maandag 14 mei 2018

ZUID-AFRIKA RONDREIS. 'THE BIG FIVE'. (DEEL 1)

   WILD ZUID-AFRIKA RONDREIS.

            'THE BIG FIVE' (1)



ZUID-AFRIKA.

Officieel de Republiek Zuid-Afrika.
Het land wordt begrenst in het westen door de Atlantische Oceaan en Namibië; in het noorden door Botswana en Zimbabwe; in het oosten door Mozambique, Swaziland en de Indische Oceaan.
Het land heeft een oppervlakte van 1.221.037 km².
De bestuurlijke macht is gevestigd in Pretoria, de wetgevende macht in Kaapstad en de rechterlijke macht in Bloemfontein.
De bevolking is voor 75,5% christen, 21,1% geen of onzeker en 3,4% stammengeloof.
In Zuid-Afrika ligt het koninkrijk Lesotho.
het land kent verschillende talen, waarvan Zuid-Afrikaans en Engels de belangrijkste zijn en verder het Ndeble, Noord-Sotho, Swazi, Tsonga, Tswana, Venda, Xhosa, Zoeloe en het Zuid-Sotho.
Het land heeft zeven grote rivieren: De Vaal rivier die samenvloeit in de Oranjerivier welke de langste is en ontspringt in de Drakensbergen en stroomt naar het westen om uit te stromen in de Atlantische Oceaan; 

Blyde rivier welke door de canyon van de Drakensbergen stroomt, de twee na grootste canyon van de wereld; 
Sabie rivier stroomt van Mpumalanga tot Mozambique en door het Kruger Park; Great Kei rivier beginnend waar Swart-Kei en Wit-Kei samenkomen in de Oost-Kaap en uitmond in de Indische Oceaan; Breede rivier stroomt van West-Kaap naar de Indische Oceaan; Olifants rivier stromend door het Kruger Park naar Mozambique en uitmondend in de Indische Oceaan; Boesmans rivier welke stroomt van de Oost-Kaap naar de Indische Oceaan.


INDELING ZUID-AFRIKA.

Zuid-Afrika in onderverdeeld in negen provincies.
1. West-Kaap met de hoofdstad Kaapstad en een oppervlakte van 129.462 km²
2. Noord-Kaap met de hoofdstad Kimberly en een oppervlakte van 372.889 km².
3. Oost-Kaap met de hoofdstad Bhisho en een oppervlakte van 168.966 km².
4. KwaZoeleoe-Natal met de hoofdstad Pietermaritzburg en een oppervlakte van 94.361 km².
5. Vrijstaat met de hoofdstad Bloemfontein en een oppervlakte van 129.825 km².
6. Noordwest met de hoofdstad Mafikeng en een oppervlakte van 104.882 km².
7. Gauteng met de hoofdstad Johannesburg en een oppervlakte van 18.178 km².
8. Mpumalanga met de hoofdstad Nelspruit en een oppervlakte van 76.178 km².
9. Limpopo met de hoofdstad Petersburg en een oppervlakte van 125.754 km².

De kleinste provincie is Gauteng maar heeft met 12.272.263 het grootste aantal inwoners. De grootste is Noord-Kaap met het laagste inwoners aantal 1.1435.861.

GESCHIEDENIS IN HET KORT. 

Zuid-Afrika kent een lange geschiedenis. De eerste Europeaan die er kwam was de Portugees Bartolomeu Dias die in 1488 Kaap de Goede Hoop ronde. het gebied werd echter niet door de Portugezen gekoloniseerd. Het waren de Hollanders die er met het schip 'Nieuw Haarlem' op de terugreis van Batavia naar Holland, schipbreuk leden en er een klein fort bouwden met de naam 'Zand Fort van die Kaap die Goede Hoop'. Op 1 april 1652 kwam Jan van Riebeeck aan bij de Kaap en het gebied werd snel een zich snel uitbreidende Hollandse nederzetting en bevoorradingspost voor de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).


(Slag bij Muizenberg.)

In 1795 na de zeeslag bij Muizenberg kwam het gebied in handen van de Britten, welke het in 1803 weer terug gaven aan de Hollanders.
Slechts drie jaar later namen de Britten voorgoed bezit van de Kaap.
Het afschaffen van de slavernij leidde tot veel strijd met de Britten, bekend staand onder de naam 'Boerenoorlog'.




(De vlag onder het Britse Gemenebest 1910-1928.)

In 1910 werd de Unie van Zuid-Afrika gevormd, een onafhankelijke staat in het Britse Gemenebest en kreeg het de vlag van de Unie van Zuid-Afrika.


(Vlag van de Unie van Zuid-Afrika 1928-1994.)

In 1961 werd het land een republiek en werd de Britse vlag uit de witte baan verwijderd. De vlaggen van Oranje Vrijstaat en Transvaal bleven er in staan.
In 1994 werd het land de Republiek Zuid-Afrika onder de zelfde vlag. Deze zou na het opheffen van de apartheid en onder de eerste zwarte president van het land Nelson Mandela, na de eerste algemene verkiezingen in het land, weer veranderen.

Zuid-Afrika is enorm rijk aan delfstoffen met als bekendste goud en diamant.


DE VLAG VAN ZUID-AFRIKA.

De huidige vlag van Zuid-Afrika is op 27 april 1994 aangenomen.
De vlag een horizontaal een groene letter Y met links een gele rand met een zwarte driehoek en rechts een witte rand met boven de kleur rood en onder blauw.
Het rood in de vlag staat symbool voor het bloedvergieten in de vele strijd die het land heeft geleverd. Het blauw voor de twee oceanen, het groen voor de natuur, het wit voor hoop en de diamant, het geel voor het goud en het zwart voor de vrije bevolking.

(Marinevlag van Zuid-Afrika.)

Zuid-Afrika omringt aan drie zijden door het water van de oceanen heeft natuurlijk een marine met een eigen vlag.
De vlag bestaat uit een wit veld en in vier gelijke vakken verdeeld door een groen kruis.
In het linker boven kanton staat de nationale vlag afgebeeld.


WAPEN VAN ZUID-AFRIKA.

Het huidige wapen van Zuid-Afrika is in 2000 in gebruik genomen om het wapen uit 1910 te vervangen. Het is het vierde wapen van het land.
In het schild de afbeelding van de zwarte bevolking met daarboven twee traditionele wapens en groene bladeren. In een driehoek de kleuren van de huidige vlag en tussen de vleugels een kop van de zeearend met daarboven de zon.
Om het schild korenaren en twee slagtanden van een olifant.
In het groen onder het geheel de wapenspreuk "ke e: /xarra // ke" in de Khoisan-taal van het Xam-volk, wat betekend "Verscheidene volken verenigd".


'THE BIG FIVE".

Met "The Big Five" worden bedoeld de meest gevaarlijke dieren uit de Afrikaanse wildernis;
de Buffel, de Afrikaanse Olifant. de Afrikaanse Leeuw. het Luipaard en de Zwarte Neushoorn.
Al deze dieren komen voor in het Nationaal Kruger Park in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens van Zimbabwe en Mozambique.





                                         (Zie vervolg; Wild Zuid-Afrika RONDREIS. (DEEL 2.)


 

dinsdag 8 mei 2018

SAUROMATUM VENOSUM. WAT IS DAT?

     

       EEN APARTE BLOEM 

MET EEN VRESELIJKE GEUR.




SAUROMATUM VENOSUM.

Enige weken geleden kreeg ik deze droogbloeier knol van een kennis met de mededeling hem niet in de kamer te laten uitspringen. 
Deze raad opgevolgd en me zelf afgevraagd waarom dan niet binnenshuis. 
De knol in een pot gezet met wat potaarde achter op het terras in de tuin en heden ochtend kwam ik er achter, wat mij door de kennis was aangeraden. Er hing een zeer zware lucht en een gierput achter op het terras. Nu woon ik landelijk en kan soms mee genieten van het bemesten van de landerijen voor het ploegen en inzaaien van de mais. Dit was reeds enige weken geleden gedaan en dus was het de vraag waar deze lucht vandaan kwam.
De Sauromatum venosum stond fraai in bloei en werd omringt door een enorme zwerm vliegen die op de geur waren afgekomen.
Het leek wel of er een beerput was opengetrokken en de knol is verhuist naar het verre uiteinde van de tuin.

De Sauromatum venosum wordt ook wel de 'Voodoolelie' genoemd.
Het is een knolgewas met een opgaande stengel met alleen staand blad. Het is een eendags bloeier.
Het apart gevormde groene blad heeft paarse vlekken wat de plant haar meerwaarde geeft.

De plant heeft een aronskelk gevormde bloem en een sterke geur die vliegen aantrekt welke voor de bestuiving zorgen.
Na de bloei ontstaat in het hart een bol gevuld met bessen welke kunnen worden uitgezaaid en vrij snel ontkiemen.
De bol is winterhard tot minus 10 graden Celcius.













dinsdag 1 mei 2018

OLIESTOKER; WAT IS DAT?

ZWARE OLIE ALS BRANDSTOF 

IN PLAATS VAN STEENKOLEN.


OLIESTOKER.

De uitdrukking oliestoker dateert uit de tijd dat en nog schepen waren, waarvan de stoomketel werd gestookt met steenkolen en andere waren overgegaan op het stoken van olie.

Voordelen hiervan zijn: 
1. Hogere verbrandingswaarde; 
2. Eenvoudige bediening dus minder personeel; 
3. Gemakkelijke regeling van de stoomproductie bij het manoeuvreren; 
4. Minder roetvorming in de ketelinstallatie; 
5. Hoger rendement door gelijkmatige verspreiding van de hitte in de vuurgangen of vuurhaard; 
6. Geen vorming van as en sintels, dus geen vuren schoonmaken en aswippen.
7. Gemakkelijk aansteken en doven van de vlam bij tijdelijk gestopte voortstuwingsmachine;
8. Gemakkelijk te laden in de brandstoftanks zonder stof.
9. Gemakkelijke berging in grote hoeveelheid.
10. Geen roosterbaren met slijtage en vernieuwing hiervan.
11. Minder rookvorming.

Met opkomst van de oliestook aan boord van de stoomschepen, verdwenen ook het grote aantal schoorstenen die zwarte rookwolken uitbraakten.


Het aan boord nemen van de stookolie (bunkeren) kan op twee manieren geschieden: via aan walinstallatie of via een bunkerscheepje (lichter).
Bij tankschepen mag dit alleen als het schip haar lading heeft gelost en alle open verbindingen met de ladingtanks zijn gesloten. Bij vracht- of containerschepen gebeurt dit gewoon tijdens het laden of lossen van de lading.

In het volgende schema gaan we uit van een  waltank of een lichter tot aan de olistookinstallatie:


A. Het olie laadstation aan de wal of uit een lichter.
B. Voorraadbunker aan boord. Meestal twee op het achterschip en twee op het voorschip, waarvan een aan bakboord zijde en een aan stuurboordzijde. Ook bestaat bij sommige schepen de mogelijkheid de brandstof in de dubbelbodems op te slaan.
C. Transportpomp.
D. Dag- of bezinktanks (settlingtanks).
E. Zuigfilter.
F. Brandstofpomp.
G. Brandstofvoorwarmer.
H. Persfilter.
J. Oliebranders met luchtregisters. 
note; Tussen de brandstofvoorwarmer en de oliebranders is een hogedruk brandstofpomp geplaatst.
Alle filters, voorwarmers en pompen zijn dubbel uitgevoerd.

Alle tanks en bunkers zijn voorzien van stoomverwarmingsspiralen, die de olie op een dusdanige temperatuur houden dat ze voldoende vloeibaar is om te kunnen verpompen.
Met een transportpomp wordt de olie vanuit de bunker naar de bezinktanks gepompt, waarvan er meestal twee zij geïnstalleerd en in feite in de bunkertank hangen. Deze tanks moeten regelmatig worden afgetapt om er zeker van te zijn dat er geen water in aanwezig is.
Van de bezinktanks wordt de olie verpompt naar de dagtank, waarvan soms ook twee aanwezig en de afmetingen dusdanig zijn dat zij het brandstofverbruik voor een etmaal kunnen bevatten.
Al deze tanks worden regelmatig op water gecontroleerd. Dit water kan meegevoerd zijn in de te nemen brandstof of door een lekkage in het verwarmingssysteem in de tank.
De dagtanks worden om beurten leeggezogen door de stookpompen. Is de dagtank zo goed als leeg , dan wordt er overgegaan op de andere dagtank na controle of er geen water in zit, waarna de lege dagtank weer wordt opgevuld uit de bezinktank. Door het verwarmen van de brandstof, tussen de 50 en 60 graden C. zal de olie zich verdunnen en het vocht wat erin zit naar de bodem van de tank zakken.


(Een ketelfront met vier automatische branders.)


Uit de dagtank wordt, door een zuigfilter, de brandstof door de stookpomp door de voorwarmer gepompt waarna deze een temperatuur heeft van tussen 120 en 160 graden C., hierdoor kan ze goed dun vloeibaar de branders in het ketelfront bereiken.
Deze branders (verstuivers) zijn zodanig ingericht dat ze de brandstof, vermengd met lucht of stoom, in fijn verdeelde toestand in de ketel spuiten. Daartoe zijn ze centraal geplaatst in een luchtregister, dat de doelmatige luchttoevoer regelt. Van de verstuivers zijn de drie belangrijkste uitvoeringen: de drukverstuivers, de stoomverstuivers en de mechanische verstuivers.

(Drukverstuiver.)

Bij de drukverstuiver wordt de brandstof door de houder, een ronde stalenpijp, en de verdeelplaat, door middel van tangentiaal aangebrachte sleuven in de wervelkamer gevoerd. Hierin wordt de olie in snelle rotatie gebracht, om tenslotte door het spuitgat, in fijn vernevelde toestand in de vuurhaard te worden gespoten.
Bij stoomverstuivers worden stoom en olie gescheiden in de meng- en wervelkamer toegevoerd. Hier worden stoom en olie met elkaar vermengd, om daarna door de spuitkop in fijn vernevelde toestand in de vuurhaard geblazen te worden. Wordt nu de brander terug getrokken uit zijn werkende positie, bij te veel stoomproductie, dan spuit de stoom de verstuiver schoon.
De mechanische brander bestaat uit een trommel waarin de olie wordt toegevoerd. Deze trommel wordt door een lucht turbine of elektromotor in snelle rotatie gehouden. Aan de rand van de trommel gekomen, wordt de olie in fijne druppels in de vorm van een kegel afgeworpen. De verbrandingslucht ontvangt van schoepen een draaiing, tegengesteld aan die van de trommel.

het ontsteken van de brandstof in de vuurhaard geschiedde vroeger met een toorts. Tegenwoordig wordt dit elektrisch gedaan. De branders kunnen bij eventuele verstopping gemakkelijk in hun geheel worden vervangen om schoongemaakt te worden. Hiervoor zijn op de stookplaats altijd enige reserve branders aanwezig. Het trekken van de branders geschiedde vroeger met de hand, maar dat gaat tegenwoordig mechanisch.