zaterdag 29 september 2018

AFRIKAANSE OLIFANT; DE LAATSTE DER GROOTSTEN. (VERHAAL)

AFSCHEID VAN EEN DER LAATSTE

   DER GROOTSTE ZOOGDIEREN

           LEVEND IN HET WILD 

               OP ONZE AARDE.



DE AFRIKAANSE OLIFANT.

De Afrikaanse olifant is het grootste landdier ter wereld met de wetenschappelijke naam Loxodonta.
We onderscheiden de Savanneolifant en de Bosolifant. De Savanneolifant heeft een schouderhoogte van gemiddeld 3,3 tot 4,2 meter, een gewicht van 6.000 tot 12.250 kilo en het wijfje heeft een draagtijd van 22 maanden.
De Bosolifant heeft een gewicht van 2.700 kilo. Hun leeftijden liggen tussen de 60 tot 70 jaar.
Beide soorten worden zwaar bedreigd met uitsterven vanwege de stroperij op het ivoor van hun slagtanden.

De Afrikaanse olifant is groter dan de Aziatische olifant en er zijn duidelijke verschillen tussen de twee soorten.
1; De Aziatische olifant en 2; de Afrikaanse olifant.
De oren van de Aziatische olifant (in de vorm van India) zijn veel kleiner dan de oren (in de vorm van het werelddeel Afrika) van de Afrikaanse olifant.
De Afrikaanse olifant gebruikt zijn oren door met ze te flapperen om zich te koelen, wat de Aziatische olifant niet doet.
Een ander groot verschil is, dat de bij de Afrikaanse olifant zowel het mannetje als het vrouwtje slagtanden heeft, wat bij de Aziatische olifant niet het geval is en
alleen het mannetje slagtanden heeft. 

Een ander verschil is de vinger aan de slurf. De Aziatische olifant (links) heeft aan het einde een vinger aan de bovenkant; de Afrikaanse olifant (rechts) heeft boven en onder aan het einde van zijn slurf een vinger.


Buiten de kiezen verschillen ook het aantal nagels aan de poten van deze olifanten. De Aziatische olifant heeft aan zijn voorpoot vijf nagels en aan zijn achterpoot vier.
De Afrikaanse olifant heeft aan zijn voorpoot vier nagels en aan zijn achterpoot drie.

Beide soorten zijn opportunistische herbivoren, die in matriarchale groepen leven: de vrouwtjes leven in groepen, onder leiding de de oudste of grootste sterkste koe. Het zijn over het algemeen familie groepen welke hun hele leven bijeen blijven. Niet vruchtbare vrouwtjes zorgen tevens voor de kleine olifanten als de moeder wegvalt. Worden de groepen te groot dan splitsen ze zich vanzelf op, maar blijven vriendschappelijke banden onderhouden. De mannetjes leven in losse mannengroepen. Wordt een mannetje te oud om nog te kunnen dekken, dan verlaat hij de groep en leeft alleen verder.




HET VERHAAL VAN DE LAATSTE DER GROOTSTEN

Een verhaal over een van de laatste grote olifanten, dat door de rangers van de natuurparken in geuren en kleuren wordt verteld en wat gedeeltelijk op waarheid en fictie berust. We gaan terug naar het jaar 1915, waarin onder leiding van de Duitse generaal von Lettow-Vorbeck, de Duitse tropen Oost-Afrika teisterden en grote kuddes olifanten achteloos werden afgeslacht voor hun ivoor.
We noemen onze olifant Furie (afkorting van Furious uit het Engels oftewel 'woedende' in het Nederlands.)



Het was in die periode. dat zijn forse moeder na 22 maanden zwangerschap haar kalf moest baren.
Samen met een onvruchtbaar ander vrouwtje, dat al jaren haar metgezellin was, verliet ze de kudde en trol naar de moerasgebieden van de Zambesi rivier en baarde tussen het papyrusriet op een zandbank haar eerste mannelijke jong. In haar leven was ze door zes stieren van de kudde bestegen en gedekt.


Haar metgezellin fungeerde als vroedvrouw en zo baarde zij dan haar eerste zoon.
Nog bedekt met het vlies. dat de metgezellin begon te verwijderen, en nog gedeeltelijk blind, trachtte het met roze haren bedekte jong op eigen poten te gaan staan en zocht met zijn slurfje naar de tepels van zijn moeder. Ze bleven gezamenlijk op de zandbank totdat het jong wist zijn poten te gebruiken, voordat zij terug keerden na de kudde. Intussen was het pigment van zijn huid donker geworden en  hadden zijn ogen zich aangepast aan de felle Afrikaanse zon.
Met veel kabaal en getrompetter werd het kalf verwelkomd in de kudde, waar hij door iedere soortgenoot werd besnuffeld om zijn geur te leren kennen en zo elkaar later altijd weer te kunnen herkennen. In de enorme kudde leerde hij snel zijn plaats kennen en genoot van zijn twee jaar durende kleuter tijd.

In deze periode verloor hij zijn melktanden, waarmee hij was geboren, waarna zijn echte slagtanden naast zij lippen doorkwamen.
Hij leerde om op alarmsignalen te reageren  en groeide al snel op spelenderwijs in door de koeien beschermde omgeving in het centrum van de kudde.
Op zijn derde jaar wist hij welke houding hij moest aannemen om anderen te bedreigen of zich aan hen te onderwerpen. Hij groeide onstuimig op en ontwikkelde zijn ongewoon robuuste lijf verder.


Het leefgebied van deze kudde strekte zich uit van de oevers van het Nyasameer in Melawi tot aan de regenwouden van het Chimanimanigebergte in Zimbabwe. Naar het westen van het stroomgebied van de Zambezi rivier tot aan de kust van de Indische Oceaan in Mozambique en vaak grensoverschrijdend in het noordelijke deel van Zuid-Afrika. Zo leerde Furie de bergpassen en de eeuwenoude olifantenpaden, plaatsen waar de aarde zoutrijk was en de mineraalrijke aarde uit de grond wrikten. Het belangrijkste was de kennis van de oudste koe die hen in de droogte periode naar plaatsen leidde  waar ze water konden vinden. Ze moesten iedere dag drinken om hun conditie op peil te houden en hun huid schoon  te houden door zich in de modder rond te wentelen.
Maar oorlogen in het gebied deden de kudde vaak van hun beschermde plaatsen afwijken. Ze hadden geen angst voor de lokale, halfnaakte primitieve stammen, die meer angst voor hun hadden, maar Furie leerde snel, dat de lucht van een menselijk wezen niet veel goeds voorspeld en het de kudde onrustig maakte. 


Furie reeds tien jaar oud toen hij zijn eerste ontmoeting met de mens had.

De oude leidster van de kudde. leidde de kudde tegen de windrichting in en snoof de geur op van aangeplante maïs op een kortgeleden geïrrigeerd gebied. De kudde kreeg de lucht te pakken en stormde zich op het maïsveld, rukte de planten uit de grond en propte zich vol. Het werd er een grote ravage.
Ze hoorden ineens geschreeuw van mensen en het slaan op drummen en door dit helse spektakel sloegen sloegen ze in paniek op de vlucht , en terwijl ze het veld uitstormden klonken er geweerschoten en waren er lichtflitsen te zien van het geweervuur. het was de eerste keer dat Furie de lucht van verbrand cordiet leerde kennen. Enkele uit de kudde werden geraakt en gilden van de pijn en vielen neer door bloedverlies. Ook dit vreselijke gegil zou hem altijd bijblijven.
Een van de koeien kon nog meekomen, maar zakte later in elkaar door het bloedverlies. Gezamenlijk trachten ze haar overeind te houden, maar het was zinloos. Ze raakten met hun slurf de gevallen dode koe aan om afscheid te nemen. De kudde trok verder, maar de leidster bleef achter en Furie bleef bij haar en gezamenlijk bedekten ze het kadaver met afgerukte boomtakken.


Het nog zogende jong trachtte bij zijn moeder achter te blijven, maar werd door de leidster tussen haar voorpoten naar voren  geduwd en leidde het naar naar een moeder die nog een zogend jong had.
Zo trok de kudde verder, landsgrenzen overschrijdend, maar het leek of zij steeds meer met mannen met vuurwapens in aanraking kwamen. De volwassen stieren die een losse band met de kudde hadden, dwaalden alleen of in kleine vrijgezellen groepjes van de kudde af, maar leken deze altijd weer terug te vinden.
Furie was volwassen geworden in de jaren en in die tijd hadden er zes enorme stieren tot de kudde behoord, maar in die jaren waren zij een prooi geworden van stropers en jagers.
Zo snel als Furie groeide zo snel ging de gezondheid van zijn moeder, de leidster achteruit. Ze had nog maar een enkele afgebroken kies, kon zodoende niet genoeg voedsel verwerken en raakte vel over been en namen haar krachten af. Bij het bereiken van een drassige drinkplaats raakte een jonge olifant vast te komen zitten in de zuigende modder, de leidster trachtte het dier te hulp te komen en raakte zelf vast in de zuigende modder die haar langzaam naar beneden zoog. Na twee dagen nutteloos vechten gaf zij het op, haar gegil werd zwakker en zwakker en haar ademhaling was nog een sissend geluid. Furie bleef al die tijd bij haar terwijl de kudde verder trok. Hij bedekte het kadaver van zijn moeder met takken en zwierf alleen door het landschap.
Het duurde twee jaar eer hij zich weer bij de kudde aansloot en in die tijd was hij geslachtsrijp geworden en kon hij de bronsgeur die door de wind werd meegevoerd niet weerstaan. 


Hij vond de kudde terug aan de oever van de Zambezi rivier en werd door hen verwelkomt door het verstrengelen van hun slurf en het tegen elkaar drukken van hun voorhoofd. 
In de kudde waren twee bronstige koeien en een van hen was van de zelfde leeftijd als Furie.
Het duurde dan ook niet lang eer ze het liefdesspel bij elkaar uitvoerden en elkaar prikkelden tot het uitoefenen van de geslachtsdaad. Furie leidde haar de rivier in waar eerst het spel verder ging, waarna hij haar nam en zijn voortplantingsdaad uitvoerde.
Hierna verbleef hij nog enige tijd bij de kudde om op een zekere dag alleen te vertrekken en weg te blijven tot het volgende seizoen.
In de daarop volgende jaren groeide hij uit tot een volwassen stier van zeven ton, drieënhalve meter hoogte, enorme slagtanden en wist zijn positie in de kudde onder de stieren zeker te stellen. Zijn enorme lichaam had veel voedsel nodig en hierdoor verloor hij de waakzaamheid uit het oog en kwam in aanraking met jagers toen hij zich te goed deed aan jong gewas.


Olifanten hebben een slecht gezichtsvermogen en ze kunnen stilstaande voorwerpen op slechts enkele meter afstand niet onderscheiden, maar beweging nemen ze ogenblikkelijk waar. Bovendien liggen hun ogen ver naar achteren in hun kop, waardoor ze minder goed recht vooruit kunnen kijken en hun oren belemmeren hun achterwaart zicht.

De jagers naderden hem van achteren, maar een onverwachte beweging alarmeerde Furie op het moment dat de jager zijn schot loste. Hij raakte met het schoot de kop net boven het linkeroog, maar de schedel ving de klap op. Woest en brullend draaide Furie zich om in de richting vanwaar het schot was gelost en schoot razend snel met uitgestrekte slurf in de richting van de jager welke struikelde. Door zijn val bevond hij zich direct onder de uitgestrekte slurf. Hij trachtte nog een schot te lossen, maar de slurf kreeg hem te pakken om zijn been. Woedend sloeg Furie het lichaam van de jager tegen een boom tot het in stukken uiteen viel. Hij had wraak genomen en besefte dat de mens voor hem een dodelijk gevaar was. De wond op zijn kop genas, maar inwendig was hij veranderd.
Hij vocht met andere stieren om de koeien in de kudden en werd een dwangmatig plunderaar van stukken landbouwgrond met gierst, maïs, zoete aardappelen en suikerrriet. In het begin liet hij zich wegjagen door brandende fakkels en trommels, maar begon op de duur de mensen zelf aan te vallen bij zijn acties.

Vreemd genoeg bleef Furie steeds weer de contacten met mensen opzoeken. Plunderde gewassen en en koelde zijn woede zelfs tegen motorvoertuigen.
Zijn slagtanden bleven gestaag groeien tot enorme afmetingen, maar hij was er mee gestopt de kudde op te zoeken en zwierf ver weg uit de beschermde gebieden. regelmatig trachtten lokale bewoners en stropers hem te doden, wat niet lukte en waar hij alleen verwondingen aan overhield welke een constant etterend abces werden. Angstige inheemse bewoners die hem bezig zagen vanuit de verte met het uit de grond trekken van bomen noemden hem de 'woedende'.
Bij een van de acties van de parkopzichters, was het gelukt door een verdovingsspuit, om hem een band met zender om zijn nekt te doen op zo zijn spoor te kunnen volgen, maar zelfs deze band wist hij los te krijgen. Buiten het beschermde gebied van de parken was hij vogelvrij.


Op deze wereld zijn er mensen die er veel geld voor over hebben om op groot wild te kunnen jagen in Afrika. Ze betalen achteloos een paar duizend dollar voor het afschieten van een mannelijke leeuw om de kop thuis als trofee aan de muur te hangen. Voor dit soort jagers worden speciale vergunningen afgegeven en zij trekken voorzien van een geheel kampement onder toezicht van een safarigids er op uit om hun wild af te schieten, en zo kwam ook Furie op het verlang lijstje van een jager te staan, vanwege zijn enorm grote bijna gelijke slagtanden.



Furie keerde steeds terug naar het moerasland aan de oevers van de Zambezi, wat hij herkende als zijn geboorte grond. Hij vond het water er koeler en zoeter en het gras groeide er weelderig, het gaf hem een gevoel van diepe vrede. Hij had intussen de leeftijd van zeventig jaar bereikt. Zijn gewrichten deden hem pijn en zodoende liep hij met een stijve geforceerde gang.  Zijn verweerde oude kop werd door het gewicht van zijn ivoren slagtanden van 70 kilo per stuk omlaag getrokken. Hij voedde zich nog enkel met gras en papyrus, daar zijn kiezen volledig waren versleten en hij geen jonge takken meer kon kauwen. Hij vermagerde en zijn huid hing als een zak om zijn lichaam, maar zijn haat tegen het menselijk wezen werd alleen maar groter.

De safarigids liet het kampement opbouwen tot een geriefelijk onderkomen voor zijn goed betalende gast. Generators voor licht en de koelkasten, waarin buiten de beste dranken het duurste voedsel werd opgeslagen, zodat de koks en het overige personeel aan de wensen van de gast konden voldoen. Spoorzoeker werden er op uit gestuurd om Furie te lokaliseren. Furie wist ze steeds voor te blijven en ontdekte het kampement eerder , dan de spoorzoeker hem lokaliseerden.
Zo viel hij in zijn woede het kampement aan na enige dagen, vertrapte alles en slingerde met zijn slurf alles in het rond. Zelfs een safari-jeep moest het ontgelden. het personeel wist nu weg te kunnen vluchten. De safarigids besloot de jacht voorlopig op te schorten, maar zijn gast wilde er niets van weten, het enigste waar hij aan kon denken waren de twee enorme slagtanden als trofee thuis aan de muur. Terwijl ze die nacht zo goed als mogelijk doorbrachten met dat wat was overgebleven van het kampement, sloop de jager het kampement uit om zich bij een eerder door Furie gebruikte drinkplaats zich te verschuilen onder een enorm dikke boom. Hij voelde de nabijheid van het dier.
Vermoeid als hij was viel hij onder de boom in slaap en ontwaakte bij het eerste daglicht en wreef de slaap uit zijn ogen. Hij had het gevoel of dat hij oog in oog stond met zijn prooi. 
Furie was zeer in de nabijheid van de jager, maar kon hem niet zien door zijn beperkte gezicht vermogen en had ook zijn geur nog niet geroken. 
Toen maakte de jager een enorme fout; hij stak zoals iedere ochtend gewend te zijn een sigaar op en blies vol genot de rook uit zijn longen. Furie kreeg deze lucht in zijn neus en het leek of daarmee al zijn haat en woede tegen het menselijke wezen zich samenpakten en stormde het struikgewas uit waarin hij stilletjes verborgen was geweest in de richting waarvan de rook vandaan kwam.
Hij stormde recht op de jager af  die tegen de boom geleund stond. Deze wist op het laatste moment zijn geweer te richten en schoot de aanstormende Furie in zijn kop en dode hem, maar de enorme massa van het dier werd niet afgeremd. Furie zakte door zijn voorpoten, ploegde met zijn slagtanden de grond om en en kwam met zijn kop tegen de boom tot stilstand. Zijn kop had de jager die zich van schrik niet meer had kunnen bewegen geplet tegen de stam van de boom. beiden waren één geworden in deze uitbeelding van de dood. Toen de safarigids en zijn personeel hen vonden lieten zij hen zo achter als eerbetoon aan Furie.



Dit verhaal heb ik geplaatst als eerbetoon aan hen die hun best doen het leven van deze dieren te reden voor het nageslacht. Soms moeten ze dit zelfs met de dood bekopen bij een treffen met stropers doe meestal zwaarbewapend zijn en er zelfs niet voor terugschrikken om hun slag te slaan in de beschermde wildparken voor het ivoor van de slagtanden van de olifant of de hoorn op de neus van de neushoorn. Het zien van deze dieren in hun eigen leefomgeving is zeer indrukwekkend  en onvergetelijk.