EMBLEMEN (WAPENSCHILDJES)
VAN DE SCHEPEN VAN DE
KON. NED. MARINE.
DEEL 1.
DE MARINE VLOOT.
EMBLEEM KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE MARINE: geeft weer in keel een klaar stokanker van goud, beladen met de gestileerde hoofdletter W en gedekt met de met de koninklijke kroon, alles van het zelfde. Het geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Embleemspreuk 'sumus et force speramus' (wij zijn en hopen te worden) in Latijnse letters van goud op een lint van keel.
Het embleem is ontleend aan het vaandel van het Korps Adelborsten, zoals dat is uitgereikt in 1904 door koningin Wilhelmina. Van haar naam is de hoofdletter W afkomstig. De embleemspreuk verwijst naar de opleiding tot marineofficier.
EMBLEEM Zr.Ms. DE ZEVEN PROVINVIËN (F802); geeft weer in keel een gouden leeuw met een kroon van drie bladeren en twee parels van het zelfde. Getongd en genageld van azuur, houdende in de opgeheven rechter voorklauw een ontbloot zwaard van zilver.met gouden gevest en in de linker een bundel van zeven zilveren pijlen, de punten omhoog. Het geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Het embleem is ontleend aan het generaliteits- wapen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1599-1795).
EMBLEEM Zr. Ms. TROMP (F803): geeft weer in zilver een keper van keel, beneden vergezeld van een 17e eeuws galjoen van sabel, varende op een zee in natuurlijke kleur. In het schildhoofd van azuur een gouden lelie. Het geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Afgebeeld is het familiewapen van Maarten Harpertsz Tromp (1598-1653) en Cornelis Maartensz Tromp (1629-1691), beiden luitenant-admiraal-generaal, die grote roem verwierven als vlootvoogd.
Maarten Tromp sneuvelde in de Slag bij Terheyde op 10 augustus 1653.
Maarten Tromp sneuvelde in de Slag bij Terheyde op 10 augustus 1653.
EMBLEEM Zr. Ms. DE RUYTER (F804): geeft weer gevierendeeld: I in keel een zilveren kruis; II in azuur een aanziende geharnaste ruiter, gedekt door een helm met open vizier, gezeten op een steigerend paard en houdend in de opgeheven rechterhand een ontbloot zwaard in schuinlinkse stand, alles van zilver; III in azuur een 17e eeuws driemast oorlogsschip op een zee van natuurlijke kleur; IV in keel een omgewend 17e eeuws gevechtsklaar kanon met affuit, beneden vergezeld van drie kogels geplaatst 1:2 alles van goud. Geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Tijdens zijn dienst als bevelhebber boekte hij vele successen in zeeslagen en bij expedities en werd een van de bekendste Nederlandse admiraals.
De Ruyter sneuvelde op 29 april 1676 nabij Syracuse.
Wegens zijn grote verdienste wordt zijn naam bij voorkeur toegekend aan vlaggenschepen.
Afgebeeld is het familiewapen van het Zeeuwse geslacht Evertsen, waarvan verschillende leden, Cornelis (1610-1666) en Johan (1600-1666) in de 17e en 18e eeuw marineofficier waren.
EMBLEEM Zr.Ms. EVERTSEN (F805): geeft weer in zilver twee golvende dwarsbalken van sinopel, beladen met drie visserspinken, geplaatst 2:1 en uitgerust met een enkele mast zonder zeilen, alles van natuurlijke kleur. Geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Omstreeks 1950 schonk de familie Evertsen een wapenschild aan het gelijknamige schip.
Het embleem is afgeleid van het gemeentewapen van Amsterdam, dat is beladen met een afbeelding van de exploderende boot van Van Speyk.
EMBLEEM Zr. Ms. VAN SPEYK (F828): geeft weer in keel een paal van sabel, beladen meteen exploderende , omgewende, houten 19e eeuwse gaffelkanonneerboot van zilver. Alles op een golvende schildvoet van azuur. Geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting. Embleemspreuk 'dan liever de lucht in' in Latijnse letters van zilver op een lint van keel.
Luitenant-ter-zee 2e klasse J.C.J. van Speyk (1802-1831), een Amsterdamse weesjongen, voerde tijdens de Belgische Opstand het bevel over Hr. Ms. gaffelkanonneerboot No.2.
Toen de belegering van Antwerpen op 5 februari 1831 deze boot naar de wal afdreef, dreigde zij in Belgische handen te vallen. Van Speyk wilde dit voorkomen en liet de kruitvoorraad ontploffen, waarbij hij sneuvelde.
Zijn laatste woorden schijnen te zijn geweest: 'dan liever de lucht in'.
EMBLEEM Zr. Ms. VAN AMSTEL (F 831): geeft weer in goud vier dwarsbalken van sabel met een zilver en keel geschakeerd Sint Andreaskruis van twee rijen over alles heen. Het geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Afgebeeld is het familiewapen van Jan van Amstel (ca. 1620-1669), kapitein bij de admiraliteit van Amsterdam.
Hij nam met succes deel aan diverse expedities en zeeslagen.
EMBLEEM Zr. MS. HOLLAND (P840): geeft weer in goud een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur. Geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Embleemspreuk 'vigilate deo confidentes' ( waakt op God vertrouwende) in Latijnse letters van sabal op een lint van zilver.
Het embleem is ontleend aan het provinciewapen van Holland (sinds 1840 gesplitst in Noord- en Zuid-Holland). De Hollandse leeuw vindt men terug in vele andere wapens.
EMBLEEM Zr. Ms. ZEELAND (PP841): geeft weer golvend doorsneden: I van goud, beladen met een ten halve uit de baren naar boven komende leeuw van keel, getongd en genageld van azuur; II golvend gedwarsbalkt van zes stukken van azuur en zilver. Geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting. Embleemspreuk 'luctor et emergo' (ik worstel en kom boven) in Latijnse letters van sabel op een lint van zilver.
Het embleem is ontleend aan het provinciewapen van Zeeland. Hierin is de Hollandse leeuw omspoeld door water, zoals ook de Zeeuwse eilanden permanent voor hun bestaan moeten vechten.
EMBLEEM Zr. Ms. FRIESLAND (P842): geeft weer in azuur twee gaande leeuwen van goud, vergezeld van zeven liggende blokjes van hetzelfde, geplaatst twee boven, twee in het midden en drie onder.
Het embleem is ontleend aan het provinciewapen van Friesland. De oorsprong van dit wapen schijnt te liggen in de vroegere Middeleeuwen, toen de Friezen nauwe banden hadden met Scandinavië.
EMBLEEM Zr. Ms. GRONINGEN (P843): geeft weer gevierendeeld: I en IV in goud een dubbele adelaar van sabel, dragende op zijn borst een schildje van zilver, beladen met een dwarsbalk van sinopel; II en III in zilver drie schuinbalken van azuur, vergezeld van elf schuingeplaatste harten van keel, geplaatst 1:4:4:2.
Het embleem is ontleend aan het provinciewapen van Groningen. De kwartieren 1 en IV bevatten het wapen van de stad Groningen, de kwartieren II en III dat van de Groninger Ommelanden.
Dit laatste blazoen is het oudste, en stamt van het oude Friese wapen met de plompebladen.
EMBLEEM Zr. Ms. ROTTERDAM (L800) : geeft weer doorsneden: I gevierendeeld; I en IV in goud een gaande leeuw van sabel, getongd en genageld van azuur. II en III in goud een gaande leeuw van keel, getongd en genageld van azuur. II in sinopel een paal van zilver. Het geheel op de gebruikelijke omlijsting geplaatst. Embleemspreuk 'sterker door strijd' in Latijnse letters van sabel op een lint van zilver.
Het embleem is ontleend aan het gemeentewapen van Rotterdam en toont in I het blazoen van de graven van Henegouwen-Holland, in 1305 door graaf Willem III aan de stad toegekend voor haar hulp in de strijd tegen de Vlamingen. In II verbeeldt de paal de rivier de Rotte. De spreuk verwijst naar de Tweede Wereldoorlog die Rotterdam grote schade heeft aangedaan.
EMBLEEM Zr. Ms. JOHAN DE WITT (L801): geeft weer in azuur een 17e eeuws fregat van natuurlijke kleur. De tuigage komt uit de embleemrand. De spiegel is beladen met het familiewapen van Johan de Witt, in sinopel boven een haas, achtervolgd door een hazewind en beneden een brak, de kop naar de haas gericht. Alles van zilver. Het fregat vaart op een zee, bestaande uit een golvende schildvoet , gedwarsbalkt van drie stukken zilver en azuur. Geheel geplaatst op de gebruikelijke omlijsting.
Als devies AGO QOUD AGO ( Ik doe, wat ik doe) in Latijnse letters van zilver op een lint van azuur.
Indien een marineschip naar een persoon wordt vernoemd, is het gebruikelijk om als embleem eenvoudigweg het betreffende familiewapen te gebruiken.
Dit stuitte in dit dir geval echter op bezwaren bij de marineleiding. Het wapen De Witt ( de voorouders van de raadpensionaris waren blijkbaar nogal geporteerd van de jacht) vertoont namelijk twee honden die een haas achterna zitten, een typisch landelijk tafereel dat weinig affiniteit heeft met de marine of de zee.
Het leek inderdaad op zijn plaats om, mits het familiewapen wel op een of andere wijze in het embleem zou worden verwerkt, hier van de algemene regel af te wijken en naar een andere symboliek uit te zien.
Daarbij kwam al spoedig een naamgenoot van het landing platform dok in het vizier, een in de 17e eeuw, dus in de tijd van Johan de Witt gebouwd fregat. Door de nadruk te leggen op weergave van de romp, en op de spiegel een kleine versie van het gewraakte familiewapen aan te brengen, kwam tenslotte een fraai functioneel embleem tot stand.
EMBLEEM Zr. Ms. KAREL DOORMAN (A833) : geeft weer in zilver een gehelmde krijgsman in Romeinse uitrusting van sabel, de onbedekte lichaamsdelen in natuurlijke kleur, houdend een de linkerarm een ovaal schild van sabel en in de rechterhand een doorntak in natuurlijke kleur.
Het geheel geplaatst in de gebruikelijke omlijsting. Als embleemspreuk 'follow me'(volgt mij) in Latijnse letters van sabel op een lint van zilver.
Afgebeeld is het familiewapen van schout-bij-nacht K.W.F.M. Doorman (1889-1942), die als commandant van een geallieerd eskader sneuvelde op 27 februari 1942 in de Slag om de Javazee.
De Spreuk is ontleend aan de laatste bevelen die Doorman gaf.
Aanvankelijk werd bij dit embleem de spreuk 'ik val aan-volgt mij' gevoerd, een vrije vertaling van het oorspronkelijke bevel follow me.
Zie vervolg: KON. NEDERLANDSE MARINE EMBLEMEN. (SCHEPEN) DEEL 2.