BIRDS IN PARADISE!
Achter het huis in de tuin heb ik een kleine overkapping staan. Het is daar vooral in het voorjaar als de wind verkeerd staat in de ochtend heerlijk vertoeven in het zonnetje. Helaas was het er dit jaar niet bij, daar een merel koppel het nodig vond op een plankje wat aan de wand is bevestigd een nest te gaan bouwen precies op een terracotta stukje aardewerk dat ik uit Bali had meegebracht.
Het was een druk af en aan vliegen met materiaal dat ze in de tuin verzamelden en hevig lawaai makend werd me duidelijk gemaakt dat het nu hun territorium was geworden.
Het werd uiteindelijk een waar stukje kunstwerk dat nest, gemaakt uit droog materiaal van de tuinplanten en vanbinnen afgewerkt met met modder uit de rand van de tuinvijver.
Op een moment van afwezigheid heel voorzichtig een blik in het nest geworpen en zowaar er lag reeds één ei in en nu maar wachten of het er nog meer zouden worden.
Het ei heeft een prachtige blauw-groene kleur en is bedekt met geel-bruine vlekken.
Al spoedig bleef het vrouwtje langdurig op het nest zitten en verliet het om alleen snel wat voeding te vergaren in het gazon. Het mannetje hield luid fluitend het geheel in de gaten.
Na twee weken was het ineens druk af- en aanvliegen van het vrouwtje en het mannetje naar het nest met voeding in hun snavel.
Er lagen vier bijna nog naakte, veerloze vogeltjes in het nest die gevoerd moesten worden.
Insecten, wormen, broodkruimels en bessen waren er in de tuin volop te vinden. Bij het omdoen van de aarde tussen de planten na een regenbui zaten ze bijna onder het tuingereedschap zo brutaal begonnen ze te worden. Een hoopje bladeren en tuinafval gooiden ze uit elkaar om het ongedierte er tussen uit te pikken.
In het gazon waren ze druk bezig opzoek naar regenwormen. Rond huppend met hun kop scheef, waarschijnlijk om de wormen te kunnen zien zoeken ze hun prooi. Soms vliegen het hele stukken gras door de lucht als ze er een aan het uitpikken zijn.
De tuin is een waar voedsel paradijs voor ze.
Het vrouwtje doet buiten het voeden van de jongen, die al snel hun kopje boven de rand van het nest uitstekken als ze er aankomt, ook het onderhoud van het nest. Het is een constante bedrijvigheid.
Het mannetje, herkenbaar aan zijn egaal zwarte veren heeft een oranje spitse snavel en een opvallende gele ring rond zijn oog.
Buiten het voeden is hij druk bezig in de ochtend met een fluitconcert vanuit de boom of vanaf de dakrand, maar houdt intussen de omgeving scherp in de gaten.
Zodra en ook maar een kat in de beurt was ging zijn gezang over in een soort van geschreeuw met harde scherpe ratelende tonen en blijft het doen tot het gevaar geweken is.
Bij het eerste beste onraad keert het vrouwtje terug op het nest en dekt dit af met haar lichaam als een soort bescherming voor haar jongen.
Het vrouwtje heeft een aardebruin veren pak wat een stuk lichte is dan dat ven het mannetje. Ze heeft donkere strepen op haar keel en een gespikkelde onderzijde. Haar snavel is geel.
Worden de vrouwtje ouder, dan krijgen ze een witte keel en borst.
Zodra de jongen groot genoeg zijn beginnen ze in het nest reeds met hun vleugels te klapperen alsof ze zich klaar maken voor hun eerste vlucht.
De oudste domineert dan gelijk het nest en wenst ook als eerste gevoed te worden als een van de ouders komt voeden.
Vanochtend zijn ze een voor een uitgevlogen en fladderen op een nog onbeholpen manier rond in de tuin waar ze zich schuil houden tussen de planten.
Ondanks dat het nest hebben verlaten zullen ze zich nog zeker drie weken beroepen op hun ouders voor voeding eer ze zelf groot genoeg zijn om te kunnen wegvliegen. De ouders houden ze al die tijd goed in de gaten.
Ze zullen uiteindelijk uitgroeien tot een vogel van zo'n 25 centimeter met een spanwijdte van 34 tot 38 centimeter en een gewicht tussen 80 en 110 gram.
Het nest is nu leeg en verlaten, maar ik laat het maar zo als het is. Je weet maar nooit of er nog een tweede broed gaat komen. Voorlopig is het genieten van hun fluitconcerten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten