donderdag 22 september 2016

TULPEN KIJKEN. HORTUS BULBORUM.


EEN BLOEMBOL UIT EEN VER LAND.

DE TROTS VAN DE NEDERLANDSE

BLOEMENKWEKERS.



De herfst is nog maar net begonnen en de bloembollen liggen weer hoog opgestapeld te koop bij de tuincentra. Verpakt en gemengd in een zak met honderd tegelijk en per soort in een zakje van zes stuks. Voor een ieder wat wils. Maar wie denkt er nu bij een temperatuur van 22 C aan het poten van bloembollen in de tuin, terwijl veel zomer bloeiers nog in bloei staan !
Poot men ze niet in de tuin dan zijn er in het voorjaar diverse mogelijkheden om deze fraaie voorjaarsbloemen te bezichtigen. Het meest bekend, zeker wereldwijd, is de Keukenhof, waar men soms de bloemen niet ziet door de vele buitenlandse bezoekers.


HORTUS BULBORUM.

Een ander optie is een bezoek aan de Hortus Bulborum in het plaatsje Limmen bij Castricum in de provincie Noord-Holland aan de N 203 van Uitgeest naar Alkmaar.
Vanaf station Alkmaar met de bus 167 naar Haarlem of vanaf station Castricum met de bus 167 naar Alkmaar. Uitstappen bij Limmerbuurt.
De Hortus ligt aan de Zuidkerklaan 23a
1906AC Limmen (E-mail info@hortus-bulborum.nl.


EEN ZEE VAN BLOEMEN.

Deze bloemenpracht wordt volledig in stand gehouden door vrijwilligers uit het bollenvak.
Nergens ter wereld vind je zoveel verschillende soorten historische tulpen als in deze tuin. Ruim 2.650 soorten prachtig gegroepeerd in vakken en duidelijk gemarkeerd. Daaronder natuurlijk ook de Duc van Tol, Red en Yellow. Deze werd in Nederland voor het eerst gekweekt in 1595 en legde de basis voor de commerciële bollenteelt.








Daarnaast bloeien er in de Hortus ook nog eens 1.100 verschillende narcissen, ruim 100 soorten van zowel krokussen als hyacinten en 15 variëteiten van de Fritillaria imperialis (keizerskronen).



Voor de liefhebber is dit een paradijs vol tulpenbloemen om rustig wandelend tussen de borders te bezichtigen.




DE BEEMSTER.

Maar om nu ook de uitgestrekte bollenvelden te bezichtigen is het even voor Alkmaar af te buigen naar de Beemster waar in de vroeger drooggelegde gebieden nu uitgestrekte bollenvelden zijn te zien.




vrijdag 16 september 2016

AEOLUS (SCHIP EN GOD) HOE EN WAT?


EEN MYTHISCHE GOD EN 

EEN SCHIP OP POTEN.





AEOLUS DE GOD.

Aeolus is een figuur uit de Griekse en Romeinse mythologie.
Volgens de vertelingen uit deze mythologie was hij de zoon van Poseidon die door Zeus werd aangesteld als de bewaarder van de winden:
Boreas de noordenwind, Notos de zuidenwind, Euros de oostenwind en Zephyrus de westenwind. Aeolus hied deze winden opgesloten in een grot en kon ze als hij dat wilde uitzenden om wind te brengen.
Aeolus ontmoette Odysseus op de Liparische Eilanden. Hij gaf deze een zak mee, waarin de tegenwinden zaten, zodat Odysseus nooit last van tegenwind zou hebben. De reis genoten van Odysseus waren echter zo nieuwsgierig, dat ze in de zak keken. De tegenwinden ontsnapten, waardoor Odysseus zijn bestemming niet kon bereiken.
Aeolus was er teven voor verantwoordelijk dat de Griekse vloot niet kon uitvaren naar Troje; dit op verzoek Artemis, alvorens koning Agamemnon zijn dochter Iphigeneia aan de godin zou offeren.
De god is de mythische voorvader van de Aeoliërs.


WIND EN ENERGIE.


De opwarming van de aarde door de uitstoot van CO2, het sluiten van de kerncentrales en de hoge kosten van de brandstoffen voor de energiecentrales voor elektriciteit zijn de oorzaak ervan dat men is gaan zoeken naar een bron van 'groene' energie. 
In Nederland kennen we van oudsher het gebruik van de wind voor de aandrijving van windmolens voor het verpompen van water uit de beneden de waterspiegel gelegen gebieden, welke molens later werden vervangen door mechanische installaties.
Ook hier speelde Aeolus een belangrijke rol. Maar hoe worden deze windmolen parken in zee aangelegd? 


AEOLUS HET SCHIP VAN VAN OORD.


Tijdens de Wereldhaven dagen in Rotterdam trok het schip de Aeolus van Firma van Oord veel bekijks.
Door de stijgende vraag naar windenergie en de uitbreiding van de windmolenparken in zee, werd door de firma Van Oord dit speciale offshore installatieschip ontworpen en werd het in 2014 in gebruik genomen.
Het schip vervoert de te plaatsen stalen delen van de fundaties voor de voet van de windmolens zelf en is uitgerust met een kraan met een hijsvermogen van ruim 900 ton.
Verder is het schip uitgerust met een geavanceerd jacking-systeem: met vier gigantische poten van elk 85 meter lengte en een gewicht van 920 ton waarop de Aeolus kan worden geplaatst voor werkzaamheden bij een diepte van 45 meter.

Het offshore installatieschip Aeolus staande op haar vier poten.




Het schip heeft een lengte van 139 meter, een holte van 9,12 meter en een diepgang van 6 meter. 

De Aeolus varend met ingetrokken poten onderweg naar het werkgebied beladen met de te plaatsen fundatiebuizen voor de windmolens.
















Een van de gigantische poten hangend in de scheepskraan wordt in positie gebracht, waarna deze door middel van een hydraulische pers in de zeebodem wordt getrild. 


Na het plaatsen van de fundatie worden hierop de enorme hoge zuilen geplaatst, waarop later de windmolengenerator wordt gemonteerd.
Deze zuilen zijn zo ruim dat een een stelsel in is aangebracht van stalen ladders op de top te kunnen bereiken.







Als laatste wordt de windmolen geplaatst welke later voor de levering van 'groene energie' moet zorgen.
Achter het schip staan de reeds geplaatste fundaties in de zee.






Het geheel is een stukje zeer doordachte technische kennis van een bedrijf dat wereldwijd projecten uitvoert met speciaal daarvoor ontworpen schepen.


zondag 4 september 2016

ZWAARD. (SCHIP). WAT IS DAT?


NIET GESCHIKT OM TE 

DUELLEREN, MAAR VOOR 

STABILITEIT.



ZWAARD OF ZIJZWAARD.


Een zwaard of zijzwaard is uit een of meer planken samengesteld en is aan één of beide zijden van een ondiep gaand vaartuig draaibaar en aan één uiteinde opgehangen, zodat het andere uiteinde in het water kan worden neergelaten.
Aan lijzijde neerlaten, geeft het aan het vaartuig een groter zijdelingse weerstand waardoor de drift verminderd wordt.
aan de wind varend staat het zwaard zo diep mogelijk; via halve naar ruime wind varend kan een zijzwaard telkens iets verder worden opgetrokken.


                                               Een Kamper vissersboot met zijzwaarden.


Men onderscheidt ronde zwaarden die men hoofdzakelijk op schepen aantreft die rustiger water bevaren, zoals boeiers en tjotters, en smalle zeezwaarden die gevoerd worden door schepen die ruwer water in riviermonden en op zee bevaren, zoals Lemmeraken en botters.

(Rondzwaard voor ronde en platbodemjachten.)

Zijzwaarden werden in de loop van de tweede helft van de 16e eeuw in de Nederlanden in gebruik genomen.
Dit valt samen met de periode waarin ook langsscheepse zeilen algemeen in gebruik kwamen.

Zwaarden worden op verschillende wijzen gemaakt. Die van werkschepen zijn meestal geheel vlak aan de buitenzijde, maar aan de binnenkant naar achteren toe verdund zodat ze een licht gestroomlijnde doorsnede hebben.
Zeezwaarden hebben vaak een vleugelprofiel.


                                                                          (Zeezwaard).

De buitenkant is vlak of een weinig hol en de binnenkant bol. Door het drukverschil van het langsstromende water geeft dit profiel het zwaard, dus het schip, een zekere lift.
Zijzwaarden kunnen verplaatsbaar bevestigd zijn, waardoor het mogelijk is het lateraalpunt van het schip in overeenstemming te brengen met de zeilpunt.


De onderdelen van een zijzwaard zijn: de kop die dwars over het lichaam van het zwaard ligt en de binnen- en buitenposten bij elkaar houdt.
Dwars door de kop zit de zwaardbout die op diverse wijzen aan boord kan worden bevestigd, op jachten en vissersschepen soms op een verstelbare rail.
Het zwaard draait rond de zwaardbout. De rand van het lichaam is beslagen met een ijzeren beslag, zandloper of sleepijzer, ter bescherming en ter versterking.
Soms wordt aan de buitenkant een halve maan gelegd die het zwaardlichaam versterkt.
De rechte veer van de halve maan steekt aan de bovenzijde buiten het zwaard uit en heeft een oog waarmee het aan boord kan worden opgehangen. Aan de onderkant van het zwaard zit een gat waarin een zwaardloper steekt die al dan niet op een zwaardtalie gestoken is en waarmee het zwaard opgehaald op neergelaten kan worden.
Aan de voorkant is het zwaard beschermd tegen stoten door een aanvaringsklamp of een stootklos die op het boeisel van het vaartuig zit.

Als het gestreken wordt glijdt het gemakkelijker over het berghout als er spiegelklamp of glij-ijzer in de hoek tussen het boeisel en het berghout geplaatst is.
Eenmaal gestreken steunt het tegen een horizontale strijkplank die over een zekere afstand onder het berghout op het boord ligt.
Op sommige schepen wordt de kop van het zwaard tegen binnen boord vallen geschoord door een conterhamer. Dit is een houten klos die verticaal in het dolboord zit.