EEN JAPANS KARAKTER TEKEN,
DAT NIET VERTAALD KAN WORDEN.
Maru is een achtervoegsel bij de naam van Japanse koopvaardijschepen. Het woord kan niet vertaald worden omdat het een begrip is dat men in andere talen niet kent.
Een artikel dat dat vertaald werd uit het Japanse dagblad 'Hitachi Zosen News' geeft de geschiedenis en de vermoedelijke oorsprong van het woord.
Maru betekend iets ronds of cirkelvormigs en geeft ook aan of iets goeds is; het woord is in de Japanse taal strelend voor het oor, het drukt genegenheid en bekoring uit.
Omdat iets ronds schoonheid vertegenwoordigt, werd maru gebruikt achter de naam van jongens, met de wens van de ouders dat ze in gezondheid mochten opgroeien. Ook werd maru gebruikt in de namen van lievelingsdieren of zwaarden van oorlogshelden.
Enige theorieën over de oorsprong van het gebruik van het woord maru achter de namen van schepen zij:
A.
Vroeger verbonden handelaars het achtervoegsel aan de naam van hun winkel; als ze de beschikking hadden over bootjes, kregen die ook het achtervoegsel, later ook de grotere schepen.
B.
De oorlogsheld Toyotomi Hideyoshi liet een groot schip bouwen dat hij 'Nihon Maru' noemde.
Door zijn invloed als belangrijk man kwam het woord algemeen in gebruik voor schepen.
C.
Rond het jaar 1000 brachten belangrijke personen als Hitomaro en Tamuramaro goodwill-bezoeken aan China, met gevolg dat het woord maru, als verbastering van maro, werd toegevoegd aan de naam van het schip waarmee zij reisden.
D.
Om dezelfde reden dat maru voor jongens werd gebezigd, gebruikten reders het achtervoegsel voor hun schepen met de wens dat zij veilig zouden terugkeren.
(Reddingboei van de Nippon (Japan) maru uit de thuishaven Tokyo.)
In het scheepvaarttijdschrift 'Fairplay' werd de volgende uitleg gegeven.
Kooplieden, reders en zeelieden riepen de hulp der goden in om hun schepen voor onheil te behoeden.
In de thuishaven werd in de tempel een beeld geplaatst dat de beschermgod van het schip voorstelde. De naam van die god klonk als moro of muro.
Daar de kooplieden bij voorkeur hun lading verscheepten met een vaartuig dat door de goden werd beschermd, zetten de reders het intussen tot maru verbasterde woord achter de naam van hun schepen. Bij de uitbreiding van de scheepvaart kwamen er steeds meer schepen ikn de vaart die door de goden werden beschermd en men was min of meer verplicht voor alle schepen een beschermgod in de tempel te plaatsen. Het bijgeloof en de mentaliteit pasten zich aan bij de ontwikkeling van het land en volk; de beelden verdwenen, doch het achtervoegsel bleef gehandhaafd.
Nog ander bronnen geven aan maru de betekenis van: 'iets dat een onafhankelijk bestaan leidt'; 'iets dat zonder nadere beschrijving als algemeen bekend wordt geacht'; 'iets dat vertrekt of weggaat, maar ook weer terugkeert'.
Opvallend is; dat voor de Japanse oorlogsschepen nooit het achtervoegsel maru is gebruikt.
Een artikel dat dat vertaald werd uit het Japanse dagblad 'Hitachi Zosen News' geeft de geschiedenis en de vermoedelijke oorsprong van het woord.
Maru betekend iets ronds of cirkelvormigs en geeft ook aan of iets goeds is; het woord is in de Japanse taal strelend voor het oor, het drukt genegenheid en bekoring uit.
Omdat iets ronds schoonheid vertegenwoordigt, werd maru gebruikt achter de naam van jongens, met de wens van de ouders dat ze in gezondheid mochten opgroeien. Ook werd maru gebruikt in de namen van lievelingsdieren of zwaarden van oorlogshelden.
Enige theorieën over de oorsprong van het gebruik van het woord maru achter de namen van schepen zij:
A.
Vroeger verbonden handelaars het achtervoegsel aan de naam van hun winkel; als ze de beschikking hadden over bootjes, kregen die ook het achtervoegsel, later ook de grotere schepen.
B.
De oorlogsheld Toyotomi Hideyoshi liet een groot schip bouwen dat hij 'Nihon Maru' noemde.
Door zijn invloed als belangrijk man kwam het woord algemeen in gebruik voor schepen.
C.
Rond het jaar 1000 brachten belangrijke personen als Hitomaro en Tamuramaro goodwill-bezoeken aan China, met gevolg dat het woord maru, als verbastering van maro, werd toegevoegd aan de naam van het schip waarmee zij reisden.
D.
Om dezelfde reden dat maru voor jongens werd gebezigd, gebruikten reders het achtervoegsel voor hun schepen met de wens dat zij veilig zouden terugkeren.
(Reddingboei van de Nippon (Japan) maru uit de thuishaven Tokyo.)
In het scheepvaarttijdschrift 'Fairplay' werd de volgende uitleg gegeven.
Kooplieden, reders en zeelieden riepen de hulp der goden in om hun schepen voor onheil te behoeden.
In de thuishaven werd in de tempel een beeld geplaatst dat de beschermgod van het schip voorstelde. De naam van die god klonk als moro of muro.
Daar de kooplieden bij voorkeur hun lading verscheepten met een vaartuig dat door de goden werd beschermd, zetten de reders het intussen tot maru verbasterde woord achter de naam van hun schepen. Bij de uitbreiding van de scheepvaart kwamen er steeds meer schepen ikn de vaart die door de goden werden beschermd en men was min of meer verplicht voor alle schepen een beschermgod in de tempel te plaatsen. Het bijgeloof en de mentaliteit pasten zich aan bij de ontwikkeling van het land en volk; de beelden verdwenen, doch het achtervoegsel bleef gehandhaafd.
Nog ander bronnen geven aan maru de betekenis van: 'iets dat een onafhankelijk bestaan leidt'; 'iets dat zonder nadere beschrijving als algemeen bekend wordt geacht'; 'iets dat vertrekt of weggaat, maar ook weer terugkeert'.
Opvallend is; dat voor de Japanse oorlogsschepen nooit het achtervoegsel maru is gebruikt.