dinsdag 4 maart 2025

INDONESIË. VERVOERSMIDDELEN VAN TOEN, EN NOG HEDEN.

 

 VERBANNEN UIT HET CENTRUM

            VAN GROTE STEDEN, 

MAAR HEEFT HET NOG STEEDS

                  OVERLEEFD.

DE BETJAK.


Een betjak, in de huidige Indonesische spelling: becak, is een fietstaxi. Er kunnen één of twee passagiers vervoerd worden in een bakje met eet een zetel, maar er zijn voor de bevolking echt uitzonderingen. 
Het verschil tussen een betjak en een riksja is dat bij een betjak de passagier vóór de bestuurder zit en bij de de riksja erachter. Hij is ontstaan op Java, maar bestaat heden nu ook op Sumatra, Kalimantan en Sulawesi. Vooral in de Javaanse stad Yogyakarta komen ze zeer veel voor, maar zijn vaak het type voertuig voor een toeristenval. Al een paar honderd jaren vervoerden deze becak fietsers hun passagiers. Men kenden in die tijd geen ander vervoer van thuis naar de markt en terug afgeladen met boodschappen, er was geen ander openbaarvervoer voor de lokale bevolking. Het is zelfs een beroep dat van vader op zoon is gegaan.

Het was voor de jaren'90 heel gewoon, dat als in het centrum boodschappen had gedaan, dat je een becak nam om naar je onderkomen te komen. Bij ieder winkelcentrum of markt stonden zij in een rij op hum klanten te wachten op hun vrachtje.
Als westerling vond je dit vaak mensonterend, maar we vergaten dat dit al een zeer oud beroep was in openbaar vervoer waarmee het dagelijks brood voor een gezin werd gewonnen.
Ze kenden iedere steeg, straat of wijk, maar als passagier voorin het bakje te zitten, eiste vooral voor een westerling stalen zenuwen, want ze doorkruisten het verkeer onder het moto wie maakt mij wat.

Bij de modernisering van de stad Jakarta, de opkomst van veel taxibedrijven waarvan de eigenaars weer een vinger in de politiek hadden, werd geprobeerd de becak uit Jakarta te verdrijven. Het moto was dat deze becak´s volgens de regering zorgeden voor overlast. Ze zouden de oorzaak zijn van files in het drukbevolkte Jakarta. Maar naar de honderdduizend motorfietsen werd niet gekeken.
Ze verplaatsen zich naar de buitenwijken waar ze nog steeds rondrijden.
Veel van deze becak´s  waren met de jaren aangesloten bij een coöperatie waarvoor zij werkten en hun inkomen kregen.
De betrouwbaarheid van een becak, is in mijn persoonlijke ervaring, dat ik van mijn onderkomen  toen des tijds voor mijn werk in Jakarta een becak fietser had die me in de ochtend keurig op tijd stond op te wachten om mij naar mijn werk te brengen. In de namiddag stond hij weer op me te wachten. Deze man was goud waard en heb zodoende zijn familie leren kennen. Het is het symbool van Indonesië.


Maar er zijn altijd uitzonderingen, en wordt de becak ook voor voor het vervoer van goederen gebruikt.
Je staat versteld hoeveel vracht er op zo'n voertuig wordt geladen.

TIJDEN VERANDEREN DE BECAK WORDT GEMOTORISEERD. 


De becak is er ook in een gemotoriseerde vorm, dan heet het een bentor of baja.
Bij dit vervoersmiddel zit het passagiersbakje naast de motor gemonteerd, waardoor de bestuurder een beter zicht heeft op het overige verkeer.
Ze verplaatsen zich op hoge snelheid slingerend door het verkeer en zijn in feite een gevaar op de weg.
Het is daarom niet verwonderlijk dat ze geweerd worden uit het centrum van de grote steden.
Op het platteland zijn ze zeer geliefd om grotere afstanden af te leggen. Ook hier geldt het voorschrift maximaal twee passagiers, maar de waarheid is vaak geheel anders.




Bentor is de afkorting van Becak Motor, een driewielig voertuig dat oorspronkelijk uit de provincie Gorontalo komt op Sulawesi. Dit voertuig is een laadruimte zoals een becak die wordt samengesteld door een motorvoertuig van het type motorfiets aan de achterkant toe te voegen. 
Ook bij dit voertuig bestaat het gevaar dat de bestuurder geen ruim zicht heeft op het verkeer voor hem.





Heeft de motorfiets dan geen bakje aan de zijkant of ervoor, dan maar achterop een klein platform waarop alle winkelwaar kan worden uitgestald of worden vervoerd.

HET OUDSTE VERVOER DE RIKSJA.

Het oudste middel; van personenvervoer is de riksja of ook wel trishaw genaamd.
Het is een licht tweewielig karretje, meestal door één man getrokken te voet of met een fiets.
Het was de taxi van geheel Zuidoost-Azië.
Het woord riksja komt van het Japanse woord jinrikisha; jin = mens, riki = kracht en sha = voertuig.
Volgens overlevering werd de uitvinding gedaan door Jonathan Scobie, een Amerikaanse zendeling in Yokohama, Japan.
Het voordeel van de riksja was dat een persoon nu door één bediende kon worden getransporteerd, in plaats van door twee, vier of zelfs nog meer, zoals het geval was bij het gebruik van een draagstoel.


De riksja is zo goed als volledig uit het straatbeeld verdwenen, een enkele kan je nog tegenkomen in oude stadswijken waar veel Chinezen (Chinatown) wonen.
In de jaren 70-80  van de vorige eeuw kwamen ze nog veel voor in het straatbeeld van het oude centrum van Singapore.
Tegenwoordig hebben studenten dit 'beroep' weer opgepakt om in hun vrije tijd een extra centje te verdienen, en ook de prijs voor een ritje zal er niet om liegen.







maandag 3 maart 2025

VERVOER IN INDONESIË. HEDEN, VERLEDEN EN TRADITIONEEL.

 

 HET VERVOER IN

    INDONESIË IS

    GEVARIEERD. 

SOMMIGE VORMEN VAN

    HET VERVOER ZIJN

 MODERN, ANDERE OUD

                                    EN WEER ANDERE TRADITIONEEL.

MODERN VERVOER.

Buiten de internationale luchtvaartmaatschappij Garuda, die ook binnenlandse vluchten verzorgt, heeft het land nog zeven andere luchtvaart maatschappijen, die de verbindingen tussen de grote steden en de eilanden onderhouden.



Een andere manier, als je de tijd er voor hebt, om van eiland naar eiland te reizen is met de veerboten van de Pelni. Voor ons westerlingen een 1e-klas ticket, en je hebt een ruime hut en goed restaurant.

Het land kent zelfs een high-speed trein die Jakarta met Bandung verbindt.
De trein maatschappijen bestaan allen op Java en Sumatra en zijn onderling helaas niet op elkaar aangesloten.
Rest de reiziger nog de lokale treinen die bij ieder station stoppen, wat op zich ook een ervaring is, maar je wel op je bagage moet zitten, want voor je het weet ben je het kwijt door slimme trucjes van bepaalde passagiers die illegaal meereizen binnen en buiten de cabine. Een groepje muzikanten of een ander soort artiest, ze leiden je af, en weg is je bagage.

Door de aanleg van autosnelwegen op Sumatra en Java zijn er moderne busmaatschappijen begonnen met verbindingen tussen grote steden. Zo is het per luxe bus mogelijk om van Jakarta naar Bali te reizen, wat goedkoper is dan met een vliegtuig, als je in aanmerking neemt dat een gezin daar vaak bestaat uit meer dan zes personen. 

Natuurlijk blijft dan nog het vervoer met een eigen auto ook mogelijk. Het zijn vaak grote SUV´s daar er grote gezinnen zijn.

Zowel op Java als op Sumatra zijn moderne autotolwegen aangelegd die voor al het verkeer een einde maakten aan de route door kleine dorpen op smalle slecht onderhouden wegen.

VERLEDEN EN TRADITIONEEL



Verleden en traditioneel liggen hier in het vervoer dicht bij elkaar. Zo is het heel gewoon dat men buffels of ossen gebruikt om een kar voort te trekken, waarbij de ene kar nog wielen heeft met houten spaken en de andere rubberbanden.

Ook voor het bewerken van het land worden deze runderen nog steeds gebruikt als trekdier.



Echt traditioneel vervoer is nog te vinden op het eiland Lombok, waar men gebruikt maakt van een paard om de koets voort te trekken. Een dergelijk vervoersmiddel heet 'dokar'.

DE BAJAJ.




De bajaj is een driewielige taxi die vooral in Jakarta veel voorkomt. De naam wordt hier uitgesproken als  baj-ai.
De driewielige voertuigen vinden hun oorsprong in India, waar zij zijn ontwikkeld in samenwerking met het Italiaanse motorbedrijf Vespa. 
Bajaj is in India een grote auto- en motorfabrikant.
Het voertuigje  werd naar Indonesië geëxporteerd met naar schatting 20.000 stuks, maar later in het land zelf geproduceerd. 
Zij banen hun weg door de smalle kleinere straten daar zij sinds 2005 niet meer zijn toegestaan op de grotere hoofdwegen en tolwegen.
Ze zijn motorisch zeer luidruchtig en braken stinkende uitlaatgas wolken uit.


Ze hebben een oranje- of blauwe kleur, wat afhankelijk is van de coöperatie waarbij de chauffeurs zijn aangesloten. De aanwezigheid van deze bescheiden bajaj begint echter aftenemen, omdat hun populariteit negatief is door de beschikbaarheid van moderne vormen van openbaar vervoer in de stad, waaronder taxi's, bussen (waarvan sommige gratis voor de lokale bewoners). Bovendien heeft een snel groeiende middenklasse in Indonesië geleid tot meer privé auto's op de weg. Ook bij de grote warenhuizen worden ze geweerd, daar hier de taxi bedrijven hun vaste standplaats hebben.

Gebaseerd op het aantal stoelen, wat er meestal twee zijn, en wat toch meer passagiers toelaat dan dat er stoelen zijn, is het vervoer met een bajaj zeer oncomfortabel voor een grote westerling. Een groot voordeel is, dat als het regent je wel droog zit.
Rijden in een bajaj kan behoorlijk warm zijn, want de afkoeling die je ervaart is het resultaat van AC alam (natuurlijke ventilatie) met veel uitlaatgassen van het verkeer.
Verder rijden de chauffeurs met doodsverachting  door het drukke verkeer en ook de gebrekkige vering van het voertuig doet je er gebroken uitkomen na een route over slecht wegdek.
Ook een bajaj afgeladen met een vracht hoog op het dak is niet vreemd op de weg. Helaas veroorzaken ze verkeersongevallen doordat ze kantelen bij het bochten nemen. 

Bajaj zijn beperkt in het gebied waarin ze kunnen opereren.
Aan de zijkant van de deuren bevindt zich een grote cirkel die het geografische werkgebied aangeeft, inclusief Jakarta Barat, Jakarta Pusat, etc.
Ze mogen dus niet verder reizen dan het hun toegewezen gebied.

Ondanks dat de politie sinds 2012 acties voert om oude, niet vergunde bajaj van de weg te halen zijn er nog steeds veel slecht onderhouden bajaj op de wegen van Jakarta.




   

HET SCHOOL TRANSPORT.

In Indonesië beginnen de meeste onderwijsinstellingen tussen 07.00 en 08.00 uur in de ochtend en stoppen rond 16.00 uur.
In en om de grote steden wordt het vervoer van de leerlingen, die niet door eigen transport naar school gebracht worden, geregeld door de school gehuurde schoolbus.
Ze verzamelen zich op vastgestelde plaatsen om opgehaald te worden en ook weer na schooltijd afgezet te worden.
Uiteindelijk worden de kosten van het vervoer op de ouders verhaald.

Maar dan buiten de grote steden op het platteland waar in de kampongs geen scholen zijn, alleen in grotere dorpen en kleine steden.

Bij het eerste daglicht staan de mensen op, de kinderen pakken hun rugzakjes vol met hun boeken en schrijfgerei en het lunchpakketje voor die dag.
Als ze niet door de ouders naar school gebracht worden, meestal door pa op weg naar zijn werk of moeders op weg naar de pasar (markt) op de motorfiets, of als je dichter bij de schol woont met een betjak die je dan deel met je schoolvrienden. Maar dan gaat de school uit:



Buiten de school staan er dan minibussen te wachten die een vaste route hebben door de kampongs, en een ieder van de schoolkinderen wil graag vroeg thuis zijn.
Het wordt dringen en persen voor hen die een lange rit voor de boeg hebben om binnenin het busje een plaatsje te vinden, de rest klimt op het dak en grijpt zich vast aan de beugels waaraan normaal de lading op het dak wordt vast gemaakt.

De chauffeurs hebben lak aan het aantal passagiers, zit het busje aan zitplaatsen vol en ook de ruimte op de vloer vol, dan klimmen de scholieren op het dak, of hangen gewoon aan het voertuig.

Geen politieagent die er iets tegen doet. Misschien komen zijn kinderen ook wel zo thuis.

Een transport van een groep studenten op weg naar hun diploma uitreiking, in een met recht uitpuilend busje, met jolige, zingende jonge mensen tot op het dak toe.
Vaak gebeuren zo ernstige ongelukken met een hoog aantal doden, maar wie maakt ze wat en doet ze wat, tot een onverwachte tegenligger.
Het is helaas nog steeds een degelijks voorkomen.

Openbaar vervoer is in Indonesië in alle vormen van soorten te vinden.
Vaak in onze ogen bij het waanzinnige af, maar het is feit dat men het woord veiligheid in transport niet respecteert.



                          Gekker kan het niet, als je dit ziet.


            Zie vervolg: VERVOERSMIDDELEN VAN TOEN EN NOG HEDEN. (INDONESIË).

 

zaterdag 1 maart 2025

REGEN; NIET OP HET HOOFD! (INDONESIË)

 

WAAROM GEEN REGENDRUPPELS 

             OP HET HOOFD?






WATERPLEZIER.

Wat is mooier, dan in een waterpoel, meertje of kleine rivier, in het water te spelen.
Na een stevige tropische bui is er altijd wel zo'n plekje in de omgeving van de dorpen op het platteland te vinden, en kan de pret beginnen.
Lekker ravotten, elkaar nat gooien, duiken en zwemmen, een waarlijk genot na warme dagen.
Maar dan heeft moeder natuur nog een kleine verrassing en gaat het weer even regenen, het spel wordt gestaakt en een ieder zoekt iets op om het hoofd te beschermen tegen de regen.
Nat is nat zou je denken en wat maken die regendruppels dan nog uit!


Het zijn niet alleen de kinderen die hun hoofd bedekken, maar ook de volwassenen, maar waarom?


De regen die op het hoofd valt zou het hoofd ten opzichte van de rest van het lichaam te snel laten afkoelen, waardoor je ziek zou kunnen worden, kouvatten bijvoorbeeld.
Het is geen bijgeloof maar een feit, je loopt een kou op. Nu maakt dat niet veel uit als je toch in het water gedompeld bent, maar de regen is vaak stukken kouder dan het water waarin men zich bevindt.
Een paraplu heb je zo een, twee, drie niet bij de hand, dus maak je maar gebruik van wat de natuur je kan leveren; een blad van een grote plant of een bananenblad.


Het levert mooie plaatjes op, want genieten van het water gaat gewoon door.
De natuur geeft en jij neemt en het is nog milieu vriendelijk.
Na regen komt zonneschijn en genieten ze verder van het waterfestijn.









vrijdag 21 februari 2025

EMBLEMEN KONINKLIJKE MARECHAUSSEE.

 




   BEVEILIGING TER LAND, 

      AAN DE KUST, VOOR 

 DE BURGERLUCHTVAART 

     EN KONINKLIJKHUIS.

DE KONINKLIJKE MARECHAUSSEEE.


De Koninklijke Marechaussee (KMar) is een Nederlands krijgsmachtdeel naast de Koninklijke Marine (KM), de Koninklijke Landmacht (KL) en de Koninklijke luchtmacht (KLu).
De Koninklijke Marechaussee is een gendarmerie, een militaire dienst die politietaken uitvoert.

Het woord marechaussee komt van maarschalkerie. De maarschalk, een hoge militaire rang, is geëvalueerd vanuit paardenkracht. De maarschalkerij hield zich oorspronkelijk bezig met alles wat met paarden, later de gehele legertros, betrekking had.

Het Corps de Maréchaussée werd op 26 oktober 1814 door koning Willem I opgericht ter vervanging van de Franse gendarmerie, en werd ondergebracht bij de landmacht. De taken waren destijds het verrichten van politietaken voor de krijgsmacht, en civiel politiewerk als onderdeel van de rijkspolitie. In 1908 wees koningin Wilhelmina de beveiligingstaak van de koninklijke paleizen toe aan de marechaussee.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog  voegde de Duitse bezetter de marechaussee organisatorisch samen met de rijksveldwacht en de gemeenteveldwacht. Hierdoor verloor zij het predicaat Koninklijk en militaire status. Na de Tweede Wereldoorlog werd het korps gesplist in een Korps Rijkspolitie, ter vervanging van de de rijks- en gemeenteveldwacht,  en de Koninklijke Marechaussee, en verkreeg haar militaire status weer.



(1823 tot heden de Marechaussee te paard.)

 Vanaf 1946 kende Koninklijke Marechaussee ook dienstplichtigen. Zij werden hiervoor speciaal geselecteerd.
Functies bij de KMar worden beschouwd als vertrouwensfunctie. Hiervoor zijn een veiligheidsonderzoek door de MIVD en een verklaring van geen bezwaar vereist.
De huidige taken van de KMar zijn het begeleiden van militaire verplaatsingen naar oefengebieden in Europa, verkeerscontroles uitvoeren en inrichten en het beschermen van de Nederlandse grenzen, aan de kust en op vliegvelden (beveiliging en paspoortcontrole).



EMBLEEM VAN DE KONINKLIJKE MARECHAUSSEE:

Het embleem van de Koninklijke Marechaussee geeft weer op een schild met een azuur veld een ontploffende graat in sabel.
Het geheel gedekt door een koninklijke kroon.





EMBLEEM BRIGADE SPECIALE BEVEILIGINGSOPDRACHTEN:

Het embleem geeft weer op een veld va azuur in goud een silhouet van een leeuwenkop, met boven in in een vakje de afkorting BSB van de brigade.

De Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten van de marechaussee beschikt over beveiligings-, observatie- en arrestatieteams. De BSB wordt ingezet wanneer snel specialistisch optreden nodig is.
De brigade opereert zelfstandig. Als het nodig is treedt de BSB ook samen met de politie of militaire eenheden op.
De brigade is inzetbaar voor verschillende opdrachten. Zoals: * gebouwen binnen dringen, * objecten en personen beveiligen, * arrestaties, * observaties.


EMBLEEM BIJSTANDS EENHEID KMar:

Een rond embleem met een veld in azuur, omringt door een band van sabel en weer door een band van azuur.
In het veld een naar rechts kijkende leeuwenkop met open gesperde muil, en centraal een exploderende granaat, beide in goud.
In de band van  sabelde tekst; KONINKLIJKE MARECHAUSSEE in het bovenste deel en in het onderste; BIJSTANDSEENHEID in Latijnse letters van zilver.

De Bijstandseenheid (BE) is een soort oproerpolitie van de Kon. Marechaussee. De BE is toegespitst op het handhaven van de orde bij gecompliceerdere situaties dan waar de Mobile Eenheid (van de Nederlandse politie) mee te maken krijgt. Bijvoorbeeld rellen waarbij vuurwapens worden gebruikt.


KORPS MILITAIRE CONTROLEURS GEVAARLIJKE STOFFEN (KMCGS):

Het embleem in de vorm van een wapenschild geeft weer op een veld van goud, omringt door een dunnen band van sabel en een bredere van keel, een exploderende granaat.
Het Korps is een onafhankelijke toezichthouder binnen het Ministerie van Defensie die belast is met de controle en handhaving op het vervoer, opslag en behandeling van gevaarlijke stoffen binnen het Ministerie.
Het KMCGS is daarnaast ook aangewezen voor de strafrechtelijke handhaving van milieuovertredingen op defensieterreinen en de nationale luchthavens.

EMBLEEM HOOG RISICO BEVEILIGING:

Op een schild van azuur is een gestileerde uil, met gespreide vleugels, gouden klauwen en ogen, in licht azuur weergegeven. Boven in het schild op een licht azuur veld de letters HRB van dit peloton.
Onder in het schild een gestreepte chevron in licht- en donker azuur.
De Koninklijke Marechaussee beschikt over pelotons Hoog Risico Beveiliging. De eenheden bewaken en beveiligen objecten in Nederland met een verhoogde dreiging op aanslagen. Dit zijn bijvoorbeeld een aantal overheidsgebouwen, ambassades en bepaalde maatschappelijke instellingen
Het HRB werd in 2015 opgericht en bestaat sinds 16 december 2016 in totaal uit zes pelotons, met 400 man, gereed voor inzet.


EMBLEEM GEWAPENDE BEVEILIGING BURGERLUCHTVAART:

Het embleem geeft weer op een rechthoekig veld van azuur een roofvogel met opengesperde klauwen in neerwaartse vlucht, in goud.
Bovenin en een wit blokje de Letters GBB (gewapende beveiliging burgerluchtvaart). Onderin een vanuit de zijden naar het geplaatste driehoeken van sabel  een witte chevron met dunne sabel lijntjes.
De GBB is een eenheid van de Koninklijke Marachaussee die op 1 oktober 1996 is opgericht en beveiligingstaken verricht op en rondom Nederlandse luchthavens. Naast de luchthavens beveiligt de eenheid ook Justitieel Complex Schiphol. De eenheid werkt nauw samen met het Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid.