achter glas stonden opgesteld; het glas was vettig vuil en weerspiegelde  het flitslicht.
Het Museum Batak wordt beschouwd als een van de modernste musea in Indonesië.
Helaas was de verklaring bij de tentoongestelde voorwerpen amper te lezen en ontbrak er een museum-winkel waar men eventueel mooi aanzichtkaarten van de collectie zou kunnen kopen of een verklarend boekwerk met afbeeldingen.
Ach wat niet kan in de toekomst nog komen!

Na het boek aan het museum eerst ergens een hapje gegeten voordat we onze reis verder voortzetten naar Tarutung waar we zouden overnachten. Onze bagage uitgepakt en naar Sipoholon gereden om de warmwaterbronnen te bezoeken.


                Zie vervolg: NOORD-SUMATRA RAMPGEBIED. 2025. SIPOHOLON. DEEL 3.




NOORD-SUMATRA RAMPGEBIED. 2025 (DEEL 1)

 

  MIJN LAATSTE REIS NAAR EEN MIJ

GELIEFD GEBIED VAN DE BATAKKERS,

       WAT EEN RAMPGEBIED WERD.

                                               DEEL 1.



NOORD-SUMATRA EEN RAMPGEBIED.

Maanden geleden deze reis naar Noord-Sumatra getracht te boeken bij Singapore Airlines en deze zat rond de tijd die ik in gedachten had al helemaal volgeboekt, wat natuurlijk kwam door de naderende feestdagen. Ook Garuda Indonesia zat vol, dus dan maar een vlucht met de KLM naar Bangkok en daar vandaan doorvliegen met Asia Air naar Medan. 

Op 27 november 2025 met de KL843 met een uur vertraging om 18.00 uur van Schiphol vertrokken naar Bangkok.
Het toestel zat tot z'n nok afgeladen met het merendeel buitenlandse toeristen en vooral uit Spanje. Het was dus een nachtvlucht en van slapen kwam niet veel daar onze Spanjaarden geen moment hun mond dicht konden houden en luidruchtig hun discussies voortzetten zelfs na een waarschuwing van de cabine personeel. De immigratie formulieren thuis reeds klaar gemaakt wat weer geld koste. Een tip doe dat nooit meer, want dat kan ook gratis op het vliegveld waar daarvoor computers gereed staan. Met een uur vertraging dus geland op het nieuwe vliegveld van Bangkok, het Suvarnabhumi International Airport. Hier moest ik door de immigratie die het uitgeprinte formulier geen oog waardig gaf en een stempel in mijn paspoort zette. Dat ik door de immigratie moest was dat ik daar mijn bagage op moest halen. Dat niet verder door KLM werd verzorgt voor de aansluitende vlucht naar Medan met Indonesia Air Asia. Met een overstap tijd van nog net twee uur.

Dus na het ophalen van de bagage op zoek gegaan naar de incheck balie voor de vlucht QZ155 naar Medan. Was niet te vinden. Toen kwam uiteindelijk de aap uit de mouw waarom de bagage opgehaald moest worden. De vlucht naar Medan vertrok van het oude internationale vliegveld Don Mueang International. Dit stond niet in de reisdocumenten die mij waren toegestuurd door KLM vermeld.
Dit vliegveld was een uur rijden van het nieuwe vliegveld verwijderd. Zodoende op zoek gegaan naar een taxi en als het verkeer niet tegen had gezeten zou ik de vlucht naar Medan nog hebben kunnen halen, maar helaas de gate was gesloten. Bij de service balie van Air Asia het probleem uitgelegd en een vlucht voor de volgende dag kunnen boeken, die om 12.20 zou vertrekken. 

Ze raden me aan naar het 12 The Residence Hotel te gaan voor een overnachting. Daar aangekomen bleek dat er direct geen kamer vrij vrij was en ik in de bar maar een uurtje moest wachten. Dat gedaan onder het genot van en Thai's biertje en zowaar ik kreeg een kamer, maar het bleek een familiekamer te zijn, die zo groot was dat ik er met mijn auto in zou kunnen rondrijden. Eerste heerlijk gewassen en daarna naar een massage gegaan om alle stijfheid en spierpijn weg te laten masseren. In een klein restaurantje later wat gegeten en vroeg naar bed. De volgende ochtend op 29 november, na een goed ontbijt, met een door het hotel verzorgde taxi naar het vliegveld gebracht om in te checken voor mijn vlucht naar Medan. Kosten van deze ellende waren op geen van beide luchtvaartmaatschappijen te verhalen.

Op 29 november 2025 een vlucht met het zelfde nummer zou de reis voortgezet kunnen worden, maar het vertrek om 12.20 uur werd ook weer met ruim een uur vertraging begonnen. Het is in deze landen gewoon wachten eer de laatste passagiers uiteindelijk een op komen dagen. Maar uiteindelijk naar twee uur vliegen aangekomen op het vliegveld van Medan Kualanamu, waar in werd opgewacht door mijn gastfamilie. 

Vlak voor mijn aankomst in Noord-Sumatra vond er een enorme grondverschuiving plaats bij de plaats Sibolga, gelegen aan de Indische Oceaan. Een hele berghelling, werd door de zware regenval, afgeschoven en blokkeerde de rivier die al buiten zijn oevers stond en deze veranderde in een alles verwoestende stroom van water en modder. Honderden doden tot het gevolg. Een economische ramp.
Maar ook meer landinwaarts waren gevolgen van de zware regenval goed te zien. Zo ook op de autoreis over de tolweg van Medan naar Siantar. De langs de tolweg gelegen sawa's waren veranderd in enorme meren, geen dammetjes waren meer te zien. Ook de lager gelegen dorpen stonden onder water.

Alles het gevolg van El Nino en de ontbossing op Sumatra. Het water van de Indische Oceaan is door de klimaatverandering warmer geworden. De opstijgende dampen vormen regenwolken die bij het naderen van de kust moeten gaan stijgen door het gebergte. Om verder te kunnen stijgen laten deze regenwolken hun lading water vallen op het bergachtige land. Maar door de legale en illegale kap van bomen op de hellingen wordt de aanwezige grond doordrenkt van het water en daar de wortels van de bomen afgestorven zijn en de aarde niet meer vast houden ontstaat er een aardverschuiving.

De kleine en grotere rivieren die door de vele regenval al buiten hun oevers zijn getreden worden door een dergelijke aardverschuiving afgedamd en treden nog verder buiten hun oever, overstromen hele woongemeenschappen en sleuren alles mee op hun weg stroomafwaarts. Een natuurgeweld waar de mens het tegen moet afleggen.

Onder de getroffen bevolking groeide een enorme frustratie door de haperende hulpverlening. Hulporganisaties riepen al dagen lang op om de nationale noodtoestand uit te roepen, zodat de lokale overheden makkelijker aan noodfondsen konden komen. Maar de regering onder president Prabowo weigerde. Nog geen week later werd Atjeh getroffen door dit natuur geweld en kwam er wel hulp opdagen. Na twee weken van de ramp bij Sibolga werden pas de eerste militairen ingezet.

Onderweg van Medan naar Siantar verlieten we de tolweg om in de plaats Tebing Tinggi, bij het mij reeds bekende restaurant INDIA een hapje te gaan eten. Aan de inwendige mens moet ook gedacht worden.
Zo werd het in de avond eer we in Pematang Siantar aankwamen. Na de nodige nieuws uitwisselingen en de door mij meegebrachte geschenken in ontvangt genomen te hebben, was het toch snel middennacht en tijd om naar bed te gaan.




Zondag 30 november.

Na een goede nachtrust en een lekker ontbijt met fruit, eerst naar de kapper gegaan, die me keurig knipte, wat inclusief een schouder en nek massage omgerekend drie euro koste.
Na de kapper wat boodschappen gedaan en bij Lim Kok Tong een heerlijke ijskoffie-melk gedronken en bij de buren een portie Pangsit gehaald en opgegeten.
Vanavond ga ik met de familie uit eten bij Seafood 99 Siantar met de naam Pecel Lele. Een grote openlucht eetgelegenheid afgedekt met zeilen. Bekend om zijn vis en kipgerechten, waarbij je sambal krijgt die zo heet is, dat je verf mee kan afbranden.
Het klimaat is hier ook van slag; overdag veel regen en niet extreem warm en de nachten zo koel dat je onder een dunne deken gaat slapen. De mensen lopen met dikke jacks aan en mutsen op. 

In het verdere verslag van deze reis zal ik voornamen noemen: Opa Sam en Oma Hetty, Zoon Toni en vrouw Ervina en hun zoontje Michael, zus van Toni, Epi en andere personen. Dit om privé redenen.
In het verdere verslag zal ik de plaatsnamen vermelden en de reden van het bezoek. Mijn reisplanning voor deze drie weken is helaas letterlijk en figuurlijk in het water gevallen door de vele zware regen val.


Het was mijn planning om in deze drie weken om in Balige een bezoek te brengen aan het Batak Museum, in Sipoholon aan de vulkanische warm waterbronnen en in Tarutung de soda bronnen. Dit alles was sterk afhankelijk van de weersomstandigheden.

Dinsdag 2 december.

Op deze ochtend moest Ervina met de kleine Michael naar de consultatie bijeenkomst en mij werd gevraagd mee te gaan. Nu dacht ik dat dat in een gebouw zou zijn, maar wat bleek het was op een woonerf van een van de verder gelegen woningen. Allemaal moeders met kleine kinderen. De kleintjes werden gewogen en gemeten, wat allemaal op papier werd genoteerd en ook op een site van een van de telefoons van de consultatie dames.  Ik ontkwam er weer eens niet aan en ook mijn gewicht en lengte moesten bepaald worden onder grote hilariteit. Een lezing over gezond eten aangehoord en moest daarna met al de consultatie dames op de foto. Alle moeders kregen aan het einde van de lezing een voedsel pakketje en ook ik kreeg er een in mijn handen gedrukt. Het was gewoon een leuke ervaring hoe het aan de andere kant van wereld toegaat.
In de middag de stad ingegaan om twee mooie lappen stof te kopen die bij een invalide kleermaker werden afgeleverd (samen met mijn oude kimono als model) om daar twee kimono's van te laten maken. Kosten van het materiaal 40 euro en die voor de kleermaker 20 euro.

Woensdag 3 december.

Een feestdag voor de familie, daar Michael deze dag drie jaar oud zou worden. In de ochtend met Toni en Ervina naar de banketbakker gegaan om heerlijke feesttaart te kopen. Het werden er twee daar er zeker 25 gasten werden verwacht. Toen Michael zijn middag slaapje deed hebben we de kamer versierd en klaar gemaakt voor het bezoek; meubels aan de kant en matten op de vloer, waarop iedereen kon zitten. De visite druppelde tussen de stortbuien door binnen en het gezellig druk. Eerst gezamenlijk het avondeten genuttigd, witte rijst met gegrilld speenvarken en soep van de botten van het dier. Het was heerlijk en een ieder hielp mee met het opdienen en later met het opruimen. Toen kwam de taart met drie kaarsjes die Michael uit moest blazen en dat lukte hem niet, dus stiekem een handje geholpen.   
Later gingen alle mannen naar de waranda om een kretek (een kruidnagel sigaret) te roken en tuak (palmwijn) te drinken.
Op droge momenten vertrok de visite en het bleef de verdere avond en nacht zeer zwaar regenen met onweer, en geen klein beetje ook. 
 
Donderdag 4 december.

Het was de bedoeling om deze dag een bezoek te brengen aan een voor mij goede vriendin Elisabeth, en ook weer een verre verwant van de gastfamilie, in de omgeving van Medan. Ze belde in de vroege ochtend niet te komen daar haar woning water overlast had gekregen van de zware regen van afgelopen nacht.
Gingen deze avond met de familie uit eten in een net lokaal restaurantje en konden doordat het droog was buiten zitten. Bij het opgeven van de bestelling werd gevraagd of we ook ijs wensten en dat was geregeld. Maar wat schepte mijn grootste verbazing dat het ijs, dat we als dessert hadden besteld, eerst op tafel kwam. Maar de gerechten die verder besteld waren waren prima verzorgt  en smakelijk.
We hadden deze avond een mooie zonsondergang, maar het noodweer wat hierop volgde was onvoorstelbaar. Bliksem en donder met zo'n zware regenval dat de straten  op kleine rivieren leken.
Ik heb in deze eerste dagen al meer regen meegemaakt dan in Nederland in een heel jaar.

 Vrijdag 5 december.

We zijn toch onverwachts naar Elisabeth gegaan bij Medan. Ik wist niet beter dat ze in een gewoon huis in de stad woonde, maar ze was intussen verhuist naar een klein dorp ver buiten het drukke Medan.


 De nieuwe woning van Elisabeth lag in een klein dorp (dessa) ten zuiden van de stad Medan. Bij het binnen rijden was het even zoeken, want de eerste weg rechtsaf ging bergopwaarts dus deze niet, en het was de volgende die vrij stijl naar beneden afliep en doodlopend was.  Het was het een na laatste huis met ervoor een nette onderhouden kleine tuin vol met planten wen het uitzicht op een klein natuurlijk meer. Gewoon rust en vrede, weg uit het gejakker van een grote stad. We werden hartelijk verwelkomt door haar en haar twee schone honden. Ik kreeg een eigen slaapkamer met een goed bed. In de vooravond naar een buitenwijk van Medan gereden om saté te gaan halen bij een restaurantje. keuze uit uit kip, rund en geit (ajam, sapi en kambing). Weer thuis met de familie dit opgegeten en het smaakte met de bijgeleverde pindasaus heerlijk. Elisabeth had buiten haar liefde voor de honden en planten, ook borduren als een hobby, en zij maakte prachtige schilderij afbeeldingen en tafelkleedjes. Zo mocht ik een tafelkleedje uit uit haar collectie uitkiezen als geschenk. Ze is een weduwe, weet van haar uitkering en kleine verdiensten het hoofd boven water te houden, maar leeft in een huis dat ze met liefde en alle comfort heeft ingericht. In mijn ogen een vrouw die de  traditie van de "adat" achter zich heeft heeft gelaten en naar de toekomst kijkt. Zaterdag 6 december, na een nacht van zware regenval keerden we terug naar Siantar.

LANGE FILES BIJ DE TANKSTATIONS.

Indonesië kent maar één oliemaatschappij en dat is de staatsoliemaatschappij Pertamina, alhoewel Shell voor speciale producten ook voet aan de grond heeft gekregen. Het was in de stad opvallend dat er enorm lange files stonden van auto's en motorfietsen bij de tankstations. Gewoon drukte ging ik van uit, maar op de weinige tussenstops aan de tolweg, met gelegenheden om wat te eten en naar het toilet te gaan, was het tankstation gesloten. Een ding was voor mij duidelijk dat er een te kort aan brandstof was, maar wat was daarvan de oorzaak? Spook verhalen deden de ronde, maar toen kwam kwam de aap uit de mouw, wat stil gezwegen werd. Bij de aardverschuiving in Sibolga werd de olie pijpleiding vanaf de zee terminal zwaar beschadigd en lag te toevoer van brandstof stil. De benodigde brandstof werd nu 's nachts aangevoerd met tankwagens vanuit Padang op Midden-Java.  Het was niet alleen benzine, maar ook diesel voor het vrachtverkeer. De economie kreeg een zware klap. Alleen al de koers van de rupia tegen de euro, die 17.000 was toen ik aankwam, was gestegen naar 19.000 tegen de euro.

SAMENVATTING VAN ZONDAG 7 T/M WOENSDAG 10 DECEMBER.

Op zondagochtend scheen zowaar de zon. Het was de vorige avond volle maan, wat zou moeten betekenen dat er ander weer zou komen. Schijnbaar een kou gevat en naar de Spa gegaan voor een massage en op de terugweg naar huis bij een groot warenhuis kinderlego gekocht voor de kleine Michael. Geen T.V. aan met filmpjes maar zelf creatief spelen. Het werd die dag zelfs 27 graden.
maar dank zij een lichte wind was het dragelijk.
Zondag op maandag nacht heeft zowaar niet geregend, maar het is afgekoeld. De lokale bevolking loopt met truien tegen de kou. Ik vindt het wat wij noemen zomers koel. Ook deze maandag lange rijen bij de tankstations waar sommige bestuurders van motorfietsen en auto's op slinkse wijze trachten voor te kruipen, wat regelmatig tot handgemeen uitloopt. Tegen 17.00 was de hele file opgelost, daar er geen brandstof meer was.
Dinsdag 9 december even bij de kleermaker langs gegaan, die aan mijn kimono's is begonnen en ik moest passen. Verder weer een dag met afwisselende regenbuien.
Woensdag 10 december vroeg opgestaan en met Toni naar een tankstation gereden buiten het centrum en zowaar  de tank goed vol kunnen gooien. Naar de bank gegaan om geld te wisselen en ze bleken geen biljetten van 100.000 rupia (5,25 euro) te hebben. Zodoende verlieten we de bank met een plasticzak met stapels kleine valuta biljetten. Nu we een volle tank hebben, gaan we morgen op stap.

MAKAN  EN LAPAR. (ETEN EN HONGER)

Als ik 's morgens opsta staat en al gelijk een bak koffie (koppie tubruk) voor me klaar en komt gelijk de vraag of ik wil eten "Makan Oom?" Tegen de middag weer deze vraag en als ik dan nog geen trek heb krijg ik regelmatig de vraag "Oom lapar", of ik honger heb. 
Dit gaat de gehele dag zo door. 
De mensen eten hier gewoon de gehele dag. Zo ook als je ergens mee op visite gaat, moet je als je daar aankomt ook eten en steeds de zelfde vragen verwerken.

Het is allemaal zeer gastvrij, maar de mensen hier begrijpen niet dat wij in Nederland drie keer per dag eten en meestal op vaste tijden en hooguit in de avond een snackje. Gaan ze ergens naar toe op visite, dan gaat er ook weer de nodige etenswaren mee.
Eten is er in dit land in overvloed. Overal langs de weg, en vooral in de avond zijn er voedsel karretjes te vinden met de meest uiteen lopende gerechten Honger kent men niet, voor een paar rupia kan de armste een maaltijd krijgen. 

Donderdag 11 december gaan we op stap. De bezienswaardigheden zal ik apart beschrijven in het vervolg NOORD-SUMATRA RAMPGEBIED.


                                   Zie vervolg: NOORD-SUMATRA RAMPGEBIED. DEEL 2. 


woensdag 24 december 2025

KERSTWENS 2025.

 



EEN WENS VOOR IEDER MENS 

  WAAR HIJ OF ZIJ MAG ZIJN 

          OP DEZE AARDE.


KERSTMIS.

Kerstmis, in de vele talen die we spreken op deze wereld heeft het een andere naam, maar ook vaak een andere betekenis. Voor de Christenen is het een geloofsfeest en voor zij die anders denken een gelegenheid om elkaar te verassen met geschenken. Maar altijd met de beste wensen.
Grote steden veranderen in een explosie van lichtjes en warenhuizen puilen uit met de meest uitlopende geschenken. De wens die men elkaar schenkt is in feite overal het zelfde; VREDE OP AARDE.
'Vrede op aarde', een wens die met de voeten wordt getreden. Vrede die niet niet mogelijk is onder de mensen, de mensen en de natuur, die genadeloos terugslaat.
Vroeger sprak men over de 'wijzen uit het oosten', maar ze zijn er niet meer; niet in het oosten, westen, noorden of zuiden. 

J.L was ik in Noord-Sumatra, een waar rampgebied waar de natuur de mensen in feite afstrafte voor het feit dat zij deze vernietigden door er geen respect voor te tonen. Het was vreselijk te zien hoe de natuur terugslaat als er alleen maar genomen wordt en niets terug gegeven. Zoals een oude man tegen me sprak; Allah (God) straft ons voor het vernietigen van zijn schepping.

Beste lezers van mijn weblog: ik wens u en allen en die u lief zijn 'Vrede op Aarde'; vrede met de mens en de natuur. 



maandag 24 november 2025

PROVENCE. (FR) RIJK VAN ZON, DRUIVEN EN WIJN. (DEEL 2)

 

       EEN PROVINCIE IN HET

  ZUIDOOSTEN VAN FRANKRIJK 

                     MET EEN

 EEUWENOUDE GESCHIEDENIS.

                                     DEEL 2.

PROVENCE-ALPES-CÔTE d'AZUR.

We verlaten Les Baux en rijden noordelijke richting door een mooi landschap en komen uit bij Saint Rémy. Voor het plaatsje komen we reeds in aanraking, zowel aan de linkerkant van de weg als de rechterkant met belangrijke monumenten.

SAINT-RÉMY-de-PROVENCE.

De gemeente maakt deel uit van het arrondissement Arles.
Het wapen van de gemeente is opgedeeld in twee vakken in de verhouding 1: 2. In het bovenste deel een blauwe baan met drie Franse lelies in het goud. Het onderste deel geeft de kleuren van het wapen van de Provence weer.
De belangrijkste vorm van inkomen is van de landbouw en vooral van het toerisme.

Rond de priorij Saint-Martin, gesticht in de 11e eeuw, ontstond een nieuwe bewoningskern. Tot de 12e eeuw heersten de heren van Les baux over de stad. In 1331 liet paus Johannes XXII de priorij seculariseren en vestigde er een kapittel. Hij liet ook de klokkentoren bouwen.
In de middeleeuwen was St.Rémy een ommuurde stad met drie poorten: de Porte Notre-Dame, de Porte St. Martin en de Porte Sarrasine. Het was Jeanne de Laval, weduwe van René I van Anjou die de titel van dame van St. Rémy droeg, zij verleende in 1482 bepaalde vrijheden aan de stad, waaronder het recht een wekelijkse markt te houden.
In 1818 stortte de kerk Saint-Matin tijdens restauratiewerken grotendeels in, waarbij de 14e eeuwse klokkentoren wel bewaard bleef. Tussen 1821 en 1827 werd een   nieuwe kerk gebouwd met financiële steun van Lodewijk XVIII.

 GALLO ROEMEINSE STAD GLANUM.

Voor we St. Rémy binnen rijden zien we zowel aan de linker- als aan de rechterkant van de weg belangrijke monumenten. Rechts aan de voet van het Alpilles-gebergte de restanten van de Gallo-Romeinse stad Glanum. Op het terrein met opgravingen staan de resten van tempels, thermen en huizen. Glanum ademt een Griekse sfeer, doordat de Grieken in Marseille gevestigd waren. De stad werd in de 3e eeuw grotendeels verwoest door de Germanen.

Links op de afbeelding de opgravingen van de Gallo-Romeinse stad Glanum.
Rechts en onder twee Romeinse monumenten: 'Les Antiques'.
Het zijn een triomfboog van keizer Augustus en een cenotaaf (een leeg praalgraf).

In de resten van Glanum zijn een woonwijk met baden en gebouwen langs een straat te vinden Resten van een forum, tempels, fonteinen, een basiliek en een theater. Dat deze overblijfselen zo goed bewaard zijn gebleven is dat de site werd bedekt was met alluviale modder die van de heuvels naar beneden spoelde. 
 De Cenotaaf van de Julii dateert uit ongeveer 20 v.Chr. en de grandeur en ligging ervan vermoeden dat het gebouwd is voor een groot soldaat, die voor zijn heldendaden het Romeinse burgerschap verkreeg.
De inscriptie op de zijkant geeft weer: 
"Sextius.M.L.IVLIEI.C.V.PARENTIBVS.SVEIS" (Mannen Marcus en Lucius Lulius, zonen van Gaius aan hun voorouders). Dit waren vermoedelijk kleinzonen van Augustus, die op jonge leeftijd stierven in de Romeinse oorlogen in Frankrijk.

ST. PAUL-DE-MAUSOLE.

Tegenover Glanum komen we via een smalle weg bij een voormalig klooster St. Paul-de-Mausole.
 

Het is een inrichting voor zenuwpatiënten, waar de zenuwziek geworden schilder Vincent van Gogh enige tijd verbleef nadat hij in Arles zijn oor had afgesneden. Naast de ingang staat een borstbeeld van Vincent, gemaakt door de beeldhouwer Zadkine (bekend van het monument 'De verwoeste stad' Rotterdam.)

Wij vervolgen onze reis naar Vaucluse, en rijden via L'Isle-sur-la-Sorque, een dorp dat door de rivier de Sorque wordt omsloten en de bijnaam heeft 'Venetië van de Provence'.

FONTAINE-de-VAUCLUSE.

Vaucluse is afgeleid van het Latijnse "Vallis clausa"dat "gesloten dal" betekend.
Deze toeristische plaats met nog geen 600 inwoners, heeft z'n naam te danken aan de bron waar de rivier de Sorgue zijn oorsprong heeft.
Tijdens de middeleeuwen was de dorpskerk een bedevaartoord omwille van het graf van bisschop Veranus van Cavaillon.

Hier woonde in de 14e eeuw de beroemde dichter Petrarca die er zijn geliefde Laura schreef. Op de Place de la Colonne, in het centrum, is in 1804 ter ere van de dichter een zuil opgericht. Ook is er een Petrarca museum.

Het wapen van de kleine gemeente heeft een blauw schild, wat verwijst naar het hel blauwe water uit de bron. Op het schild staan twee soorten vissen afgebeeld met de kop naar links gericht. Beide soorten komen in de rivier de Sorgue voor.

( De bron en de snel stromende rivier de Sorgue die er uit ontstaat.)

We verlaten dit kleine plaatsje met z'n vele toeristen en rijden in de richting van Gordes.
Voor het stadje staat een bord met daarop vermeld: 
'Village des Bories' en om onze nieuwsgierigheid te bevredigen maakten we daar een tussen stop.

DORP VAN BORIES.

Het dorp blijkt een openlucht museum te zijn en bestaat uit een groep hutten die in de volksmond 'Les Cabanes' wordt genoemd. Een borie is een hut, die gebouwd is met stenen zonder cement en werden in de prehistorie reeds bewoont, en zelfs tot in de 18e eeuw.

Deze hutten, ooit agrarische bijgebouwen die op seizoenbasis werden gebruikt, staan op een heuvel met een gemiddelde hoogte van 270-275 meter.
De hutten werden gebouwd met behulp van plaatselijk gewonnen, 10 tot 15 centimeter dikke kalkstenenplaten, die de naam "lauses" of "clapes" kregen.
Van de 28 stenen gebouwen die er nog staan; zijn er 20 die rechthoekig of trapeziumvormig bouwwerk hebben, hetzij vrijstaand, hetzij grenzend aan een ander bouwwerk. Drie hebben een rechthoekig of vierkant grondplan, met een kraaggewelf in de vorm van een koepel of een halve koepel. Twee hebben een halfrond gewelf van gewelfelementen en een koepel gewelf vermoedelijk ovenhuizen met hun ovens. Verder staan er nog twee vervallen gebouwen. Het moeten allemaal functionele gebouwen zijn geweest, gebruikt als seizoen woning, schuur, graanopslag, stal,  zijderupshuis of opslag voor gereedschap. Gevonden potscherven in de hutten en op het veld dateren uit de 18e eeuw.

GORDES.


Gordes is een groot bergdorp, gelegen op een steile, rotachtige heuvel. Vlak voor het dorp hebben we een prachtig uitzicht op het landschap en het tegen de heuvel aangeplakte Gordes. In het oude dorp staat een Renaissance-kasteel, gebouwd in de 11e eeuw. In het kasteel is een museum gevestigd.
Gordes is een aardig plaatsje met terrasjes, een pleintje met een fonteintje, enkele restaurantjes en de nodige kunstzaakjes.

SÉNANQUE.

Via een smalle mooie weg komen we bij de Cisterciënzerabdij van Sénque.
De abdij werd gesticht in 1148 als dochterklooster van de abdij van Mazan (Hout-Vivarais) en ligt in volstrekte eenzaamheid in een vallei, afgesloten van de buitenwereld naar de regels van Bernardus van Clairvaux.
De abdij is omgeven door lavendelvelden. Nadat er gezorgd was voor een goude watervoorziening door het bouwen van dijken en kanelen, hadden de monniken veel landbouwopbrengsten. Van het geld dat ze hiermee verdienden, kon de bouw van de kerk betaald worden, welke tussen 1160 en 1180 werd gebouwd. Met enkele onderbrekingen hebben de monniken hier gewoond tot 1969. Het klooster met binnentuin zijn prachtig onderhouden. In de gebouwen zijn nu musea gevestigd.


We rijden nu terug naar Gordes en verder in de zuidelijke richting naar Roussillon, een mooi dorp op een heuvel, met rode en okergele rotsformaties.

ROUSSILLON.

Een dorp met smalle straatjes en rode en gele huizen. Roussillon ligt in het regionaal natuurpark van Luberon.
Ken merkend is de aanwezigheid van grote hoeveelheden oker in de bodem, die het hele dorp zodoende een geel/oranje/ rode kleur geeft.
Het is een centrum van schilders en schrijvers.

Het wapen van Roussilon heeft een groen gedekt schild met in het midden een witte baan, in de verhouding 2:1:2.
In het midden van de witte baan staat een rode roos afgebeeld.

Het dorp ligt in de noordelijke vallei van de bergketen de Luberon op een hoogte van 159 tot 365 meter. De stad is beroemd vanwege haar rijkdom aan okers, rode en gele verfstoffen die worden gewonnen uit ijzerhoudende klei. Grote oker groeves werden geëxploiteerd sinds het einde van de 18e eeuw. Doordat in de 18e eeuw de vraag toenam naar verfstoffen voor textiel, steeg in Roussilon de exploitatie van oker.


Talrijke groeven en okerfabrieken, waarvan vandaag nog enkele zichtbaar zijn, lagen rond het dorp. Vandaag de dag is het verboden om er oker te delven. Dit verbod is ingesteld om te voorkomen dat de gehele plek zou worden afgegraven en dus zou verdwijnen.

Roussilon verlaten we in zuidelijke richting en komen uit bi 'Pont Julien' om de rivier de Le Calavon over te steken. Daar deze oude Romeinse brug gesloten is voor het autoverkeer deden we dat maar even verderop via de nieuwe brug.
De brug werd gebouwd tussen 27 v.Chr. en 14 n.Chr.  door Domitius Ahenobarbus tijdens het Romeinse rijk.



LACOSTE.

In westelijke richting ligt het mooie dorp Lacoste op een hoogte van 153-716 meter.
De bekendste inwoner van Lacoste was de beruchte Markies de Sade (1740-1814), die hier in de 18e eeuw in zijn kasteel resideerde. Hij werd wegens zijn geruchtmakende feesten en orgiën in 1772 bij verstek ter dood veroordeeld Het kasteel werd in 1792 tijdens een oproer verwoest. De Ruïnes van het kasteel werden in 2000 gekocht door Pierre Cardin.

Het wapenschild van Lacoste is in viergelijke vakken verdeeld; links boven en rechts onder in het veld geel met daarop een kantelen toren in het blauw; Rechtsboven en linksonder op een rood veld een gouden achtpuntige ster.
In het midden staat een gelijkbenig zwart kruis met in het midden een naar beneden duikende witte vogel, het symbool van de Hugenoten.
Het is een gecombineerd wapen samengesteld uit wapens van andere gemeenten.




LOURMARIN. 

We rijden vervolgens via een bochtige weg door het gebergte van de Lubéron naar Loumarin. Lourmarin is een gemeente in het departement Vaucluse en ligt op een hoogte van 169-818 meter.

Het wapen van de gemeente is een gedeeld wapen, waarvan het schild in vier gelijke vakken is verdeeld: Linksboven op een geel veld een blauwe wolf met rode tong en nagels; Rechtsboven op een blauw veld drie gekanteelde torens met geopende poorten, in de positie twee - één; rechtsonder op een veld van zilver drie zwarte vogels (kraaien) in de positie twee - één; Linksonder is opgedeeld in de verhouding 1:2, met boven een horizontale blauwe baan en onder drie witte en blauwe verticale banen.


In de plaats staat het Château de Lourmarin, het is een verbouwd kasteel. Oorspronkelijk een 12e eeuws fort, dat in de 15e eeuw werd omgebouwd door Foulques d'Agoult, kamerheer van koning Renè I van Anlou. Na 1526 behoorde het kasteel toe aan Lodewijk d'Agoult-Montauban en zijn vrouw.
De nieuwe aanbouw maakte het gebouw tot het eerste renaissancegebouw in de Provence. Het kasteel was het toevluchtoord voor de Waldenzen (oorspronkelijk een armoedebeweging, later als protestanten vervolgd). Vlak bij het kasteel staat een protestantse kerk.

We vervolgen onze reis naar Aix-en-Prevence onze laatste stopplaats.

AIX-en- PROVENCE.

Het wapen van Aix-en-Provence is een gedeeld wapen, horizontaal verdeelt in de verhouding 1:2. 
Het onderste deel is een gouden schild met rode verticale balken. Dit deel is afgeleid van het wapen van Provence en de oude symboliek van de koningen van Aragón.
Het bovenste deel van het schild is verdeeld in drie vakken: eerste vak een zilveren veld met een gouden kruis (potentieel kruis) met gouden kruisjes in de hoeken. Het is een verwijzing naar het koninkrijk Jeruzalem.
In het tweede en derde vak op een blauw veld bezaaid met fleurs-de-lis, het traditioneel symbool van de Franse monarchie.


Aix-en-Provence is de oude hoofdstad van de Provence. Het is een gezellige drukke universiteitsstad van twee gerenommeerde universitaire instituten, de Universiteit van Aix-Marseille en het instituut d'étides politiques d' Aix-en- Provence.


Op de plaats van het huidige Aix lag ooit het Keltisch-Ligurische oppidum Entremont. Nadat dit in 123 v.Chr. verwoest werd, werd Aix gesticht in 123 v.Chr. door de Romeinse consul Sextius Calvinus, die bij de bronnen een legerplaats Aquea Sextiae oprichtte. Daar is de naam van de stad van afgeleid. Nog altijd is Aix de stad van de vele fonteinen.



De beroemdste straat in de stad is de Cours Mirabeau, een laan met platanen, oude herenhuizen uit de 17e en 18e eeuw en twee fonteinen.
Het is een laan om heerlijk te flaneren langs de vele terrassen.
Aix wordt ook wel de stad van de duizend fonteinen genoemd, maar het zijn er in werkelijkheid 107.


Ten noorden van de Cours Mirabeau ligt het oude centrum met onder andere de kathedraal Saint-Sauveur (12e - 16e eeuw) met een romaanse kloostergang en portaal.
De kathedraal is gebouwd op een plaats waar in de Romeinse tijd een tempel ter ere van Apollo heeft gestaan.
Verder liggen er in het oude centrum het stadhuis met zijn smeedijzeren hekwerk en veel gezellige kleine pleintjes.
De stad ook de stad van de schilder Paul Cezane, die hier tot zijn dood woonde. Zijn atelier is nog in oorspronkelijke staat te bezichtigen. Mocht u zich nog verder vervelen, dan zijn er musea in overvloed in deze studenten stad.

Weg uit de drukte besloten we een terrasje te pikken, een drankje en een hapje en gezellig praten over deze Provence reis. Hierna was het de auto's weer op te zoeken en de thuisreis reis te aanvaarden via de de autoroute du soleil, maar dan wel in noordelijke richting.

Een ieder bedankt die ons met raad en daad heeft bijgestaan en vaak ons in hun beste Frans, want de dialecten zijn voor ons net zoiets als Chinees, geholpen hebben. Eten was heerlijk en zo ook de lokale wijnen.