dinsdag 11 november 2025

PROVINCIE LUIK; LAND TUSSEN RIVIEREN ONTDEKKEN. (DEEL 2)

 

          FRANSTALIGE PROVINCIE 

      VAN WALLONIË MET DEZELFDE 

           NAAM ALS DE HOOFDSTAD.

                     LIÈGE - LUIK.

                                            DEEL 2.

SOUGNÉ-REMOUCHAMPS.

Remouchamps ligt aan de oever van de Amblève en de Ninglinspo, en is een deelgemeente van Aywalle. 
Het is een drukke toeristische stad die vooral bekend staat om zijn grotten en de heuvel La Redoute.
Zoals de naam al doet vermoeden, bestaat Sougné-
Remouchamps uit twee dorpen, ieder met de zelfde naam. Tot de opheffing van het hertogdom Limburg hoorden deze dorpen tot de Limburgse hoogbank Sprimont. Net als de rest van het hertogdom werden de plaatsen bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde departement Ourthe.

GROTTEN VAN REMOUCHAMPS.


De ingang van deze grotten ligt aan de N666 aan de oostkant van het dorp. Een bezoek aan de grotten kan men zowel te voet doen, door onder andere een zaal die 8000 jaar geleden door mesolitische jagers bewoond werd en door de grote zaal 'de Kathedraal'. Een andere optie is een rondvaart te maken in een van de kleine bootjes.
Het groten complex werd in 1828 ontdekt en sinds 1912 opengesteld voor het publiek. In die periode was de enige verlichting door het gebruik van fakkels. Tegenwoordig is er elektrische verlichting aangelegd. In de grotten zijn er afzettingen, stalactieten en stalagmieten gevormd door het kalkrijke insijpelende water. De natuurkundige grootheid bedraagt tussen de 500 en 600 kubieke meter.
De grotten zijn gevormd door de onderaardse rivier Rubicon, deze wordt gevoed door de Vallei der Chantoirs.

We zijn nu op de helft van onze provincie Luik route. Via de E25 kan u hiervandaan naar Luxemburg rijden, maar wij vervolgen onze tocht door het Luikse land en een totaal veranderd landschap naar de stad Spa.

SPA.

Het wapen van Spa is geheel van zilver, inclusief de afbeelding. Doordat alles van zilver is, betreft het een raadselwapen. 
Het wapen van Spa werd op 2 september 1878 officieel toegekend.
Het wapen toont het vorige gebouw van de Peter-de Grote bron. het gebouw dat in 1656 werd gebouwd staat op 17e eeuwse zegels en sinds 1878 ook op het gemeentewapen. Boven de bron staat een blauw lint met gouden letters: "Spa . Pouhon".
 We nemen een landelijke route door de bossen om Spa te bereiken..
Wie kent Spa niet? Het Spa-water in flessen is al een eeuwenlang begrip in Europa.
 
De Spabronnen werden bezocht door de Groten der Aarde (Livre d'Or), getuige een pompeus schilderij van 9 meter lengte met 91 belangrijke  personen, in de Pouhon (waterbron) van Peter de Grote.


In de middeleeuwen behoorde Spa tot het markgraafschap Franchimont, genoemd naar de burcht in het naburige Theux. Spa kreeg in 15945 stadsrechten. Spa was tot ongeveer 1980 het belangrijkste toeristische centrum van de Ardennen. Bezienswaardigheden in de stad zijn: 


Het Voormalig Badhuis van Spa, een monumentaal Neorenaissancegebouw uit 1868 en lange tijd het belangrijkste kuuroord van de stad.


(Met de klok mee)

De Peter-de-Grote bron een achthoekig prieel uit 1880.

De Protestantse kerk, een neogotische gebouw uit 1876.

De neoromaanse Sint---Remacluskerk, herbouwd in 1885.

De Waux-hall, een casino uit 1770.
 




In de bossen rondom Spa kom je gauw de wegwijzers tegen van de Route des Sourcers (de bronnen route). Behalve langs Soa voert deze route langs de bronnen in Géronstère en Sauvenière. 

We vervolgen onze route en de N629 gaat over Jalhay naar de N672, en zo bereiken we het gebied de Hoge Venen.


HOGE VENEN.

De Hoge Venen het 'dak van België', met het hoogste punt van 649 meter boven de zeespiegel, in een beschermd Europees Natuurpark
Door de hoge ligging van het gebied, dat een éénheid vormt met de Duitse Eifel, kan men hier in de winter langlaufen.
Het klimaat kan er guur en hard zijn: er valt ruin twee keer zoveel regen als in ons eigen land.
Toch is het een gebied dat een uitnodiging waard is om er lange wandeltochten te maken.



Tussen de venen en de moerassen liggen de karakteristieke witte boerderijen die met dikke muren en kleine ramen en hoge heggen de bewoners beschermen tegen kou en regen.
Een typerend veendorp is Ovifat. 







ABDIJVORSTENDOM STAVELOT-MALMEDY.

Het abdijvorstendom Stavelot-Malmedy was van de 12e eeuw tot 1795 een klein zelfstandig abdijvorstendom van het Heilige Roomse Rijk in het huidige België.
het gebied werd geregeerd door de abt van de rijksabdij Stavelot-Malmedy, die als geestelijke vorst zitting had in de Rijksdag van het heilige Roomse Rijk. Daarbinnen behoorde het gebied tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits.
In Stavelot-Malmedy waren de geestelijke en wereldlijke macht in één hand verenigd, net zoals het geval was bij de rijksabdij Thorn en het prinsdom Luik.

Na een neergang kwamen er in 1438 nieuwe hervormingen. Door de onafhankelijkheidsstrijd in de Nederlanden en de Reformatie werd ook de rijksabdij Stavelot-Malmedy bedreigd. Om de [positie te versterken werden sinds de 16e eeuw regelmatig belangrijke vorsten tot abt gekozen, zoals in 1589 toen Ernst van Beieren en in 1612 Ferdinand van beieren gekozen werden, die tegelijk keurvorst van Keulen waren. In 1792 vluchtten de monniken voor de Franse troepen, die het gebied op 1 oktober 1795 annexceerde en het lieten opnemen in het departement Ourthe. Een jaar later  werden de abdijen opgeheven de kerk in Stavelot gesloopt, er resteert alleen nog een toren. 

STAVELOT.

Het gemeente wapen van Stavelot is officieel nooit aangevraagd, echter het wapen is wel officieel in gebruik.
Het schild is van lazuur beladen met van boven het borstbeeld van de Heilige Remaclus van goud, en van onderen met een wolf van goud beladen met een korf met vruchten. Het schild wordt gedekt door een gouden kroon.
Volgens de legende zou de wolf bij de bouw van de Abdij van Stavelot geholpen hebben.

Stavelot is gelegen aan de rivier de Amblève in de provincie Luik, arrondissement Verviers. Zo'n vijf kilometer te noordoosten van de stad ligt het racecircuit Spa-Francorchamps. De stad heeft in de WO-II zwaar te lijden gehad, in de Slag om de Ardennen.

De Sint-Sebastiaankerk is de parochiekerk van Stavelot. De bouw hiervan ving aan in 1750 en werd in 1754 ingewijd.
Een deel van het meubilair is uit de 18e eeuw, in de Luiks-Akense barokstijl en uit de omstreeks 1795 door de Franse revolutionairen gesloten abdij van Stavelot.In de kerk staat een doopvont uit de 16e-17e eeuw.
De kerk verwijst meer naar Remaclus dan naar Sebastiaan, want ze herbergt in het koor het schrijn van Remaclus uit 1268.
De abdij van Stavelot, van de benedictijner monniken had in de middeleeuwen een grote reputatie als centrum van kunst en wetenschappen, en werd gesticht door Remaclus in 648. Na de komst van de Franse troepen werd de abdij verlaten, geplunderd en daarna afgebroken. In de 17e en 18e eeuw werden er nieuwe abdijgebouwen gebouwd gedeeltelijk in de Maaslandse renaissance  stijl en in de Luikse barokstijl. Resten van oude gebouwen liggen naast de nieuwere. Tegenwoordig herbergt dit complex drie musea.

MALMEDY.

Het wapen van de stad Malmedy is het gemeentelijk wapen. het werd in 1926 erkend en in 1990 bevestigd.

 Het wapen wordt als volgt omschreven: een draak van sabel op een veld van sinopel staande op groene ondergrond. Het schild is geplaatst voor een zilveren zwaard gevest van goud, met de punt naar beneden, en een bisschopsstaf van goud kruislings geplaatst. en gedekt met een mijter van goud.

Malmedy had in de 9e eeuw Sint-Quirinus als heilige. Hierdoor verscheen hij op stadszegels als symbool. Op deze oude zegels staat hij afgebeeld terwijl hij op een monster staat. In  plaats van de heilige met het door hem overwonnen monster, of een draak, wordt alleen de draak op het schild getoond.
Malmedy is gelegen op de plaats waar de Warchemme uitmondt in de Warche. en is de zusterstad van Stavelot, en heeft ongeveer dezelfde geschiedenis van het Abdijvorstendom.

In Malmedy bezoeken we de Chapelle des Malades, hier staat een standbeeld van de Heilige Maagd, aan de stad geschonken na een ernstige epidemie. het is maar een klein eenvoudig kerkje.

Verder zijn  er de voormalige Benectijnenabdij uit 648 en opgeheven in 1796 en de abdijkerk (177775-1784), die na de trekking van de nieuwer staatsgrens in n1920 zetel van de bisschop van Eupen-Malmedy werd. Na de opheffing van het bisdom in  1925 bleef de kathedraal deze titel behouden. De kathedraal bewaart de relieken van de heilige Quirinus.


Na de N68 gaan we verder via de N633 naar Coo. Bij Trois Ponts (De drie bruggen) vloeien de stromen van de Amblève, Salm  en Balleur samen.

TROIS-PONTS.

Het wapen van Trois-Ponts heeft de traditionele kleuren blauw en wit.
Op het wapen staat centraal op het blauwe veld de heilige Jakobus de Meerdere  afgebeeld op zijn  pelgrimstocht naar Santiago. Aan iedere zijde staat een Jacobsschelp afgebeeld.
Trois-Ponts bestaat uit de deelgemeenten Fosse, Wanne en Basse-Bodeux



COO.


Coo is een klein dorpje. In het midden van de 18e eeuw ontstond er door het afsnijden van een meander een dubbele waterval van 15 meter hoogte. Bij de watervallen werd het attractiepark Télécoo  gebouwd.

Wij vervolgen onze route  naar Fonds de Quareux.

FONDS DE QUARREUX.

De laatste plaats op onze route  is van romantische schoonheid. Fonds de Quarreux is een dalengte waardoor de Amblève, gehinderd door vel rotsblokken  zich woest en wild een weg baant.

Het ontstaan van de plek kent verschillende verschillende legendes. 
Aan de molenaar Hubert Chefneux was een mooie windmolen beloofd als hij zijn ziel zou verkopen aan de duivel. Zijn bezorgede echtgenote verstopte zich echter in de molen met een medaille van Onze-Lieve-Vrouw van Dieupart, waarop de molenwieken stopten met draaien. De woedende  duivel maakte daarop de molen kapot; de overblijfselen bleven als rotsblokken in de Amblève liggen.

Hier werd ons reisgezelschap op gesplist: een gedeelte besloot via Luik weer terug te rijden naar Nederland. Wij besloten om naar de stads Vaals te rijden, dat bekend staat om het drie landen punt: België-Nederland-Duitsland, maar wat eens het Vierlanden punt was.

NEUTRAAL MORESNET.

Moresnet, officieel het Onverdeelde Gebied van Moresnet, was een neutraal gebied van 1816-1920, met een oppervlakte van 3,44 km².
Het gebied behoorde zowel aan het Verenigd Koninkrijk de Nederlanden (vanaf 1830 aan de nieuwe staat België) als aan Pruisen (vanaf 1871 Duitsland).
Het gebied in de vorm van een stompe driehoek, lag ten zuiden van de Vaalserberg en reikte tot aan de hoofdweg van Aken naar Luik.
In de WO-I werd het bezet door Duitsland en na afloop door België. Uiteindelijk werd het officieel bij België ingelijfd en maakt het nu deel uit van de provincie Luik. In 1914 werden alle inwoners genaturaliseerd tot Duitser. Dit alles had te maken met de vondst aan het begin van onze jaartelling van een kostbaar erts, zinkspaat.

Zo ontstond een waardevolle zinkgroeve bij het plaatsje Kelmis in de toenmalige gemeente Moresnet, dar al snel bekend stond om de zinkexport, een belastingparadijs werd en een smokkelvrijplaats en een gokoord.
Neutraal Moresnet ontstond na de definitieve val van Napoleon, nadat de Nederlanden en Pruisen het bij de herindeling van Europa het niet eens werden  over het bezit van de zinkgroeve en fabriek bij Kelmis.

De vlag van Neutraal Moresnet is een horizontale driekleur, in de kleuren zwart, wit en blauw.
Over de herkomst van de kleuren bestaan twee theorieën. De eerste gaat ervan uit dat de kleuren zijn gekozen naar het blauw van de Nassaus en het zwart van de Pruisen, om zo de oorspronkelijke beheerde landen weer te geven. Een andere door vele als waarschijnlijker verklaring gezien is dat de kleuren afkomstig zijn uit het embleem van Vieille Montagne of het wapen van Kelmis.

KELMIS.

De vlag van de gemeente Kelmis is een verticale driekleur, in de kleuren zwart, wit en blauw, met in de witte baan het wapen van de gemeente.
De kleuren van de vlag zijn afgeleid van het gemeente wapen.
Het gemeente wapen heeft bovenin een zwarte balg met daarop afgebeeld de mijnwerkers gereedschappen en drie gouden sterren in de positie één twee. Het onderste deel is verticaal in tweeën gedeeld; links op een blauw veld de leeuw van de Nederlanden, goud genageld en tong; op het rechter deel op een wit veld de Duitse adelaar met gouden snavel en poten. De naam van de gemeente werd in 1973 gewijzigd van "Kalmis" naar Kelmis. In het Frans bleef de naam "La Calamine" ongewijzigd,
In de stad ligt het Museum Vieille Montagne, over het zinkbedrijf en de geschiedenis.




We verlaten neutraal Moresnet en het gebied van de oude zinkmijnen en rijden naar Vaals om deze tocht door de provincie Luik af te sluiten met een bezoek aan het (Vier) Drielandenpunt.












donderdag 6 november 2025

PROVINCIE LUIK; LAND TUSSEN RIVIEREN ONTDEKKEN. (DEEL 1)

 

        FRANSTALIGE PROVINCIE 

   VAN WALLONIË MET DEZELFDE

       NAAM ALS DE HOOFDSTAD. 

                  LIÈGE - LUIK.

                                      DEEL 1.

Vanuit Maastricht is via de E25 en de grensplaats Visé Luik gemakkelijk te bereiken, maar een meer landelijke route is de Maas stroomopwaarts te volgen.

LUIK - LIÈGE.


Bij het passeren van de Nederlands - Belgische grens bevinden we ons gelijk in het Franstalige  deel deel van België, Wallonië en de Provincie Luik.

WAPEN VAN PROVINCIE LIÈGE.

Het wapen van de provincie Liège werd in 1837 per Koninklijk Besluit aan de Belgische provincie Luik toegekend. Sinds 2008 gebruikt de provincie een logo in
 plaats van het wapen.

Het wapen is gebaseerd op wapens van steden en andere gebieden die nu deel uitmaken van de provincie Luik. De vier kwartieren in het wapen zijn de volgende wapens:

1. van het Bisdom Luik. 2. van het hertogdom Bouillon. 3. van Verviers. 4. van het graafschap Loon. 5. in de punt het graafschap Horn. Het derde kwartier is eigenlijk het wapen van Franchimont, dit gebied werd door het prinsbisdom geannexeerd nat als het gebied van de graafschappen Horn en Loon.

STAD LUIK.

Het wapen van de stad Luik heeft een rood veld, met in het midden afgebeeld de gouden perroen (perron), het meest herkenbare symbool, een zuil die in  het oude Prinsdom Luik stond voor gerechtigheid en later symbool werd voor de autonome en vrijheid van de stad.
Aan de voet van de zuil drie goden leeuwen en op de top de (sapin) dennenappel  met het kruis. De zuil wordt geflankeerd; links door een L en rechts door een G.

Luik in het Frans Liége, voor 1946 Liège; in het Duits Lüttich; in het Waals Lîdje, ligt op ongeveer 30 kilometer ten zuiden van Maastricht. De bijnaam is La Cité Ardente ( De Vurige Stede), een naam die voorkomt in de gelijknamige historische roman uit 1904.


Luik vormde met Aken en Maastricht lange tijd een kerkelijke éénheid, die ook tot uiting kwam in de architectuur. In deze steden-driehoek vindt men vooral de zogenaamde Maaslandse bouwstijl. De kerkelijke en staatkundige macht waren honderden jaren versmolten in één  autoriteit: de Prins-Bisschop. Het monumentale  Bisschoppelijk Paleis herinnert daar nog aan.


Bij Visé snijdt de Maas diep in het landschap. Ingeklemd tussen de Maas en de rotswanden voert onze weg naar Luik, de meest Franse stad van België. Luik was vroeger een smerige staalindustrie stad die de er doorstromende Maas erg vervuilde, maar Luik is nu anders en schoner. het is een stad met een eeuwenoud cultuurcentrum. De stad is gelegen in een gebied waar de hoger gelegen Ardennen overgaan in de heuvelachtige Haspengouw, op de plek waar de rivier de Ourthe uitmond in de Maas.
Rondom het historische centrum lag vroeger ook nog een rivierarm, die in de 19e eeuw is gedempt, wat te zien is aan het kronkelige verloop van Boulevard d'Avroy en de Boulevard de la Sauveniere.

(Bisschop Monulfus wijst de plek aan waar de stad Luik tot bloei zal komen.)

Lange tijd werd aangenomen dat Luik pas in de 7e of 8e eeuw werd gesticht door de bosschoppen van Maastricht. Na opgravingen op de Place St. Lambert in het centrum van de stad, heeft aangetoond dat Luik al eerder een plaats van betekenis was. Hier werd het graf gevonden van  van bisschop Lambertus uit 706, welke hier toen werd vermoord. Hierdoor groeide de stad uit tot een bedevaartplaats.
Luik werd een religieus centrum toen St. Hubeertus in 1720 zijn bisschopszetel van Maastricht naar Luik verplaatste. Het Prinsdom Luik besloeg een oppervlakte zo groot als het huidige België. 

Na de stad te zijn binnen gereden via de Pont d 'Atlas en Quai St. Leonard en we de borden centrum volgen, komen we uit op de Place St. Lambert. Het is voor ons Nederlanders even afschrikken door de chaotische  verkeerssituatie en het vinden van een parkeerplaats. De Belgen hebben een andere stijl van autorijden dan wij; niet alleen de Franse taal maar ook de rijstijl. 

Historische namen zijn aan de geschiedenis van Luik verbonden: Karel de Grote die vlak bij Luik werd Geboren, een fraai standbeeld van hem staat in  het Parc d'Anvroy.
Karel de Stoute, van deze hertog staat een gouden beeld in de kathedraal St.Paul.

Tijdens de Franse Revolutie kwam een einde aan de macht van de Prins-Bisschop. Luik werd de hoofdstad van het 'Département de l 'Ourthe'.
OP de Place St. Lambert staat nog een vrijheidssymbool (Perron) met daarop een 'sappin' - dennenappel.




Even weg uit de drukte van het historische centrum, is gewoon de de hoger gelegen stadsdelen op te zoeken met de smalle straatjes, steegjes, klimmende trappen en  de stille binnen erfjes waar de tijd is stil blijven staan. Stukken van de oude stad die heden on der de monumenten vallen.



PERRON.

Het perron (peroen) is één van de symbolen van de stad Luik, en is sinds de 14e eeuw geïntegreerd in het stadswapen.
De zuil heeft veel weg van een schandpaal, maar is slanker en heeft onder- en bovenaan ringen. Op de top is een pinappel met daarop een kruis. Die pijnappel of dennenappel is enerzijds te vergelijken met een rijksappel, symbool voor de wereldlijke macht van een vorst, anderzijds kan je de schubben zien als het verzamelde volk. Het kruis staat voor de geestelijke macht van de Luikse prins-bisschop. Het perron werd in het verleden ook wel eens gebruikt als schandpaal, kaak genoemd, waaraan  een veroordeelde met een halsband werd vastgemaakt om een voorbeeld te stellen voor de burgers.
Het perron is ook een symbool van vrijheid, autonomie en gerechtigheid en staat daarom doorgaans op de plaats waar recht werd gesproken. Rechtsregels, bisschoppelijke voorschriften en verordeningen moesten afgekondigd worden vanaf het perron om rechtsgeldig te zijn. In zo'n geval doet het perron dienst als een soort preekstoel, een verhoging van waar af een menigte wordt toegesproken. Drie treden zorgen ervoor dat de spreker wat hoger staat en zo gemakkelijker contact heeft met het publiek.
Omdat het de overheid is die hier mededelingen doet, staat het perron voor het stadhuis.




Een voorbeeld van de 12e eeuwse Maasromaanse- bouwstijl is de Sint Barthelomeus  kerk (rechts). 
De kerk heeft een zeer fraai bronzen doopvont dat uit 1112 stamt, en is te bezichtigen.




Een voorbeeld van de laat-Gothiek is de kerk van Sint Jacques met een indrukwekkend gewelf.

Verder valt het oog op de bizarre neo-byzantijnse Baseliaue de Cointe, dat is samengevoegd  met het Groot Oorlogsmonument uit 1926.

Tijd voor wat ontspanning is te vinden in Quartier du Carré en voor het genieten van de Belgische gastronomie gaan we naar Outre-Meuse, een oud stadsdeel dat tussen twee Maasarmen is ingeklemd. Als u hier rond wandelt zal u misschien plaatsen herkennen uit de films over inspecteur Maigret, uit de boeken van de schrijver Simeon, die hier is geboren en zijn inspiratie opdeed. Een pintje vaten in het Café Simeon is nog mogelijk.
  
We vervolgen onze we, na ons bezoek aan stad Luik, en volgende de stroomopwaarts de Maas naar de plaats Jehay.

MAAS.

Als de Maas de Noordzee bereikt heeft ze 925 kilometer door Frankrijk, België en Nederland afgelegd. De Maas ontspringt in Frankrijk bij Pouilly-en-Bassigny op het Plateau van Langres.
De Maas  is een regenrivier, waardoor de waterafvoer tamelijk sterk kan variëren.
De naam komt waarschijnlijk van het Keltische Masö. De Maas wordt gezien als de oudste rivier die ongeveer die tijd op die plek lag met een leeftijd tussen 320 en 340 miljoen jaar. 
De Maas is grotendeels bevaarbaar, behalve het gedeelte als grensrivier tussen Nederland en België, daar deze rivier daar erg meandert. Om dit op telossen werd vanaf Maasbracht tot aan Visé het Julianakanaal aangelegd, waarna de rivier weer bevaarbaar is.

We vervolgen onze reis via de N90 naar het zuiden.
Een 15 kilometer ten zuiden van Luik ligt op een hoogte van 80 meter op de linker Maasoever het kasteel Aigremont, behorend bij de plaats Awirs. 
Vanaf deze hoogte heeft men een fraai uitzicht over de Maasvallei. Via de afslag Engis/St. Georges/Meuse bereikt men dit panorama punt.
Via kleine kronkelige wegen, steken we de N614 over om de plaats Jehay te bereiken en verlaten we duidelijk het oude industrie gebied.

JEHAY. 

Jahay is een dorp in de provincie Luik en een deelgemeente van Aamay. 
Jehay ligt een paar kilometer ten noorden van het centrum van Amay en ruim  18 kilometer van luik.
In de gemeente ligt het Kasteel van Jehay dat in de 11e eeuw werd gesticht, m aar het huidige gebouw dateert grotendeels uit de 16e eeuw en  heeft een renaissance uitstraling.
Verder ligt er in de gemeente de Abcdij van Paix-Dieu, een voormalige cisterciënzerabdij met gebouwen uit de 17e en 18e eeuw.
De St.-Lambertuskerk is een slotkapel, gelegen op een eilandje, en is van oorsprong romaans en in de 15e eeuw in gotische stijl gewijzigd. 
On der de kerk is de grafkelder van de heren van Jehay. De hoogte van de kerk is 172 meter.


(Met de klok mee: Wapen van de heren van Jahay.; Sint-Lambertuskerk en Kasteel van Jahay; de Abdij van Paix-Dieu.)

KASTEEL VAN JEHAY.

Het kasteel bestaat uit muren van kalksteen en bruin zandsteen en bevat peperpotvormige torens. 
Het werd gesticht in de 11e eeuw, maar het gebouw dateert grotendeels uit de 16e eeuw en heeft een renaissancistische uitstraling. Oorspronkelijk stond ongeveer op dezelfde plaats een Keltisch bouwwerk, nadien een Romeins kamp. Jehay heeft een bewogen geschiedenis. Vooral oorlogen tussen de graven Van Horne en De la Marck hebben menig steen doen rollen, en wisselde het ook van eigenaar.
Gedurende de 16e en de 17e eeuw verbouwde de eigenaar het kasteel tot zijn huidige vorm.
Sinds 1720 is het in eigendom van de familie Van den Steen. Graaf Guy Van den Steen (1905-1999), de laatste eigenaar, was beeldhouwer. Hij liet bij zijn overlijden het kasteel na aan de provincie Luik, met een tuin vol bronzen naakte vrouwenfiguren van zijn hand.


We rijden nu  naar Amay, met een zicht op de landschap dominerende koeltorens van de kerncentrale, en volgen de Maasoever naar de volgende bezoekingswaardige plaats Huy.





HUY. 

Huy in het Frans; Hu in het Waals en Hoei in het Nederlands, is een stad, gelegen in de samenvloeiing van de rivieren de Maas, de Hoyoux en de Mehaigne.
Na een kleine 10 kilometer langs de Maas te hebben gereden zien we op een 70 meter hoge rots boven de Maas de door de Hollanders gebouwde vesting (citadel).
De eerste nederzetting op de locatie van de huidige stad Huy ontstond rondom een Romeins castrum op de rechteroever van de Maas. De oudste vermelding van Huy dateert uit de 7e eeuw.
Gedurende de middeleeuwen ontwikkelde Huy zich tot een van de belangrijkste steden langs de Maas, met o.a. metaalbewerking, leerlooierij, steen- en houtbewerking en het bereiden van wijn. In de 13e en 14e eeuw bloeide er de Lakenindustrie. Midden in de stad lag op een heuvel het kasteel, dat in tijde van oorlog diende als verdedigingsbolwerk. Vanaf de 15e eeuw had de stedelijke economie zwaar te lijden van de opeenvolgende oorlogen in het Maasland. Huy heeft zijn naam te danken aan de rivier de Hoyoux.

CITADEL VAN HUY.

Het oorspronkelijke kasteel  van Huy werd al in de 9e eeuw beschreven. Vanaf de middeleeuwen werd dat Li Tchestia genoemd, en steeds verder uitgebouwd vanwege de strategische positie langs de Maas.  In de 17e eeuw, tijdens de oorlogen van Lodewijk XIV, kreeg het kasteel zwaar te verduren.
Na het Barrièretraktaat waarin de verdediging van de Hollandse republiek tegen de Franse agressie werd geregeld, werd het kasteel van Huy afgebroken in 1715. 
Een eeuw lang bleef de rots waarop het kasteel had gelegen leeg.
Na de Eerste Coalitieoorlog was Huy een Franse stad. Twintig jaar later kwam ze weer in handen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Op de rots waar het oude kasteel ad gelegen, werd tussen 1818 en 1823 een nieuw fort gebouwd, wat plaats bood aan 600 manschappen in grote slaapzalen. Op het binnen terrein werd een waterput gegraven. Na de Belgische Revolutie kwam het fort in 1831 in Belgisch bezit, en diende van 1848 tot 1855 als staatsgevangenis. Vanaf 1946 wordt het fort geëxploiteerd als bezienswaardigheid.
Het fort is thans het Museum van het Verzet en van de Concentratiekampen.
Bereidt u voor op kronkelende steile weggetjes naar boven om het fort te bereiken.

Wij verlaten de Maas en volgen de weg langs de rivier de Hoyoux naar de plaats Modave. Op zo'n twaalf kilometer van Huy  ligt een "oude herberg" Pont-de-Bonne, vroeger verbonden aan het Chateau van Modave, waar de waard zijn gasten voor een redelijke prijs een gastronomische Belgische maaltijd voorzet.

MODAVE.

Modave is een gemeente gelegen in het arrondissement Huy.
Het wapen van de gemeente Modave is afgeleid van dat van de heren van Modave. De heren hadden de heerlijkheid vanaf de 13e eeuw tot aan de 16e eeuw in bezit. In de 17e eeuw ging het bezit in vererving over in andere families.
De plaats Modave fuseerde in 1952 met Linchet en in 1977 kwamen hier de gemeenten Ombret-Rawsa, Outrelouxhe. Strée en Vierset-Barse bij.
Het wapen werd op 8 december 1992 toegekend.

KASTEEL VAN MODAVE.

Het kasteel van Modave ligt op een rotspunt boven de vallei van de Hoyoux, in een natuurgebied van 450 hectare.
Het kasteel werd in de middeleeuwen gebouwd en in het midden van de 17e eeuw gedeeltelijk verwoest. 
De huidige klassieke gevel verkreeg het kasteel  bij de restauratie in het midden van de 17e eeuw. 
Van de 13e tot en met de 16e eeuw was het kasteel in het bezit van de heer van Modave en kreeg het het later verschillende eigenaren; Maxmilliaan Hendrik van Beieren (1682-1684); Willem Egon van Fürstenberg (1684 - 1706); Arnold de Ville (1706-1772) en de hertogen van Montmorency (1772-1817).
Volgens een niet bevestigd bericht had Anne-Léon II, hertog van Montmorency, het kasteel voorgesteld als uitwijkplaats voor Lodewijk XVI van Frankrijk, toen deze in 1791 Parijs ontvluchtte vanwege de Franse Revolutie. Door zijn aanhouding in Varennes kwam dit plan te vervallen.
In 1941 kocht de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij (sinds 2006 Vivaqua) het domein om de waterconstructies op het domein te beschermen en als waterwingebied om onder meer Brussel te voorzien van drinkwater. Het kasteel is te bezichtigen.

BOIS-ET-BORSU.


Niet ver van Ocquier, een kleine 4 kilometer ligt een typerend dorpje van de Condroz, Bois-et-Borsu.
De Romaanse Sint Lambertuskerk is het bezichtigen waard, vooral ook de fraaie  en unieke muurschilderingen. Hiervoor moet u wel een afspraak maken.


OCQUIER.

Ocquier is een dorp en een deelgemeente van Clavier.
Het wapen van Clavier heeft een rood veld waarop van linksboven n aar rechtsonder een golvende witte baan loopt en in de rechterbovenhoek drie zilveren torens zijn geplaatst in de positie twee en één.

 Ocquier ligt op een hoogvlakte. Opvallend in Ocquier zijn de huizen die opgetrokken zijn in de zo kenmerkende grijze steen.




(links) De Sint-Remacluskerk van Ocquier is waarschijnlijk de grootste romaanse basiliek zonder transcept in de Ardennen. De kerk ligt centraal in het dorp aan de N638, omringt door het kerkhof. Bij de restauratie van 19523-1953 bleek dat de huidige kerk op de plaats staat van een oudere voorganger, een basiliek met toren. De huidige kerk dateert uit de 11e of 12e eeuw. Dit leidde men af uit de versieringen van de gevels met lisenen en boogfriezen, een ornament die in het Luikse pas laat werd toegepast.
(midden) Het kasteel van Amas. Het kasteel heeft een oppervlakte van 4.760 bij 3.570 meter. 
(rechts) De hoeve Aux Grimes, ook genoemd de hoeve met de honderd vensters. Deze hoeve werd reeds in de 11e eeuw genoemd en werd herbouwd in 1653. Naast de hoeve ligt nog een oude watermolen.

DURBUY.

Acht kilometer van Qcquier ligt volgens de toeristenfolders, het kleinste stadje van de wereld: Durbuy. 
Heden is het een stadje meer maar een stad, gelegen op de grens van de provincie Luik en de provincie Luxemburg.
Het wapen van Durbuy lijkt veel op het wapen van Luxemburg, maar de leeuw is effen rood en heeft geen kroon. Het schild is wel gekroond
De stad is gelegen aan de rivier de Ourthe en in de de drie geografische streken: de Ardennen, de Condroz en de Famenne.
De stadskern bestaat uit smalle straatjes en de de panden kennen het oude vakwerk aan de gevels. De Sint Nicolaaskerk dateert uit de 17e eeuw.
Het kasteel op één van de rotspunten van de stad is niet te bezichtigen.



               Zie vervolg: PROVINCIE LUIK; TUSSEN RIVIEREN ONTDEKKEN. DEEL 2.