woensdag 2 april 2025

TIJD IS ALS ZAND, HET GLIJDT DOOR ONZE VINGERS.

 

JE PROBEERT HET VAST TE HOUDEN,

 OF HET NU ZAND IS OF WATER, HET

 GLIJDT TUSSEN DE VINGERS WEG,

                   ZO OOK DE TIJD.


HET WEG GLIJDEN VAN DE TIJD.

Het wegglijden van de tijd in mijn eigen leven met een terugblik. 
Bij het ouder worden van ons mensen lijkt het wel alsof de tijd steeds sneller gaat. Toen we nog ' jong' waren keken we er naar uit dat we officieel volwassen zou worden. Voor de een was dat lichamelijk en voor de ander de behaalde leeftijd. Maar wat deden we er mee?
Velen onder ons zaten nog op school en studeerden nog voor een loopbaan bij een bedrijf, waar je het liefst zou gaan werken. Sommige hadden geluk daarin en kregen hun gewenste baan, maakten promotie en zijn er tot hun pensioen gebleven. De toen verplichte dienstplicht in ons defensieleger gooide vak roet in het eten bij een langdurige studie, maar ook deze dienstplicht werd voor vele een vaste baan. Het was in die nog mogelijk met goed behaalde studie punten om een studiebeurs te verkrijgen bij een groot bedrijf, waarvoor je na het behalen van je diploma soms vier jaar in dienst moest blijven, en deze vier jaar werden vaak ook vele jaren meer.


In ons Nederland kenden we de verplichte leerplicht en dus ook het volgen van de lagere school. In die tijd werd je al stilletjes op je kwaliteiten geselecteerd. De slimste onder ons gingen naar de HBS (Hogere Burger School), de minder slimste leerlingen gingen naar de Mulo de latere Ulo, een school voor meer uitgebreid onderwijs, en de rest moest maar een vak gaan leren op de LTS (Lagere Technische School) , waarvan je kon doorstromen naar de MTS (Middelbare Technische School).


Dat slim zijn had met wiskunde te maken, wat je hersenen konden begrijpen.

Minder slim zijn betekende dat je met je handen moest gaan werken, waar je ook je hersenen voor nodig had.

Zo ontstonden er mensen met twee linkerhanden, een linker en een rechterhand, en met twee rechterhanden.
Voor de meisjes lag dat heel anders. Het was of de HBS, de Mulo of de huishoudschool, wat wij jongens de 'spinazie academie' noemden.

 HOE VERGING HET MIJZELF?

Ik zelf was geen uitblinker, bleef in de 5e klas van de lagere school zitten vanwege slecht rekenen en Nederlandse taal. Een les in de Franse taal werd helemaal een fiasco. Ik was dan wel in Frankrijk geboren in 1945, maar de taal beheren was niet aan mij weggelegd.

Mijn Lagere School, de 'School met de Bijbel' gelegen in een RK stad in Limburg, zaten dan ook leerlingen die niet RK waren in het geloof; Nederlands Hervormd, Gereformeerd, Joods, Sinti's en Molukkers. We konden het onderling met elkaar goed vinden. Vooral met de Ambonezen, die uit een ver tropisch land kwamen en leefden in een kamp bij de Frederik Hendrik Kazerne in Blerick. Ze hadden geen fietsen en wij namen, zij die in Blerick woonden mee achterop de fiets en maakte kennis met hun families en wat over was van hun cultuur.
De fiets uit die tijd die bestond uit diverse merkonderdelen.


(Blerick aan de Maas met de Bailey-brug en toen no een heerlijk Maasstrand om te zwemmen.) 











Dagelijks staken we deze noodbrug over de Maas over om van Blerick naar Venlo te gaan v.v.
De Ambonese scholieren stonden aan het begin van de brug te wachten en vaak was het meer dan één persoon op een gammele fiets die we meenamen naar school en na schooltijd terug naar het kamp, waar we altijd iets lekkers te eten kregen, wat we thuis niet kregen.



Mijn lievelingsvakken waren aardrijkskunde, geschiedenis en muziek. Buiten het school zijn knutselen, iets maken, tekenen en de natuur intrekken buiten de schooltijd.
Wat wil je dan later worden werd mij gevraagd en het antwoord was steeds naar zee gaan en vreemde landen ontdekken.

Ik ging dus naar de LTS, deed de algemene opleiding van de eerste twee jaar en volgde daarna een cursus fijn bankwerken en elektro. Op deze school was er ook een lesuur in culturele vorming, waar ik in uitstraalde. 
Mijn leraar wiskunde had al gauw mijn probleem in de gaten en hielp mij over de drempel heen.
Maar na met succes mijn opleiding afgelegd te hebben, bleef het mijn wens om naar zee te gaan als technisch officier, iets wat mijn leraar wiskunde al wist en mij met bijlessen verder hielp in de wiskunde.
Van de school zelf kreeg ik geen enkele medewerking en begeleiding naar mijn nieuwe opleiding. Zoals te toenmalige vrome RK directeur uit zijn mond liet vallen; 'Zeelui zijn vechtjassen, hoerenlopers en dronkaarts'. Zeker teveel films gekeken! 


Op deze LTS maakte ik voor het eerst mee wat discrimineren betekende en wel aangaande het geloof.
Het was verplicht de godsdienstles bij een kapelaan mee te maken. Thuis opgevoed in het Nederlands Hervormde geloof, was ik opgegroeid met het Oude- en Nieuwe Testament en leverde ik soms kritiek op wat de kapelaan beweerde. Het was dus; niet RK dan de klas uit samen met nog enige leerlingen en ons bij de directeur melden. Eerst een donderpreek van de directeur en naar huis gestuurd. Bij onze ouders was de maat vol en ze deden een beklag bij de hoofdsponsor van de school een bankdirecteur uit de stad.
Na een gesprek met de school directeur werd de volgende oplossing gevonden: alle niet RK leerlingen moesten de laatste les op woensdag naar de les van de NH-dominee. Deze man, een oud marine predikant die dus wel wat gewend was op de marinevloot, kreeg een mengelmoes aan leerlingen een geloven in de klas.
Hoe loste hij dit op? Het eerste deel van de 'les' sprak hij over begrip en sociale samenleving onder elkaar. Daarna nam het boek EXODUS van de schrijver Leon Uris ter hand en las daar uit voor en liet daarna een ieder vrij zijn mening over dat was voorgelezen zijn mening te geven. We hingen aan zijn lippen. Natuurlijk kwamen er vragen van andere scholieren; hoe en wat op de les van de dominee.
Gevolg onze klas groeide en groeide. Het was deze dominee die als eerste niet RK predikant die in de Sint Martinus Basiliek op de preekstoel stond als groot voorstander van het eocumene, meer openheid en samenwerking. Onze school directeur moest van hogerhand maar eens aanpassen aan te tijd.
Na het behalen van mijnzeevaart opleiding als scheepswerktuigkundige nog eenmaal deze school bezocht om enige oude leraren te ontmoeten. De onderdirecteur was directeur geworden en bood zijn excuus aan voor de tegenwerking die ik toen ontmoet had voor mijn verder opleiding. Hij bedankte me voor het bezoek en zie dat de tijden aan het veranderen zijn.

Via een privé leraar worstelde ik verder met mijn wiskunde probleem. En zoals in de vroegere tijd de kosten zelf betaald door klusjes doen bij een groenteboer en later in een lunchroom.  Waarom bewijzen wat reeds bewezen is! Maar ik ging goed vooruit.
De stoute schoenen aangetrokken en me aangemeld voor het toelatingsexamen van de zeevaartschool in Vlissingen, De Ruyterschool. ( Tegenwoordig omgebouwd tot een hotel). 
Ik kon mijn ogen niet geloven maar werd toegelaten op behaalde punten mijn mijn toelatingsexamen. Maar nu verder

Bij het toelatingsgesprek, na het behalen van het examen, waren buiten de schooldirectie ook vertegenwoordigers van Nederlandse scheepvaart maatschappijen aanwezig, die de kandidaten met de meest uiteenlopende vragen bestookten, om er zo achter te komen 'wat voor vlees ze in de kuip' kregen.
Een oom van mij werkte als cargadoor bij een vrachtvaart maatschappij, wat wij 'pakjesrederijen' noemden. Hij had me het advies gegeven niet voor een dergelijke rederij te kiezen, daar er onderlinge fusies waren en de toekomst lag in de containervaart. Zo ging ik in op het aanbod van Nederlands grootste tankvaart maatschappij. Onderging intussen na op de school te zijn toegelaten de verplichte militaire keuring, werd goed gekeurd, maar aangezien ik toch voor in de toekomst voor de koopvaardij koos, was ik tot mijn 29ste buitengewoon dienstplichtig, in geval van oorlog.
Zo begon mijn lang gewenste droom in vervulling te gaan. Een droom met werken, kennis opdoen, studeren voor hogere staatsdiploma's
Ik heb ruim 32 jaar voor deze maatschappij gewerkt en ging met vervroegd pensioen, officieel met 55 jaar maar nu bijna drie jaar eerder, daar de maatschappij in Britse handen kwam.
Over de schepen en de reizen heb ik eerder op mijn weblog gepubliceerd.

TERUG IN DE TIJD VAN DE LAGERE SCHOOL.

Wat was er van ons leerlingen terecht gekomen na het verlaten van de Lagere School?
Het is nu meer dan vijftien jaar geleden dat ik een oud klasgenoot tegenkwam, die het idee opperde on een reünie van onze toen des tijdse  5e klas op te zetten. Schoolfoto's werden uitgewisseld en het was zoeken wie is wie en hoe ze te bereiken. Het was een tijd dat we met ruim  veertig leerlingen in een klas zaten


Uiteindelijk werden door andere klasse foto's  ook de vierde klas er bij betrokken om een grote groep bij elkaar te krijgen. Het was een weerzien van oud klasgenoten, vrienden en jeugdliefdes, want we hadden een gemengde school. Maar ook lerares van de eerste klas die ik meegemaakt had en een leraar die helemaal uit Amsterdam kwam die ons tekenen leerde in vrije expressie.
Maar het was onderling tussen ons mannen de vraag; 'Wat deed jij voor je werk'?
Veel van de toen slimme klasgenoten, waren na hun HBS opleiding uiteindelijk in de techniek terecht gekomen, ook door omscholing. Ik was de enige die was gaan varen en wereldwijd was gegaan.

Ik heb gevaren, gereisd en de wereld van goede en slechte kanten meegemaakt; revoluties en oorlogen.
Het was een oude dame in een rolstoel, die bleek mijn lerares van de eerste klas van de lagere school te zijn; ze zie tegen me je kon mooi schrijven maar bij rekenen  droomde je altijd weg. Ik vertelde haar dat die dromen waar zijn geworden.
Ja mijn droom werd waarheid, maar ik heb er wel wat moeten doen. 


Ik heb de wereld leren kennen. Landen met machtswisselingen, vaak gewelddadig, oorlogen zoals Vietnam en de Golfoorlogen. Maar ook landen waar het rede was en de bevolking hartelijk en gastvrij.
Ik ben met vervroegd pensioen gegaan, maar ben niet achter de geraniums gaan zitten. Ontdekken in mijn  eigen land, provincie en de omliggende landen. Verder steeds weer het Verre Oosten, waar mijn vakantiereizen ontdekkingsreizen werden, mensen leren kennen en hun cultuur en hun gerechten.
Mijn ervaringen heb ik met anderen gedeeld op mijn weblog. 
Veel ouderen kunnen door dementie zich veel dingen niet meer herinneren, maar het zijn vooral foto afbeeldingen die hen daarbij kunnen helpen.

Ben ik niet met mijn weblog bezig dan ben ik aan het klussen, waarbij ik veel tijd steek in mijn tuin.
Gewoon heerlijk buiten zijn in de frisse (vaak nog koude) lucht en de zon. Dan glijdt het zand van de tuin door mijn vingers en gaat de tijd op een prettige manier voorbij.



  

maandag 24 maart 2025

MIJN 'ZIENENWETEN' WEBLOG GESCHIEDENIS.


 

WAT ZIEN WE?  EN WETEN

 WE WAT WE ZIEN?


GESCHIEDENIS VAN MIJN MIJN WEBLOG.

Mij werd eens gevraagd hoe mijn weblog tot stand is gekomen; dur hierbij mijn antwoord.
Na jaren reizen over de wereldbol, voor mijn werk, en alle zeeën doorkruist te hebben, en steeds een fotocamera bij de hand gehouden te hebben, kwam door een val het einde aan mijn laatste camera waarin je nog fotorolletjes kon doen. Intussen een enorme verzameling aan foto's en dia's verkregen. Door de aankoop van mijn eerste spiegelreflexcamera besloot ik tevens een computercursus te gaan volgens, daar je met de tijd mee wil gaan. Het was op deze cursus, dat mijn cursusleider me het advies gaf wat meer met mijn wereldwijde collectie afbeeldingen wat meer te gaan doen.
Eerst met een paar andere cursusleden een weblog begonnen wat geen succes was, daar zij de waarde er niet van inzagen en er een rommeltje van maakten. Ik besloot alleen verder te gaan, want stof om te publiceren had ik in overvloed.

Het was dan in december 2008 dat ik mijn eerste publicatie maakte, namelijk mijn welkomspagina van het weblog, wat nu al 17 jaar bestaat.
In deze afgelopen jaren zijn er 2.521 zeer uiteenlopende artikelen beschreven met een totaal van 1.707.320 bezoekers wereldwijd. Een weblog dat door veel scholen wordt gebruikt en mensen van reisinformatie voorziet. Intussen is het weblog ook opgeslagen door de Koninklijke Bibliotheek.
Het is geen wetenschappelijk weblog, maar een weblog om dingen dichter bij de mensen te brengen. De naam 'Zien en weten' is niet zomaar een naam; Weten we wel wat we zien? Weten is begrijpen wat we zien!

Het is vooral in de huidige jachtige tijd, dat de mens al autorijdend, fietsend, lopend aan veel mooie dingen voorbij gaan. Men ziet het in een flits, maar het dringt niet meer tot onze hersenen door.
Men loopt en zit maar op zijn mobieltje te kijken voor diverse berichtjes van personen, of sportgebeuren of welke route men moet nemen. Kaartlezen kan men niet meer. Men maakt foto's hier en daar, maar weet bij terugkeer van vakantie al niet meer wat waar is gefotografeerd. Het ergste is dat men de plaats of land niet eens op een landkaart kan aangeven.
Vakantie foto's, maar wat en waar maakt niet uit, want men is er geweest en als vrienden dit hebben gezien wordt het geheel vaak gewoon gewist.

Men gaat, want bekenden zijn er ook geweest, men reist, ziet en weet niet wat men ziet, geen achtergrond en informatie en vaak geen persoonlijke belangstelling, voor het land, de cultuur en de bevolking.
Het is tegenwoordig voor de meeste vakantiegangers het boeken van een 'all in' hotel met een eigen strand en het liefst dat culturele dansen in het hotel worden opgevoerd.
Contact met de lokale bevolking buiten het hotel zoekt men niet meer op, men moet er geweest zijn, want de buren waren er ook.
Ook de gerechten zijn in deze hotels volledig westers aangepast aan de wens van de hotelgasten. Buiten de deur eten! Vergeet het maar!

MIJN REIZEN.


Na jaren van vaartreizen in Europa, Noord- en Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, het Caribisch gebied ging mijn diepste hartenwens in vervulling  en kwam ik in het Verre Oosten terecht en daarmee 
Indonesië.


Het Verre Oosten leerde ik kennen door de verhalen van mijn overgrootvader, die nog op de Thee-clippers had gevaren, thee uit China en Japan, en specerijen uit de Indische Archipel, naar Europa.
Hij kon deze prachtige zeilschepen geweldig na tekenen op papier.
Hij was later nog kapitein op het zeiljacht Diana van de Heer J.Hoffman van 1891 tot 1898. Woonde na het overlijden van zijn vrouw in een huisje op een eilandje in de Bergse-plassen in Rotterdam en was een medeoprichter van de zeilclub Aegir, waar men hem kende als Ome Kees. Hij bouwde scheepjes in lege flessen.

Steeds heb ik in de landen, waar ik vaak helaas maar kort was gedurende mijn werktijd contact gezocht met de lokale bevolking, hun cultuur en geschiedenis. Leer de wereld kennen!
Het zoutwaterbloed was me als kind al in gegeven.

Ik moest het ontdekken, en ik heb het gevonden, een prachtig land, kameraadschap, vrienden en een nieuwe familie. Daarom zoveel over dit prachtige land 'onder de regenboog' op mijn weblog. Maar ook van mijn vakantie reizen, het ontdekken van andere landen en culturen, mensen en tradities na mijn pensioen.

Ieder eiland heeft zijn eigen of meerdere culturen, ieder met hun traditionele geschiedenis, klederdrachten, gewoontes, gerechten en geloof.
Het is gewoon je zelf open stellen voor hen en dan doen zij dat ook voor je zelf.
Een land dat een modernisatie meemaakt, maar tradities in ere houdt, en vooral het respect voor ouderen.
Sinds 10987 toen ik er voor het eerst kwam door mijn werk, en een probleem met de mijn uitreispapieren heb ik contact gezocht met iemand waarmee ik in het verleden had gewerkt. De gastvrijheid deed me terug keren, ik vond mijn tweede thuisland vrienden en familie. Zo lang ik het nog kan en gezond blijf keer ik daar naar terug. De wens te ontdekken waarover mijn overgrootvader vertelde  is waarheid geworden.

Met de jaren al de negatieven en dia's gescand en op een externe schijf opgeslagen, maar boven in een kast staan nog rijen fotoalbums met opnamen uit mijn jeugd en hoe we vroeger opgroeiden. 

Het is een kwestie van geven en nemen en voor mijn webloglezers een kwestie van ;



donderdag 20 maart 2025

AARDBEIEN VAN EEN BOOM!

 

MEN NOEMT HET AARDBEIEN,

          LIJKEN ER NIET OP 

EN SMAKEN ER NIET NAAR.



AARDBEIEN VAN EEN BOOM OF STRUIK.


Enige tijd terug was ik te gast bij vrinden met een Aziatische achtergrond. Het was genieten van de Aziatische gerechten en smaken. Bij het dessert een vruchtensalade met een scheutje rum, wat goed smaakte. Maar ik bleef met een vraag zitten wat betrof enige rode vruchten in deze vruchtensalade, wat waren dit voor een vruchten vroeg aan de gastvrouw. Ze waren in de toko gekocht als Chinese aardbeien, maar de naam op het blikje, wat reeds bij het vuilnis lag, was niet meer te lezen. Natuurlijk de opmerkingen, dat de Chinezen ook al vruchten na aan het maken zijn!  Dus dan maar eens verder zoeken op internet.

De aardbeiboom, Latijnse naam Arbutus unedo, is een 1,5 tot 3 meter hoge struik of zelden een tot 12 meter hoge boom met een matgrijze, gegroefde stam uit de heidefamilie (Ericaceae).

De jonge twijgen zijn klierachtig behaard. De bladeren zijn afwisselend geplaatst, stevig, sterk glanzend een de boven kant, kaal aan beide zijden, lancetvormig, 4 tot 11 centimeter lang en hebben een sterk gezaagde rand.

De bloemen groeien in 5 centimeter lange en brede, hangende  trossen aan het einde van de takken. De bloemen zijn groenachtig of wit en roze van kleur, 9 centimeter lang en klokvormig met teruggekromde kroonslippen en een 1,5 millimeter lange  kelk. Bloeitijd van oktober tot maart.





De tot twee centimeter grote vruchten hebben een harde knobbelige schil. De vrucht rijpt van geel naar roodbruin.
Het vruchtvlees is geel en smaakt zurig en is weinig aromatisch.




Ondanks dat de vruchten in blik werden gekocht in Chinese toko en deze boom of struik of boom ook in China voorkomt, komt de aardbeiboom van naturen voor in het Middellandse Zeegebied en wordt geteeld in Portugal, Zuid-Frankrijk, Griekenland, Italië en Spanje.
De vruchten worden gebruikt bij de bereiding van sommige wijnen en likeuren zoals de Portugese medronho, en er wordt ook jam van gemaakt.
De bloesem levert een bittere honing op. 



We kijken ernaar, maar weten niet wat het betekend.

In het wapen van de Spaanse hoofdstad Madrid staat een zwarte beer afgebeeld met zijn voorpoten tegen de stam van een aardbeiboom en zo de vruchten eet. 

Al met al, geef mij maar als dessert de gewone Hollandse aardbei, zoet van smaak en sappig.




woensdag 19 maart 2025

GEZICHTEN VAN INDONESIË.

 

    EEN LAND BESTAANDE UIT

       DUIZENDEN EILANDEN,

           KENT MEER DAN 

     DUIZENDEN GEZICHTEN. 


DUIZENDEN GEZICHTEN.

De bevolking van Indonesië bestaat uit honderden etnische groepen, elk met hun eigen mythen en legenden die uitleg geven over de oorsprong van hun volk, de verhalen van hun voorouders en de demonen of goden in hun geloofssystemen.
In geheel Indonesië worden ongeveer 300 afzonderlijke etnische groeperingen onderscheiden en worden er 742 verschillende talen en dialecten gesproken.




De meeste Indonesiërs stammen af van de Austronesiërs die afkomstig waren van het eiland Taiwan.












Een ander groot gedeelte van de Indonesiërs stamt af van de Melanesiërs, die vooral in het oosten wonen, zoals de Molukken, Oost-Nusa Tenggara en Westelijk Nieuw Guinea.





De grootste groep is die van de Javanen die 42% van de bevolking uitmaken en politiek en cultureel dominant zijn. De Soedanezen, de etnische Maleisiërs en de Madurezen zijn de grootste niet-Javaanse etnische groeperingen. Verdere kleine maar ook belangrijke groeperingen in Indonesië zijn de Chinese Indonesiërs, Indiërs, Europeanen en Arabieren die voornamelijk zijn geconcentreerd in de stedelijke gebieden.



Een eiland met een geheel eigen cultuur, geloof en gebruiken is Bali. Ondanks de transmigratie van Oost-Javanen houden de bewoners vast aan hun eigen Hindoe-geloof en rituelen.


Sumatra kent in het noorden de moslim bevolking van Atjeh, met Arabische invloeden van oudsher.
Op het eiland leven heden ruim 15 miljoen Javanen onder de ruim 7 miljoen Bataks; een verzamelnaam voor de volkeren van Noord-Sumatra, zoals de Pakpak en de Karo, en zo'n 6miljoen Minangkabau uit de hooglanden van West-Sumatra, wat eens een eigen koninkrijk was. Het eiland is een mengeling van christenen en moslims.


Voor de westkust van Sumatra liggen twee eilanden groepen; in het noorden het bekende eiland Pulau Nias (L), bekend om het steenspring feest, waarvan de bevolking totaal geen gelijkenis heeft met die van het vaste land; en in het zuiden de Mentawie (R) eilanden waarop een heel afgesloten gemeenschap leeft met eigen cultuur en rituelen.




Op Sulawesi leven twee grote etnische groepen; de Bugis (L) aan de kust en de Toraja (R) in het binnenland. 







Op het eiland Kalimantan (Borneo) leeft de etnische groep van de Dayaks. Ook deze groep heeft een geheel eigen cultuur en rituelen. Het waren oorspronkelijk koppensnellers die hun slachtoffers consumeerden.


In Indonesië is in zekere mate van nationaal gevoel, naast de sterk gecultiveerde regionale identiteit. Wat in vroegere dagen niet mogelijk was, zoals een huwelijk van personen van verschillende culturele achtergrond, is dat tegenwoordig wel mogelijk, en zo ontstaan weer nieuwe gezichten. Tegenwoordig is de Indonesische gemeenschap over het algemeen harmonieus hoewel religieuze en etnische spanningen vroeger en vandaag hebben geleid tot onderlinge gewelddadigheden.


Chinezen zijn in Indonesië een belangrijke etnische minderheid en maken minder dan 5% deel uit van de bevolking. Zij zijn wel de mensen achter de particuliere handel en rijkdom, wat heeft bijgedragen aan racistische anti-Chinese ressentimenten en geweld. Zij worden vaak aangezien als zondebok bij economische recessies.




woensdag 12 maart 2025

KIND, HUISDIER EN SPEL IN DE KAMPONG.

 


IN NEDERLAND EEN HOND 

OF EEN KAT, MAAR DAAR 

EEN HOND EN EEN BUFFEL.

OPGROEIEN MET EEN BUFFEL.

Het was in de jaren negentig vorige eeuw dat ik te gast was in een traditioneel Batak-huis op het eiland Samosir, gelegen in het Toba-meer, in Noord-Sumatra.
Een huis gebouwd op palen met daaronder ruimte voor de buffels, die gebruikt werden voor het bewerken van het land.
Tevens zorgden deze dieren voor een soort van verwarming van het boven hen gelegen woonhuis, want de nachten kunnen daar vrij koel zijn.
Bij het eerste daglicht was er een drukke bezigheid in het huis en de daar achter gelegen 'keuken'. De twee jongste jongens werden gewassen en aangekleed in hun school uniform om naar school te gaan. Tot mijn verbazing werden er tweed waterbuffels uit de onder het huis gelegen stal gehaald, de beide jongens klommen op de rug van hun dier en vertrokken. Natuurlijk was het mijn vraag: "gaan ze op de buffel naar school?" Het kwam hier op neer dat zij de buffels eerst naar een plaats brachten waar ze  konden grazen die dag. Ze zouden ze na schooltijd weer ophalen.
De kinderen leerden leven met de buffels als huisdier.

De waterbuffel graast op de nog niet omgeploegde sawa en vindt het heerlijk om zich te koelen in de laatste restjes water en modder.
De modder is tevens een bescherming tegen insecten die op de huid van het dier gaan zitten en in de huid eitjes leggen.
De buffel is aan een lang touw vastgebonden aan een in de grond geslagen paaltje. Het touw zit niet niet om de nek, want dat trekt het dier zo los, maar aan een ring door de neus, wat natuurlijk pijnlijk is voor het dier als het zich los zou proberen te trekken.
Met een vieze vuile buffel thuis komen is er niet bij, dus eerst maar eens schoonwassen.




 Gewoon je goede kleren uit en het water in, en zo genieten van een bad, wat heerlijk is dat. Is de buffel schoon dan kan je er mee thuis komen.
De band tussen de kinderen en de buffels begint van jongs af aan. 

Zo heeft ieder huis wel één of meerdere honden van een onbestendig ras daar ze in de kampong allemaal familie van elkaar zijn.
Ze zwerven rond tussen de huizen en gaan mee naar het bewerken van het land en keren 's avonds met de familie mee naar huis.
Ze slapen 's nachts niet in de woning maar zijn altijd dicht bij te vinden, wakend over hun territorium.

OLIFANT ALS HUISDIER.

Sumatra kent olifanten reservaten in beschermde natuurgebieden, waar natuurlijk ook mensen wonen, zoals het Tangkahan National Park.
Hier krijgen de kinderen de zorg voor de kleine jonge olifanten, waarmee ze een zeer vertrouwelijke band weten te verkrijgen.
Ze gaan met de jonge olifanten wandelen en naar de rivier om ze schoon te wassen, wat vaak een waar waterfestijn wordt.
Het is voor hen een soort huisdier.



KINDERSPEL IN DE KAMPONG.

Kinderen in de kampong vullen hun vrije tijd heel anders dan kinderen uit de grote steden. Je ziet ze niet rondlopen met een mobieltje in hun hand, hebben vaak helemaal geen televisie, maar vermaken zich onderling met sport en spel.
Het is vaak een vermaak, dat wij in Nederland al decennia niet meer op straat of het vrije veld zien.
Hieronder een verzameling opnamen van hun spel.


                                  Veel ouderen van vandaag, zien hierin hun kinderjaren terug.