LEIDSE STADSPOORTEN.
Van de drie stadspoorten van Leiden zijn er nog twee overgebleven. De Rijnburgerpoort uit 1632 bestaat niet meer. De meest bekende is de Morspoort die toegang geeft tot de drukke winkelstraat, de Haarlemmerstraat, de westelijke stadspoort. De oostelijke stadspoort is de Zijlpoort.
MORSPOORT.
De Morspoort gaf toegang tot de stadswijk die rond 1611 gebouwd werd op een drassig gebied met kleiafzettingen. De naam is afgeleid van de oude benaming voor moeras; morsch.
De oude naam van de tegenwoordige Morsstraat, de Kleiweg, herinnerde nog aan dit vroegere landschap. De huidige morspoort verving de bouwvallige houtenpoort uit 1640 in 1669.
Bij het naderen van de stad Leiden vanuit het noordwesten kreeg men niet de prettigste indruk van de stad. Buiten de Morspoort hingen de lichamen van terechtgestelde mannen en vrouwen aan een galg op het galgenveld. De Rijn kreeg zodoende op deze plaats de naam Galgewater.
De poort met een achtkantige koepel deed lange tijd dienst als gevangenis. De achtkantige koepel heeft vier vensters en grillige en olijke koppen, menselijke en dierlijke gestalten versieren de consoles op de achthoeken.
ZIJLPOORT.
De voorganger van deze poort stond vroeger aan het einde van de Haarlemmerstraat, nu het Havenplein. De poort is net als de Morspoort het ontwerp van de Leidse bouwmeester Willem van der Helm. Het fraaie beeldhouwwerk is van Rombout Verhulst.
Doordat de poort zowel op de stadswal als op de brug ervoor moest aansluiten heeft het gebouw de vorm van een parallellogram.
In de 18e eeuw werd er in de zaal boven de poortdoorgang vergaderingen gehouden en vanaf 1736 was er een school gevestigd voor de arme kinderen. In de 19e eeuw werden er stadsgoederen opgeslagen. Nu is er een horecagelegenheid in gevestigd.
Langs de Zijlpoort stroomt, vanaf het nabijgelegen riviertje de Zijl, de Nieuwe Rijn de stad Leiden binnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten