"DE OUDE WERELD". (4)
EUROPA.
FRANKRIJK.
Officieel de Franse Republiek. het land is gelegen in het westen van Europa en wordt in het westen begrenst door de Golf van Biskaje, de Atlantische Oceaan en Het Kanaal en het Nauw van Calais. In de noorden door België en noord-oosten door Luxemburg, in het oosten door Duitsland, Zwitserland en Italië,
in het zuid-oosten door de Middellandse Zee en het zuiden door Spanje,
Frankrijk is het grootste land van Europse Unie met een oppervlakte van 551.500 km². De hoofdstad is Parijs en de voertaal is Frans. Het land is opgedeeld in 95 departementen.
Bewijzen van de eerste bewoning van Frankrijk gevonden in groten zijn reeds 17.000 jaar oud.
Rond 1000 v.Chr. drongen Keltische stammen het gebied binnen vanuit het huidige Zwitserland en Zuid/Duitsland. Zij zouden later bekend staan onder de naam Galliërs. De eerste geschiedschrijving dateert uit 600 v,Chr. met de Griekse kolonisatie van de Middellandse Zee kust. Een machtige stad uit die tijd was Massillia, het huidige Marseille.
De Romeinen werden in 181 v.Chr. en 132 v.Chr. door de Griekse kolonisten te hulp geroepen tegen invallen van de Liguriërs en andere Keltische stammen.
In 52 v.Chr. brachten de Romeinen onder Julius Caesar, na een bloedige veldslag, de Galliërs onder Romeins bestuur en stichten de nieuwe provincie Gallia Narbonensis. De Romeinen zouden zeker vijf eeuwen in het gebied blijven.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling werd de basis gelegd voor de Franse taal, die van het Latijn afstamt en toevoegingen kreeg van Keltische en Germaanse woorden.
De Romeinen kregen constant te maken met schermutselingen met de lokale stammen vanaf 287 n.Chr.
In het jaar 486 kwam er een einde aan de Romeinse bezetting.
In de middeleeuwen sprak men over het Frankische Rijk wat duurde van 481 tot 887. In die periode kende men de koninkrijken van de Merovingen (481-751) en de Karolingen (751-987) en het West-Francië van 843 tot 987.
Van het jaar 987 tot 1791 sprak men van het koninkrijk Frankrijk, waarin de Capetingen van 987 tot 1328 en de Valois van 1328 tot 1589 regeerden.
Van 1589 tot 1792 waren de Bourbon's aan de macht en aan deze regering kwam een eide door de Franse Revolutie in 1789.
Achtereenvolgens was Frankrijk een koninkrijk van 1791 tot 1792. Van 1792 tot 1804 was het de tijd van de Eerste Franse Republiek en van 1804 tot 1815 de periode van het Franse Keizerrijk onder Napoleon Bonaparte.
De periode van 1815 tot 1830 noemde men de Restauratie. Na 1830 kende men de Julimonarchie tot 1848 welke werd opgevolgd door de Tweede Republiek die duurde van 1848 tot 1852.
Na de terugkeer van Napoleon van Elba was er het Tweede keizerrijk van 1952 tot 1870. Napoleon werd door de geallieerden bij Waterloo verslagen en verbannen naar Sint Helena waar hij overleed. Zo ontstond in 1870 de Derde Republiek die duurde van 1870 tot 1940/46. Van 1914 tot 1918 was Frankrijk in oorlog met de Keizerrijk Duitsland.
In de WO-II kende het land van 1940 tot 1944 het Vichy-regime, wat samenwerkte met de nazi-bezetter. Na de WO-II werd de Vierde Republiek uitgeroepen die bleef tot 1958, waarna tot op heden het land de Vijfde Republiek kent. Gedurende de tijd van de Vierde Republiek vond de Franse dekolonisatie plaats.
Frankrijk was een van de voortrekkers van de oprichting van EGKS en de Europese Unie. Het land is lid van de VN, de Veiligheidsraad (met vetorecht) de NAVO, de G8, de OESO en de WTO.
Het land kent enige grote rivieren, zoals de Seine die door Parijs stroomt. De langste rivier is de Loire met 1012 km. die door het gehele land stroomt. Eeen deel van de Rijn vormt de natuurlijke grens met Duitsland en verder ontspringen er de rivieren de Maas, die door België en Nederland stroomt en de Schelde die bij Antwerpen in de Noordzee uitmond. Verder de Rhône welke in Zwitserland ontspringt en in de Middellandse Zee uitmond en nog vele kleinere rivieren.
Frankrijk is het wijnland bij uitstek van Europa.
Bewijzen van de eerste bewoning van Frankrijk gevonden in groten zijn reeds 17.000 jaar oud.
Rond 1000 v.Chr. drongen Keltische stammen het gebied binnen vanuit het huidige Zwitserland en Zuid/Duitsland. Zij zouden later bekend staan onder de naam Galliërs. De eerste geschiedschrijving dateert uit 600 v,Chr. met de Griekse kolonisatie van de Middellandse Zee kust. Een machtige stad uit die tijd was Massillia, het huidige Marseille.
De Romeinen werden in 181 v.Chr. en 132 v.Chr. door de Griekse kolonisten te hulp geroepen tegen invallen van de Liguriërs en andere Keltische stammen.
In 52 v.Chr. brachten de Romeinen onder Julius Caesar, na een bloedige veldslag, de Galliërs onder Romeins bestuur en stichten de nieuwe provincie Gallia Narbonensis. De Romeinen zouden zeker vijf eeuwen in het gebied blijven.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling werd de basis gelegd voor de Franse taal, die van het Latijn afstamt en toevoegingen kreeg van Keltische en Germaanse woorden.
De Romeinen kregen constant te maken met schermutselingen met de lokale stammen vanaf 287 n.Chr.
In het jaar 486 kwam er een einde aan de Romeinse bezetting.
In de middeleeuwen sprak men over het Frankische Rijk wat duurde van 481 tot 887. In die periode kende men de koninkrijken van de Merovingen (481-751) en de Karolingen (751-987) en het West-Francië van 843 tot 987.
Van het jaar 987 tot 1791 sprak men van het koninkrijk Frankrijk, waarin de Capetingen van 987 tot 1328 en de Valois van 1328 tot 1589 regeerden.
Van 1589 tot 1792 waren de Bourbon's aan de macht en aan deze regering kwam een eide door de Franse Revolutie in 1789.
Achtereenvolgens was Frankrijk een koninkrijk van 1791 tot 1792. Van 1792 tot 1804 was het de tijd van de Eerste Franse Republiek en van 1804 tot 1815 de periode van het Franse Keizerrijk onder Napoleon Bonaparte.
De periode van 1815 tot 1830 noemde men de Restauratie. Na 1830 kende men de Julimonarchie tot 1848 welke werd opgevolgd door de Tweede Republiek die duurde van 1848 tot 1852.
Na de terugkeer van Napoleon van Elba was er het Tweede keizerrijk van 1952 tot 1870. Napoleon werd door de geallieerden bij Waterloo verslagen en verbannen naar Sint Helena waar hij overleed. Zo ontstond in 1870 de Derde Republiek die duurde van 1870 tot 1940/46. Van 1914 tot 1918 was Frankrijk in oorlog met de Keizerrijk Duitsland.
In de WO-II kende het land van 1940 tot 1944 het Vichy-regime, wat samenwerkte met de nazi-bezetter. Na de WO-II werd de Vierde Republiek uitgeroepen die bleef tot 1958, waarna tot op heden het land de Vijfde Republiek kent. Gedurende de tijd van de Vierde Republiek vond de Franse dekolonisatie plaats.
Frankrijk was een van de voortrekkers van de oprichting van EGKS en de Europese Unie. Het land is lid van de VN, de Veiligheidsraad (met vetorecht) de NAVO, de G8, de OESO en de WTO.
Het land kent enige grote rivieren, zoals de Seine die door Parijs stroomt. De langste rivier is de Loire met 1012 km. die door het gehele land stroomt. Eeen deel van de Rijn vormt de natuurlijke grens met Duitsland en verder ontspringen er de rivieren de Maas, die door België en Nederland stroomt en de Schelde die bij Antwerpen in de Noordzee uitmond. Verder de Rhône welke in Zwitserland ontspringt en in de Middellandse Zee uitmond en nog vele kleinere rivieren.
Frankrijk is het wijnland bij uitstek van Europa.
VLAG VAN FRANKRIJK.
De huidige vlag van Frankrijk ook wel de "le Tricolore" genaamd het drie verticale velden met vanaf de stok de kleuren blauw-wit-rood. het is de oudste verticale driekleur van de wereld.
De Tricolore is ontstaan gedurende de Franse Revolutie. De oorspronkelijke vlag was het spiegelbeeld van de huidige vlag met de kleur rood aan de stokzijde.
Na de val van Napoleon werd de vlag vervangen door de vroegere witte vlag bezet met gouden lelies. Pas in 1830 onder burgerkoning Lodewijk Filips werd het blauw-wit rood weer in ere hersteld.
Tijdens De WO-II onder het Vichy-regime, wat gecontroleerd werd door nazi-Duitsland, voerden men een ander vlag met op het witte vlak een bijl met twee bladen in de kleuren rood-wit-blauw met daaronder zeven gele sterren. (de Ph. Petain vlag van 1940-1944)
Dit embleem was ook het wapen van Vichy-Frankrijk en had om de steel een wit lint met de woorden; "Travail, Patrie, Famille".
Men noemde het de "farncisgue" en teken werd in 1945 verboden door president Charles de Gaulle.
Ook de het Vrije Frankrijk in ballingschap kende gedurende de WO-II haar eigen vlag. Het was de nationale driekleur met in het witte vak het Kruis van Lotharingen (1940-1944)
WAPEN VAN FRANKRIJK.
Frankrijk kent in feite geen wapen, daar het niet voldoet aan de heraldische voorschriften, maar een embleem wat sinds 1953 het symbool van Frankrijk is.
Als het een heraldisch wapen zou moeten zijn, zou dit verwijzen naar de aristocratie, wat in strijd is met de beginselen van de Franse Republiek.
Het staat voor op de paspoorten en is in feite het symbool van Buitenlandse Zaken die het reeds in 1912 gebruikte.
Het embleem is een breed schild met aan een kant een leeuwenkop met daarop het monogram "RF" wat staat voor République Française.
Een olijftak staat symbool voor vrede, een eikentak symboliseert bestendigheid en de fasces (Romeinse bijlen van lictoren) is een symbool geassocieerd met justitie.
Het oude symbool is met jaren vervangen door een modernere uitstraling.
Hier wordt het schild bedekt door de Franse driekleur met in het midden het monogram tussen de olijftak (links) en de eikentak (rechts).
Het schild is vaak geplaatst onderaan de vlaggenstok van een consulaat van Frankrijk en is meer herkenbaar.
GRIEKENLAND.
Officieel de Helleense Republiek. Het land is gelegen in Zuidoost-Europa.
De formele naam van Griekenland is Ellás, waarvan 'Hellas' een internationale vertaling is geworden.
Griekenland grenst in het noorden aan Albanië, Macedonië en Bulgarije. In het oosten aan Europees Turkije en de Egeïsche Zee. Het zuiden aan de Middellandse Zee en het westen aan de Ionische Zee.
Griekenland heeft een oppervlakte van 131.957 km², waarvan 0,86% water.
De hoofdstad is Athene en de voertaal is Grieks.
Het land is vooral bekend door zijn klassieke oudheid en is de bakermat van de democratie.
Democratie is in het Oudgrieks; demokratia, dêmos = volk en kratos = macht.
De geschiedenis van het land gaat terug tot eeuwen voor onze jaartelling. Het land heeft in de opvolgende eeuwen een Myceense- en een Cycldische beschaving gekend. Op Kreta een van de grootste eilanden kende men reeds tussen 1600 en 1400 v.Chr. de Minoïsche beschaving.
Omstreeks 1208 v.Chr voerde het land oorlog tegen Troje, wat bekend staat als de Trojaanse Oorlog.
Het land was onderverdeeld in stadstaten die elkaar constant betwisten. Deze twisten werden gestaakt gedurende panhelleense feesten, nu bekend als de Olympische Spelen.
Griekenland voerde vele oorlogen te land en te zee. Haar grondgebieden liepen tot in Perzië en de zuidelijke kust van de Middellandse Zee.
Het land kende een hoge beschaving en veel kennis van haar wijsgeren worden heden ten dagen nog steeds gebruikt.
Rond 338 v.Chr kwam er een einde aan de Griekse politieke vrijheid door een oorlog met Macedonië, wat de macht overnam. Een van de bekendste Macedoniërs is Alexander de Grote die het rijk uitbreidde naar Egypte, Voor-Azië en Perzië. Door zijn vroege dood viel het enorme rijk weer uiteen.
Griekenland kwam van 146 v.Chr. tot 395 n.Chr onder bestuur van de Romeinen en was een deel van de Romeinse provincie Macedonia.
Van 395 tot 1456 was het een deel van het Byzantijnse Rijk en in die tijd had het land veel invallen te verduren; in de 5e eeuw van Vandalen en Oostgoten, in de 6e eeuw van Slaven, Avaren en Hunnen, in de 8e eeuw weer van de Slaven, in de 9e eeuw van de Saracenen, in de 10e eeuw van de Bulgaren en in de 11e eeuw van Noormannen vanuit Sicilië.
Van 1456 tot 1830 viel het land in handen van de Ottomanen. De sultan verdeelde het land in zeven militaire districten en stuurde er Turkse boeren heen om zo een reserve leger te hebben.
De Turkse overheersing was een rem op de economische ontwikkeling, de bevolking arm en onderontwikkeld werd afgeperst en moest dwangarbeid verrichten. Jonge mannelijke kinderen werden ontvoerd om als soldaat in het leger van de sultan dienst te doen.
Veel bewoners trokken de bergen in en voerden een guerrilla strijd tegen de Turken.
In 1821 brak te opstand tegen de Turken uit.
De Turkse Pasja Ibrahim kwam de sultan te hulp en onderwierp op bloedige wijze de eilanden. Op het eiland Chios werden 23.000 mensen vermoord.
In 1827 kwam er hulp van Rusland, Frankrijk en Engeland en werden de Turken uit Griekenland verdreven.
Na moeizame onderhandelingen werd in 1831 in Londen het land onafhankelijk verklaard en in 1832 werd het land een koninkrijk.
Het land kende tot in de WO-I drie koningen.
De voorlaatste welke pro-Duits was werd door de geallieerden tot troon afstand gedwongen in 1917. Hij werd opgevolgd door zijn zoon. Het land bleef een koninkrijk tot 1923 toen koning Constantijn I in ballingschap stierf te Palermo. Dat zelfde jaar schafte het parlement de monarchie af en riep de republiek uit. In 1935 keerde het koningschap terug onder koning George II maar deze werd door een staatsgreep door generaal Metáxes afgezet. Het land werd een dictatoriale natie.
Op 28 oktober 1940 vielen de Italianen het land binnen, die vanwege de zware weerstand van de Grieken op 6 april 1941 hulp kregen van de Duitsers.
In 1944 gaven de Duitsers zin in Athene over aan de Engelsen en in 1946 keerde ook koning George II terug op de troon die in 1947 overleed.
Van 1945 tot 1949 verviel het land in een burgeroorlog, daar de communisten de macht trachten te grijpen. Door hulp van de Engelsen in 1948 kwam hier een einde aan. De broer van de overleden koning, Paul I, werd koning van het land tot zijn dood in 19964. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Konstantijn II. Onder zijn bewind verviel het land in een machtsstrijd tussen de kolonels van het leger. In 1967 vluchtte de koninklijke familie naar Rome. Het land verviel in een politieke oorlog en opstanden. Na een militaire staatsgreep in 1973 en het gehouden referendum koos de bevolking voor het uitroepen van een republiek.
Het land werd weer lid van de NAVO en werd op 1 januari 1981 lid van de Europese Unie.
De formele naam van Griekenland is Ellás, waarvan 'Hellas' een internationale vertaling is geworden.
Griekenland grenst in het noorden aan Albanië, Macedonië en Bulgarije. In het oosten aan Europees Turkije en de Egeïsche Zee. Het zuiden aan de Middellandse Zee en het westen aan de Ionische Zee.
Griekenland heeft een oppervlakte van 131.957 km², waarvan 0,86% water.
De hoofdstad is Athene en de voertaal is Grieks.
Het land is vooral bekend door zijn klassieke oudheid en is de bakermat van de democratie.
Democratie is in het Oudgrieks; demokratia, dêmos = volk en kratos = macht.
De geschiedenis van het land gaat terug tot eeuwen voor onze jaartelling. Het land heeft in de opvolgende eeuwen een Myceense- en een Cycldische beschaving gekend. Op Kreta een van de grootste eilanden kende men reeds tussen 1600 en 1400 v.Chr. de Minoïsche beschaving.
Omstreeks 1208 v.Chr voerde het land oorlog tegen Troje, wat bekend staat als de Trojaanse Oorlog.
Het land was onderverdeeld in stadstaten die elkaar constant betwisten. Deze twisten werden gestaakt gedurende panhelleense feesten, nu bekend als de Olympische Spelen.
Griekenland voerde vele oorlogen te land en te zee. Haar grondgebieden liepen tot in Perzië en de zuidelijke kust van de Middellandse Zee.
Het land kende een hoge beschaving en veel kennis van haar wijsgeren worden heden ten dagen nog steeds gebruikt.
Rond 338 v.Chr kwam er een einde aan de Griekse politieke vrijheid door een oorlog met Macedonië, wat de macht overnam. Een van de bekendste Macedoniërs is Alexander de Grote die het rijk uitbreidde naar Egypte, Voor-Azië en Perzië. Door zijn vroege dood viel het enorme rijk weer uiteen.
Griekenland kwam van 146 v.Chr. tot 395 n.Chr onder bestuur van de Romeinen en was een deel van de Romeinse provincie Macedonia.
Van 395 tot 1456 was het een deel van het Byzantijnse Rijk en in die tijd had het land veel invallen te verduren; in de 5e eeuw van Vandalen en Oostgoten, in de 6e eeuw van Slaven, Avaren en Hunnen, in de 8e eeuw weer van de Slaven, in de 9e eeuw van de Saracenen, in de 10e eeuw van de Bulgaren en in de 11e eeuw van Noormannen vanuit Sicilië.
Van 1456 tot 1830 viel het land in handen van de Ottomanen. De sultan verdeelde het land in zeven militaire districten en stuurde er Turkse boeren heen om zo een reserve leger te hebben.
De Turkse overheersing was een rem op de economische ontwikkeling, de bevolking arm en onderontwikkeld werd afgeperst en moest dwangarbeid verrichten. Jonge mannelijke kinderen werden ontvoerd om als soldaat in het leger van de sultan dienst te doen.
Veel bewoners trokken de bergen in en voerden een guerrilla strijd tegen de Turken.
In 1821 brak te opstand tegen de Turken uit.
De Turkse Pasja Ibrahim kwam de sultan te hulp en onderwierp op bloedige wijze de eilanden. Op het eiland Chios werden 23.000 mensen vermoord.
In 1827 kwam er hulp van Rusland, Frankrijk en Engeland en werden de Turken uit Griekenland verdreven.
Na moeizame onderhandelingen werd in 1831 in Londen het land onafhankelijk verklaard en in 1832 werd het land een koninkrijk.
Het land kende tot in de WO-I drie koningen.
De voorlaatste welke pro-Duits was werd door de geallieerden tot troon afstand gedwongen in 1917. Hij werd opgevolgd door zijn zoon. Het land bleef een koninkrijk tot 1923 toen koning Constantijn I in ballingschap stierf te Palermo. Dat zelfde jaar schafte het parlement de monarchie af en riep de republiek uit. In 1935 keerde het koningschap terug onder koning George II maar deze werd door een staatsgreep door generaal Metáxes afgezet. Het land werd een dictatoriale natie.
Op 28 oktober 1940 vielen de Italianen het land binnen, die vanwege de zware weerstand van de Grieken op 6 april 1941 hulp kregen van de Duitsers.
In 1944 gaven de Duitsers zin in Athene over aan de Engelsen en in 1946 keerde ook koning George II terug op de troon die in 1947 overleed.
Van 1945 tot 1949 verviel het land in een burgeroorlog, daar de communisten de macht trachten te grijpen. Door hulp van de Engelsen in 1948 kwam hier een einde aan. De broer van de overleden koning, Paul I, werd koning van het land tot zijn dood in 19964. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Konstantijn II. Onder zijn bewind verviel het land in een machtsstrijd tussen de kolonels van het leger. In 1967 vluchtte de koninklijke familie naar Rome. Het land verviel in een politieke oorlog en opstanden. Na een militaire staatsgreep in 1973 en het gehouden referendum koos de bevolking voor het uitroepen van een republiek.
Het land werd weer lid van de NAVO en werd op 1 januari 1981 lid van de Europese Unie.
VLAG VAN GRIEKENLAND.
De vlag is opgebouwd uit vijf horizontale blauwe banen tegen een witte achtergrond. In de linkerbovenhoek het kanton bevindt zich een blauw vierkant met een wit kruis.
De kleuren van de vlag symboliseren de lucht en de zee. De huidige vlag is in gebruik sinds 1978 als nationale vlag. De vorige vlag had een donkerder kleur blauw.
Over het symbool van de blauwe balken bestaan verschillende verklaringen: één verwijst naar de Griekse Orthodoxie, de grootste godsdienst in het land, de andere naar het feit dat de blaken staan voor de Griekse godinnen van de kunsten en wetenschap uit de Griekse mythologie.
WAPEN VAN GRIEKENLAND.
Het huidige wapen werd aangenomen in 1967, toen Griekenland een republiek werd.
Het bestaat uit een blauw schil met een wit kruis. het schild is omringd door laurierbladeren.
Het blauwe schild met het witte kruis kwam in enigszins ander vorm reeds voor in het wapen van koning Otto (1831-1861) en in het wapen van het koningshuis van Griekenland (1863-1967).
HONGARIJE.
Officieel de Republiek Hongarije.
Hongarije is gelegen in Centraal-Europa. het land wordt van noord tot zuid doorsneden door de rivier de Donau. Het land grenst (met de klok mee) aan Oostenrijk Slowakije, Oekraïne, Roemenië, Kroatië en Slovenië.
Het land heeft een oppervlakte van 93.024 km². De hoofdstad is Boedapest en de voertaal is Hongaars.
De Hongaren ook wel de Magyaren genoemd deden hun intrede in Europa aan het einde van de 9e eeuw. Het was een nomadenvolk uit de Zuid-Russische Karpaten. Ze trokken plunderend door de omliggende buurlanden. Na de slag bij Lechveld, waar ze een grote nederlaag leden, besloten ze zich aan te passen aan hun christelijke buren. In het jaar 100 riepen ze hun eerste koning uit, Stefan de Heilige, die zich oriënteerde op Rome en niet op Byzantium.
Gedurende de Middeleeuwen kreeg het land te maken met invallen van de Mongolen die zich pas terugtrokken toen hun leider Grote Khan overleed. Het Hongaarse koninkrijk beleefde zijn grootste bloei in de 15e eeuw, maar alleen de hoge adel profiteerde hiervan.
In 1526 stortte het Hongaarse koninkrijk ineen na enkele grote nederlagen tegen de invallende Turken. In 1541 viel het land uiteen in drie delen: een Turks middendeel met de hoofdstad Boeda, een romp-koninkrijk onder Oostenrijk van de Habsburg en een onafhankelijk Zevenbergen in het oosten, dat een vazal van de Turken werd.
In 1699 verjoegen de Oostenrijkers na de aanval op Wenen in 1683 de Turken en kwam het land in Habsburgse handen.
In de 18e eeuw werd het land overspoeld met immigranten uit Duitsland, Roemenië en Servië.
Tussen de 18e en de 19e eeuw braken er regelmatig opstanden uit tegen het regiem van de Habsburgers. Na een nederlaag tegen de Pruisen in 1866, werd de keizer in Wenen gedwongen een compromis aan te gaan, waarbij Oostenrijk en Hongarije gelijkwaardige partners werden in een Dubbelmonarchie.
Gedurende de WO-I streed Hongarije aan de zijde van Oostenrijk. In de naoorlogse chaos riep de Hongaar Mihály Károly in november 1918 Hongarije uit tot een republiek.
Ook in de WO-II koos Hongarije de verkeerde partner, nazi-Duitsland en verklaarde in 1941 Rusland de oorlog. Toen in 1944 de Hongaren na deze fout toenadering zochten tot de geallieerden liet Hitler het land bezetten op 18 maart 1944.
In die periode kende het land een zware joden vervolging.
In 1945 versloegen de Sovjet troepen de Duitsers en kwam het land in het Oostblok te liggen.
In 1956 brak er een opstand uit tegen de Russen die neer werd geslagen en veel Hongaren vluchten naar het buitenland. Het land was van 1955 tot 1991 lid van het Warschaupact.
Pas in 1989 werd Hongarije weer een vrij democratische republiek en in dat jaar verlieten de Russische troepen het land. De eerste vrije verkiezingen werden pas in 1990 gehouden. In 1999 werd het land lid van de NAVO. In 2004 werd het land lid van de Europese Unie en in 2007 van de Schengen zone.
Hongarije is gelegen in Centraal-Europa. het land wordt van noord tot zuid doorsneden door de rivier de Donau. Het land grenst (met de klok mee) aan Oostenrijk Slowakije, Oekraïne, Roemenië, Kroatië en Slovenië.
Het land heeft een oppervlakte van 93.024 km². De hoofdstad is Boedapest en de voertaal is Hongaars.
De Hongaren ook wel de Magyaren genoemd deden hun intrede in Europa aan het einde van de 9e eeuw. Het was een nomadenvolk uit de Zuid-Russische Karpaten. Ze trokken plunderend door de omliggende buurlanden. Na de slag bij Lechveld, waar ze een grote nederlaag leden, besloten ze zich aan te passen aan hun christelijke buren. In het jaar 100 riepen ze hun eerste koning uit, Stefan de Heilige, die zich oriënteerde op Rome en niet op Byzantium.
Gedurende de Middeleeuwen kreeg het land te maken met invallen van de Mongolen die zich pas terugtrokken toen hun leider Grote Khan overleed. Het Hongaarse koninkrijk beleefde zijn grootste bloei in de 15e eeuw, maar alleen de hoge adel profiteerde hiervan.
In 1526 stortte het Hongaarse koninkrijk ineen na enkele grote nederlagen tegen de invallende Turken. In 1541 viel het land uiteen in drie delen: een Turks middendeel met de hoofdstad Boeda, een romp-koninkrijk onder Oostenrijk van de Habsburg en een onafhankelijk Zevenbergen in het oosten, dat een vazal van de Turken werd.
In 1699 verjoegen de Oostenrijkers na de aanval op Wenen in 1683 de Turken en kwam het land in Habsburgse handen.
In de 18e eeuw werd het land overspoeld met immigranten uit Duitsland, Roemenië en Servië.
Tussen de 18e en de 19e eeuw braken er regelmatig opstanden uit tegen het regiem van de Habsburgers. Na een nederlaag tegen de Pruisen in 1866, werd de keizer in Wenen gedwongen een compromis aan te gaan, waarbij Oostenrijk en Hongarije gelijkwaardige partners werden in een Dubbelmonarchie.
Gedurende de WO-I streed Hongarije aan de zijde van Oostenrijk. In de naoorlogse chaos riep de Hongaar Mihály Károly in november 1918 Hongarije uit tot een republiek.
Ook in de WO-II koos Hongarije de verkeerde partner, nazi-Duitsland en verklaarde in 1941 Rusland de oorlog. Toen in 1944 de Hongaren na deze fout toenadering zochten tot de geallieerden liet Hitler het land bezetten op 18 maart 1944.
In die periode kende het land een zware joden vervolging.
In 1945 versloegen de Sovjet troepen de Duitsers en kwam het land in het Oostblok te liggen.
In 1956 brak er een opstand uit tegen de Russen die neer werd geslagen en veel Hongaren vluchten naar het buitenland. Het land was van 1955 tot 1991 lid van het Warschaupact.
Pas in 1989 werd Hongarije weer een vrij democratische republiek en in dat jaar verlieten de Russische troepen het land. De eerste vrije verkiezingen werden pas in 1990 gehouden. In 1999 werd het land lid van de NAVO. In 2004 werd het land lid van de Europese Unie en in 2007 van de Schengen zone.
VLAG VAN HONGARIJE.
De kleuren van de vlag zijn afgeleid van de vlag van de vrijheidsbeweging van 1848-1849, welke pleitte voor de afschaffing van de Habsburgse monarchie.
Het rood staat voor kracht, wit voor geloof en groen voor hoop.
Het land kent ook nog een handelsvlag, oorlogsvlag en marinevlag.
WAPEN VAN HONGARIJE.
Het huidige wapen werd aangenomen in 1990 na de val van het communistische bewind.
Ondanks het feit dat het land nu een republiek is draagt het wapen boven het schild de Hongaarse koninklijke kroon, de Stefankroon.
Het schild bestaat uit twee helften verticaal gedeeld. Links staan vier rode en vier zilveren horizontale banen en rechts op de middelste van drie groene heuvels een wit patriarchaal kruis met een kroon aan de voet.
De vier zilveren strepen zouden symbool staan voor de vier rivieren; de Donau, Tisza, Drau en Sava. De drie groene bergen voor de Tartra, Kleine Fatra en Grote Fatra. Het geheel steunt niet op historische bewijs.
Het oudste element uit het wapen is het patriarchenkruis, dat van Byzantijnse invloed getuigd. Het verscheen voor het eerst rond 1190 tijdens de koningschap van Béla III die was opgegroeid aan het Byzantijnse hof. Later verschenen de drie heuvels aan de voet van het kruis.
De rode en zilveren strepen waren het symbool van het Huis Árpád en zij werden voor het eerst gebruikt in het zegel van Koning Emmerik. In het zegel ontbrak het kruis, maar er stonden negen leeuwen op de rode strepen. Op de Gouden Bul van koning Andreas II werden slechts zeven leeuwen geplaatst. Bij de terugkeer van Béla IV werd het kruis weer gebruikt.
Bij het uitsterven van het huis Árpád kwam het Huis Angevin aan de macht, wat geen legitimiteit van zijn macht toonde met de vorige heerser en gingen het wapen anders indelen. De rood-zilveren strepen kwamen links op het schild en en zij combineerden dit met hun eigen wapen, waarbij de fleurs-de-lys van de Angevins de plaats innemen van het kruis.
Het wapenschild met de strepen en het kruis verscheen tijdens het bewind van Lodewijk I (1342-1382). De kroon boven het schild verscheen tijdens de regeerperiode van Wladislaus I (1440-1444). Het was in de eerste instantie niet de gedetailleerde beugelkroon, maar de uit 1464 stammende Stefanskroon.
De uiteindelijke versie van het wapen kwam tijdens het koningschap van Matthias II aan het begin van de 17e eeuw. Het gebruik werd algemeen tijdens het bewind van koningin Maria Theresia.
Zie vervolg: EUROPA. LANDEN, VLAGGEN EN WAPENEMBLEMEN. (DEEL 5)
De uiteindelijke versie van het wapen kwam tijdens het koningschap van Matthias II aan het begin van de 17e eeuw. Het gebruik werd algemeen tijdens het bewind van koningin Maria Theresia.
Zie vervolg: EUROPA. LANDEN, VLAGGEN EN WAPENEMBLEMEN. (DEEL 5)